Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13/07/2006
← Terug naar "Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het verlof voorafgaand aan de pensionering voor de leden van het operationeel personeel van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp "
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het verlof voorafgaand aan de pensionering voor de leden van het operationeel personeel van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het verlof voorafgaand aan de pensionering voor de leden van het operationeel personeel van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
13 JULI 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 13 JULI 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering
houdende het verlof voorafgaand aan de pensionering voor de leden van houdende het verlof voorafgaand aan de pensionering voor de leden van
het operationeel personeel van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst het operationeel personeel van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst
voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor Brandweer en Dringende Medische Hulp
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van een Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van een
Dienst Brandweer en Dringende Medische Hulp, inzonderheid artikel 8, Dienst Brandweer en Dringende Medische Hulp, inzonderheid artikel 8,
tweede lid; tweede lid;
Overwegende dat de leden van het operationeel personeel van de Overwegende dat de leden van het operationeel personeel van de
Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische
Hulp zware en lastige taken moeten uitvoeren die vanaf een zekere Hulp zware en lastige taken moeten uitvoeren die vanaf een zekere
leeftijd risico's inhouden omdat de fysieke conditie van die leeftijd risico's inhouden omdat de fysieke conditie van die
personeelsleden hen van dan af niet meer toelaat hun taken doelmatig personeelsleden hen van dan af niet meer toelaat hun taken doelmatig
veilig en snel uit te voeren; veilig en snel uit te voeren;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19
januari 2006; januari 2006;
Gelet op het akkoord van de Federale Minister van Pensioenen, gegeven Gelet op het akkoord van de Federale Minister van Pensioenen, gegeven
op 27 maart 2006; op 27 maart 2006;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 6 juli Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 6 juli
2006; 2006;
Gelet op het akkoord van de Minister van het Openbaar Ambt, gegeven op Gelet op het akkoord van de Minister van het Openbaar Ambt, gegeven op
6 juli 2006; 6 juli 2006;
Gelet op het protocol nr. 2006/7 van 12 juli 2006 van het Comité van Gelet op het protocol nr. 2006/7 van 12 juli 2006 van het Comité van
sector XV; sector XV;
Gelet op de dringendheid; Gelet op de dringendheid;
Overwegende dat het huidig systeem van verlof voorafgaand aan het Overwegende dat het huidig systeem van verlof voorafgaand aan het
pensioen eindigt op 31 augustus 2006 en dat het noodzakelijk is dat pensioen eindigt op 31 augustus 2006 en dat het noodzakelijk is dat
het nieuw systeem zonder onderbreking kan worden toegepast; het nieuw systeem zonder onderbreking kan worden toegepast;
Overwegende dat de verlofaanvraag in principe minstens drie maanden Overwegende dat de verlofaanvraag in principe minstens drie maanden
voor het begin van dit verlof moet worden ingediend en dit, om voor het begin van dit verlof moet worden ingediend en dit, om
evidente organisatorische redenen; evidente organisatorische redenen;
Overwegende inderdaad dat de agenten die dit systeem van verlof Overwegende inderdaad dat de agenten die dit systeem van verlof
voorafgaand aan het pensioen genieten vervangen moeten worden en dat voorafgaand aan het pensioen genieten vervangen moeten worden en dat
die vervanging een zekere tijd in beslag neemt; die vervanging een zekere tijd in beslag neemt;
Op voordracht van de Minister belast met de Brandbestrijding en de Op voordracht van de Minister belast met de Brandbestrijding en de
Dringende Medische Hulp, Dringende Medische Hulp,
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.Onderhavig besluit is van toepassing op de leden van het

