gepubliceerd op 16 oktober 2023
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ter uitvoering van artikel 19, §§ 1 en 3, eerste lid, van de Nieuwe Gemeentewet
14 SEPTEMBER 2023. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ter uitvoering van artikel 19, §§ 1 en 3, eerste lid, van de Nieuwe Gemeentewet
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, artikel 19, §§ 1 en 2, gewijzigd bij ordonnantie van 6 juli 2022;
Gelet op de gelijkekansentest van 15 februari 2022;
Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, verlengd met vijftien dagen, die op 14 juli 2023 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister belast met de Plaatselijke Besturen, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Het gebruik van de mannelijke vorm.
Artikel 1.Het gebruik van de mannelijke vorm in dit besluit is gemeenslachtig. HOOFDSTUK 2. - Regels betreffende de berekening van de wedde van de burgemeester
Art. 2.De wedde van de burgemeester bedraagt voor: 1° gemeenten tot 25.000 inwoners: 100% van de parlementaire vergoeding van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers; 2° gemeenten met 25.001 tot 50.000 inwoners: 106% van de parlementaire vergoeding van de leden van Kamer van volksvertegenwoordigers; 3° gemeenten met 50.001 tot 80.000 inwoners: 124% van de parlementaire vergoeding van de leden van Kamer van volksvertegenwoordigers; 4° gemeenten met 80.001 tot 150.000 inwoners: 150% van de parlementaire vergoeding van de leden van Kamer van volksvertegenwoordigers; 5° gemeenten met meer dan 150.000 inwoners: 162% van de parlementaire vergoeding van de leden van Kamer van volksvertegenwoordigers.
Voor de in het eerste lid bedoelde parlementaire vergoeding wordt het bedrag genomen tegen 100%, met uitsluiting van de forfaitaire onkostenvergoeding, de eindejaarspremie, het vakantiegeld, alsook enige andere vergoeding. HOOFDSTUK 3. - Wijze van betaling van de wedde van de burgemeester en schepenen
Art. 3.§ 1. De wedde wordt maandelijks betaald.
Als de wedde van de maand niet volledig is verschuldigd, krijgt de mandataris voor die maand het gedeelte van de maandwedde dat overeenstemt met het aantal dagen waarop prestaties zijn geleverd.
Als de mandataris in de loop van de maand overlijdt, wordt de wedde voor de volledige maand betaald.
Als de pensioengerechtigde mandataris daadwerkelijk een aanvraag tot pensionering heeft ingediend en geen nieuw uitvoerend mandaat uitoefent bij de volledige hernieuwing van de raden, kan hem de wedde van de laatste maand van het mandaat, waarin de volledige hernieuwing van de raden plaatsvindt, worden betaald op voorwaarde dat hij geen beroepsinkomen of vervangingsinkomen ontvangt. § 2. Bij de verrichtingen voor de betaalbaarstelling en de betaling van de wedden worden de bedragen in euro afgerond tot twee cijfers na de komma. HOOFDSTUK 4. - Overgangs- en slot-bepalingen.
Art. 4.Het koninklijk besluit van 2 september 1976 tot vaststelling van de wedden van de burgemeesters en de schepenen wordt opgeheven.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking bij de volledige hernieuwing van de gemeenteraden na de gemeenteraadsverkiezingen van 2024.
Art. 6.De minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 september 2023.
Voor de Regering: De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister belast met Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT