Ontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot implementatie van de uitgaven- en ontvangstentoetsingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest | Ontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot implementatie van de uitgaven- en ontvangstentoetsingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
---|---|
6 JUNI 2024. - Ontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke | 6 JUNI 2024. - Ontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke |
Regering tot implementatie van de uitgaven- en ontvangstentoetsingen | Regering tot implementatie van de uitgaven- en ontvangstentoetsingen |
in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest | in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen, artikel 68, eerste lid, en artikel 87, gewijzigd bij de | instellingen, artikel 68, eerste lid, en artikel 87, gewijzigd bij de |
bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 16 juli 1993 en 6 januari 2014; | bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 16 juli 1993 en 6 januari 2014; |
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de | Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de |
Brusselse Instellingen, artikel 36, laatst gewijzigd bij de bijzondere | Brusselse Instellingen, artikel 36, laatst gewijzigd bij de bijzondere |
wet van 6 januari 2014, en artikel 40, gewijzigd bij de bijzondere wet | wet van 6 januari 2014, en artikel 40, gewijzigd bij de bijzondere wet |
van 16 juli 1993; | van 16 juli 1993; |
Gelet op de ordonnantie van 4 april 2024 houdende de Codex van de | Gelet op de ordonnantie van 4 april 2024 houdende de Codex van de |
openbare financiën van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikel | openbare financiën van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikel |
141, § 2; | 141, § 2; |
Gelet op de gelijkekansentest van 8 maart 2024 uitgevoerd zoals | Gelet op de gelijkekansentest van 8 maart 2024 uitgevoerd zoals |
bedoeld in artikel 2 van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot | bedoeld in artikel 2 van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot |
invoering van de gelijkekansentest; | invoering van de gelijkekansentest; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 |
april 2024; | april 2024; |
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 17 | Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 17 |
april 2024; | april 2024; |
Gelet op advies 76.335/1 van de Raad van State, gegeven op 29 mei | Gelet op advies 76.335/1 van de Raad van State, gegeven op 29 mei |
2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op voorstel van de Minister bevoegd voor Financiën, Begroting, | Op voorstel van de Minister bevoegd voor Financiën, Begroting, |
Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van | Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van |
Brussel; | Brussel; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
1° uitgaven- en ontvangstentoetsingen : de uitgaven- en | 1° uitgaven- en ontvangstentoetsingen : de uitgaven- en |
ontvangstentoetsingen zoals gedefinieerd in artikel 141 van de | ontvangstentoetsingen zoals gedefinieerd in artikel 141 van de |
ordonnantie van 4 april 2024 houdende de Codex van de openbare | ordonnantie van 4 april 2024 houdende de Codex van de openbare |
financiën van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; | financiën van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; |
2° ordonnantie : de ordonnantie van 4 april 2024 houdende de Codex van | 2° ordonnantie : de ordonnantie van 4 april 2024 houdende de Codex van |
de openbare financiën van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; | de openbare financiën van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; |
3° diensten van de Regering : de diensten van de Regering zoals | 3° diensten van de Regering : de diensten van de Regering zoals |
