Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende een energieaudit voor vestigingen die veel energie verbruiken | Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende een energieaudit voor vestigingen die veel energie verbruiken |
---|---|
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
15 DECEMBER 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering | 15 DECEMBER 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering |
betreffende een energieaudit voor vestigingen die veel energie | betreffende een energieaudit voor vestigingen die veel energie |
verbruiken | verbruiken |
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de | Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de |
milieuvergunningen, artikel 6, § 1, 70; | milieuvergunningen, artikel 6, § 1, 70; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 |
december 2010; | december 2010; |
Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van het Brussels | Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 9 maart 2011; | Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 9 maart 2011; |
Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad van het | Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad van het |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 17 februari 2011; | Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 17 februari 2011; |
Gelet op advies nr. 50.118/1/V van de Raad van State, gegeven op 6 | Gelet op advies nr. 50.118/1/V van de Raad van State, gegeven op 6 |
september 2011, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van | september 2011, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van |
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op voorstel van de Minister van Leefmilieu; | Op voorstel van de Minister van Leefmilieu; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en algemene bepalingen | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en algemene bepalingen |
Artikel 1.Dit artikel strekt tot gedeeltelijke omzetting van artikel |
Artikel 1.Dit artikel strekt tot gedeeltelijke omzetting van artikel |
5 en artikel 12, § 1, van Richtlijn 2006/32/EG van het Europees | 5 en artikel 12, § 1, van Richtlijn 2006/32/EG van het Europees |
Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende de | Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende de |
energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten. | energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten. |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
1° Energieaudit : een analysemethode die het mogelijk maakt om een | 1° Energieaudit : een analysemethode die het mogelijk maakt om een |
nauwkeurige kennis te verkrijgen van het energieverbruik van een | nauwkeurige kennis te verkrijgen van het energieverbruik van een |
gebouw, om te bepalen en in cijfers uit te drukken op welke manier de | gebouw, om te bepalen en in cijfers uit te drukken op welke manier de |
besparing van energie tot stand moet komen tegen een optimale kost, en | besparing van energie tot stand moet komen tegen een optimale kost, en |
om resultaten voor te leggen. | om resultaten voor te leggen. |
2° Energieauditeur van de milieuvergunning : elke natuurlijke of | 2° Energieauditeur van de milieuvergunning : elke natuurlijke of |
rechtspersoon die beschikt over een erkenning die hem in staat stelt | rechtspersoon die beschikt over een erkenning die hem in staat stelt |
energieaudits uit te voeren overeenkomstig dit besluit. | energieaudits uit te voeren overeenkomstig dit besluit. |
3° Gebouw : een gebouw zoals gedefinieerd in artikel 3, 2°, van de | 3° Gebouw : een gebouw zoals gedefinieerd in artikel 3, 2°, van de |
ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het | ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het |
binnenklimaat van gebouwen (EPB-ordonnantie). | binnenklimaat van gebouwen (EPB-ordonnantie). |
4° Energieverbruik : het jaarlijkse eindenergieverbruik dat | 4° Energieverbruik : het jaarlijkse eindenergieverbruik dat |
