| Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ter uitvoering van artikel 19, §§ 1 en 3, eerste lid, van de Nieuwe Gemeentewet | Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ter uitvoering van artikel 19, §§ 1 en 3, eerste lid, van de Nieuwe Gemeentewet |
|---|---|
| BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
| 14 SEPTEMBER 2023. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering | 14 SEPTEMBER 2023. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering |
| ter uitvoering van artikel 19, §§ 1 en 3, eerste lid, van de Nieuwe | ter uitvoering van artikel 19, §§ 1 en 3, eerste lid, van de Nieuwe |
| Gemeentewet | Gemeentewet |
| De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
| Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, artikel 19, §§ 1 en 2, gewijzigd bij | Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, artikel 19, §§ 1 en 2, gewijzigd bij |
| ordonnantie van 6 juli 2022; | ordonnantie van 6 juli 2022; |
| Gelet op de gelijkekansentest van 15 februari 2022; | Gelet op de gelijkekansentest van 15 februari 2022; |
| Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, verlengd met vijftien | Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, verlengd met vijftien |
| dagen, die op 14 juli 2023 bij de Raad van State is ingediend, met | dagen, die op 14 juli 2023 bij de Raad van State is ingediend, met |
| toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de | toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de |
| Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; | Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; |
| Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van | Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van |
| State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Op de voordracht van de Minister belast met de Plaatselijke Besturen, | Op de voordracht van de Minister belast met de Plaatselijke Besturen, |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
| HOOFDSTUK 1. - Het gebruik van de mannelijke vorm. | HOOFDSTUK 1. - Het gebruik van de mannelijke vorm. |
Artikel 1.Het gebruik van de mannelijke vorm in dit besluit is |
Artikel 1.Het gebruik van de mannelijke vorm in dit besluit is |
| gemeenslachtig. | gemeenslachtig. |
| HOOFDSTUK 2. - Regels betreffende de berekening van de wedde van de | HOOFDSTUK 2. - Regels betreffende de berekening van de wedde van de |
| burgemeester | burgemeester |
Art. 2.De wedde van de burgemeester bedraagt voor: |
Art. 2.De wedde van de burgemeester bedraagt voor: |
| 1° gemeenten tot 25.000 inwoners: 100% van de parlementaire vergoeding | 1° gemeenten tot 25.000 inwoners: 100% van de parlementaire vergoeding |
| van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers; | van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers; |
| 2° gemeenten met 25.001 tot 50.000 inwoners: 106% van de parlementaire | 2° gemeenten met 25.001 tot 50.000 inwoners: 106% van de parlementaire |
| vergoeding van de leden van Kamer van volksvertegenwoordigers; | vergoeding van de leden van Kamer van volksvertegenwoordigers; |
| 3° gemeenten met 50.001 tot 80.000 inwoners: 124% van de parlementaire | 3° gemeenten met 50.001 tot 80.000 inwoners: 124% van de parlementaire |
| vergoeding van de leden van Kamer van volksvertegenwoordigers; | vergoeding van de leden van Kamer van volksvertegenwoordigers; |
| 4° gemeenten met 80.001 tot 150.000 inwoners: 150% van de | 4° gemeenten met 80.001 tot 150.000 inwoners: 150% van de |
| parlementaire vergoeding van de leden van Kamer van | parlementaire vergoeding van de leden van Kamer van |
| volksvertegenwoordigers; | volksvertegenwoordigers; |
| 5° gemeenten met meer dan 150.000 inwoners: 162% van de parlementaire | 5° gemeenten met meer dan 150.000 inwoners: 162% van de parlementaire |