bepaald in artikel 2, 5° van de ordonnantie; | bepaald in artikel 2, 5° van de ordonnantie; |
4° autonome bestuursinstellingen (hierna de ABI's genaamd ) : de | 4° autonome bestuursinstellingen (hierna de ABI's genaamd ) : de |
autonome bestuursinstellingen van eerste (ABI1) en tweede (ABI2) | autonome bestuursinstellingen van eerste (ABI1) en tweede (ABI2) |
categorie zoals bepaald in artikel 2, 2° van de ordonnantie; | categorie zoals bepaald in artikel 2, 2° van de ordonnantie; |
5° gewestelijke entiteit : de gewestelijke entiteit zoals bepaald in | 5° gewestelijke entiteit : de gewestelijke entiteit zoals bepaald in |
artikel 2, 1° van de ordonnantie; | artikel 2, 1° van de ordonnantie; |
6° leidende ambtenaar : de Secretaris-generaal, de Adjunct-secretaris | 6° leidende ambtenaar : de Secretaris-generaal, de Adjunct-secretaris |
generaal en elke Directeur-generaal en Adjunct-directeur-generaal van | generaal en elke Directeur-generaal en Adjunct-directeur-generaal van |
de diensten van de Regering, evenals de titularissen van | de diensten van de Regering, evenals de titularissen van |
gelijkwaardige functies in de autonome bestuursinstellingen; | gelijkwaardige functies in de autonome bestuursinstellingen; |
7° gemandateerde instantie: de instantie die van de Regering de | 7° gemandateerde instantie: de instantie die van de Regering de |
opdracht heeft gekregen de leiding te nemen over de opmaak van de | opdracht heeft gekregen de leiding te nemen over de opmaak van de |
kadernota, zoals bepaald in artikel 9; | kadernota, zoals bepaald in artikel 9; |
8° ambtelijk coördinatiecentrum : de permanente cel binnen het bestuur | 8° ambtelijk coördinatiecentrum : de permanente cel binnen het bestuur |
Brussel Synergie van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, die | Brussel Synergie van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, die |
instaat voor de opvolging van alle toetsingen binnen de gewestelijke | instaat voor de opvolging van alle toetsingen binnen de gewestelijke |
entiteit. | entiteit. |
Art. 2.Dit besluit regelt een aangelegenheid als bedoeld in Deel 6, |
Art. 2.Dit besluit regelt een aangelegenheid als bedoeld in Deel 6, |
Boek 3, Titel 2, artikel 141 van de ordonnantie. | Boek 3, Titel 2, artikel 141 van de ordonnantie. |
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied |
Art. 3.Dit besluit is van toepassing op : |
Art. 3.Dit besluit is van toepassing op : |
1° de diensten van de Regering; | 1° de diensten van de Regering; |
2° de ABI's 1; | 2° de ABI's 1; |
3° de ABI's2 zoals bepaald in artikel 4, § 1, eerste lid van de | 3° de ABI's2 zoals bepaald in artikel 4, § 1, eerste lid van de |
ordonnantie. | ordonnantie. |
In afwijking van het eerste lid, punt 3°, is dit besluit niet van | In afwijking van het eerste lid, punt 3°, is dit besluit niet van |
toepassing op de ABI's 2 zoals bepaald in artikel 4, § 2, eerste lid | toepassing op de ABI's 2 zoals bepaald in artikel 4, § 2, eerste lid |
van de ordonnantie | van de ordonnantie |
HOOFDSTUK III. - Principes | HOOFDSTUK III. - Principes |
Art. 4.De volgende principes worden gehanteerd in het kader van de |
Art. 4.De volgende principes worden gehanteerd in het kader van de |
organisatie van een uitgaven- en ontvangstentoetsing : | organisatie van een uitgaven- en ontvangstentoetsing : |
1° het betreft een onafhankelijk ambtelijk onderzoek dat dient tot | 1° het betreft een onafhankelijk ambtelijk onderzoek dat dient tot |
beleidsevaluatie en dus een samenwerking tussen instanties en toegang | beleidsevaluatie en dus een samenwerking tussen instanties en toegang |
tot de voor de toetsing benodigde data en informatie impliceert; | tot de voor de toetsing benodigde data en informatie impliceert; |
2° er is een continue opbouw van expertise voor de evaluatie van de | 2° er is een continue opbouw van expertise voor de evaluatie van de |
uitgaven en de ontvangsten; | uitgaven en de ontvangsten; |