overeenkomt met de hoeveelheid energie die daadwerkelijk wordt | overeenkomt met de hoeveelheid energie die daadwerkelijk wordt |
verbruikt om te voldoen aan de verschillende behoeften die verband | verbruikt om te voldoen aan de verschillende behoeften die verband |
houden met het gebruik van de vestiging en dat kan worden geverifieerd | houden met het gebruik van de vestiging en dat kan worden geverifieerd |
aan de hand van meterstanden. | aan de hand van meterstanden. |
5° Vestiging : elke technische en geografische eenheid die één of meer | 5° Vestiging : elke technische en geografische eenheid die één of meer |
gebouwen omvat, waarvan de ingedeelde inrichtingen worden uitgebaat | gebouwen omvat, waarvan de ingedeelde inrichtingen worden uitgebaat |
door een natuurlijke persoon of een publiekrechtelijke of | door een natuurlijke persoon of een publiekrechtelijke of |
privaatrechtelijke rechtspersoon. | privaatrechtelijke rechtspersoon. |
6° Instituut : Brussels Instituut voor Milieubeheer, opgericht bij het | 6° Instituut : Brussels Instituut voor Milieubeheer, opgericht bij het |
koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van het Brussels | koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van het Brussels |
Instituut voor Milieubeheer. | Instituut voor Milieubeheer. |
7° Oppervlakte van een gebouw : de oppervlakte bedoeld in artikel 3, | 7° Oppervlakte van een gebouw : de oppervlakte bedoeld in artikel 3, |
4° van de ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie | 4° van de ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie |
en het binnenklimaat van gebouwen (EPB-ordonnantie). | en het binnenklimaat van gebouwen (EPB-ordonnantie). |
8° Gewone terugverdientijd : verhouding uitgedrukt in jaren tussen het | 8° Gewone terugverdientijd : verhouding uitgedrukt in jaren tussen het |
brutobedrag van een investering uitgedrukt in euro ( ) en het bedrag | brutobedrag van een investering uitgedrukt in euro ( ) en het bedrag |
van de jaarlijkse energiewinst die deze investering met zich | van de jaarlijkse energiewinst die deze investering met zich |
meebrengt, uitgedrukt in euro ( ). | meebrengt, uitgedrukt in euro ( ). |
9° Beschermd volume : het volume bedoeld in artikel 3, 28° van de | 9° Beschermd volume : het volume bedoeld in artikel 3, 28° van de |
ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het | ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het |
binnenklimaat van gebouwen (EPB-ordonnantie). | binnenklimaat van gebouwen (EPB-ordonnantie). |
Art. 3.§ 1. Elke aanvraag van milieuvergunning van klasse 1A of 1B, |
Art. 3.§ 1. Elke aanvraag van milieuvergunning van klasse 1A of 1B, |
van milieuvergunning van klasse 2 die uitgaat van een | van milieuvergunning van klasse 2 die uitgaat van een |
publiekrechtelijk rechtspersoon of die betrekking heeft op handelingen | publiekrechtelijk rechtspersoon of die betrekking heeft op handelingen |
en werken van openbaar nut, alsook elke aanvraag van verlenging of | en werken van openbaar nut, alsook elke aanvraag van verlenging of |
vernieuwing van deze milieuvergunningen die betrekking hebben op een | vernieuwing van deze milieuvergunningen die betrekking hebben op een |
vestiging die een of meer gebouwen omvat met een niet voor huisvesting | vestiging die een of meer gebouwen omvat met een niet voor huisvesting |
bestemde oppervlakte groter dan 3 500 m2, moeten, bovenop de | bestemde oppervlakte groter dan 3 500 m2, moeten, bovenop de |
vermeldingen die worden opgesomd in artikel 10 van de ordonnantie van | vermeldingen die worden opgesomd in artikel 10 van de ordonnantie van |
5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, vergezeld zijn van een | 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, vergezeld zijn van een |
energieaudit. | energieaudit. |
§ 2. In afwijking van § 1 moet de aanvraag niet vergezeld zijn van een | § 2. In afwijking van § 1 moet de aanvraag niet vergezeld zijn van een |
energieaudit indien : | energieaudit indien : |
