Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de bevoegdheden van de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering | Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de bevoegdheden van de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering |
---|---|
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
19 JULI 2004. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot | 19 JULI 2004. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot |
vaststelling van de bevoegdheden van de ministers van de Brusselse | vaststelling van de bevoegdheden van de ministers van de Brusselse |
Hoofdstedelijke Regering | Hoofdstedelijke Regering |
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
Gelet op de artikelen 3, 39 en 166, § 2 van de Grondwet, gecoördineerd | Gelet op de artikelen 3, 39 en 166, § 2 van de Grondwet, gecoördineerd |
bij de wet van 17 februari 1994; | bij de wet van 17 februari 1994; |
Gelet op de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de | Gelet op de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de |
agglomeraties en federaties van gemeenten, gewijzigd bij de bijzondere | agglomeraties en federaties van gemeenten, gewijzigd bij de bijzondere |
wet van 21 augustus 1987; | wet van 21 augustus 1987; |
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988, bij | instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988, bij |
de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van | de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van |
de gemeenschappen en de gewesten, bij de bijzondere wet van 16 juli | de gemeenschappen en de gewesten, bij de bijzondere wet van 16 juli |
1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur en bij de | 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur en bij de |
bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van de diverse | bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van de diverse |
bevoegdheden aan de Gewesten en Gemeenschappen; | bevoegdheden aan de Gewesten en Gemeenschappen; |
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de | Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de |
Brusselse instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli | Brusselse instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli |
1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur en bij de | 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur en bij de |
bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van de diverse | bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van de diverse |
bevoegdheden aan de Gewesten en Gemeenschappen; | bevoegdheden aan de Gewesten en Gemeenschappen; |
Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de | Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de |
financiering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd bij de | financiering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd bij de |
bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale | bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale |
staatsstructuur; | staatsstructuur; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk |
besluit van 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, zoals | besluit van 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, zoals |
gewijzigd bij de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der | gewijzigd bij de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen; | instellingen; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid voor de Regering om onverwijld | Gelet op de dringende noodzakelijkheid voor de Regering om onverwijld |
het werk aan te vatten, | het werk aan te vatten, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet onder « bijzondere |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet onder « bijzondere |
wet" worden verstaan de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot | wet" worden verstaan de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot |
hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 | hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 |
augustus 1988, bij de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende | augustus 1988, bij de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende |
de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, bij de | de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, bij de |
bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale | bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale |
staatsstructuur en bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende | staatsstructuur en bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende |
overdracht van de diverse bevoegdheden aan de Gewesten en | overdracht van de diverse bevoegdheden aan de Gewesten en |
Gemeenschappen. | Gemeenschappen. |
Art. 2.De heer Charles Picqué, Minister-President van de Brusselse |
Art. 2.De heer Charles Picqué, Minister-President van de Brusselse |
Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, | Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, |
Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, | Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, |
Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking is bevoegd | Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking is bevoegd |
voor : | voor : |
1° de coördinatie van het beleid van de Regering; | 1° de coördinatie van het beleid van de Regering; |
2° het secretariaat en de kanselarij van de Regering; | 2° het secretariaat en de kanselarij van de Regering; |
3° de vertegenwoordiging bij het Overlegcomité Federale Regering - | 3° de vertegenwoordiging bij het Overlegcomité Federale Regering - |
regeringen van gemeenschappen en gewesten, zoals omschreven in artikel | regeringen van gemeenschappen en gewesten, zoals omschreven in artikel |
31, § 1, 5), van de wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der | 31, § 1, 5), van de wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen, gewijzigd bij de wet van 16 juni 1989 houdende diverse | instellingen, gewijzigd bij de wet van 16 juni 1989 houdende diverse |
institutionele hervormingen; | institutionele hervormingen; |
4° de ondergeschikte besturen, het Gemeentefonds zoals omschreven in | 4° de ondergeschikte besturen, het Gemeentefonds zoals omschreven in |
artikel 6, § 1, VIII, van de bijzondere wet, alsmede voor het | artikel 6, § 1, VIII, van de bijzondere wet, alsmede voor het |
toezicht, zoals omschreven in artikel 7 van dezelfde wet, met inbegrip | toezicht, zoals omschreven in artikel 7 van dezelfde wet, met inbegrip |
van de stadswandelingen op gemeentelijke wegen, van de met de | van de stadswandelingen op gemeentelijke wegen, van de met de |
gemeenten gesloten veiligheidscontracten, alsmede de coördinatie van | gemeenten gesloten veiligheidscontracten, alsmede de coördinatie van |
de gemeentelijke activiteiten en het beheer van het Brussels | de gemeentelijke activiteiten en het beheer van het Brussels |
gewestelijk Herfinancieringsfonds van de gemeentelijke thesauriën, de | gewestelijk Herfinancieringsfonds van de gemeentelijke thesauriën, de |
kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de | kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de |
temporalia van de erediensten; | temporalia van de erediensten; |
5° de ruimtelijke ordening zoals omschreven in artikel 6, § 1, I, van | 5° de ruimtelijke ordening zoals omschreven in artikel 6, § 1, I, van |
de bijzondere wet hierin begrepen de stadsvernieuwing zoals omschreven | de bijzondere wet hierin begrepen de stadsvernieuwing zoals omschreven |
in artikel 6, § 1, I, 4° met uitzondering van de renovatiepremies; | in artikel 6, § 1, I, 4° met uitzondering van de renovatiepremies; |
6° de coördinatie, in het kader van de herwaardering van de kwetsbare | 6° de coördinatie, in het kader van de herwaardering van de kwetsbare |
wijken, van de gesubsidieerde werken, de wijkcontracten, de | wijken, van de gesubsidieerde werken, de wijkcontracten, de |
initiatiefwijken, het beleid tot economische herwaardering van de | initiatiefwijken, het beleid tot economische herwaardering van de |
wijken en de coördinatie van de desbetreffende Europese fondsen; | wijken en de coördinatie van de desbetreffende Europese fondsen; |
7° de huisvesting, zoals omschreven in artikel 6, § 1, IV, van de | 7° de huisvesting, zoals omschreven in artikel 6, § 1, IV, van de |
bijzondere wet; | bijzondere wet; |
8° het afzet- en uitvoerbeleid, zoals omschreven in artikel 6, § 1, | 8° het afzet- en uitvoerbeleid, zoals omschreven in artikel 6, § 1, |
VI, eerste lid, 3°, van de bijzondere wet; | VI, eerste lid, 3°, van de bijzondere wet; |
9° de ophaling en behandeling van afvalstoffen, zoals omschreven in | 9° de ophaling en behandeling van afvalstoffen, zoals omschreven in |
artikel 4, § 2, 1°, van de wet van 26 juli 1971 betreffende de | artikel 4, § 2, 1°, van de wet van 26 juli 1971 betreffende de |
organisatie van de agglomeraties en federaties van gemeenten, | organisatie van de agglomeraties en federaties van gemeenten, |
gewijzigd bij de wet van 21 augustus 1987, met inbegrip van, op het | gewijzigd bij de wet van 21 augustus 1987, met inbegrip van, op het |
gebied van de plaatselijke besturen, het beheer van de kredieten en de | gebied van de plaatselijke besturen, het beheer van de kredieten en de |