3° het is een op feiten gebaseerde analyse die budgetten linkt aan | 3° het is een op feiten gebaseerde analyse die budgetten linkt aan |
beleidsresultaten; | beleidsresultaten; |
4° de beschikbare conclusies van de Regering betreffende de | 4° de beschikbare conclusies van de Regering betreffende de |
eindrapporten van de toetsingen, zoals bedoeld in artikel 10, worden | eindrapporten van de toetsingen, zoals bedoeld in artikel 10, worden |
opgenomen in de algemene toelichting bij de initiële begroting | opgenomen in de algemene toelichting bij de initiële begroting |
overeenkomstig artikel 34, § 1, 7°, van de ordonnantie ; | overeenkomstig artikel 34, § 1, 7°, van de ordonnantie ; |
5° onverminderd artikel 8, § 3, betreffende de zitpenningen van de | 5° onverminderd artikel 8, § 3, betreffende de zitpenningen van de |
voorzitter, zijn de kosten voor de eventuele externe expertise | voorzitter, zijn de kosten voor de eventuele externe expertise |
verbonden aan de toetsing ten laste van de inhoudelijk gemandateerde | verbonden aan de toetsing ten laste van de inhoudelijk gemandateerde |
instanties, namelijk de diensten van de Regering en de ABI's; | instanties, namelijk de diensten van de Regering en de ABI's; |
6° een ambtelijke werkgroep krijgt 9 maanden de tijd voor het | 6° een ambtelijke werkgroep krijgt 9 maanden de tijd voor het |
realiseren van een toetsing. | realiseren van een toetsing. |
HOOFDSTUK IV. - Actoren | HOOFDSTUK IV. - Actoren |
Art. 5.Er wordt een ambtelijk stuurcomité opgericht. Dit is een |
Art. 5.Er wordt een ambtelijk stuurcomité opgericht. Dit is een |
permanent onafhankelijk administratief orgaan dat alle toetsingen | permanent onafhankelijk administratief orgaan dat alle toetsingen |
coördineert. | coördineert. |
De Regering stelt het ambtelijk stuurcomité samen. | De Regering stelt het ambtelijk stuurcomité samen. |
Het ambtelijk stuurcomité: | Het ambtelijk stuurcomité: |
1° waakt over de methodologie en het goede verloop van de toetsingen | 1° waakt over de methodologie en het goede verloop van de toetsingen |
2° valideert de kadernota ; | 2° valideert de kadernota ; |
3° valideert de methodologie gehanteerd in het eindrapport ; | 3° valideert de methodologie gehanteerd in het eindrapport ; |
4° waarborgt de onafhankelijkheid en objectiviteit van de toetsingen. | 4° waarborgt de onafhankelijkheid en objectiviteit van de toetsingen. |
Daartoe steunt het ambtelijk stuurcomité in het bijzonder op de | Daartoe steunt het ambtelijk stuurcomité in het bijzonder op de |
werkzaamheden van het ambtelijk coördinatiecentrum. | werkzaamheden van het ambtelijk coördinatiecentrum. |
Het ambtelijk stuurcomité bezorgt de kadernota en het eindrapport aan | Het ambtelijk stuurcomité bezorgt de kadernota en het eindrapport aan |
de bevoegde minister(s), zoals bepaald in artikelen 12 en 15. | de bevoegde minister(s), zoals bepaald in artikelen 12 en 15. |
Art. 6.Het ambtelijk coördinatiecentrum is belast met de monitoring |
Art. 6.Het ambtelijk coördinatiecentrum is belast met de monitoring |
van de uitvoering van alle ontvangsten- en uitgaventoetsingen teneinde | van de uitvoering van alle ontvangsten- en uitgaventoetsingen teneinde |
te waken over de kwaliteit ervan. | te waken over de kwaliteit ervan. |
Het ambtelijk coördinatiecentrum brengt ook periodiek verslag uit aan | Het ambtelijk coördinatiecentrum brengt ook periodiek verslag uit aan |
het ambtelijk stuurcomité over de monitoring en evaluatie van de | het ambtelijk stuurcomité over de monitoring en evaluatie van de |
kwaliteit. | kwaliteit. |
Overeenkomstig artikel 19, ziet het ambtelijk coördinatiecentrum er op | Overeenkomstig artikel 19, ziet het ambtelijk coördinatiecentrum er op |
toe dat er ex-post evaluaties uitgevoerd worden om de toepassing van | toe dat er ex-post evaluaties uitgevoerd worden om de toepassing van |
dit instrument continu te verbeteren. | dit instrument continu te verbeteren. |