1° ze gebonden is aan een EPB-voorstel voor nieuwe gebouwen of zware | 1° ze gebonden is aan een EPB-voorstel voor nieuwe gebouwen of zware |
renovaties volgens de ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de | renovaties volgens de ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de |
energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen; | energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen; |
2° ze betrekking heeft op een onderneming die afhangt van de regeling | 2° ze betrekking heeft op een onderneming die afhangt van de regeling |
voor de handel in broeikasgasemissierechten zoals gedefinieerd in de | voor de handel in broeikasgasemissierechten zoals gedefinieerd in de |
ordonnantie van 31 januari 2008 tot vaststelling van een regeling voor | ordonnantie van 31 januari 2008 tot vaststelling van een regeling voor |
de handel in broeikasgasemissierechten en met betrekking tot de | de handel in broeikasgasemissierechten en met betrekking tot de |
flexibiliteitsmechanismen van het protocol van Kyoto; | flexibiliteitsmechanismen van het protocol van Kyoto; |
3° ze betrekking heeft op een gebouw waarvan het energieverbruik per m2 | 3° ze betrekking heeft op een gebouw waarvan het energieverbruik per m2 |
oppervlakte van het beschermd volume lager ligt dan de in de bijlage | oppervlakte van het beschermd volume lager ligt dan de in de bijlage |
vastgelegde grenswaarden bij een genormaliseerd klimaat en een normale | vastgelegde grenswaarden bij een genormaliseerd klimaat en een normale |
bezetting. | bezetting. |
Art. 4.De audit wordt uitgevoerd door de erkende energieauditeur(s) |
Art. 4.De audit wordt uitgevoerd door de erkende energieauditeur(s) |
van de milieuvergunning, op initiatief en verantwoordelijkheid van de | van de milieuvergunning, op initiatief en verantwoordelijkheid van de |
aanvrager. Deze laatste stelt alle nodige informatie ter beschikking | aanvrager. Deze laatste stelt alle nodige informatie ter beschikking |
van de energieauditeur en verleent hem de nodige medewerking. | van de energieauditeur en verleent hem de nodige medewerking. |
HOOFDSTUK II. - Inhoud en uitvoering van de energieaudit | HOOFDSTUK II. - Inhoud en uitvoering van de energieaudit |
Art. 5.§ 1. De energieaudit maakt noodzakelijk deel uit van het |
Art. 5.§ 1. De energieaudit maakt noodzakelijk deel uit van het |
aanvraagdossier van de milieuvergunning, van verlenging of | aanvraagdossier van de milieuvergunning, van verlenging of |
vernieuwing. | vernieuwing. |
§ 2. De audit omvat minstens de volgende onderdelen : | § 2. De audit omvat minstens de volgende onderdelen : |
1° een technische beschrijving van de vestiging; | 1° een technische beschrijving van de vestiging; |
2° het gemeten jaarlijkse energieverbruik, voor de drie voorbije | 2° het gemeten jaarlijkse energieverbruik, voor de drie voorbije |
jaren; | jaren; |
3° de naam en het adres van de energieauditeur van de | 3° de naam en het adres van de energieauditeur van de |
milieuvergunning, alsook zijn erkenningsnummer; | milieuvergunning, alsook zijn erkenningsnummer; |
4° de analyse van het energieverbruik voor de verschillende | 4° de analyse van het energieverbruik voor de verschillende |
toepassingen van de vestiging; | toepassingen van de vestiging; |
5° de identificatie van de potentiële maatregelen voor verbetering; | 5° de identificatie van de potentiële maatregelen voor verbetering; |
6° de volgende onderdelen voor elk van de maatregelen die worden | 6° de volgende onderdelen voor elk van de maatregelen die worden |
bedoeld onder 4° en 5° : | bedoeld onder 4° en 5° : |
a) een technische beschrijving; | a) een technische beschrijving; |
b) de investeringskosten; | b) de investeringskosten; |
c) de jaarlijkse exploitatiekosten; | c) de jaarlijkse exploitatiekosten; |
d) het voorziene energieverbruik uitgedrukt in eindenergie en primaire | d) het voorziene energieverbruik uitgedrukt in eindenergie en primaire |
energie; | energie; |
