| Besluit van de Vlaamse regering betreffende de erkenning van mammografische eenheden en regionale screeningscentra voor borstkankeropsporing | Besluit van de Vlaamse regering betreffende de erkenning van mammografische eenheden en regionale screeningscentra voor borstkankeropsporing |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
| 2 FEBRUARI 2001. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de | 2 FEBRUARI 2001. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de |
| erkenning van mammografische eenheden en regionale screeningscentra | erkenning van mammografische eenheden en regionale screeningscentra |
| voor borstkankeropsporing | voor borstkankeropsporing |
| De Vlaamse regering, | De Vlaamse regering, |
| Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
| instellingen, inzonderheid op artikel 5, § 1, I, 2°; | instellingen, inzonderheid op artikel 5, § 1, I, 2°; |
| Gelet op het protocolakkoord van 25 oktober 2000 tot samenwerking | Gelet op het protocolakkoord van 25 oktober 2000 tot samenwerking |
| tussen de federale overheid en de gemeenschappen inzake mammografische | tussen de federale overheid en de gemeenschappen inzake mammografische |
| borstkankerscreening; | borstkankerscreening; |
| Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, |
| gegeven op 2 februari 2001; | gegeven op 2 februari 2001; |
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli |
| 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| Overwegende dat een van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen als | Overwegende dat een van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen als |
| uiteindelijk doel heeft de reductie van de sterfte door borstkanker te | uiteindelijk doel heeft de reductie van de sterfte door borstkanker te |
| realiseren; dat in 1998 borstkanker op de eerste plaats kwam wat | realiseren; dat in 1998 borstkanker op de eerste plaats kwam wat |
| kankersterfte betreft bij vrouwen, met 41 gevallen van sterfte per 100 | kankersterfte betreft bij vrouwen, met 41 gevallen van sterfte per 100 |
| 000 vrouwen, en borstkanker aldus onmiskenbaar een uiterst belangrijk | 000 vrouwen, en borstkanker aldus onmiskenbaar een uiterst belangrijk |
| gezondheidsprobleem stelt; | gezondheidsprobleem stelt; |
| Overwegende dat kwaliteitsvolle georganiseerde borstkankerscreening | Overwegende dat kwaliteitsvolle georganiseerde borstkankerscreening |
| door middel van mammografie toelaat om borstkanker in een vroeg | door middel van mammografie toelaat om borstkanker in een vroeg |
| stadium te diagnosticeren en na verloop van tijd de sterfte door | stadium te diagnosticeren en na verloop van tijd de sterfte door |
| borstkanker terug te dringen; | borstkanker terug te dringen; |
| Overwegende dat de Europese Commissie in 1996 een tweede editie heeft | Overwegende dat de Europese Commissie in 1996 een tweede editie heeft |
| uitgegeven van de Europese aanbevelingen voor kwaliteitsbewaking bij | uitgegeven van de Europese aanbevelingen voor kwaliteitsbewaking bij |
| mammografische screening, waarin de uitgewerkte aanbevelingen staan | mammografische screening, waarin de uitgewerkte aanbevelingen staan |
| waaraan een borstkankerscreeningsproject moet voldoen; | waaraan een borstkankerscreeningsproject moet voldoen; |
| Overwegende dat het protocolakkoord van 25 oktober 2000 tot | Overwegende dat het protocolakkoord van 25 oktober 2000 tot |
| samenwerking tussen de federale overheid en de gemeenschappen inzake | samenwerking tussen de federale overheid en de gemeenschappen inzake |
| mammografische borstkankerscreening de hefboom is om een efficiënt | mammografische borstkankerscreening de hefboom is om een efficiënt |
| borstkankerscreeningsprogramma te organiseren, aangezien het | borstkankerscreeningsprogramma te organiseren, aangezien het |
| protocolakkoord het mogelijk maakt om, naast verwijzing door | protocolakkoord het mogelijk maakt om, naast verwijzing door |
| huisartsen en gynaecologen, te screenen zonder verwijzing door de | huisartsen en gynaecologen, te screenen zonder verwijzing door de |
| behandelende arts; | behandelende arts; |
| Overwegende dat de federale overheid er zich in voormeld | Overwegende dat de federale overheid er zich in voormeld |
| protocolakkoord toe verbindt per jaar, in het kader van de | protocolakkoord toe verbindt per jaar, in het kader van de |
| massascreening, het budget ter beschikking te stellen dat nodig is | massascreening, het budget ter beschikking te stellen dat nodig is |
| voor de honoraria voor het uitvoeren van het mammografisch onderzoek; | voor de honoraria voor het uitvoeren van het mammografisch onderzoek; |
| dat dit budget door de federale overheid ter beschikking wordt gesteld | dat dit budget door de federale overheid ter beschikking wordt gesteld |
| voor een periode van drie jaar vanaf 2001 op voorwaarde dat er een | voor een periode van drie jaar vanaf 2001 op voorwaarde dat er een |
| georganiseerd systeem is opgezet door de gemeenschappen; | georganiseerd systeem is opgezet door de gemeenschappen; |
| Overwegende dat de Vlaamse Gemeenschap dan ook vanaf 1 januari 2001 | Overwegende dat de Vlaamse Gemeenschap dan ook vanaf 1 januari 2001 |
| haar engagementen die voortvloeien uit dit protocolakkoord, moet | haar engagementen die voortvloeien uit dit protocolakkoord, moet |
| nakomen, om zo vlug mogelijk de georganiseerde borstkankerscreening op | nakomen, om zo vlug mogelijk de georganiseerde borstkankerscreening op |
| te starten; | te starten; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke | Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke |
| Kansen; | Kansen; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
| HOOFDSTUK I. - Definities | HOOFDSTUK I. - Definities |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : |
| 1° Vlaamse minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheid; | 1° Vlaamse minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheid; |
| 2° administratie : de administratie Gezondheidszorg van het | 2° administratie : de administratie Gezondheidszorg van het |
| departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur; | departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur; |
| 3° logo : samenwerkingsverband voor bovenlokaal gezondheidsoverleg en | 3° logo : samenwerkingsverband voor bovenlokaal gezondheidsoverleg en |
| -organisatie; | -organisatie; |
| 4° Vlaamse Adviesraad : de Vlaamse Adviesraad voor erkenning van | 4° Vlaamse Adviesraad : de Vlaamse Adviesraad voor erkenning van |
| verzorgingsvoorzieningen, opgericht bij het decreet van 20 december | verzorgingsvoorzieningen, opgericht bij het decreet van 20 december |
| 1996 houdende oprichting van een Vlaamse Gezondheidsraad en van een | 1996 houdende oprichting van een Vlaamse Gezondheidsraad en van een |