Art. 7.Een afzonderlijke ambtelijke werkgroep wordt samengesteld voor |
Art. 7.Een afzonderlijke ambtelijke werkgroep wordt samengesteld voor |
elke toetsing. Het is een multidisciplinair projectteam dat belast is | elke toetsing. Het is een multidisciplinair projectteam dat belast is |
met de uitvoering van een welbepaalde thematische uitgaven- of | met de uitvoering van een welbepaalde thematische uitgaven- of |
ontvangstentoetsing. | ontvangstentoetsing. |
De ambtelijke werkgroep is een administratief orgaan. | De ambtelijke werkgroep is een administratief orgaan. |
De ambtelijke werkgroep is samengesteld uit volgende leden: | De ambtelijke werkgroep is samengesteld uit volgende leden: |
1° één onafhankelijke voorzitter ; | 1° één onafhankelijke voorzitter ; |
2° één tot twee vertegenwoordiger(s) van het bestuur Brussel Financiën | 2° één tot twee vertegenwoordiger(s) van het bestuur Brussel Financiën |
en Begroting van de GOB die ermee belast worden de budgettaire | en Begroting van de GOB die ermee belast worden de budgettaire |
gegevens ter beschikking te stellen van de ambtelijke werkgroep op | gegevens ter beschikking te stellen van de ambtelijke werkgroep op |
aanvraag van de leden. Ze waken erover dat de link met de begroting | aanvraag van de leden. Ze waken erover dat de link met de begroting |
gelegd wordt; | gelegd wordt; |
3° één tot twee vertegenwoordiger(s) van het Brussels Instituut voor | 3° één tot twee vertegenwoordiger(s) van het Brussels Instituut voor |
Statistiek en Analyse, die ermee belast worden te waken over de | Statistiek en Analyse, die ermee belast worden te waken over de |
methodologie en de impact te berekenen van de voorgestelde | methodologie en de impact te berekenen van de voorgestelde |
hervormingsopties op middellange en lange termijn; | hervormingsopties op middellange en lange termijn; |
4° twee vertegenwoordigers van de Inspectie van Financiën | 4° twee vertegenwoordigers van de Inspectie van Financiën |
5° experten die behoren tot de instanties die deelnemen aan de | 5° experten die behoren tot de instanties die deelnemen aan de |
toetsing | toetsing |
Het ambtelijk coördinatiecentrum wordt uitgenodigd voor elke | Het ambtelijk coördinatiecentrum wordt uitgenodigd voor elke |
ambtelijke werkgroep. | ambtelijke werkgroep. |
De ambtelijke werkgroep kan worden aangevuld met één of meerdere | De ambtelijke werkgroep kan worden aangevuld met één of meerdere |
externe experten die door de voorzitter worden geselecteerd. | externe experten die door de voorzitter worden geselecteerd. |
Binnen de ambtelijke werkgroepen worden de taken verdeeld onder de | Binnen de ambtelijke werkgroepen worden de taken verdeeld onder de |
leden volgens hun bevoegdheden. | leden volgens hun bevoegdheden. |
Art. 8.§ 1. Er wordt een onafhankelijke voorzitter aangesteld die |
Art. 8.§ 1. Er wordt een onafhankelijke voorzitter aangesteld die |
belast is met het beheer van de ambtelijke werkgroep. Hij leidt het | belast is met het beheer van de ambtelijke werkgroep. Hij leidt het |
project namens het ambtelijk stuurcomité binnen de door de kadernota | project namens het ambtelijk stuurcomité binnen de door de kadernota |
gespecificeerde opdracht en onderhoudt gedurende de hele toetsing | gespecificeerde opdracht en onderhoudt gedurende de hele toetsing |
contact met het ambtelijk coördinatiecentrum met het oog op | contact met het ambtelijk coördinatiecentrum met het oog op |
rapportering aan het ambtelijk stuurcomité. | rapportering aan het ambtelijk stuurcomité. |
§ 2. De voorzitter stelt het huishoudelijk reglement op voor de | § 2. De voorzitter stelt het huishoudelijk reglement op voor de |
ambtelijke werkgroep bij aanvang van zijn werkzaamheden. | ambtelijke werkgroep bij aanvang van zijn werkzaamheden. |
§ 3. De Minister van Begroting kan beslissen de voorzitter van de | § 3. De Minister van Begroting kan beslissen de voorzitter van de |
