Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiering van de sociale huisvesting in het Brussels Gewest | Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiering van de sociale huisvesting in het Brussels Gewest |
---|---|
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
29 OKTOBER 1998. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering | 29 OKTOBER 1998. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering |
betreffende de financiering van de sociale huisvesting in het Brussels | betreffende de financiering van de sociale huisvesting in het Brussels |
Gewest | Gewest |
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering | De Brusselse Hoofdstedelijke Regering |
Gelet op de ordonnantie van 9 september 1993 houdende de wijziging van | Gelet op de ordonnantie van 9 september 1993 houdende de wijziging van |
de Huisvestingscode en betreffende de sector van de sociale | de Huisvestingscode en betreffende de sector van de sociale |
huisvesting, inzonderheid op artikelen 6, 18, 19, 20, 21 en 22; | huisvesting, inzonderheid op artikelen 6, 18, 19, 20, 21 en 22; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën; | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën; |
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting; | Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting; |
Op voorstel van de Minister-Voorzitter en van de hem toegevoegde | Op voorstel van de Minister-Voorzitter en van de hem toegevoegde |
Staatssecretaris die voor de huisvesting bevoegd is; | Staatssecretaris die voor de huisvesting bevoegd is; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1; | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat de nieuwe procedures vóór einde 1998 ten uitvoer | Overwegende dat de nieuwe procedures vóór einde 1998 ten uitvoer |
moeten gebracht worden met het oog op de uitbetaling van de financiële | moeten gebracht worden met het oog op de uitbetaling van de financiële |
middelen die de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij ter | middelen die de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij ter |
beschikking worden gesteld | beschikking worden gesteld |
Overwegende dat het advies binnen een maand, dat aan de Raad van State | Overwegende dat het advies binnen een maand, dat aan de Raad van State |
op 22 juli 1998 werd gevraagd, ons nog niet bereikt heeft; | op 22 juli 1998 werd gevraagd, ons nog niet bereikt heeft; |
Overwegende dat geen enkel gegeven ons toelaat het verkrijgen van dit | Overwegende dat geen enkel gegeven ons toelaat het verkrijgen van dit |
advies vóór het einde van dit jaar te verwachten; | advies vóór het einde van dit jaar te verwachten; |
Overwegende dat als de te dien einde op de begroting 1998 voorziene | Overwegende dat als de te dien einde op de begroting 1998 voorziene |
kredieten niet vastgelegd kunnen worden, een deel ervan bijgevolg | kredieten niet vastgelegd kunnen worden, een deel ervan bijgevolg |
vernietigd zou worden; | vernietigd zou worden; |
Overwegende dat een dergelijke toestand voor het sociaal | Overwegende dat een dergelijke toestand voor het sociaal |
huisvestingsbeleid heel nadelig zou zijn; | huisvestingsbeleid heel nadelig zou zijn; |
Besluit : | Besluit : |
TITEL I. - Algemene bepalingen | TITEL I. - Algemene bepalingen |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : |
- de ordonnantie : de ordonnantie van 9 september 1993 houdende de | - de ordonnantie : de ordonnantie van 9 september 1993 houdende de |
wijziging van de Huisvestingscode voor het Brussels Hoofdstedelijk | wijziging van de Huisvestingscode voor het Brussels Hoofdstedelijk |
Gewest en betreffende de sector van de sociale huisvesting; | Gewest en betreffende de sector van de sociale huisvesting; |
- driejareninvesteringsprogramma : het programma voor investeringen in | - driejareninvesteringsprogramma : het programma voor investeringen in |
onroerende goederen van de Brusselse Gewestelijke | onroerende goederen van de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij bedoeld in de artikelen 6, § 1, en 18, § 2, | Huisvestingsmaatschappij bedoeld in de artikelen 6, § 1, en 18, § 2, |
van de ordonnantie; | van de ordonnantie; |