e) de vermindering van de broeikasgasemissies in CO2-eq.; | e) de vermindering van de broeikasgasemissies in CO2-eq.; |
e) de jaarlijkse financiële winst van deze energiebesparing; | e) de jaarlijkse financiële winst van deze energiebesparing; |
f) de gewone terugverdientijd; | f) de gewone terugverdientijd; |
g) de terugverdientijd waarin investeringshulp en andere mogelijke | g) de terugverdientijd waarin investeringshulp en andere mogelijke |
belastingverminderingen zijn opgenomen; | belastingverminderingen zijn opgenomen; |
h) een raming van de betrouwbaarheid van de resultaten; | h) een raming van de betrouwbaarheid van de resultaten; |
7° een samen met de uitbater opgestelde lijst van maatregelen die het | 7° een samen met de uitbater opgestelde lijst van maatregelen die het |
mogelijk maken de door de audit geïdentificeerde energiebesparing en | mogelijk maken de door de audit geïdentificeerde energiebesparing en |
broeikasgasreductie te bereiken, en waarvan de terugverdientijd korter | broeikasgasreductie te bereiken, en waarvan de terugverdientijd korter |
is dan vijf jaar; | is dan vijf jaar; |
8° een actieplan dat de doelstellingen en een anticiperend tijdschema | 8° een actieplan dat de doelstellingen en een anticiperend tijdschema |
omvat voor de invoering van de maatregelen beschreven onder 7°. | omvat voor de invoering van de maatregelen beschreven onder 7°. |
§ 3 De aanvrager van de vergunning ondertekent de energieaudit waarvan | § 3 De aanvrager van de vergunning ondertekent de energieaudit waarvan |
hij de maatregelen en het actieplan aanvaardt. | hij de maatregelen en het actieplan aanvaardt. |
Art. 6.§ 1. De audit moet gedocumenteerd zijn door een gedetailleerd |
Art. 6.§ 1. De audit moet gedocumenteerd zijn door een gedetailleerd |
bezoek binnen de vestiging door een persoon die voldoet aan de | bezoek binnen de vestiging door een persoon die voldoet aan de |
voorwaarden opgesomd in artikel 8 van dit besluit. | voorwaarden opgesomd in artikel 8 van dit besluit. |
§ 2. De vergunningsaanvraag moet worden vergezeld door een | § 2. De vergunningsaanvraag moet worden vergezeld door een |
energieaudit die maximaal twaalf maanden vóór de indieningsdatum van | energieaudit die maximaal twaalf maanden vóór de indieningsdatum van |
de aanvraag werd uitgevoerd. | de aanvraag werd uitgevoerd. |
Art. 7.De minister die bevoegd is voor Leefmilieu kan voorwaarden |
Art. 7.De minister die bevoegd is voor Leefmilieu kan voorwaarden |
preciseren betreffende de parameters, de methodologie, de inhoud van | preciseren betreffende de parameters, de methodologie, de inhoud van |
de energieaudit, het materiaal, de informaticamiddelen en het formaat | de energieaudit, het materiaal, de informaticamiddelen en het formaat |
van het auditverslag. | van het auditverslag. |
HOOFDSTUK III. - Erkende auditeurs | HOOFDSTUK III. - Erkende auditeurs |
Erkenningsvoorwaarden | Erkenningsvoorwaarden |
Art. 8.De erkenning als energieauditeur van de milieuvergunning wordt |
Art. 8.De erkenning als energieauditeur van de milieuvergunning wordt |
toegekend aan natuurlijke personen die voldoen aan de volgende | toegekend aan natuurlijke personen die voldoen aan de volgende |
voorwaarden : | voorwaarden : |
§ 1. Houder zijn van een diploma van architect, burgerlijk ingenieur | § 1. Houder zijn van een diploma van architect, burgerlijk ingenieur |
architect, burgerlijk ingenieur, industrieel ingenieur, bachelor in de | architect, burgerlijk ingenieur, industrieel ingenieur, bachelor in de |
bouwkunde met optie gebouwentechniek, elk ander diploma van het hoger | bouwkunde met optie gebouwentechniek, elk ander diploma van het hoger |
onderwijs dat een opleiding bekrachtigt die de energieaspecten van | onderwijs dat een opleiding bekrachtigt die de energieaspecten van |
gebouwen omvat of van een gelijkwaardig diploma dat in het buitenland | gebouwen omvat of van een gelijkwaardig diploma dat in het buitenland |
werd afgeleverd of van een bewijs van minstens drie jaar praktische | werd afgeleverd of van een bewijs van minstens drie jaar praktische |