Artikel 1.Onderhavig besluit is van toepassing op de leden van het

operationeel personeel van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor operationeel personeel van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor
Brandweer en Dringende Medische Hulp (hieronder DBDMH) die ten minste Brandweer en Dringende Medische Hulp (hieronder DBDMH) die ten minste
56 jaar en minder dan 60 jaar oud zijn en ten minste 25 operationele 56 jaar en minder dan 60 jaar oud zijn en ten minste 25 operationele
dienstjaren bij de DBDMH tellen en die in actieve dienst geweest zijn dienstjaren bij de DBDMH tellen en die in actieve dienst geweest zijn
tijdens de twaalf maanden voorafgaand aan de datum van de aanvraag van tijdens de twaalf maanden voorafgaand aan de datum van de aanvraag van
het verlof voorafgaand aan de pensionering. het verlof voorafgaand aan de pensionering.
Worden gelijkgesteld met een dienstactiviteit bij de DBDMH, de Worden gelijkgesteld met een dienstactiviteit bij de DBDMH, de
activiteiten die zijn uitgeoefend als operationeel lid bij de Dienst activiteiten die zijn uitgeoefend als operationeel lid bij de Dienst
Brandweer van de Brusselse Agglomeratie en van een gemeente van het Brandweer van de Brusselse Agglomeratie en van een gemeente van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 2.De in artikel 1 bedoelde personeelsleden kunnen op hun verzoek

Art. 2.De in artikel 1 bedoelde personeelsleden kunnen op hun verzoek

in verlof voorafgaand aan het pensioen worden gesteld, hierna genoemd in verlof voorafgaand aan het pensioen worden gesteld, hierna genoemd
: het verlof. : het verlof.
De aanvraag moet per aangetekend schrijven gericht worden aan de De aanvraag moet per aangetekend schrijven gericht worden aan de
directeur-generaal en aan de adjunct-directeur-generaal ten minste directeur-generaal en aan de adjunct-directeur-generaal ten minste
drie maanden vóór de datum van de aanvang van het verlof vermeld in drie maanden vóór de datum van de aanvang van het verlof vermeld in
het verzoekschrift. het verzoekschrift.
Het verlof vangt aan op de eerste dag van een kalendermaand. Het verlof vangt aan op de eerste dag van een kalendermaand.
In afwijking van het tweede lid van onderhavig artikel wordt de In afwijking van het tweede lid van onderhavig artikel wordt de
termijn van 3 maanden voorlopig teruggebracht tot 1 maand voor de termijn van 3 maanden voorlopig teruggebracht tot 1 maand voor de
aanvragen die tussen 1 juni 2006 en 1 september 2006 ingediend moeten aanvragen die tussen 1 juni 2006 en 1 september 2006 ingediend moeten
worden. worden.

Art. 3.De mogelijkheid tot verlof vangt aan op 1 september 2006, voor

Art. 3.De mogelijkheid tot verlof vangt aan op 1 september 2006, voor

onbepaalde duur. onbepaalde duur.

Art. 4.De duur van het verlof bedoeld in artikel 2 van onderhavig

Art. 4.De duur van het verlof bedoeld in artikel 2 van onderhavig

besluit is vastgesteld op maximum 4 jaar. besluit is vastgesteld op maximum 4 jaar.
De verlofperiode wordt met dienstactiviteit gelijkgesteld. Tijdens De verlofperiode wordt met dienstactiviteit gelijkgesteld. Tijdens
deze periode behoudt het personeelslid zijn rechten op tussentijdse deze periode behoudt het personeelslid zijn rechten op tussentijdse
verhogingen in de weddeschaal die hij genoot voor de aanvang van het verhogingen in de weddeschaal die hij genoot voor de aanvang van het
verlof. verlof.
Het personeelslid is met verlof tot de laatste dag van de maand waarin Het personeelslid is met verlof tot de laatste dag van de maand waarin
het de leeftijd van 60 jaar bereikt. het de leeftijd van 60 jaar bereikt.
Het personeelslid wordt ambtshalve gepensioneerd op de leeftijd van 60 Het personeelslid wordt ambtshalve gepensioneerd op de leeftijd van 60
jaar. jaar.
Indien de wettelijke pensioenleeftijd is vastgesteld op een leeftijd Indien de wettelijke pensioenleeftijd is vastgesteld op een leeftijd
onder de 60 jaar, dan wordt de agent ambtshalve gepensioneerd op de onder de 60 jaar, dan wordt de agent ambtshalve gepensioneerd op de
aldus vastgestelde leeftijd. aldus vastgestelde leeftijd.