| Vlaamse Adviesraad inzake erkenning van verzorgingsvoorzieningen; | Vlaamse Adviesraad inzake erkenning van verzorgingsvoorzieningen; |
| 5° werkgroep borstkankerscreening : de werkgroep, opgericht door de | 5° werkgroep borstkankerscreening : de werkgroep, opgericht door de |
| Vlaamse minister, ter implementatie van de Vlaamse | Vlaamse minister, ter implementatie van de Vlaamse |
| gezondheidsdoelstelling, en waarin verschillende actoren inzake | gezondheidsdoelstelling, en waarin verschillende actoren inzake |
| borstkankerbestrijding zijn vertegenwoordigd. | borstkankerbestrijding zijn vertegenwoordigd. |
| HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen |
Art. 2.§ 1. De Vlaamse regering organiseert een systematische |
Art. 2.§ 1. De Vlaamse regering organiseert een systematische |
| mammografische screening om de vermindering van de morbiditeit en | mammografische screening om de vermindering van de morbiditeit en |
| mortaliteit door borstkanker bij vrouwen te realiseren. Deze | mortaliteit door borstkanker bij vrouwen te realiseren. Deze |
| systematische mammografische screening gebeurt door erkende | systematische mammografische screening gebeurt door erkende |
| mammografische eenheden en erkende regionale screeningscentra. | mammografische eenheden en erkende regionale screeningscentra. |
| § 2. De Vlaamse minister erkent mammografische eenheden. | § 2. De Vlaamse minister erkent mammografische eenheden. |
| Een mammografische eenheid is een voorziening die onder leiding staat | Een mammografische eenheid is een voorziening die onder leiding staat |
| van een erkend radioloog en technisch uitgerust is om mammografieën | van een erkend radioloog en technisch uitgerust is om mammografieën |
| uit te voeren. De mammografische eenheden staan in voor het | uit te voeren. De mammografische eenheden staan in voor het |
| mammografisch borstonderzoek, voor de eerste lezing en voor de | mammografisch borstonderzoek, voor de eerste lezing en voor de |
| protocollering ervan. | protocollering ervan. |
| De erkenning van een mammografische eenheid wordt verleend voor drie | De erkenning van een mammografische eenheid wordt verleend voor drie |
| drie jaar. | drie jaar. |
| § 3. De Vlaamse minister erkent regionale screeningscentra. | § 3. De Vlaamse minister erkent regionale screeningscentra. |
| Een regionaal screeningscentrum is een expertisecentrum inzake | Een regionaal screeningscentrum is een expertisecentrum inzake |
| vroegtijdige borstkankeropsporing. Inzake het mammografisch | vroegtijdige borstkankeropsporing. Inzake het mammografisch |
| borstonderzoek staat het regionaal screeningscentrum in voor de | borstonderzoek staat het regionaal screeningscentrum in voor de |
| organisatie van de tweede lezing en de protocollering ervan en | organisatie van de tweede lezing en de protocollering ervan en |
| eventueel voor de derde lezing en de protocollering ervan. | eventueel voor de derde lezing en de protocollering ervan. |
| De erkenning van een regionaal screeningscentrum wordt verleend voor | De erkenning van een regionaal screeningscentrum wordt verleend voor |
| drie jaar. | drie jaar. |
| HOOFDSTUK III. - Erkenningsvoorwaarden voor mammografische eenheden | HOOFDSTUK III. - Erkenningsvoorwaarden voor mammografische eenheden |
| Afdeling I. - Algemene erkenningsnormen | Afdeling I. - Algemene erkenningsnormen |
Art. 3.Een mammografische eenheid moet over minstens één vast, |
Art. 3.Een mammografische eenheid moet over minstens één vast, |
| semi-mobiel of mobiel toestel beschikken dat specifiek gebouwd is voor | semi-mobiel of mobiel toestel beschikken dat specifiek gebouwd is voor |
| mammografie, en moet onder de verantwoordelijkheid van minstens één | mammografie, en moet onder de verantwoordelijkheid van minstens één |
| erkend radioloog werken. | erkend radioloog werken. |
Art. 4.De mammografische eenheid moet zich openstellen voor en |
Art. 4.De mammografische eenheid moet zich openstellen voor en |
| meewerken aan het georganiseerde borstkankerscreeningsprogramma en de | meewerken aan het georganiseerde borstkankerscreeningsprogramma en de |
| controles met het oog op kwaliteitsbewaking en -verbetering die door | controles met het oog op kwaliteitsbewaking en -verbetering die door |
| instanties worden uitgevoerd die daartoe door de Vlaamse minister | instanties worden uitgevoerd die daartoe door de Vlaamse minister |
| gemachtigd zijn. | gemachtigd zijn. |
| Om erkend te kunnen blijven moet de mammografische eenheid in staat | Om erkend te kunnen blijven moet de mammografische eenheid in staat |
| zijn om op een elektronische manier gegevens uit te wisselen met de | zijn om op een elektronische manier gegevens uit te wisselen met de |
| regionale screeningscentra op de wijze die wordt voorgeschreven door | regionale screeningscentra op de wijze die wordt voorgeschreven door |
| de Vlaamse minister. | de Vlaamse minister. |
| De mammografische eenheid verbindt er zich toe de derde | De mammografische eenheid verbindt er zich toe de derde |
| betalerregeling toe te passen voor alle mammografieën uitgevoerd in | betalerregeling toe te passen voor alle mammografieën uitgevoerd in |
| het kader van dit besluit. | het kader van dit besluit. |
| Afdeling II. - Fysisch-technische normen | Afdeling II. - Fysisch-technische normen |
Art. 5.De mammografie moet genomen worden met een specifiek voor de |
Art. 5.De mammografie moet genomen worden met een specifiek voor de |
| mammografie ontwikkeld toestel, dat beantwoordt aan de normen van de | mammografie ontwikkeld toestel, dat beantwoordt aan de normen van de |
| International Electrotechnical Commission of van de Europese Unie of | International Electrotechnical Commission of van de Europese Unie of |
| van hun rechtsopvolgers. Het toestel beschikt over een | van hun rechtsopvolgers. Het toestel beschikt over een |
| belichtingsautomaat, een systeem voor borstcompressie en een rooster. | belichtingsautomaat, een systeem voor borstcompressie en een rooster. |
Art. 6.De toestellen die gebruikt worden bij mammografische |
Art. 6.De toestellen die gebruikt worden bij mammografische |
| borstkankerscreening moeten voldoen aan technische kwaliteitsnormen | borstkankerscreening moeten voldoen aan technische kwaliteitsnormen |
| wat moet blijken na onderwerping aan een acceptatietest die de | wat moet blijken na onderwerping aan een acceptatietest die de |
| volgende elementen omvat : | volgende elementen omvat : |
| 1° gegevens over de toestellen die gebruikt worden bij mammografische | 1° gegevens over de toestellen die gebruikt worden bij mammografische |
| screening; | screening; |
| 2° routineopname; | 2° routineopname; |
| 3° geometrie; | 3° geometrie; |
| 4° buisrendement en reproduceerbaarheid; | 4° buisrendement en reproduceerbaarheid; |