ervaring inzake de energieaspecten van gebouwen. | ervaring inzake de energieaspecten van gebouwen. |
§ 2. In afwijking van § 1, houder zijn van een titel of van een | § 2. In afwijking van § 1, houder zijn van een titel of van een |
gelijkwaardige erkenning die werd afgeleverd in een ander gewest of | gelijkwaardige erkenning die werd afgeleverd in een ander gewest of |
een andere Lidstaat van de Europese Unie overeenkomstig artikel 12 van | een andere Lidstaat van de Europese Unie overeenkomstig artikel 12 van |
de Europese Richtlijn 2006/32/EG. | de Europese Richtlijn 2006/32/EG. |
§ 3. Beschikken over naar behoren onderhouden materiaal dat nodig is | § 3. Beschikken over naar behoren onderhouden materiaal dat nodig is |
voor de uitvoering van een energieaudit. | voor de uitvoering van een energieaudit. |
§ 4. Beschikken over de gepaste informaticamiddelen om zijn | § 4. Beschikken over de gepaste informaticamiddelen om zijn |
verplichtingen na te komen. | verplichtingen na te komen. |
§ 5. De sociale en fiscale verplichtingen nakomen. | § 5. De sociale en fiscale verplichtingen nakomen. |
§ 6. Niet ontzet zijn uit zijn burgerlijke of politieke rechten. | § 6. Niet ontzet zijn uit zijn burgerlijke of politieke rechten. |
Art. 9.De erkenning als energieauditeur van de milieuvergunning wordt |
Art. 9.De erkenning als energieauditeur van de milieuvergunning wordt |
toegekend aan rechtspersonen die voldoen aan de volgende voorwaarden : | toegekend aan rechtspersonen die voldoen aan de volgende voorwaarden : |
§ 1. Tewerkstellen van een natuurlijke persoon die voldoet aan | § 1. Tewerkstellen van een natuurlijke persoon die voldoet aan |
paragrafen 1 en 2 van artikel 8. | paragrafen 1 en 2 van artikel 8. |
§ 2. Beantwoorden aan de bepalingen van paragrafen 3, 4, en 5 van | § 2. Beantwoorden aan de bepalingen van paragrafen 3, 4, en 5 van |
artikel 8. | artikel 8. |
§ 3. Het Instituut binnen een termijn van drie maanden op de hoogte | § 3. Het Instituut binnen een termijn van drie maanden op de hoogte |
stellen van elk vertrek of elke aankomst van natuurlijke personen die | stellen van elk vertrek of elke aankomst van natuurlijke personen die |
voldoen aan § 1. | voldoen aan § 1. |
Art. 10.De erkenning wordt toegekend voor een periode van vijf jaar. |
Art. 10.De erkenning wordt toegekend voor een periode van vijf jaar. |
De erkenning kan met periodes van vijf jaar worden verlengd. | De erkenning kan met periodes van vijf jaar worden verlengd. |
Art. 11.De erkenning kan op elk moment door het Instituut worden |
Art. 11.De erkenning kan op elk moment door het Instituut worden |
ingetrokken of opgeschort voor de natuurlijke of rechtspersonen die | ingetrokken of opgeschort voor de natuurlijke of rechtspersonen die |
niet meer voldoen aan de bepalingen betreffende artikelen 7 en 8 van | niet meer voldoen aan de bepalingen betreffende artikelen 7 en 8 van |
dit besluit, en dit in overeenstemming met artikel 77 van de | dit besluit, en dit in overeenstemming met artikel 77 van de |
ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen. | ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen. |
Erkenningsprocedure | Erkenningsprocedure |
Art. 12.De erkenningsaanvraag wordt ingediend bij het Instituut, |
Art. 12.De erkenningsaanvraag wordt ingediend bij het Instituut, |
overeenkomstig de artikelen 71 tot 78 van de ordonnantie van 5 juni | overeenkomstig de artikelen 71 tot 78 van de ordonnantie van 5 juni |
1997 betreffende de milieuvergunningen; de indiening van één exemplaar | 1997 betreffende de milieuvergunningen; de indiening van één exemplaar |
volstaat evenwel. | volstaat evenwel. |
Verplichtingen van de auditeur | Verplichtingen van de auditeur |
Art. 13.De energieauditeur van de milieuvergunning moet in orde zijn |
Art. 13.De energieauditeur van de milieuvergunning moet in orde zijn |
met de erkenning wanneer de audit wordt uitgevoerd. | met de erkenning wanneer de audit wordt uitgevoerd. |
Art. 14.§ 1. De energieauditeur van de milieuvergunning is niet |