Art. 5.Het personeelslid met verlof voorafgaand aan het pensioen

Art. 5.Het personeelslid met verlof voorafgaand aan het pensioen

bekomt een wachtbezoldiging gelijk aan : bekomt een wachtbezoldiging gelijk aan :
- 85 % van zijn basisbezoldiging wanneer hij tussen 25 en 30 jaar - 85 % van zijn basisbezoldiging wanneer hij tussen 25 en 30 jaar
anciënniteit telt bij de operationele dienst van de DBDMH; anciënniteit telt bij de operationele dienst van de DBDMH;
- 90 % van zijn basisbezoldiging wanneer hij ten minste 30 jaar - 90 % van zijn basisbezoldiging wanneer hij ten minste 30 jaar
anciënniteit telt bij de operationele dienst van de DBDMH. anciënniteit telt bij de operationele dienst van de DBDMH.
Onder basisbezoldiging verstaat men het jaarbedrag overeenkomstig de Onder basisbezoldiging verstaat men het jaarbedrag overeenkomstig de
weddenschaal die gehanteerd werd voor de vaststelling van de wedde van weddenschaal die gehanteerd werd voor de vaststelling van de wedde van
het personeelslid, vermeerderd met de tweetaligheidspremie en de het personeelslid, vermeerderd met de tweetaligheidspremie en de
eventuele bijslagen, met uitsluiting van de vergoedingen voor nacht- eventuele bijslagen, met uitsluiting van de vergoedingen voor nacht-
en weekendwerk. en weekendwerk.

Art. 6.Het vakantiegeld en de eindejaarstoelage worden in dezelfde

Art. 6.Het vakantiegeld en de eindejaarstoelage worden in dezelfde

verhoudingen toegekend als deze vermeld in artikel 5. verhoudingen toegekend als deze vermeld in artikel 5.

Art. 7.Op de datum van de pensionering en deze van de daaraan

Art. 7.Op de datum van de pensionering en deze van de daaraan

voorafgaande verlofperiode, kan na het indienen van de aanvraag niet voorafgaande verlofperiode, kan na het indienen van de aanvraag niet
meer worden teruggekomen. meer worden teruggekomen.

Art. 8.Gedurende de verlofperiode wordt het personeelslid buiten

Art. 8.Gedurende de verlofperiode wordt het personeelslid buiten

kader geplaatst. kader geplaatst.
Hij wordt vervangen door een statutair personeelslid gerekruteerd in Hij wordt vervangen door een statutair personeelslid gerekruteerd in
een wervingsgraad, conform het administratief statuut van de een wervingsgraad, conform het administratief statuut van de
personeelsleden van de DBDMH. personeelsleden van de DBDMH.

Art. 9.Het personeelslid dat het verlof bedoeld in artikel 2 van

Art. 9.Het personeelslid dat het verlof bedoeld in artikel 2 van

onderhavig besluit geniet kan, mits voorafgaande toelating van de onderhavig besluit geniet kan, mits voorafgaande toelating van de
Directieraad, andere beroepsactiviteiten uitoefenen. Directieraad, andere beroepsactiviteiten uitoefenen.
Indien echter de inkomsten uit die beroepsactiviteiten de grenzen Indien echter de inkomsten uit die beroepsactiviteiten de grenzen
inzake cumulatie bepaald in de artikelen 4 en 9 van de wet van 5 april inzake cumulatie bepaald in de artikelen 4 en 9 van de wet van 5 april
1994 houdende regeling van de cumulatie van pensioenen van de openbare 1994 houdende regeling van de cumulatie van pensioenen van de openbare
sector met inkomsten voortvloeiend uit de uitoefening van een sector met inkomsten voortvloeiend uit de uitoefening van een
beroepsactiviteit of met een vervangingsinkomen overschrijden, wordt beroepsactiviteit of met een vervangingsinkomen overschrijden, wordt
het wachtgeld verminderd of geschorst op dezelfde wijze als een het wachtgeld verminderd of geschorst op dezelfde wijze als een
rustpensioen. rustpensioen.
Teneinde de naleving van deze bepaling te verzekeren geeft het Teneinde de naleving van deze bepaling te verzekeren geeft het
personeelslid in de aanvraag bedoeld in artikel 2 van onderhavig personeelslid in de aanvraag bedoeld in artikel 2 van onderhavig
besluit, uitdrukkelijk de toestemming aan de DBDMH om elke nuttige besluit, uitdrukkelijk de toestemming aan de DBDMH om elke nuttige
informatie, onder meer bij de Administratie der Belastingen, op te informatie, onder meer bij de Administratie der Belastingen, op te
vragen. vragen.