acties inzake het schoonmaken van plaatsen met een bovengemeentelijk | acties inzake het schoonmaken van plaatsen met een bovengemeentelijk |
belang en het beheer van het bijkomend bijzonder krediet voor de | belang en het beheer van het bijkomend bijzonder krediet voor de |
gemeenten voor de openbare netheid en de desbetreffende acties; | gemeenten voor de openbare netheid en de desbetreffende acties; |
10° ontwikkelingssamenwerking zoals bedoeld in artikel 6ter van de | 10° ontwikkelingssamenwerking zoals bedoeld in artikel 6ter van de |
bijzondere wet; | bijzondere wet; |
11° de gewestelijke statistiek. | 11° de gewestelijke statistiek. |
Art. 3.De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse |
Art. 3.De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse |
Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar | Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar |
Ambt en Externe Betrekkingen is bevoegd voor : | Ambt en Externe Betrekkingen is bevoegd voor : |
1° de vertegenwoordiging bij het Overlegcomité Federale Regering - | 1° de vertegenwoordiging bij het Overlegcomité Federale Regering - |
regeringen, gemeenschappen en gewesten, bedoeld bij artikel 31, § 1, | regeringen, gemeenschappen en gewesten, bedoeld bij artikel 31, § 1, |
5), van de wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, | 5), van de wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, |
gewijzigd bij de wet van 16 juni 1989 houden diverse institutionele | gewijzigd bij de wet van 16 juni 1989 houden diverse institutionele |
hervormingen; | hervormingen; |
2° financiën, begroting, openbaar ambt en externe betrekkingen zoals | 2° financiën, begroting, openbaar ambt en externe betrekkingen zoals |
omschreven in artikel 37, § 1, V, van de bijzondere wet van 12 januari | omschreven in artikel 37, § 1, V, van de bijzondere wet van 12 januari |
1989 betreffende de Brusselse instellingen; | 1989 betreffende de Brusselse instellingen; |
3° financiën en begroting met betrekking tot het geheel der | 3° financiën en begroting met betrekking tot het geheel der |
agglomeratie-aangelegenheden bedoeld in artikel 53 van de bijzondere | agglomeratie-aangelegenheden bedoeld in artikel 53 van de bijzondere |
wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen; | wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen; |
4° de gewestelijke en gemeentelijke informatica; | 4° de gewestelijke en gemeentelijke informatica; |
5° de in-, de uit- en de doorvoer van wapens, munitie en materieel die | 5° de in-, de uit- en de doorvoer van wapens, munitie en materieel die |
in het bijzonder bestemd zijn voor een militair gebruik, voor de | in het bijzonder bestemd zijn voor een militair gebruik, voor de |
ordehandhaving en van de daarmee verbad houdende technologie, evenals | ordehandhaving en van de daarmee verbad houdende technologie, evenals |
van de producten en technologieën voor beide doeleinden onverminderd | van de producten en technologieën voor beide doeleinden onverminderd |
de federale bevoegdheid voor de in- en uitvoer met betrekking tot | de federale bevoegdheid voor de in- en uitvoer met betrekking tot |
leger en politie, en mits naleving van de criteria die bepaald zijn | leger en politie, en mits naleving van de criteria die bepaald zijn |
door de Gedragscode van de Europese Unie inzake wapenuitvoer, zoals | door de Gedragscode van de Europese Unie inzake wapenuitvoer, zoals |
bepaald in artikel 6, § 1, VI, eerste lid, 4°, van de bijzondere wet; | bepaald in artikel 6, § 1, VI, eerste lid, 4°, van de bijzondere wet; |
6° het toekennen van licenties voor de in-, de uit- en de doorvoer van | 6° het toekennen van licenties voor de in-, de uit- en de doorvoer van |
wapens, munitie en materieel die in het bijzonder bestemd zijn voor | wapens, munitie en materieel die in het bijzonder bestemd zijn voor |
een militair gebruik, voor de ordehandhaving en van de daarmee verband | een militair gebruik, voor de ordehandhaving en van de daarmee verband |
houdende technologie, evenals van de producten en technologieën voor | houdende technologie, evenals van de producten en technologieën voor |
beide doeleinden, onverminderd de federale bevoegdheid voor de in- en | beide doeleinden, onverminderd de federale bevoegdheid voor de in- en |
uitvoer met betrekking tot leger en politie, zoals bepaald in artikel | uitvoer met betrekking tot leger en politie, zoals bepaald in artikel |
6, § 1, VI, laatste lid, 8°, van de bijzondere wet; | 6, § 1, VI, laatste lid, 8°, van de bijzondere wet; |
7° het gelijkekansenbeleid; | 7° het gelijkekansenbeleid; |