| 5° buisspanning; | 5° buisspanning; |
| 6° halfwaardedikte; | 6° halfwaardedikte; |
| 7° automatisch belichtingssysteem; | 7° automatisch belichtingssysteem; |
| 8° compressie; | 8° compressie; |
| 9° roosterfactor; | 9° roosterfactor; |
| 10° beeldreceptor; | 10° beeldreceptor; |
| 11° ontwikkeltoestel; | 11° ontwikkeltoestel; |
| 12° sensitometrie en densitometrie; | 12° sensitometrie en densitometrie; |
| 13° donkere kamer; of doka | 13° donkere kamer; of doka |
| 14° lichtdichtheid van de cassettes; | 14° lichtdichtheid van de cassettes; |
| 15° lichtkasten en protocolleeromgeving; | 15° lichtkasten en protocolleeromgeving; |
| 16° dosimetrie; | 16° dosimetrie; |
| 17° beeldkwaliteit; | 17° beeldkwaliteit; |
| 18° opnametijd. | 18° opnametijd. |
| De acceptatietest omvat tevens een vraaggesprek met de persoon of | De acceptatietest omvat tevens een vraaggesprek met de persoon of |
| personen die de bovengenoemde toestellen bedienen. | personen die de bovengenoemde toestellen bedienen. |
| Deze testen worden nader bepaald in de tabellen die zich bevinden in | Deze testen worden nader bepaald in de tabellen die zich bevinden in |
| de bij dit besluit gevoegde bijlage. | de bij dit besluit gevoegde bijlage. |
| Telkens als een nieuw toestel in gebruik wordt genomen moet een nieuwe | Telkens als een nieuw toestel in gebruik wordt genomen moet een nieuwe |
| acceptatietest worden uitgevoerd. | acceptatietest worden uitgevoerd. |
Art. 7.De volgende elementen van de toestellen die gebruikt worden |
Art. 7.De volgende elementen van de toestellen die gebruikt worden |
| bij een mammografische borstkankerscreening moeten jaarlijks, te | bij een mammografische borstkankerscreening moeten jaarlijks, te |
| rekenen vanaf de acceptatie, testen ondergaan en voldoen aan de | rekenen vanaf de acceptatie, testen ondergaan en voldoen aan de |
| technische kwaliteitsnormen die hierop van toepassing zijn : | technische kwaliteitsnormen die hierop van toepassing zijn : |
| 1° geometrie; | 1° geometrie; |
| 2° halfwaardedikte; | 2° halfwaardedikte; |
| 3° compressie; | 3° compressie; |
| 4° beeldreceptor; | 4° beeldreceptor; |
| 5° sensitometrie en densitometrie; | 5° sensitometrie en densitometrie; |
| 6° lichtdichtheid van de cassettes; | 6° lichtdichtheid van de cassettes; |
| 7° dosimetrie; | 7° dosimetrie; |
| 8° ontwikkeltoestel; | 8° ontwikkeltoestel; |
| 9° lichtkasten en protocolleeromgeving. | 9° lichtkasten en protocolleeromgeving. |
Art. 8.De volgende elementen van de toestellen die gebruikt worden |
Art. 8.De volgende elementen van de toestellen die gebruikt worden |
| bij een mammografische borstkankerscreening moeten halfjaarlijks, te | bij een mammografische borstkankerscreening moeten halfjaarlijks, te |
| rekenen vanaf de acceptatie, deze testen ondergaan en voldoen aan de | rekenen vanaf de acceptatie, deze testen ondergaan en voldoen aan de |
| technische kwaliteitsnormen die hierop van toepassing zijn : | technische kwaliteitsnormen die hierop van toepassing zijn : |
| 1° buisrendement en reproduceerbaarheid; | 1° buisrendement en reproduceerbaarheid; |
| 2° buisspanning; | 2° buisspanning; |
| 3° automatisch belichtingssysteem; | 3° automatisch belichtingssysteem; |
| 4° ontwikkeltoestel; | 4° ontwikkeltoestel; |
| 5° sensitometrie en densitometrie; | 5° sensitometrie en densitometrie; |
| 6° donkere kamer;of doka | 6° donkere kamer;of doka |
| 7° opnametijd. | 7° opnametijd. |
Art. 9.De acceptatietesten, de jaarlijkse en halfjaarlijkse testen |
Art. 9.De acceptatietesten, de jaarlijkse en halfjaarlijkse testen |
| worden uitgevoerd door deskundigen die daartoe worden gemachtigd door | worden uitgevoerd door deskundigen die daartoe worden gemachtigd door |
| de Vlaamse minister, na advies van de werkgroep borstkankerscreening. | de Vlaamse minister, na advies van de werkgroep borstkankerscreening. |
| Voor mammografische eenheden die onder het beheer vallen van een | Voor mammografische eenheden die onder het beheer vallen van een |
| regionaal screeningscentrum, bepaalt de Vlaamse minister, na advies | regionaal screeningscentrum, bepaalt de Vlaamse minister, na advies |
| van de werkgroep borstkankerscreening, een specifieke lijst van | van de werkgroep borstkankerscreening, een specifieke lijst van |
| deskundigen. | deskundigen. |
| De kosten van de testen, vermeld in het eerste lid, worden gedragen | De kosten van de testen, vermeld in het eerste lid, worden gedragen |
| door de mammografische eenheden die een erkenning willen verkrijgen. | door de mammografische eenheden die een erkenning willen verkrijgen. |
| De resultaten van de halfjaarlijkse en de jaarlijkse testen, alsook | De resultaten van de halfjaarlijkse en de jaarlijkse testen, alsook |
| van de acceptatietesten, worden door de deskundigen die de testen | van de acceptatietesten, worden door de deskundigen die de testen |
| uitvoeren bezorgd aan de mammografische eenheid en aan het regionaal | uitvoeren bezorgd aan de mammografische eenheid en aan het regionaal |
| screeningscentrum waarmee door de mammografische eenheid in kwestie | screeningscentrum waarmee door de mammografische eenheid in kwestie |
| een samenwerkingsovereenkomst werd gesloten. | een samenwerkingsovereenkomst werd gesloten. |
Art. 10.Dagelijks, rond hetzelfde tijdstip, moet er een |
Art. 10.Dagelijks, rond hetzelfde tijdstip, moet er een |
| kwaliteitscontrole gebeuren van de mammograaf, de film en de | kwaliteitscontrole gebeuren van de mammograaf, de film en de |
| ontwikkelaar door de uitvoering van een fantoomopname en een | ontwikkelaar door de uitvoering van een fantoomopname en een |
| sensitometrie, op initiatief van en onder de supervisie van de | sensitometrie, op initiatief van en onder de supervisie van de |
| radioloog die verantwoordelijk is voor de mammografische eenheid. De | radioloog die verantwoordelijk is voor de mammografische eenheid. De |
| resultaten van deze metingen moeten voldoen aan de normen, gesteld in | resultaten van deze metingen moeten voldoen aan de normen, gesteld in |
| de bij dit besluit gevoegde bijlage en worden dagelijks bezorgd aan | de bij dit besluit gevoegde bijlage en worden dagelijks bezorgd aan |
| dezelfde instantie die instaat voor de acceptatietesten en voor de | dezelfde instantie die instaat voor de acceptatietesten en voor de |
| jaarlijkse en halfjaarlijkse testen. | jaarlijkse en halfjaarlijkse testen. |
Art. 11.Wekelijks moet ook de beeldkwaliteit geëvalueerd worden, |
Art. 11.Wekelijks moet ook de beeldkwaliteit geëvalueerd worden, |
| evenals de objectdiktecompensatie, eveneens op initiatief van en onder | evenals de objectdiktecompensatie, eveneens op initiatief van en onder |
| supervisie van de radioloog die verantwoordelijk is voor de | supervisie van de radioloog die verantwoordelijk is voor de |