Art. 14.§ 1. De energieauditeur van de milieuvergunning is niet |
gebonden door een arbeids- of aansluitingsovereenkomst met de | gebonden door een arbeids- of aansluitingsovereenkomst met de |
geauditeerde. Hij moet overigens volstrekt onafhankelijk zijn van de | geauditeerde. Hij moet overigens volstrekt onafhankelijk zijn van de |
exploitatiesite die het voorwerp is van de audit. | exploitatiesite die het voorwerp is van de audit. |
§ 2. De energieauditeur van de milieuvergunning mag zijn diensten niet | § 2. De energieauditeur van de milieuvergunning mag zijn diensten niet |
aanbieden aan een aanvrager in het geval de relatie tussen de | aanbieden aan een aanvrager in het geval de relatie tussen de |
aanvrager en de energieauditeur een bedreiging kan vormen voor de | aanvrager en de energieauditeur een bedreiging kan vormen voor de |
objectiviteit van deze laatste of in het geval van een | objectiviteit van deze laatste of in het geval van een |
belangenvermenging uit hoofde van de energieauditeur van de | belangenvermenging uit hoofde van de energieauditeur van de |
milieuvergunning. Een relatie tussen de energieauditeur en zijn klant | milieuvergunning. Een relatie tussen de energieauditeur en zijn klant |
op basis van gemeenschappelijke kenmerken, een gemeenschappelijke | op basis van gemeenschappelijke kenmerken, een gemeenschappelijke |
administratie, een gemeenschappelijk beheer of gemeenschappelijk | administratie, een gemeenschappelijk beheer of gemeenschappelijk |
personeel, op basis van middelen, financiën of contracten die worden | personeel, op basis van middelen, financiën of contracten die worden |
gedeeld of op basis van een gemeenschappelijke marketing, vormt een | gedeeld of op basis van een gemeenschappelijke marketing, vormt een |
bedreiging voor de objectiviteit. | bedreiging voor de objectiviteit. |
§ 3. De energieauditeur van de milieuvergunning stelt voor elke audit | § 3. De energieauditeur van de milieuvergunning stelt voor elke audit |
een ondertekende verklaring op waarin hij elke vorm van subjectiviteit | een ondertekende verklaring op waarin hij elke vorm van subjectiviteit |
in het auditproces verwerpt en de objectiviteit van de audit | in het auditproces verwerpt en de objectiviteit van de audit |
garandeert. Deze verklaring maakt noodzakelijk deel uit van de audit. | garandeert. Deze verklaring maakt noodzakelijk deel uit van de audit. |
Art. 15.De erkende energieauditeur van de milieuvergunning voert zijn |
Art. 15.De erkende energieauditeur van de milieuvergunning voert zijn |
opdrachten uit in naleving van de volgende verplichtingen : | opdrachten uit in naleving van de volgende verplichtingen : |
§ 1. Hij houdt een register bij van de audits die in de voorbije vijf | § 1. Hij houdt een register bij van de audits die in de voorbije vijf |
jaar werden uitgevoerd, met ten minste : | jaar werden uitgevoerd, met ten minste : |
- de datum van de audit, | - de datum van de audit, |
- het adres van de onderneming, | - het adres van de onderneming, |
- de naam van de houder, | - de naam van de houder, |
- de oppervlakte van de vestiging, | - de oppervlakte van de vestiging, |
- de oppervlakte van het beschermd volume van de vestiging, | - de oppervlakte van het beschermd volume van de vestiging, |
- per in de vestiging verbruikte energiebron : | - per in de vestiging verbruikte energiebron : |
o het gemeten totale jaarlijkse verbruik, | o het gemeten totale jaarlijkse verbruik, |
o het specifieke jaarlijkse verbruik, | o het specifieke jaarlijkse verbruik, |
o het geïdentificeerde energiebesparingspotentieel. | o het geïdentificeerde energiebesparingspotentieel. |
Alle energie-eenheden worden minstens uitgedrukt in kWh. | Alle energie-eenheden worden minstens uitgedrukt in kWh. |
§ 2. Hij bezorgt de gegevens van het register jaarlijks aan het | § 2. Hij bezorgt de gegevens van het register jaarlijks aan het |
Instituut, in een bewerkbaar elektronisch formaat. | Instituut, in een bewerkbaar elektronisch formaat. |