ambtelijke werkgroep zitpenningen toe te kennen ter waarde van 300 | ambtelijke werkgroep zitpenningen toe te kennen ter waarde van 300 |
euro per zitting, met een maximum van 7.200 euro per toetsing. | euro per zitting, met een maximum van 7.200 euro per toetsing. |
De zitpenningen kunnen alleen uitbetaald worden indien de voorzitter | De zitpenningen kunnen alleen uitbetaald worden indien de voorzitter |
aanwezig was op minstens 80% van de vergaderingen van de ambtelijke | aanwezig was op minstens 80% van de vergaderingen van de ambtelijke |
werkgroep, waarvoor hij als voorzitter werd aangesteld, in het | werkgroep, waarvoor hij als voorzitter werd aangesteld, in het |
kalenderjaar waarop de zitpenning betrekking heeft. De voormelde regel | kalenderjaar waarop de zitpenning betrekking heeft. De voormelde regel |
geldt niet als de afwezigheid het gevolg is van overmacht of | geldt niet als de afwezigheid het gevolg is van overmacht of |
gewettigde verhindering. | gewettigde verhindering. |
De kosten voor de zitpenningen van de voorzitter worden ten laste | De kosten voor de zitpenningen van de voorzitter worden ten laste |
genomen door het ambtelijk coördinatiecentrum. | genomen door het ambtelijk coördinatiecentrum. |
De bedragen vermeld in het eerste lid zijn onderworpen aan de | De bedragen vermeld in het eerste lid zijn onderworpen aan de |
gezondheidsindex van juni 2023 (127,09) en volgen de evolutie van die | gezondheidsindex van juni 2023 (127,09) en volgen de evolutie van die |
gezondheidsindex, overeenkomstig het koninklijk besluit van 24 | gezondheidsindex, overeenkomstig het koninklijk besluit van 24 |
december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot | december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot |
vrijwaring van 's lands concurrentievermogen. De maand waarin het | vrijwaring van 's lands concurrentievermogen. De maand waarin het |
eindrapport wordt opgeleverd aan het stuurcomité is de referentiemaand | eindrapport wordt opgeleverd aan het stuurcomité is de referentiemaand |
voor de indexering. | voor de indexering. |
§ 4. De voorzitter duidt een vervanger aan. Deze krijgt een zitpenning | § 4. De voorzitter duidt een vervanger aan. Deze krijgt een zitpenning |
voor de vergaderingen waarvoor hij de voorzitter vervangt. | voor de vergaderingen waarvoor hij de voorzitter vervangt. |
HOOFDSTUK V. - Documenten | HOOFDSTUK V. - Documenten |
Art. 9.De kadernota beschrijft de concrete scope en gekwantificeerde |
Art. 9.De kadernota beschrijft de concrete scope en gekwantificeerde |
doelstellingen van de uit te voeren toetsing. | doelstellingen van de uit te voeren toetsing. |
De kadernota bevat minstens de volgende elementen: | De kadernota bevat minstens de volgende elementen: |
1° de context | 1° de context |
2° het toepassingsgebied | 2° het toepassingsgebied |
3° het doel van de toetsing | 3° het doel van de toetsing |
4° de onderzoeksvragen | 4° de onderzoeksvragen |
5° indien reeds mogelijk, de hervormingsopties | 5° indien reeds mogelijk, de hervormingsopties |
6° een tijdschema | 6° een tijdschema |
7° de naam van de onafhankelijke voorzitter en de samenstelling van de | 7° de naam van de onafhankelijke voorzitter en de samenstelling van de |
ambtelijke werkgroep. | ambtelijke werkgroep. |
Art. 10.De toetsingen resulteren in een eindrapport dat een waaier |
Art. 10.De toetsingen resulteren in een eindrapport dat een waaier |
aan doorgerekende hervormingsopties voorstelt, met inbegrip van de | aan doorgerekende hervormingsopties voorstelt, met inbegrip van de |
geraamde budgettaire effecten en de effecten op de beoogde | geraamde budgettaire effecten en de effecten op de beoogde |
beleidsdoelstellingen. | beleidsdoelstellingen. |
De eindrapporten bevatten een inschatting van de haalbaarheid van de | De eindrapporten bevatten een inschatting van de haalbaarheid van de |
implementatie van de hervormingsopties, waaronder met name de | implementatie van de hervormingsopties, waaronder met name de |
implementatiekost, de risico's, de basisvoorwaarden en de spill-over | implementatiekost, de risico's, de basisvoorwaarden en de spill-over |
effecten. | effecten. |
Minimaal moeten volgende hervormingsopties worden opgenomen in het | Minimaal moeten volgende hervormingsopties worden opgenomen in het |
eindrapport: | eindrapport: |
1° een vermindering van het budget met minimaal 10%; | 1° een vermindering van het budget met minimaal 10%; |
2° een verhoging van het budget met minimaal 10%; | 2° een verhoging van het budget met minimaal 10%; |
3° een constant budget. | 3° een constant budget. |
De hervormingsopties dienen telkens te zorgen voor een financiële | De hervormingsopties dienen telkens te zorgen voor een financiële |
verduurzaming van het beleidsdomein. | verduurzaming van het beleidsdomein. |
De hervormingsopties moeten uitgesplitst worden over de tijd: korte | De hervormingsopties moeten uitgesplitst worden over de tijd: korte |
termijn, middellange termijn en lange termijn. | termijn, middellange termijn en lange termijn. |
De voorzitter is verantwoordelijk voor de opmaak van het eindrapport. | De voorzitter is verantwoordelijk voor de opmaak van het eindrapport. |
HOOFDSTUK VI. - Meerjarenprogramma | HOOFDSTUK VI. - Meerjarenprogramma |
Art. 11.Met het oog op een nieuwe legislatuur wordt een |
Art. 11.Met het oog op een nieuwe legislatuur wordt een |
niet-exhaustieve lijst met mogelijke onderwerpen voor de toetsingen | niet-exhaustieve lijst met mogelijke onderwerpen voor de toetsingen |
van de volgende legislatuur opgesteld als volgt:: | van de volgende legislatuur opgesteld als volgt:: |
1° Het ambtelijk coördinatiecentrum ontvangt in de maand januari van | 1° Het ambtelijk coördinatiecentrum ontvangt in de maand januari van |
het jaar waarin de verkiezingen voor het Brussels Hoofdstedelijk | het jaar waarin de verkiezingen voor het Brussels Hoofdstedelijk |
Parlement plaatsvinden: | Parlement plaatsvinden: |
a) van de leidend ambtenaren van de gewestelijke entiteit, zoals | a) van de leidend ambtenaren van de gewestelijke entiteit, zoals |
bepaald in artikel 1, 5°, minstens één onderwerp binnen hun | bepaald in artikel 1, 5°, minstens één onderwerp binnen hun |
bevoegdheidsdomein | bevoegdheidsdomein |
b) van het bestuur Brussel Financiën en Begroting van de GOB, op basis | b) van het bestuur Brussel Financiën en Begroting van de GOB, op basis |
van een begrotingsanalyse, een lijst van mogelijke onderwerpen voor | van een begrotingsanalyse, een lijst van mogelijke onderwerpen voor |
toetsingen; | toetsingen; |
c) van de Inspectie van Financiën een lijst van mogelijke onderwerpen | c) van de Inspectie van Financiën een lijst van mogelijke onderwerpen |
voor toetsingen. | voor toetsingen. |
Voor punt a) geldt dat de aangeleverde onderwerpen worden overgemaakt | Voor punt a) geldt dat de aangeleverde onderwerpen worden overgemaakt |
met de volgende bijkomende informatie : de betrokken uitgaven en/of de | met de volgende bijkomende informatie : de betrokken uitgaven en/of de |
geschatte omvang van de hervormingsopties, de vraag die de toetsing | geschatte omvang van de hervormingsopties, de vraag die de toetsing |
moet beantwoorden en de reden voor de keuze van het onderwerp. | moet beantwoorden en de reden voor de keuze van het onderwerp. |
2° Het ambtelijk coördinatiecentrum bezorgt aan het ambtelijk | 2° Het ambtelijk coördinatiecentrum bezorgt aan het ambtelijk |
stuurcomité een voorstel van prioritering van de ontvangen onderwerpen | stuurcomité een voorstel van prioritering van de ontvangen onderwerpen |
op basis van de methodologie ontwikkeld door het Brussels Instituut | op basis van de methodologie ontwikkeld door het Brussels Instituut |
voor Statistiek en Analyse. | voor Statistiek en Analyse. |