| mammografische eenheid. De resultaten van deze metingen moeten voldoen | mammografische eenheid. De resultaten van deze metingen moeten voldoen |
| aan de normen, gesteld in de bij dit besluit gevoegde bijlage en | aan de normen, gesteld in de bij dit besluit gevoegde bijlage en |
| worden wekelijks bezorgd aan dezelfde instantie die instaat voor de | worden wekelijks bezorgd aan dezelfde instantie die instaat voor de |
| acceptatietesten en voor de jaarlijkse en halfjaarlijkse testen. | acceptatietesten en voor de jaarlijkse en halfjaarlijkse testen. |
Art. 12.De referentiewaarden voor deze dagelijkse en wekelijkse |
Art. 12.De referentiewaarden voor deze dagelijkse en wekelijkse |
| testen worden vastgelegd aan de hand van de acceptatietesten en van de | testen worden vastgelegd aan de hand van de acceptatietesten en van de |
| jaarlijkse en halfjaarlijkse testen. De mammografische eenheid moet de | jaarlijkse en halfjaarlijkse testen. De mammografische eenheid moet de |
| nodige maatregelen treffen om eventuele afwijkingen ten opzichte van | nodige maatregelen treffen om eventuele afwijkingen ten opzichte van |
| de referentiewaarden onmiddellijk te corrigeren. | de referentiewaarden onmiddellijk te corrigeren. |
Art. 13.De mammografische eenheid moet voldoen aan de regelgeving |
Art. 13.De mammografische eenheid moet voldoen aan de regelgeving |
| betreffende de veiligheid in het algemeen, en het gebruik van | betreffende de veiligheid in het algemeen, en het gebruik van |
| ioniserende stralingen in het bijzonder. | ioniserende stralingen in het bijzonder. |
Art. 14.Voor mammografische eenheden die beschikken over een digitaal |
Art. 14.Voor mammografische eenheden die beschikken over een digitaal |
| mammografietoestel gelden dezelfde criteria voor beeldkwaliteit en | mammografietoestel gelden dezelfde criteria voor beeldkwaliteit en |
| dosimetrie. In ieder geval moet de beeldkwaliteit van een digitaal | dosimetrie. In ieder geval moet de beeldkwaliteit van een digitaal |
| mammografietoestel evenwaardig zijn aan de beeldkwaliteit van een | mammografietoestel evenwaardig zijn aan de beeldkwaliteit van een |
| niet-digitaal mammografietoestel. | niet-digitaal mammografietoestel. |
| Afdeling III. - Medisch-radiologische normen | Afdeling III. - Medisch-radiologische normen |
Art. 15.§ 1. De mammografische eenheid moet voldoen aan de volgende |
Art. 15.§ 1. De mammografische eenheid moet voldoen aan de volgende |
| medisch-radiologische kwaliteitsnormen, wat moet blijken na | medisch-radiologische kwaliteitsnormen, wat moet blijken na |
| onderwerping aan een acceptatietest die de volgende elementen omvat : | onderwerping aan een acceptatietest die de volgende elementen omvat : |
| 1° dertig opeenvolgende mammografieën worden beoordeeld op vlak van | 1° dertig opeenvolgende mammografieën worden beoordeeld op vlak van |
| positionering en fototechnische kwaliteit door deskundigen aangewezen | positionering en fototechnische kwaliteit door deskundigen aangewezen |
| door minstens twee regionale screeningscentra, andere centra dan dat | door minstens twee regionale screeningscentra, andere centra dan dat |
| waarmee de mammografische eenheid een overeenkomst moet sluiten voor | waarmee de mammografische eenheid een overeenkomst moet sluiten voor |
| de organisatie van de tweede lezing; | de organisatie van de tweede lezing; |
| 2° inzake positionering moet een screeningsmammografie twee | 2° inzake positionering moet een screeningsmammografie twee |
| incidenties per borstopname omvatten : een oblique en een | incidenties per borstopname omvatten : een oblique en een |
| craniocaudale opname; | craniocaudale opname; |
| 3° minstens 85 % van de dertig opeenvolgende opnamen moet zo | 3° minstens 85 % van de dertig opeenvolgende opnamen moet zo |
| gepositioneerd zijn dat : | gepositioneerd zijn dat : |
| a) op de oblique (mediolaterale schuine) opname : de musculus | a) op de oblique (mediolaterale schuine) opname : de musculus |
| pectoralis te zien is als een driehoek, met de punt op tepelhoogte, en | pectoralis te zien is als een driehoek, met de punt op tepelhoogte, en |
| de inframammaire omslagplooi naar de buik is afgebeeld zonder | de inframammaire omslagplooi naar de buik is afgebeeld zonder |
| superpositie; | superpositie; |
| b) op de oblique en de craniocaudale (face) opname de afstand tepel - | b) op de oblique en de craniocaudale (face) opname de afstand tepel - |
| musculus pectoralis dezelfde is; | musculus pectoralis dezelfde is; |
| c) op de oblique of op de craniocaudale opname de tepel tangentieel | c) op de oblique of op de craniocaudale opname de tepel tangentieel |
| staat afgebeeld; | staat afgebeeld; |
| 4° minstens 25 % van de dertig opeenvolgende opnamen moet zo | 4° minstens 25 % van de dertig opeenvolgende opnamen moet zo |
| gepositioneerd zijn dat op de craniocaudale opname de rand van de | gepositioneerd zijn dat op de craniocaudale opname de rand van de |
| musculus pectoralis te zien is; | musculus pectoralis te zien is; |
| 5° bij vervolgopnamen kan onder bepaalde voorwaarden, die vastgesteld | 5° bij vervolgopnamen kan onder bepaalde voorwaarden, die vastgesteld |
| worden door de regionale screeningscentra, na advies van de werkgroep | worden door de regionale screeningscentra, na advies van de werkgroep |
| borstkankerscreening, een oblique opname volstaan; | borstkankerscreening, een oblique opname volstaan; |
| 6° inzake fototechnische kwaliteit moeten de deskundigen die de | 6° inzake fototechnische kwaliteit moeten de deskundigen die de |
| acceptatietest uitvoeren de volgende aspecten als voldoende beoordelen | acceptatietest uitvoeren de volgende aspecten als voldoende beoordelen |
| : | : |
| a) de uitgevoerde compressie; | a) de uitgevoerde compressie; |
| b) de beeldscherpte en -belichting; | b) de beeldscherpte en -belichting; |
| c) de minimale beperking van artefacten. | c) de minimale beperking van artefacten. |
| § 2. De deskundigen moeten hun beoordeling, bedoeld in § 1, 6°, | § 2. De deskundigen moeten hun beoordeling, bedoeld in § 1, 6°, |
| motiveren. In geval van een negatieve beoordeling door de deskundigen | motiveren. In geval van een negatieve beoordeling door de deskundigen |
| van de fototechnische kwaliteitsaspecten kan de verantwoordelijke van | van de fototechnische kwaliteitsaspecten kan de verantwoordelijke van |
| de mammografische eenheid een nieuwe beoordeling vragen aan andere | de mammografische eenheid een nieuwe beoordeling vragen aan andere |
| hiertoe door de administratie gemachtigde regionale screeningscentra. | hiertoe door de administratie gemachtigde regionale screeningscentra. |
| § 3. De deskundigen moeten hun bevindingen bezorgen aan de | § 3. De deskundigen moeten hun bevindingen bezorgen aan de |