§ 3. Hij aanvaardt dat de kwaliteit van zijn audits wordt | § 3. Hij aanvaardt dat de kwaliteit van zijn audits wordt |
gecontroleerd door ambtenaren of een controleorgaan dat is aangesteld | gecontroleerd door ambtenaren of een controleorgaan dat is aangesteld |
door het Instituut. | door het Instituut. |
HOOFDSTUK IV. - Verplichtingen van de vergunninghouder | HOOFDSTUK IV. - Verplichtingen van de vergunninghouder |
Art. 16.De houder van de vergunning stelt de energieaudit ter |
Art. 16.De houder van de vergunning stelt de energieaudit ter |
beschikking van het Instituut, met een jaarlijkse bijwerking van het | beschikking van het Instituut, met een jaarlijkse bijwerking van het |
actieplan van de geïmplementeerde en niet-geïmplementeerde | actieplan van de geïmplementeerde en niet-geïmplementeerde |
maatregelen. | maatregelen. |
Art. 17.1° Binnen een termijn van vier jaar na de aflevering van de |
Art. 17.1° Binnen een termijn van vier jaar na de aflevering van de |
vergunning of de verlenging of vernieuwing ervan, voert de houder de | vergunning of de verlenging of vernieuwing ervan, voert de houder de |
maatregelen van zijn actieplan uit of elke andere maatregel die | maatregelen van zijn actieplan uit of elke andere maatregel die |
toelaat zijn doelstellingen te bereiken, zoals gedefinieerd onder | toelaat zijn doelstellingen te bereiken, zoals gedefinieerd onder |
artikel 5, punt 8. | artikel 5, punt 8. |
2° Indien de andere maatregelen die onder 1° beschreven zijn, niet in | 2° Indien de andere maatregelen die onder 1° beschreven zijn, niet in |
de energieaudit gevalideerd werden, wordt, voorafgaand aan hun | de energieaudit gevalideerd werden, wordt, voorafgaand aan hun |
implementatie, een haalbaarheidsstudie uitgevoerd door een erkende | implementatie, een haalbaarheidsstudie uitgevoerd door een erkende |
energieauditeur van de milieuvergunning. | energieauditeur van de milieuvergunning. |
3° De maatregelen die niet in het actieplan opgenomen zijn, moeten | 3° De maatregelen die niet in het actieplan opgenomen zijn, moeten |
goedgekeurd worden door het Instituut voorafgaand aan de uitvoering | goedgekeurd worden door het Instituut voorafgaand aan de uitvoering |
ervan. | ervan. |
Art. 18.Indien de milieuvergunning betrekking heeft op een vestiging |
Art. 18.Indien de milieuvergunning betrekking heeft op een vestiging |
die gebonden is aan de regel van de overheidsaanbestedingen zoals | die gebonden is aan de regel van de overheidsaanbestedingen zoals |
gedefinieerd in de wet van 24 december 1993, voert de aanvrager binnen | gedefinieerd in de wet van 24 december 1993, voert de aanvrager binnen |
de vijf jaar de meest rendabele maatregelen in die werden gedefinieerd | de vijf jaar de meest rendabele maatregelen in die werden gedefinieerd |
in artikel 5. | in artikel 5. |
Art. 19.De houder van een milieuvergunning zoals bedoeld in artikel 3 |
Art. 19.De houder van een milieuvergunning zoals bedoeld in artikel 3 |
moet te allen tijde in het bezit zijn van een energieaudit. | moet te allen tijde in het bezit zijn van een energieaudit. |
HOOFDSTUK V. - Synoptisch verslag van de overheid | HOOFDSTUK V. - Synoptisch verslag van de overheid |
Art. 20.§ 1. Het Instituut stelt om de drie jaar een synoptisch |
Art. 20.§ 1. Het Instituut stelt om de drie jaar een synoptisch |
verslag op over de uitvoering van dit besluit. | verslag op over de uitvoering van dit besluit. |
§ 2. Het synoptisch verslag omvat de volgende elementen : | § 2. Het synoptisch verslag omvat de volgende elementen : |
a) het totaal aantal energieaudits dat werd geëvalueerd in de loop van | a) het totaal aantal energieaudits dat werd geëvalueerd in de loop van |
het voorgaande kalenderjaar; | het voorgaande kalenderjaar; |
b) de totale voorziene energiebesparingen volgens de energieaudits; | b) de totale voorziene energiebesparingen volgens de energieaudits; |
c) een overzicht van de maatregelen van de voorgaande energieaudits | c) een overzicht van de maatregelen van de voorgaande energieaudits |