3° Bij de aanstelling van de aantredende Regering maakt het ambtelijk | 3° Bij de aanstelling van de aantredende Regering maakt het ambtelijk |
stuurcomité, na haar beslissing omtrent de prioritering, het voorstel | stuurcomité, na haar beslissing omtrent de prioritering, het voorstel |
dat de geprioriteerde onderwerpen en de gemandateerde instanties | dat de geprioriteerde onderwerpen en de gemandateerde instanties |
opneemt over aan de Minister van Begroting die het aan de Regering | opneemt over aan de Minister van Begroting die het aan de Regering |
voorlegt. | voorlegt. |
4° Op basis van dit voorstel, eventueel aangepast door de Minister van | 4° Op basis van dit voorstel, eventueel aangepast door de Minister van |
Begroting, maakt de aantredende Regering een concrete planning op van | Begroting, maakt de aantredende Regering een concrete planning op van |
de onderwerpen die in de loop van de legislatuur getoetst zullen | de onderwerpen die in de loop van de legislatuur getoetst zullen |
worden. | worden. |
5° De Regering valideert de lijst van de te toetsen geprioriteerde | 5° De Regering valideert de lijst van de te toetsen geprioriteerde |
onderwerpen en, voor ieder onderwerp, de naam van de betrokken | onderwerpen en, voor ieder onderwerp, de naam van de betrokken |
gemandateerde instantie. | gemandateerde instantie. |
6° In de loop van de legislatuur kan de Regering onderwerpen toevoegen | 6° In de loop van de legislatuur kan de Regering onderwerpen toevoegen |
of vervangen om te kunnen inspelen op de actualiteit. | of vervangen om te kunnen inspelen op de actualiteit. |
HOOFDSTUK VII. - Verloop van de uitgaven- en ontvangstentoetsingen | HOOFDSTUK VII. - Verloop van de uitgaven- en ontvangstentoetsingen |
Art. 12.De gemandateerde instantie(s) stelt(stellen) een voorstel van |
Art. 12.De gemandateerde instantie(s) stelt(stellen) een voorstel van |
kadernota op en legt(leggen) dit voor aan het ambtelijk | kadernota op en legt(leggen) dit voor aan het ambtelijk |
coördinatiecentrum uiterlijk eind maart. De gemandateerde instantie | coördinatiecentrum uiterlijk eind maart. De gemandateerde instantie |
doet dit voorstel in overleg met de functioneel bevoegde minister(s) | doet dit voorstel in overleg met de functioneel bevoegde minister(s) |
en het ambtelijk stuurcomité. | en het ambtelijk stuurcomité. |
Het ambtelijk coördinatiecentrum bezorgt het ontwerp van kadernota aan | Het ambtelijk coördinatiecentrum bezorgt het ontwerp van kadernota aan |
het ambtelijk stuurcomité. | het ambtelijk stuurcomité. |
Het ambtelijk stuurcomité valideert de kadernota en bezorgt deze aan | Het ambtelijk stuurcomité valideert de kadernota en bezorgt deze aan |
de Minister van Begroting en de functioneel bevoegde minister(s) | de Minister van Begroting en de functioneel bevoegde minister(s) |
Op voorstel van de Minister van Begroting en de functioneel bevoegde | Op voorstel van de Minister van Begroting en de functioneel bevoegde |
minister(s) keurt de Regering de kadernota goed vóór eind juni | minister(s) keurt de Regering de kadernota goed vóór eind juni |
overeenkomstig de meerjarenplanning bedoeld in artikel 11, punt 4°. | overeenkomstig de meerjarenplanning bedoeld in artikel 11, punt 4°. |
In het eerste jaar van de legislatuur kunnen de termijnen voor het | In het eerste jaar van de legislatuur kunnen de termijnen voor het |
opleveren van de documenten aangepast worden. | opleveren van de documenten aangepast worden. |
Art. 13.De ambtelijke werkgroep onder leiding van de voorzitter start |
Art. 13.De ambtelijke werkgroep onder leiding van de voorzitter start |
uiterlijk eind september. | uiterlijk eind september. |
Art. 14.De voorzitter rapporteert minstens om de twee maanden aan het |
Art. 14.De voorzitter rapporteert minstens om de twee maanden aan het |
ambtelijk coördinatiecentrum over de voortgang van de werkzaamheden | ambtelijk coördinatiecentrum over de voortgang van de werkzaamheden |