| administratie en aan het regionaal screeningscentrum waarmee door de | administratie en aan het regionaal screeningscentrum waarmee door de |
| mammografische eenheid in kwestie een samenwerkingsovereenkomst werd | mammografische eenheid in kwestie een samenwerkingsovereenkomst werd |
| gesloten. | gesloten. |
| § 4. De mammografische eenheid moet steeds de nodige maatregelen | § 4. De mammografische eenheid moet steeds de nodige maatregelen |
| treffen om eventuele afwijkingen ten opzichte van de | treffen om eventuele afwijkingen ten opzichte van de |
| medisch-radiologische kwaliteitsnormen onmiddellijk te corrigeren. | medisch-radiologische kwaliteitsnormen onmiddellijk te corrigeren. |
| Afdeling IV. - Samenwerking met het regionaal screeningscentrum | Afdeling IV. - Samenwerking met het regionaal screeningscentrum |
Art. 16.Om erkend te kunnen worden moet de mammografische eenheid een |
Art. 16.Om erkend te kunnen worden moet de mammografische eenheid een |
| ondertekende samenwerkingsovereenkomst met het regionaal | ondertekende samenwerkingsovereenkomst met het regionaal |
| screeningscentrum kunnen voorleggen. Dit screeningscentrum wordt | screeningscentrum kunnen voorleggen. Dit screeningscentrum wordt |
| aangewezen door het logo van het gebied waarin de mammografische | aangewezen door het logo van het gebied waarin de mammografische |
| eenheid zich bevindt. In uitzonderlijke en uitdrukkelijk gemotiveerde | eenheid zich bevindt. In uitzonderlijke en uitdrukkelijk gemotiveerde |
| gevallen en na akkoord van de administratie, kan aanvaard worden dat | gevallen en na akkoord van de administratie, kan aanvaard worden dat |
| de mammografische eenheid een samenwerkingsovereenkomst voorlegt met | de mammografische eenheid een samenwerkingsovereenkomst voorlegt met |
| een regionaal screeningscentrum dat niet aangewezen wordt volgens dit | een regionaal screeningscentrum dat niet aangewezen wordt volgens dit |
| criterium. | criterium. |
| De samenwerkingsovereenkomst regelt minimaal de volgende afspraken : | De samenwerkingsovereenkomst regelt minimaal de volgende afspraken : |
| 1° de verbintenis tot samenwerking om de tweede en, indien nodig, | 1° de verbintenis tot samenwerking om de tweede en, indien nodig, |
| derde lezing van de mammografieën kwaliteitsvol uit te kunnen voeren, | derde lezing van de mammografieën kwaliteitsvol uit te kunnen voeren, |
| conform de richtlijnen hierover, zoals bekrachtigd door de Vlaamse | conform de richtlijnen hierover, zoals bekrachtigd door de Vlaamse |
| minister; | minister; |
| 2° de uitvoering van de eerste lezing door de radioloog van de | 2° de uitvoering van de eerste lezing door de radioloog van de |
| mammografische eenheid die een gestandaardiseerd en ingevuld | mammografische eenheid die een gestandaardiseerd en ingevuld |
| protocolformulier met de opnamen bezorgt aan het regionaal | protocolformulier met de opnamen bezorgt aan het regionaal |
| screeningscentrum waarmee wordt samengewerkt; | screeningscentrum waarmee wordt samengewerkt; |
| 3° de registratie en de uitwisseling van de gegevens die noodzakelijk | 3° de registratie en de uitwisseling van de gegevens die noodzakelijk |
| zijn voor de voortgangscontrole en de kwaliteitsbewaking van de | zijn voor de voortgangscontrole en de kwaliteitsbewaking van de |
| screening, conform de richtlijnen hierover, zoalsen bekrachtigd door | screening, conform de richtlijnen hierover, zoalsen bekrachtigd door |
| de Vlaamse minister; | de Vlaamse minister; |
| 4° de bewaring van de mammografieën; | 4° de bewaring van de mammografieën; |
| 5° het evalueren van de mammografische eenheid naar gelang van de | 5° het evalueren van de mammografische eenheid naar gelang van de |
| verkregen kwaliteit van de mammografieën met het oog op | verkregen kwaliteit van de mammografieën met het oog op |
| kwaliteitsbewaking en kwaliteitsverbetering aan de hand van periodieke | kwaliteitsbewaking en kwaliteitsverbetering aan de hand van periodieke |
| visitatiecontroles; | visitatiecontroles; |
| 6° de terugkoppeling van de resultaten van de tweede en eventuele | 6° de terugkoppeling van de resultaten van de tweede en eventuele |
| derde lezing naar de plaatselijke radioloog en de bereidheid tot | derde lezing naar de plaatselijke radioloog en de bereidheid tot |
| continue evaluatie en bijsturing met het oog op het bereiken van een | continue evaluatie en bijsturing met het oog op het bereiken van een |
| optimaal kwaliteitsniveau van de lezingen; | optimaal kwaliteitsniveau van de lezingen; |
| 7° de medewerking aan de invoering van een klantvriendelijk | 7° de medewerking aan de invoering van een klantvriendelijk |
| afsprakensysteem. | afsprakensysteem. |
| HOOFDSTUK IV. - Erkenningsvoorwaarden voor de regionale | HOOFDSTUK IV. - Erkenningsvoorwaarden voor de regionale |
| screeningscentra | screeningscentra |
Art. 17.Een regionaal screeningscentrum werkt mee aan de |
Art. 17.Een regionaal screeningscentrum werkt mee aan de |
| veralgemening van de borstkankerscreening in de Vlaamse Gemeenschap, | veralgemening van de borstkankerscreening in de Vlaamse Gemeenschap, |
| in overeenstemming met de Vlaamse gezondheidsdoelstelling hierover, | in overeenstemming met de Vlaamse gezondheidsdoelstelling hierover, |
| volgens de wetenschappelijke methoden van een op evidentie gebaseerde | volgens de wetenschappelijke methoden van een op evidentie gebaseerde |
| preventie. | preventie. |
| Daartoe moet een regionaal screeningscentrum | Daartoe moet een regionaal screeningscentrum |
| samenwerkingsovereenkomsten voorleggen met minstens één logo en met | samenwerkingsovereenkomsten voorleggen met minstens één logo en met |
| andere regionale screeningscentra die aangrenzende logo's bedienen. | andere regionale screeningscentra die aangrenzende logo's bedienen. |
| Een regionaal screeningscentrum moet samenwerken met mammografische | Een regionaal screeningscentrum moet samenwerken met mammografische |
| eenheden overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomsten, bedoeld in | eenheden overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomsten, bedoeld in |
| artikel 16. | artikel 16. |
| Om erkend te kunnen blijven moet een regionaal screeningscentrum in | Om erkend te kunnen blijven moet een regionaal screeningscentrum in |
| staat zijn om op een elektronische manier gegevens uit te wisselen met | staat zijn om op een elektronische manier gegevens uit te wisselen met |
| de mammografische eenheden op de wijze die wordt voorgeschreven door | de mammografische eenheden op de wijze die wordt voorgeschreven door |
| de Vlaamse minister. | de Vlaamse minister. |
Art. 18.Een regionaal screeningscentrum moet kunnen beschikken over |
Art. 18.Een regionaal screeningscentrum moet kunnen beschikken over |