8° de Commissie voor de toegang tot administratieve documenten; | 8° de Commissie voor de toegang tot administratieve documenten; |
9° het beleid tot administratieve vereenvoudiging; | 9° het beleid tot administratieve vereenvoudiging; |
10° het beheer van de gebouwen van het Ministerie en de kabinetten. | 10° het beheer van de gebouwen van het Ministerie en de kabinetten. |
Art. 4.De heer Benoît Cerexhe, Minister van de Brusselse |
Art. 4.De heer Benoît Cerexhe, Minister van de Brusselse |
Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, | Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, |
Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische | Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische |
Hulp, is bevoegd voor : | Hulp, is bevoegd voor : |
1° het tewerkstellingsbeleid, zoals omschreven in artikel 6, § 1, IX, | 1° het tewerkstellingsbeleid, zoals omschreven in artikel 6, § 1, IX, |
van de bijzondere wet; | van de bijzondere wet; |
2° economie, zoals omschreven in artikel 6, § 1, VI, van de bijzondere | 2° economie, zoals omschreven in artikel 6, § 1, VI, van de bijzondere |
wet, met uitsluiting van : | wet, met uitsluiting van : |
- de coördinatie, in het kader van de herwaardering van de kwetsbare | - de coördinatie, in het kader van de herwaardering van de kwetsbare |
wijken, van de gesubsidieerde werken, de wijkcontracten, de | wijken, van de gesubsidieerde werken, de wijkcontracten, de |
initiatiefwijken, het beleid tot economische herwaardering van de | initiatiefwijken, het beleid tot economische herwaardering van de |
wijken en de coördinatie van de desbetreffende Europese fondsen; | wijken en de coördinatie van de desbetreffende Europese fondsen; |
- de buitenlandse handel zoals omschreven in artikel 6, § 1, VI, | - de buitenlandse handel zoals omschreven in artikel 6, § 1, VI, |
eerste lid, 3°, van de bijzondere wet; | eerste lid, 3°, van de bijzondere wet; |
- de in-, de uit- en de doorvoer van wapens, munitie en materieel die | - de in-, de uit- en de doorvoer van wapens, munitie en materieel die |
in het bijzonder bestemd zijn voor een militair gebruik, voor de | in het bijzonder bestemd zijn voor een militair gebruik, voor de |
ordehandhaving en van de daarmee verband houdende technologie, evenals | ordehandhaving en van de daarmee verband houdende technologie, evenals |
van de producten en technologieën voor beide doeleinden, onverminderd | van de producten en technologieën voor beide doeleinden, onverminderd |
de federale bevoegdheid voor de in- en uitvoer met betrekking tot | de federale bevoegdheid voor de in- en uitvoer met betrekking tot |
leger en politie, en mits naleving van de criteria die bepaald zijn | leger en politie, en mits naleving van de criteria die bepaald zijn |
door de Gedragscode van de Europese Unie inzake wapenuitvoer, zoals | door de Gedragscode van de Europese Unie inzake wapenuitvoer, zoals |
bepaald in artikel 6, § 1, VI, eerste lid, 4°, van de bijzondere wet; | bepaald in artikel 6, § 1, VI, eerste lid, 4°, van de bijzondere wet; |
- het toekennen van licenties voor de in-, de uit- en de doorvoer van | - het toekennen van licenties voor de in-, de uit- en de doorvoer van |
wapens, munitie en materieel die in het bijzonder bestemd zijn voor | wapens, munitie en materieel die in het bijzonder bestemd zijn voor |
een militair gebruik, voor de ordehandhaving en van de daarmee verband | een militair gebruik, voor de ordehandhaving en van de daarmee verband |
houdende technologie, evenals van de producten en technologieën voor | houdende technologie, evenals van de producten en technologieën voor |
beide doeleinden, onverminderd de federale bevoegdheid voor de in- en | beide doeleinden, onverminderd de federale bevoegdheid voor de in- en |
uitvoer met betrekking tot leger en politie, zoals bepaald in artikel | uitvoer met betrekking tot leger en politie, zoals bepaald in artikel |
6, § 1, VI, laatste lid, 8°, van de bijzondere wet; | 6, § 1, VI, laatste lid, 8°, van de bijzondere wet; |
3° brandbestrijding en dringende medische hulp, zoals omschreven in | 3° brandbestrijding en dringende medische hulp, zoals omschreven in |
artikel 4, § 2, 3° en 4°, van de wet van 26 juli 1971 betreffende de | artikel 4, § 2, 3° en 4°, van de wet van 26 juli 1971 betreffende de |
organisatie van de agglomeraties en federaties van gemeenten, | organisatie van de agglomeraties en federaties van gemeenten, |
gewijzigd bij de wet van 21 augustus 1987; | gewijzigd bij de wet van 21 augustus 1987; |
4° het landbouwbeleid, zoals omschreven in artikel 6, § 1, V, van de | 4° het landbouwbeleid, zoals omschreven in artikel 6, § 1, V, van de |
bijzondere wet; | bijzondere wet; |