van de ambtelijke werkgroep en het behalen van zijn vooropgestelde | van de ambtelijke werkgroep en het behalen van zijn vooropgestelde |
doelstellingen. | doelstellingen. |
Art. 15.De voorzitter maakt het voorstel van eindrapport over aan het |
Art. 15.De voorzitter maakt het voorstel van eindrapport over aan het |
ambtelijk coördinatiecentrum uiterlijk eind mei. | ambtelijk coördinatiecentrum uiterlijk eind mei. |
Het ambtelijk stuurcomité valideert het eindrapport uiterlijk eind | Het ambtelijk stuurcomité valideert het eindrapport uiterlijk eind |
juni. De validatie van het eindrapport gebeurt op basis van de | juni. De validatie van het eindrapport gebeurt op basis van de |
uitgangspunten van de kadernota. | uitgangspunten van de kadernota. |
Vervolgens maakt het ambtelijk stuurcomité het eindrapport over aan de | Vervolgens maakt het ambtelijk stuurcomité het eindrapport over aan de |
functioneel bevoegde minister(s) en de Minister van Begroting. | functioneel bevoegde minister(s) en de Minister van Begroting. |
Art. 16.Op initiatief van de functioneel bevoegde minister(s) en |
Art. 16.Op initiatief van de functioneel bevoegde minister(s) en |
medeondertekend door de Minister van Begroting, positioneert de | medeondertekend door de Minister van Begroting, positioneert de |
Regering zich binnen de drie maanden na validatie van het eindrapport | Regering zich binnen de drie maanden na validatie van het eindrapport |
door het ambtelijk stuurcomité ten aanzien van de resultaten van | door het ambtelijk stuurcomité ten aanzien van de resultaten van |
iedere toetsing in de vorm van een regeringsbeslissing. | iedere toetsing in de vorm van een regeringsbeslissing. |
Art. 17.Ten laatste binnen de zes maanden na validatie van het |
Art. 17.Ten laatste binnen de zes maanden na validatie van het |
eindrapport door het ambtelijk stuurcomité, stelt (stellen) de | eindrapport door het ambtelijk stuurcomité, stelt (stellen) de |
functioneel bevoegde Minister(s) de resultaten van de toetsing aan het | functioneel bevoegde Minister(s) de resultaten van de toetsing aan het |
Parlement voor, samen met de regeringsbeslissing bedoeld in artikel | Parlement voor, samen met de regeringsbeslissing bedoeld in artikel |
16. | 16. |
Art. 18.De Minister van Begroting kan de termijnen opgenomen in dit |
Art. 18.De Minister van Begroting kan de termijnen opgenomen in dit |
besluit verlengen. | besluit verlengen. |
Art. 19.Het ambtelijk coördinatiecentrum voert periodiek een ex-post |
Art. 19.Het ambtelijk coördinatiecentrum voert periodiek een ex-post |
evaluatie van de toetsingen uit. De ex-post evaluatie heeft enkel | evaluatie van de toetsingen uit. De ex-post evaluatie heeft enkel |
betrekking op het proces van de toetsingen. | betrekking op het proces van de toetsingen. |
HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen |
Art. 20.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025. |
Art. 20.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025. |
Art. 21.De Minister van Financiën en Begroting van de Brusselse |
Art. 21.De Minister van Financiën en Begroting van de Brusselse |
Hoofdstedelijke Regering is belast met de uitvoering van dit besluit. | Hoofdstedelijke Regering is belast met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, op 6 juni 2024. | Brussel, op 6 juni 2024. |
Voor de Regering : | Voor de Regering : |
De Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de | belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de |
Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van | Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van |
Gewestelijk Belang, | Gewestelijk Belang, |
R. VERVOORT | R. VERVOORT |
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met |
Financiën en Begroting, Openbaar Ambt en de Promotie van | Financiën en Begroting, Openbaar Ambt en de Promotie van |
Meertaligheid, | Meertaligheid, |
S. GATZ . | S. GATZ . |