Art. 10.Voor de definitief ongeschikte agenten wordt een van de

Art. 10.Voor de definitief ongeschikte agenten wordt een van de

bepalingen van onderhavig besluit afwijkend stelsel ingevoerd. bepalingen van onderhavig besluit afwijkend stelsel ingevoerd.
Die agenten worden ambtshalve in verlof voorafgaand aan het pensioen Die agenten worden ambtshalve in verlof voorafgaand aan het pensioen
gesteld. gesteld.
Zij zullen een wachtbezoldiging genieten dat overeenstemt met : Zij zullen een wachtbezoldiging genieten dat overeenstemt met :
- 85 % van hun basisbezoldiging wanneer zij 25 jaar operationele - 85 % van hun basisbezoldiging wanneer zij 25 jaar operationele
dienstanciënniteit bij de DBDMH tellen; dienstanciënniteit bij de DBDMH tellen;
- 86 % van hun basisbezoldiging wanneer zij 26 jaar operationele - 86 % van hun basisbezoldiging wanneer zij 26 jaar operationele
dienstanciënniteit bij de DBDMH tellen; dienstanciënniteit bij de DBDMH tellen;
- 87 % van hun basisbezoldiging wanneer zij 27 jaar operationele - 87 % van hun basisbezoldiging wanneer zij 27 jaar operationele
dienstanciënniteit bij de DBDMH tellen; dienstanciënniteit bij de DBDMH tellen;
- 88 % van hun basisbezoldiging wanneer zij 28 jaar operationele - 88 % van hun basisbezoldiging wanneer zij 28 jaar operationele
dienstanciënniteit bij de DBDMH tellen; dienstanciënniteit bij de DBDMH tellen;
- 89 % van hun basisbezoldiging wanneer zij 29 jaar operationele - 89 % van hun basisbezoldiging wanneer zij 29 jaar operationele
dienstanciënniteit bij de DBDMH tellen; dienstanciënniteit bij de DBDMH tellen;
- 90 % van hun basisbezoldiging wanneer zij 30 jaar operationele - 90 % van hun basisbezoldiging wanneer zij 30 jaar operationele
dienstanciënniteit bij de DBDMH tellen. dienstanciënniteit bij de DBDMH tellen.
Onder basisbezoldiging verstaat men het jaarbedrag overeenkomstig de Onder basisbezoldiging verstaat men het jaarbedrag overeenkomstig de
weddenschaal die gehanteerd werd voor de vaststelling van de wedde van weddenschaal die gehanteerd werd voor de vaststelling van de wedde van
het personeelslid, vermeerderd met de tweetaligheidspremie en de het personeelslid, vermeerderd met de tweetaligheidspremie en de
eventuele bijslagen, met uitsluiting van de vergoedingen voor nacht- eventuele bijslagen, met uitsluiting van de vergoedingen voor nacht-
en weekendwerk. en weekendwerk.

Art. 11.In afwijking van artikel 6 worden het vakantiegeld en de

Art. 11.In afwijking van artikel 6 worden het vakantiegeld en de

eindejaarstoelage van de definitief ongeschikt verklaarde ambtenaren eindejaarstoelage van de definitief ongeschikt verklaarde ambtenaren
in dezelfde verhoudingen toegekend als deze vermeld in artikel 10. in dezelfde verhoudingen toegekend als deze vermeld in artikel 10.

Art. 12.Onderhavig besluit treedt in werking op 1 september 2006, met

Art. 12.Onderhavig besluit treedt in werking op 1 september 2006, met

uitzondering van artikel 2 dat uitwerking heeft op 1 juni 2006. uitzondering van artikel 2 dat uitwerking heeft op 1 juni 2006.

Art. 13.De Brusselse Minister bevoegd voor de Brandbestrijding en

Art. 13.De Brusselse Minister bevoegd voor de Brandbestrijding en

Dringende Medische Hulp, wordt belast met de uitvoering van onderhavig Dringende Medische Hulp, wordt belast met de uitvoering van onderhavig
besluit. besluit.
Brussel, 13 juli 2006. Brussel, 13 juli 2006.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
Ch. PICQUE Ch. PICQUE
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met
Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding
en Dringende Medische Hulp, en Dringende Medische Hulp,
B. CEREXHE B. CEREXHE
^