- de Minister : de Minister of de Staatssecretaris bevoegd voor | - de Minister : de Minister of de Staatssecretaris bevoegd voor |
huisvesting; | huisvesting; |
- de openbare vastgoedmaatschappijen : de in de ordonnantie bedoelde | - de openbare vastgoedmaatschappijen : de in de ordonnantie bedoelde |
vastgoedmaatschappijen; | vastgoedmaatschappijen; |
- het beheercontract : het beheercontract afgesloten tussen de | - het beheercontract : het beheercontract afgesloten tussen de |
Regering en de Brusselse Gewestlijke Huisvestingsmaatschappij in het | Regering en de Brusselse Gewestlijke Huisvestingsmaatschappij in het |
kader van artikel 6, § 3, van de ordonnantie; | kader van artikel 6, § 3, van de ordonnantie; |
- organiek fonds : het Fonds voor de investering en de terugbetaling | - organiek fonds : het Fonds voor de investering en de terugbetaling |
van de schuldenlast in de sector van de sociale huisvesting zoals | van de schuldenlast in de sector van de sociale huisvesting zoals |
bedoeld in artikel 2, 6°, van de ordonnantie van 12 december 1991 tot | bedoeld in artikel 2, 6°, van de ordonnantie van 12 december 1991 tot |
oprichting van de begrotingsfondsen; | oprichting van de begrotingsfondsen; |
- zware investeringen : de in artikel 6 van de ordonnantie bedoelde | - zware investeringen : de in artikel 6 van de ordonnantie bedoelde |
investeringen; | investeringen; |
- renovatie-investeringen : de in artikel 6 van de ordonnantie | - renovatie-investeringen : de in artikel 6 van de ordonnantie |
bedoelde renovatie-investeringen; | bedoelde renovatie-investeringen; |
- verwervingskosten voor ongezonde gebouwen : de in artikel 18, § 3, | - verwervingskosten voor ongezonde gebouwen : de in artikel 18, § 3, |
van de ordonnantie bedoelde en door de openbare vastgoedmaatschappijen | van de ordonnantie bedoelde en door de openbare vastgoedmaatschappijen |
voor de financiering van de kosten van verwerving, onteigening en | voor de financiering van de kosten van verwerving, onteigening en |
sloping van woningen aangegane kosten; | sloping van woningen aangegane kosten; |
- de infrastructuurwerken : de werken die in het kader van de | - de infrastructuurwerken : de werken die in het kader van de |
artikelen 19, 20 en 21 van de ordonnantie ten laste van de Brusselse | artikelen 19, 20 en 21 van de ordonnantie ten laste van de Brusselse |
Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of van de openbare | Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of van de openbare |
vastgoedmaatschappijen vallen; | vastgoedmaatschappijen vallen; |
- verbeterbare ongezonde woningen : gezonde woningen die functioneel | - verbeterbare ongezonde woningen : gezonde woningen die functioneel |
onaangepast zijn en als dusdanige door het bestuur van de huisvesting | onaangepast zijn en als dusdanige door het bestuur van de huisvesting |
erkend zijn; | erkend zijn; |
- perimeter voor versterkte ontwikkeling van de huisvesting : de als | - perimeter voor versterkte ontwikkeling van de huisvesting : de als |
dusdanige in het gewestelijk ontwikkelingsplan, ingesteld bij het | dusdanige in het gewestelijk ontwikkelingsplan, ingesteld bij het |
besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 maart 1995, | besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 maart 1995, |
beschreven ruimten; | beschreven ruimten; |
- verwervingskosten : de kosten berekend op basis van de prijs en die | - verwervingskosten : de kosten berekend op basis van de prijs en die |
de raming van de ontvanger van de registratie niet kunnen | de raming van de ontvanger van de registratie niet kunnen |
overschrijden; | overschrijden; |
- onteigeningskosten : de kosten berekend op basis van de | - onteigeningskosten : de kosten berekend op basis van de |
onteigeningskosten, vermeerderd met de kosten van een eventuele | onteigeningskosten, vermeerderd met de kosten van een eventuele |
gerechtelijke procedure; | gerechtelijke procedure; |
- slopingskosten : de kosten die werkelijk aangegaan werden voor zowel | - slopingskosten : de kosten die werkelijk aangegaan werden voor zowel |
de afbraak van de wonigen als voor de uitvoering van de werken die | de afbraak van de wonigen als voor de uitvoering van de werken die |