| vergoeding van de leden van Kamer van volksvertegenwoordigers. | vergoeding van de leden van Kamer van volksvertegenwoordigers. |
| Voor de in het eerste lid bedoelde parlementaire vergoeding wordt het | Voor de in het eerste lid bedoelde parlementaire vergoeding wordt het |
| bedrag genomen tegen 100%, met uitsluiting van de forfaitaire | bedrag genomen tegen 100%, met uitsluiting van de forfaitaire |
| onkostenvergoeding, de eindejaarspremie, het vakantiegeld, alsook | onkostenvergoeding, de eindejaarspremie, het vakantiegeld, alsook |
| enige andere vergoeding. | enige andere vergoeding. |
| HOOFDSTUK 3. - Wijze van betaling van de wedde van de burgemeester en | HOOFDSTUK 3. - Wijze van betaling van de wedde van de burgemeester en |
| schepenen | schepenen |
Art. 3.§ 1. De wedde wordt maandelijks betaald. |
Art. 3.§ 1. De wedde wordt maandelijks betaald. |
| Als de wedde van de maand niet volledig is verschuldigd, krijgt de | Als de wedde van de maand niet volledig is verschuldigd, krijgt de |
| mandataris voor die maand het gedeelte van de maandwedde dat | mandataris voor die maand het gedeelte van de maandwedde dat |
| overeenstemt met het aantal dagen waarop prestaties zijn geleverd. | overeenstemt met het aantal dagen waarop prestaties zijn geleverd. |
| Als de mandataris in de loop van de maand overlijdt, wordt de wedde | Als de mandataris in de loop van de maand overlijdt, wordt de wedde |
| voor de volledige maand betaald. | voor de volledige maand betaald. |
| Als de pensioengerechtigde mandataris daadwerkelijk een aanvraag tot | Als de pensioengerechtigde mandataris daadwerkelijk een aanvraag tot |
| pensionering heeft ingediend en geen nieuw uitvoerend mandaat | pensionering heeft ingediend en geen nieuw uitvoerend mandaat |
| uitoefent bij de volledige hernieuwing van de raden, kan hem de wedde | uitoefent bij de volledige hernieuwing van de raden, kan hem de wedde |
| van de laatste maand van het mandaat, waarin de volledige hernieuwing | van de laatste maand van het mandaat, waarin de volledige hernieuwing |
| van de raden plaatsvindt, worden betaald op voorwaarde dat hij geen | van de raden plaatsvindt, worden betaald op voorwaarde dat hij geen |
| beroepsinkomen of vervangingsinkomen ontvangt. | beroepsinkomen of vervangingsinkomen ontvangt. |
| § 2. Bij de verrichtingen voor de betaalbaarstelling en de betaling | § 2. Bij de verrichtingen voor de betaalbaarstelling en de betaling |
| van de wedden worden de bedragen in euro afgerond tot twee cijfers na | van de wedden worden de bedragen in euro afgerond tot twee cijfers na |
| de komma. | de komma. |
| HOOFDSTUK 4. - Overgangs- en slot-bepalingen. | HOOFDSTUK 4. - Overgangs- en slot-bepalingen. |
Art. 4.Het koninklijk besluit van 2 september 1976 tot vaststelling |
Art. 4.Het koninklijk besluit van 2 september 1976 tot vaststelling |
| van de wedden van de burgemeesters en de schepenen wordt opgeheven. | van de wedden van de burgemeesters en de schepenen wordt opgeheven. |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking bij de volledige hernieuwing van |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking bij de volledige hernieuwing van |
| de gemeenteraden na de gemeenteraadsverkiezingen van 2024. | de gemeenteraden na de gemeenteraadsverkiezingen van 2024. |
Art. 6.De minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen is belast met |
Art. 6.De minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen is belast met |
| de uitvoering van dit besluit. | de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 14 september 2023. | Brussel, 14 september 2023. |
| Voor de Regering: | Voor de Regering: |
| De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
| R. VERVOORT | R. VERVOORT |
| De Minister belast met Plaatselijke Besturen, | De Minister belast met Plaatselijke Besturen, |
| B. CLERFAYT | B. CLERFAYT |