5° het wetenschappelijk onderzoek, zoals omschreven in artikel 6bis | 5° het wetenschappelijk onderzoek, zoals omschreven in artikel 6bis |
van de bijzondere wet. | van de bijzondere wet. |
Art. 5.Mevr. Evelyne Huytebroeck, Minister van de Brusselse |
Art. 5.Mevr. Evelyne Huytebroeck, Minister van de Brusselse |
Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en | Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en |
Waterbeleid is bevoegd voor : | Waterbeleid is bevoegd voor : |
1° leefmilieu en waterbeleid zoals omschreven in artikel 6, § 1, II, | 1° leefmilieu en waterbeleid zoals omschreven in artikel 6, § 1, II, |
van de bijzondere wet; | van de bijzondere wet; |
2° energie zoals omschreven in artikel 6, § 1, VII, van de bijzondere | 2° energie zoals omschreven in artikel 6, § 1, VII, van de bijzondere |
wet; | wet; |
3° landinrichting en natuurbehoud zoals omschreven in artikel 6, § 1, | 3° landinrichting en natuurbehoud zoals omschreven in artikel 6, § 1, |
III, van de bijzondere wet; | III, van de bijzondere wet; |
4° de renovatiepremies. | 4° de renovatiepremies. |
Art. 6.De heer Pascal Smet, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke |
Art. 6.De heer Pascal Smet, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke |
Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken is bevoegd voor : | Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken is bevoegd voor : |
1° de openbare werken en het vervoer zoals omschreven in artikel 6, § | 1° de openbare werken en het vervoer zoals omschreven in artikel 6, § |
1, X van de bijzondere wet; | 1, X van de bijzondere wet; |
2° het bezoldigd vervoer van personen zoals omschreven in artikel 4, § | 2° het bezoldigd vervoer van personen zoals omschreven in artikel 4, § |
2, 2° van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de | 2, 2° van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de |
agglomeraties en federaties van gemeenten, gewijzigd bij de wet van 21 | agglomeraties en federaties van gemeenten, gewijzigd bij de wet van 21 |
augustus 1987. | augustus 1987. |
Hij zal de titel dragen van Minister van Mobiliteit en Openbare | Hij zal de titel dragen van Minister van Mobiliteit en Openbare |
Werken. | Werken. |
Art. 7.De heren Charles Picqué en Guy Vanhengel zijn samen bevoegd |
Art. 7.De heren Charles Picqué en Guy Vanhengel zijn samen bevoegd |
voor het bevorderen van het nationaal en internationaal imago van | voor het bevorderen van het nationaal en internationaal imago van |
Brussel. | Brussel. |
De heren Charles Picqué en Benoît Cerexhe zijn samen bevoegd voor het | De heren Charles Picqué en Benoît Cerexhe zijn samen bevoegd voor het |
uitoefenen van het toezicht op de gewestelijke | uitoefenen van het toezicht op de gewestelijke |
Ontwikkelingsmaatschappij voor Brussel, ieder in functie van zijn | Ontwikkelingsmaatschappij voor Brussel, ieder in functie van zijn |
bevoegdheden. | bevoegdheden. |
Art. 8.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 |
Art. 8.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 |
juli 1999 tot vaststelling van de bevoegdheden van de ministers wordt | juli 1999 tot vaststelling van de bevoegdheden van de ministers wordt |
opgeheven. | opgeheven. |
Art. 9.De ministers van de Regering worden, ieder voor wat hem |
Art. 9.De ministers van de Regering worden, ieder voor wat hem |
betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 19 juli 2004. |
Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 19 juli 2004. |
Brussel, 19 juli 2004. | Brussel, 19 juli 2004. |
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en | belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en |
Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting en Openbare Netheid, | Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting en Openbare Netheid, |
Ch. PICQUE | Ch. PICQUE |
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt | belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt |
en Externe Betrekkingen, | en Externe Betrekkingen, |
G. VANHENGEL | G. VANHENGEL |
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met |
Tewerkstelling, Economie, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, | Tewerkstelling, Economie, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, |
B. CEREXHE | B. CEREXHE |
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
belast met Leefmilieu Energie en Waterbeleid,Mevr. | belast met Leefmilieu Energie en Waterbeleid,Mevr. |
E. HUYTEBROECK | E. HUYTEBROECK |
De Minister de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Minister de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
belast met Openbare Werken en Mobiliteit, | belast met Openbare Werken en Mobiliteit, |
P. SMET | P. SMET |