door de omstandigheden deel uitmaken van de sloping of die er niet van | door de omstandigheden deel uitmaken van de sloping of die er niet van |
afgezonderd kunnen zijn, onder meer de verwijdering van de leidingen | afgezonderd kunnen zijn, onder meer de verwijdering van de leidingen |
of de uitvoering van beschermingswerken. | of de uitvoering van beschermingswerken. |
TITEL II | TITEL II |
Dotatie aan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij | Dotatie aan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij |
HOOFDSTUK 1. - Principe | HOOFDSTUK 1. - Principe |
Art. 2.Elk jaar binnen de perken van de op de basisallocaties |
Art. 2.Elk jaar binnen de perken van de op de basisallocaties |
24.61.40, 24.61.41, 23.63.51 en 24.63.52 van de afdeling 15 van de | 24.61.40, 24.61.41, 23.63.51 en 24.63.52 van de afdeling 15 van de |
gewestelijke begroting ingeschreven beschikbare kredieten kent de | gewestelijke begroting ingeschreven beschikbare kredieten kent de |
Regering aan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij en | Regering aan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij en |
onder de voorwaarden en volgens de bij dit artikel bepaalde | onder de voorwaarden en volgens de bij dit artikel bepaalde |
modaliteiten de vier volgende dotaties toe : | modaliteiten de vier volgende dotaties toe : |
- de eerste dotatie wordt bestemd voor de zware investeringen van de | - de eerste dotatie wordt bestemd voor de zware investeringen van de |
openbare vastgoedmaatschappijen of van de Brusselse Gewestelijke | openbare vastgoedmaatschappijen of van de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij; | Huisvestingsmaatschappij; |
- de tweede dotatie is bestemd voor de renovatie-investeringen van de | - de tweede dotatie is bestemd voor de renovatie-investeringen van de |
openbare vastgoedmaatschappijen of van de Brusselse Gewestelijke | openbare vastgoedmaatschappijen of van de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij; | Huisvestingsmaatschappij; |
- de derde dotatie is bestemd voor de door de openbare | - de derde dotatie is bestemd voor de door de openbare |
vastgoedmaatschappijen of de Brusselse Gewestelijke | vastgoedmaatschappijen of de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij aangegane kosten voor de verwerving van | Huisvestingsmaatschappij aangegane kosten voor de verwerving van |
ongezonde gebouwen; | ongezonde gebouwen; |
- de vierde dotatie is bestemd voor de door de openbare | - de vierde dotatie is bestemd voor de door de openbare |
vastgoedmaatschappijen of de Brusselse Gewestelijke | vastgoedmaatschappijen of de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij uitgevoerde infrastructuurwerken. | Huisvestingsmaatschappij uitgevoerde infrastructuurwerken. |
HOOFDSTUK 2. - Uitbetaling van de dotaties | HOOFDSTUK 2. - Uitbetaling van de dotaties |
Afdeling 1. - Vastlegging van de dotaties | Afdeling 1. - Vastlegging van de dotaties |
Art. 3.De vier dotaties worden elk jaar ten belope van 100 % van het |
Art. 3.De vier dotaties worden elk jaar ten belope van 100 % van het |
bedrag ervan vastgelegd. | bedrag ervan vastgelegd. |
Afdeling 2. - Ordonnancering van de dotaties | Afdeling 2. - Ordonnancering van de dotaties |
Art. 4.De dotaties inzake zware investeringen en renovatie worden elk |
Art. 4.De dotaties inzake zware investeringen en renovatie worden elk |
jaar geordonnanceerd ten belope van 85% van de vastgelegde bedragen. | jaar geordonnanceerd ten belope van 85% van de vastgelegde bedragen. |
Art. 5.De ordonnancering van de in het voorafgaande artikel bedoelde |
Art. 5.De ordonnancering van de in het voorafgaande artikel bedoelde |
dotaties gebeurt op dezelfde datum in vier schijven van elk 25 % : | dotaties gebeurt op dezelfde datum in vier schijven van elk 25 % : |
- een eerste schijf wordt uitbetaald ten laatste op 1 maart van het in | - een eerste schijf wordt uitbetaald ten laatste op 1 maart van het in |
de dotatie bedoelde jaar; | de dotatie bedoelde jaar; |
- een tweede schijf wordt uitbetaald ten laatste op 1 juni van het in | - een tweede schijf wordt uitbetaald ten laatste op 1 juni van het in |
de dotatie bedoelde jaar; | de dotatie bedoelde jaar; |
- een derde schijf wordt uitbetaald ten laatste op 1 september van het | - een derde schijf wordt uitbetaald ten laatste op 1 september van het |