| minstens één mobiel toestel dat specifiek gebouwd is voor mammografie | minstens één mobiel toestel dat specifiek gebouwd is voor mammografie |
| en onder de verantwoordelijkheid van minstens één erkend radioloog | en onder de verantwoordelijkheid van minstens één erkend radioloog |
| werkt. | werkt. |
Art. 19.Een regionaal screeningscentrum moet beschikken over de |
Art. 19.Een regionaal screeningscentrum moet beschikken over de |
| nodige expertise en over gespecialiseerd personeel om tweede en derde | nodige expertise en over gespecialiseerd personeel om tweede en derde |
| lezingen te kunnen uitvoeren volgens de bepalingen zoals ze | lezingen te kunnen uitvoeren volgens de bepalingen zoals ze |
| bekrachtigd zijn door de Vlaamse minister. | bekrachtigd zijn door de Vlaamse minister. |
Art. 20.Een regionaal screeningscentrum moet binnen een termijn van |
Art. 20.Een regionaal screeningscentrum moet binnen een termijn van |
| twee jaar na het in werking treden van dit besluit een certificaat van | twee jaar na het in werking treden van dit besluit een certificaat van |
| het Europees referentiecentrum EUREF in Nijmegen, Nederland, of van | het Europees referentiecentrum EUREF in Nijmegen, Nederland, of van |
| een ander hiertoe door de Vlaamse minister gemachtigd Europees | een ander hiertoe door de Vlaamse minister gemachtigd Europees |
| referentiecentrum inzake borstkankerscreening, kunnen voorleggen | referentiecentrum inzake borstkankerscreening, kunnen voorleggen |
| waaruit blijkt dat het regionaal screeningscentrum de | waaruit blijkt dat het regionaal screeningscentrum de |
| borstkankeropsporing organiseert in overeenstemming met de Europese | borstkankeropsporing organiseert in overeenstemming met de Europese |
| aanbevelingen hierover. Telkens als de Europese aanbevelingen | aanbevelingen hierover. Telkens als de Europese aanbevelingen |
| gewijzigd of aangevuld worden, moet een nieuwe certificatie gebeuren. | gewijzigd of aangevuld worden, moet een nieuwe certificatie gebeuren. |
| HOOFDSTUK V. - Procedures inzake erkenning, intrekking en schorsing | HOOFDSTUK V. - Procedures inzake erkenning, intrekking en schorsing |
| van erkenning voor mammografische eenheden en regionale | van erkenning voor mammografische eenheden en regionale |
| screeningscentra | screeningscentra |
| Afdeling I. - Aanvraagprocedure | Afdeling I. - Aanvraagprocedure |
Art. 21.De aanvraag voor erkenning van een mammografische eenheid is |
Art. 21.De aanvraag voor erkenning van een mammografische eenheid is |
| enkel ontvankelijk indien ze door de verantwoordelijke van de | enkel ontvankelijk indien ze door de verantwoordelijke van de |
| mammografische eenheid schriftelijk en elektronisch wordt ingediend | mammografische eenheid schriftelijk en elektronisch wordt ingediend |
| bij de Vlaamse minister, op het adres van de administratie, en indien | bij de Vlaamse minister, op het adres van de administratie, en indien |
| ze minstens de volgende elementen bevat : | ze minstens de volgende elementen bevat : |
| 1° een identificatiebestand waarvan het model beschikbaar is gesteld | 1° een identificatiebestand waarvan het model beschikbaar is gesteld |
| door de administratie; | door de administratie; |
| 2° een attest, afgeleverd door de daartoe gemachtigde instantie, | 2° een attest, afgeleverd door de daartoe gemachtigde instantie, |
| waaruit blijkt dat de mammografische eenheid voldoet aan de eisen van | waaruit blijkt dat de mammografische eenheid voldoet aan de eisen van |
| een fysisch-technische acceptatietest en beschikt over de | een fysisch-technische acceptatietest en beschikt over de |
| meetinstrumenten voor dagelijkse en wekelijkse kwaliteitscontrole, | meetinstrumenten voor dagelijkse en wekelijkse kwaliteitscontrole, |
| zoals bepaald in artikel 5 tot en met 14; | zoals bepaald in artikel 5 tot en met 14; |
| 3° een attest, afgeleverd door deskundigen uit regionale | 3° een attest, afgeleverd door deskundigen uit regionale |
| screeningscentra, waaruit blijkt dat de mammografische eenheid voldoet | screeningscentra, waaruit blijkt dat de mammografische eenheid voldoet |
| aan de eisen van een medisch-radiologische acceptatietest, bepaald in | aan de eisen van een medisch-radiologische acceptatietest, bepaald in |
| artikel 15; | artikel 15; |
| 4° een samenwerkingsovereenkomst, conform artikel 16, met het | 4° een samenwerkingsovereenkomst, conform artikel 16, met het |
| regionaal screeningscentrum; | regionaal screeningscentrum; |
| 5° een verklaring waarbij de verantwoordelijke van de mammografische | 5° een verklaring waarbij de verantwoordelijke van de mammografische |
| eenheid verklaart kennis te nemen van de intentie van de Vlaamse | eenheid verklaart kennis te nemen van de intentie van de Vlaamse |
| regering om toekomstige Europese aanbevelingen op te nemen in de | regering om toekomstige Europese aanbevelingen op te nemen in de |
| erkenningsnormen. | erkenningsnormen. |
| 6° een verklaring waarbij de verantwoordelijke van de mammografische | 6° een verklaring waarbij de verantwoordelijke van de mammografische |
| eenheid verklaart de derde betalersregeling te zullen toepassen voor | eenheid verklaart de derde betalersregeling te zullen toepassen voor |
| alle mammografieën uitgevoerd in het kader van dit besluit. | alle mammografieën uitgevoerd in het kader van dit besluit. |
Art. 22.De aanvraag voor erkenning van een regionaal |
Art. 22.De aanvraag voor erkenning van een regionaal |
| screeningscentrum is enkel ontvankelijk indien ze door de | screeningscentrum is enkel ontvankelijk indien ze door de |
| verantwoordelijke van het screeningscentrum schriftelijk en | verantwoordelijke van het screeningscentrum schriftelijk en |
| elektronisch wordt ingediend bij de Vlaamse minister, op het adres van | elektronisch wordt ingediend bij de Vlaamse minister, op het adres van |
| de administratie, en indien ze minstens de volgende elementen bevat : | de administratie, en indien ze minstens de volgende elementen bevat : |
| 1° een samenwerkingsovereenkomst met minstens één logo en met andere | 1° een samenwerkingsovereenkomst met minstens één logo en met andere |
| regionale screeningscentra die aangrenzende logo's bedienen; | regionale screeningscentra die aangrenzende logo's bedienen; |
| 2° een attest waaruit blijkt dat het regionaal screeningscentrum zo | 2° een attest waaruit blijkt dat het regionaal screeningscentrum zo |
| nodig kan beschikken over een mobiel toestel dat specifiek gebouwd is | nodig kan beschikken over een mobiel toestel dat specifiek gebouwd is |
| voor mammografie, en onder de verantwoordelijkheid van minstens één | voor mammografie, en onder de verantwoordelijkheid van minstens één |
| erkend radioloog kan werken; | erkend radioloog kan werken; |