die reeds werden uitgevoerd, met vermelding van hun gevolgen voor het | die reeds werden uitgevoerd, met vermelding van hun gevolgen voor het |
energieverbruik en de CO2-uitstoot; | energieverbruik en de CO2-uitstoot; |
d) een algemene beoordeling van de uitvoering van dit besluit. | d) een algemene beoordeling van de uitvoering van dit besluit. |
HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen | HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen |
Art. 21.§ 1. Artikelen 8, 9, 10, 11 en 12 die betrekking hebben op de |
Art. 21.§ 1. Artikelen 8, 9, 10, 11 en 12 die betrekking hebben op de |
erkenningsvoorwaarden, worden van kracht door de publicatie ervan in | erkenningsvoorwaarden, worden van kracht door de publicatie ervan in |
het Belgisch Staatsblad. | het Belgisch Staatsblad. |
§ 2. Tijdens de eerste twaalf maanden volgend op de publicatie van dit | § 2. Tijdens de eerste twaalf maanden volgend op de publicatie van dit |
besluit in het Belgisch Staatsblad, mag de energieaudit worden | besluit in het Belgisch Staatsblad, mag de energieaudit worden |
uitgevoerd door een persoon die op erewoord verklaart te voldoen aan | uitgevoerd door een persoon die op erewoord verklaart te voldoen aan |
de in artikel 8 opgesomde criteria. | de in artikel 8 opgesomde criteria. |
§ 3. Met uitzondering van de in § 1 voornoemde artikelen, treedt dit | § 3. Met uitzondering van de in § 1 voornoemde artikelen, treedt dit |
besluit in zijn geheel in werking zes maanden na de publicatie ervan | besluit in zijn geheel in werking zes maanden na de publicatie ervan |
in het Belgisch Staatsblad. | in het Belgisch Staatsblad. |
Art. 22.De Minister die bevoegd is voor Leefmilieu is belast met de |
Art. 22.De Minister die bevoegd is voor Leefmilieu is belast met de |
tenuitvoerlegging van dit besluit. | tenuitvoerlegging van dit besluit. |
Brussel, 15 december 2011. | Brussel, 15 december 2011. |
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : | Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : |
De Minister-Voorzitter, | De Minister-Voorzitter, |
Ch. PICQUE | Ch. PICQUE |
De minister van Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing, | De minister van Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing, |
Mevr. E. HUYTEBROECK | Mevr. E. HUYTEBROECK |
Bijlage | Bijlage |
Grenswaarden voor het energieverbruik per activiteitenbranche | Grenswaarden voor het energieverbruik per activiteitenbranche |
waaronder er in een vrijstelling van energieaudit wordt voorzien | waaronder er in een vrijstelling van energieaudit wordt voorzien |
Activiteitenbranche | Activiteitenbranche |
Grenswaarde | Grenswaarde |
Per oppervlakte beschermd volume | Per oppervlakte beschermd volume |
Kantoorgebouw (privé en openbaar) | Kantoorgebouw (privé en openbaar) |
< 128 | < 128 |
kWh/m2.jaar | kWh/m2.jaar |
Handelszaken | Handelszaken |
< 108 | < 108 |
kWh/m2.jaar | kWh/m2.jaar |
Supermarkten | Supermarkten |
< 550 | < 550 |
kWh/m2.jaar | kWh/m2.jaar |
Onderwijs | Onderwijs |
< 107 | < 107 |
kWh/m2.jaarC | kWh/m2.jaarC |
Ziekenhuizen | Ziekenhuizen |
< 197 | < 197 |
kWh/m2.jaar | kWh/m2.jaar |
Tehuizen | Tehuizen |
< 182 | < 182 |
kWh/m2.jaar | kWh/m2.jaar |
Hotels | Hotels |
< 206 | < 206 |
kWh/m2.jaar | kWh/m2.jaar |
Andere | Andere |
< 142 | < 142 |
kWh/m2.jaar | kWh/m2.jaar |
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse | Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse |
Hoofdstedelijke Regering van 15 december 2011 betreffende een | Hoofdstedelijke Regering van 15 december 2011 betreffende een |
energieaudit voor vestigingen die veel energie verbruiken. | energieaudit voor vestigingen die veel energie verbruiken. |
Brussel, 15 december 2011. | Brussel, 15 december 2011. |
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
Ch. PICQUE | Ch. PICQUE |
De Minister van Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing, | De Minister van Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing, |
Mevr. E. HUYTEBROECK | Mevr. E. HUYTEBROECK |