| 3° een lijst van experts met naam, tewerkstellingstijd en | 3° een lijst van experts met naam, tewerkstellingstijd en |
| specialisaties, die de tweede en derde lezing kunnen uitvoeren ten | specialisaties, die de tweede en derde lezing kunnen uitvoeren ten |
| behoeve van het regionaal screeningscentrum; | behoeve van het regionaal screeningscentrum; |
| 4° een aanvraag die uitgaat van het regionaal screeningscentrum, tot | 4° een aanvraag die uitgaat van het regionaal screeningscentrum, tot |
| certificatie door EUREF in Nijmegen of een certificaat verstrekt door | certificatie door EUREF in Nijmegen of een certificaat verstrekt door |
| dit referentiecentrum, of een aanvraag die uitgaat van het regionaal | dit referentiecentrum, of een aanvraag die uitgaat van het regionaal |
| screeningscentrum tot certificatie door een ander hiertoe door de | screeningscentrum tot certificatie door een ander hiertoe door de |
| Vlaamse minister gemachtigd Europees referentiecentrum inzake | Vlaamse minister gemachtigd Europees referentiecentrum inzake |
| borstkankerscreening of een certificaat, verstrekt door dit | borstkankerscreening of een certificaat, verstrekt door dit |
| referentiecentrum. | referentiecentrum. |
Art. 23.Zolang, binnen een termijn van twee jaar na het in werking |
Art. 23.Zolang, binnen een termijn van twee jaar na het in werking |
| treden van dit besluit, een regionaal screeningscentrum niet beschikt | treden van dit besluit, een regionaal screeningscentrum niet beschikt |
| over een certificaat, zoals vermeld in artikel 22, 4°, maar wel | over een certificaat, zoals vermeld in artikel 22, 4°, maar wel |
| voldoet aan de overige normen, wordt door de minister een voorlopige | voldoet aan de overige normen, wordt door de minister een voorlopige |
| erkenning afgeleverd. | erkenning afgeleverd. |
| Afdeling II. - Erkenningsprocedure | Afdeling II. - Erkenningsprocedure |
Art. 24.Indien de aanvraag niet ontvankelijk is, wordt de aanvraag, |
Art. 24.Indien de aanvraag niet ontvankelijk is, wordt de aanvraag, |
| uiterlijk dertig dagen na ontvangst, door de administratie aan de | uiterlijk dertig dagen na ontvangst, door de administratie aan de |
| aanvrager teruggezonden met vermelding van de reden. | aanvrager teruggezonden met vermelding van de reden. |
| In het andere geval wordt de beslissing van de Vlaamse minister om de | In het andere geval wordt de beslissing van de Vlaamse minister om de |
| erkenning te verlenen of het met redenen omklede voornemen van de | erkenning te verlenen of het met redenen omklede voornemen van de |
| Vlaamse minister om de erkenning te weigeren, uiterlijk drie maanden | Vlaamse minister om de erkenning te weigeren, uiterlijk drie maanden |
| na ontvangst van de aanvraag aan de aanvrager betekend. De betekening | na ontvangst van de aanvraag aan de aanvrager betekend. De betekening |
| gebeurt door de administratie per aangetekende brief. Bij een | gebeurt door de administratie per aangetekende brief. Bij een |
| voornemen om de erkenning te weigeren worden in de brief de | voornemen om de erkenning te weigeren worden in de brief de |
| mogelijkheid en de voorwaarden vermeld om een bezwaarschrift in te | mogelijkheid en de voorwaarden vermeld om een bezwaarschrift in te |
| dienen als bedoeld in artikel 25, eerste lid. | dienen als bedoeld in artikel 25, eerste lid. |
Art. 25.Op straffe van niet-ontvankelijkheid kan de aanvrager tot |
Art. 25.Op straffe van niet-ontvankelijkheid kan de aanvrager tot |
| uiterlijk vijftien dagen na ontvangst van het voornemen tot weigering | uiterlijk vijftien dagen na ontvangst van het voornemen tot weigering |
| van de erkenning daartegen per aangetekende brief een gemotiveerd | van de erkenning daartegen per aangetekende brief een gemotiveerd |
| bezwaarschrift indienen bij de Vlaamse minister. De aanvrager kan | bezwaarschrift indienen bij de Vlaamse minister. De aanvrager kan |
| daarin uitdrukkelijk vragen om te worden gehoord. | daarin uitdrukkelijk vragen om te worden gehoord. |
| De Vlaamse minister zorgt ervoor dat het bezwaarschrift binnen | De Vlaamse minister zorgt ervoor dat het bezwaarschrift binnen |
| vijftien dagen na ontvangst, samen met het volledige administratief | vijftien dagen na ontvangst, samen met het volledige administratief |
| dossier, bezorgd wordt aan de Vlaamse Adviesraad. | dossier, bezorgd wordt aan de Vlaamse Adviesraad. |
Art. 26.§ 1. Indien de aanvrager overeenkomstig artikel 25, eerste |
Art. 26.§ 1. Indien de aanvrager overeenkomstig artikel 25, eerste |
| lid, een bezwaarschrift heeft ingediend, kan de Vlaamse minister | lid, een bezwaarschrift heeft ingediend, kan de Vlaamse minister |
| alleen een definitieve beslissing over het verlenen of het weigeren | alleen een definitieve beslissing over het verlenen of het weigeren |
| van de erkenning nemen na ontvangst van het advies van de Vlaamse | van de erkenning nemen na ontvangst van het advies van de Vlaamse |
| Adviesraad of, indien dat advies ontbreekt, na het verstrijken van de | Adviesraad of, indien dat advies ontbreekt, na het verstrijken van de |
| termijn waarover de Vlaamse Adviesraad overeenkomstig zijn | termijn waarover de Vlaamse Adviesraad overeenkomstig zijn |
| reglementering beschikt om een advies ter kennis te brengen van de | reglementering beschikt om een advies ter kennis te brengen van de |
| Vlaamse minister. In dat laatste geval moet de Vlaamse minister de | Vlaamse minister. In dat laatste geval moet de Vlaamse minister de |
| aanvrager vooraf horen, indien de aanvrager in zijn bezwaarschrift | aanvrager vooraf horen, indien de aanvrager in zijn bezwaarschrift |
| daarom heeft verzocht. | daarom heeft verzocht. |
| De met redenen omklede beslissing van de Vlaamse minister wordt binnen | De met redenen omklede beslissing van de Vlaamse minister wordt binnen |
| dertig dagen na ontvangst van het advies van de Vlaamse Adviesraad of | dertig dagen na ontvangst van het advies van de Vlaamse Adviesraad of |
| na het verstrijken van de termijn waarover de Vlaamse Adviesraad | na het verstrijken van de termijn waarover de Vlaamse Adviesraad |
| overeenkomstig zijn reglementering beschikt om een advies ter kennis | overeenkomstig zijn reglementering beschikt om een advies ter kennis |
| te brengen van de Vlaamse minister, door de administratie aan de | te brengen van de Vlaamse minister, door de administratie aan de |
| aanvrager betekend per aangetekende brief. | aanvrager betekend per aangetekende brief. |
| § 2. Indien de aanvrager geen bezwaarschrift heeft ingediend | § 2. Indien de aanvrager geen bezwaarschrift heeft ingediend |
| overeenkomstig artikel 25, eerste lid, wordt de definitieve beslissing | overeenkomstig artikel 25, eerste lid, wordt de definitieve beslissing |
| van de Vlaamse minister omtrent het verlenen of het weigeren van de | van de Vlaamse minister omtrent het verlenen of het weigeren van de |
| erkenning binnen dertig dagen na het verstrijken van de in artikel 25, | erkenning binnen dertig dagen na het verstrijken van de in artikel 25, |
| eerste lid, bedoelde termijn door de administratie aan de aanvrager | eerste lid, bedoelde termijn door de administratie aan de aanvrager |
| betekend per aangetekende brief. | betekend per aangetekende brief. |
Art. 27.Indien de erkenning door de Vlaamse minister werd geweigerd, |
Art. 27.Indien de erkenning door de Vlaamse minister werd geweigerd, |
| kan de aanvrager geen nieuwe gelijksoortige aanvraag indienen, tenzij | kan de aanvrager geen nieuwe gelijksoortige aanvraag indienen, tenzij |
| hij aantoont dat de reden voor de weigering niet langer bestaat. | hij aantoont dat de reden voor de weigering niet langer bestaat. |
| Afdeling III. - Toezicht op de naleving van de erkenningsvoorwaarden | Afdeling III. - Toezicht op de naleving van de erkenningsvoorwaarden |
Art. 28.De administratie kan ter plaatse of op stukken toezicht |
Art. 28.De administratie kan ter plaatse of op stukken toezicht |
| uitoefenen op de naleving van de erkenningsvoorwaarden door de | uitoefenen op de naleving van de erkenningsvoorwaarden door de |
| mammografische eenheden of de regionale screeningscentra die een | mammografische eenheden of de regionale screeningscentra die een |
| erkenning aanvragen of die erkend zijn. | erkenning aanvragen of die erkend zijn. |
| De mammografische eenheden en de regionale screeningscentra verlenen | De mammografische eenheden en de regionale screeningscentra verlenen |
| hun medewerking aan de uitoefening van het toezicht. Ze verlenen aan | hun medewerking aan de uitoefening van het toezicht. Ze verlenen aan |
| de administratie, op haar eenvoudig verzoek, de stukken die met de | de administratie, op haar eenvoudig verzoek, de stukken die met de |
| erkenningsaanvraag of de erkenning zelf verband houden. | erkenningsaanvraag of de erkenning zelf verband houden. |
| In het kader van het toezicht kan de Vlaamse minister private of | In het kader van het toezicht kan de Vlaamse minister private of |
| openbare instanties belasten met bepaalde controles, testen en | openbare instanties belasten met bepaalde controles, testen en |
| evaluaties. | evaluaties. |
| De administratie kan gegevens, als bedoeld in artikel 9, 10 en 11, | De administratie kan gegevens, als bedoeld in artikel 9, 10 en 11, |
| opvragen in het kader van de beleidsvoorbereiding en de | opvragen in het kader van de beleidsvoorbereiding en de |
| beleidsevaluatie. | beleidsevaluatie. |
| Afdeling IV. - Procedure voor schorsing en intrekking van erkenning | Afdeling IV. - Procedure voor schorsing en intrekking van erkenning |
Art. 29.Indien een mammografische eenheid of een regionaal |
Art. 29.Indien een mammografische eenheid of een regionaal |
| screeningscentrum niet langer voldoet aan een of meer | screeningscentrum niet langer voldoet aan een of meer |
| erkenningsvoorwaarden of indien een mammografische eenheid of een | erkenningsvoorwaarden of indien een mammografische eenheid of een |
| regionaal screeningscentrum niet meewerkt aan de uitoefening van het | regionaal screeningscentrum niet meewerkt aan de uitoefening van het |
| toezicht, kan de administratie de mammografische eenheid of het | toezicht, kan de administratie de mammografische eenheid of het |
| regionaal screeningscentrum per aangetekende brief aanmanen om zich | regionaal screeningscentrum per aangetekende brief aanmanen om zich |
| binnen een termijn van maximum zes maanden aan die voorwaarden of aan | binnen een termijn van maximum zes maanden aan die voorwaarden of aan |
| de regels betreffende het toezicht te conformeren. | de regels betreffende het toezicht te conformeren. |
Art. 30.Indien ondanks de aanmaning de mammografische eenheid of het |
Art. 30.Indien ondanks de aanmaning de mammografische eenheid of het |
| regionaal screeningscentrum de erkenningsvoorwaarden niet naleeft of | regionaal screeningscentrum de erkenningsvoorwaarden niet naleeft of |
| niet meewerkt aan de uitoefening van het toezicht, wordt het | niet meewerkt aan de uitoefening van het toezicht, wordt het |
| gemotiveerd voornemen van de Vlaamse minister tot schorsing of tot | gemotiveerd voornemen van de Vlaamse minister tot schorsing of tot |
| intrekking van de erkenning aan de mammografische eenheid of het | intrekking van de erkenning aan de mammografische eenheid of het |
| regionaal screeningscentrum betekend. Die betekening gebeurt door de | regionaal screeningscentrum betekend. Die betekening gebeurt door de |
| administratie per aangetekende brief, waarin de mogelijkheid en de | administratie per aangetekende brief, waarin de mogelijkheid en de |
| voorwaarden om een bezwaarschrift in te dienen, worden vermeld. | voorwaarden om een bezwaarschrift in te dienen, worden vermeld. |
Art. 31.Artikel 25 en artikel 26 zijn van overeenkomstige toepassing |
Art. 31.Artikel 25 en artikel 26 zijn van overeenkomstige toepassing |
| voor het nemen van de definitieve beslissing tot schorsing of tot | voor het nemen van de definitieve beslissing tot schorsing of tot |
| intrekking van erkenning. | intrekking van erkenning. |
| HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen |
Art. 32.Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2001. |
Art. 32.Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2001. |
Art. 33.De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheid, is belast |
Art. 33.De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheid, is belast |
| met de uitvoering van dit besluit. | met de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 2 februari 2001. | Brussel, 2 februari 2001. |
| De minister-president van de Vlaamse regering, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
| P. DEWAEL | P. DEWAEL |
| De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, | De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, |
| Mevr. M. VOGELS | Mevr. M. VOGELS |
| Bijlage | Bijlage |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering | Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering |
| van 2 februari 2001 betreffende de erkenning van mammografische | van 2 februari 2001 betreffende de erkenning van mammografische |
| eenheden en regionale screeningscentra voor borstkankeropsporing. | eenheden en regionale screeningscentra voor borstkankeropsporing. |
| Brussel, 2 februari 2001. | Brussel, 2 februari 2001. |
| De minister-president van de Vlaamse regering, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
| P. DEWAEL | P. DEWAEL |
| De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, | De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, |
| Mevr. M. VOGELS | Mevr. M. VOGELS |