in de dotatie bedoelde jaar; | in de dotatie bedoelde jaar; |
- een laatste schijf wordt uitbetaald ten laatste op 1 december van | - een laatste schijf wordt uitbetaald ten laatste op 1 december van |
het in de dotatie bedoelde jaar. | het in de dotatie bedoelde jaar. |
Art. 6.De overblijvende 15 % worden telkens geordonnanceerd ten |
Art. 6.De overblijvende 15 % worden telkens geordonnanceerd ten |
belope van het eindsaldo van elk project dat de Brusselse Gewestelijke | belope van het eindsaldo van elk project dat de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij aan de Minister als schuldvordering voorlegt. | Huisvestingsmaatschappij aan de Minister als schuldvordering voorlegt. |
Art. 7.De dotaties inzake verwerving van ongezonde gebouwen en |
Art. 7.De dotaties inzake verwerving van ongezonde gebouwen en |
infrastructuurwerken worden elk jaar geordonnanceerd ten belope van | infrastructuurwerken worden elk jaar geordonnanceerd ten belope van |
100% van de vastgelegde bedragen. | 100% van de vastgelegde bedragen. |
Art. 8.De ordonnancering van de in het voorafgaande artikel bedoelde |
Art. 8.De ordonnancering van de in het voorafgaande artikel bedoelde |
dotaties geschiedt in vier schijven van 25 % elk : | dotaties geschiedt in vier schijven van 25 % elk : |
- een eerste schijf wordt uitbetaald ten laatste op 1 maart van het in | - een eerste schijf wordt uitbetaald ten laatste op 1 maart van het in |
de dotatie bedoelde jaar; | de dotatie bedoelde jaar; |
- een tweede schijf wordt uitbetaald ten laatste op 1 juni van het in | - een tweede schijf wordt uitbetaald ten laatste op 1 juni van het in |
de dotatie bedoelde jaar; | de dotatie bedoelde jaar; |
- een derde schijf wordt uitbetaald ten laatste op 1 september van het | - een derde schijf wordt uitbetaald ten laatste op 1 september van het |
in de dotatie bedoelde jaar; | in de dotatie bedoelde jaar; |
- een laatste schijf wordt uitbetaald ten laatste op 1 december van | - een laatste schijf wordt uitbetaald ten laatste op 1 december van |
het in de dotatie bedoelde jaar. | het in de dotatie bedoelde jaar. |
TITEL III. - Financiering van de zware investeringen | TITEL III. - Financiering van de zware investeringen |
HOOFDSTUK 1er. - Berekening van de dotatie | HOOFDSTUK 1er. - Berekening van de dotatie |
Art. 9.Het bedrag van de dotatie wordt in het kader van een |
Art. 9.Het bedrag van de dotatie wordt in het kader van een |
driejareninvesteringsprogramma vastgesteld. | driejareninvesteringsprogramma vastgesteld. |
HOOFDSTUK II. - Begrotingsprogrammering | HOOFDSTUK II. - Begrotingsprogrammering |
Art. 10.Op basis van de krachtens de bepalingen van het |
Art. 10.Op basis van de krachtens de bepalingen van het |
beheercontract door de openbare vastgoedmaatschappijen aan de | beheercontract door de openbare vastgoedmaatschappijen aan de |
Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij voorgelegde | Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij voorgelegde |
investeringsprojecten en van haar eigen projecten stelt de Brusselse | investeringsprojecten en van haar eigen projecten stelt de Brusselse |
Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij de Regering een | Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij de Regering een |
driejareninvesteringsprogramma met het oog op de bestemming van de | driejareninvesteringsprogramma met het oog op de bestemming van de |
dotatie voor | dotatie voor |
HOOFDSTUK III. - Controle | HOOFDSTUK III. - Controle |
Art. 11.Om de drie maanden informeert de Brusselse Gewestelijke |
Art. 11.Om de drie maanden informeert de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij de Regering over de stand van zaken van de | Huisvestingsmaatschappij de Regering over de stand van zaken van de |
uitbetalingen en de uitgevoerde projecten. | uitbetalingen en de uitgevoerde projecten. |
Art. 12.Een jaarverslag over de stand van zaken van de uitbetalingen |
Art. 12.Een jaarverslag over de stand van zaken van de uitbetalingen |
en de uitgevoerde projecten wordt de Regering ter goedkeuring | en de uitgevoerde projecten wordt de Regering ter goedkeuring |
voorgelegd. | voorgelegd. |
Art. 13.De Regering kan het uitstel van de uitbetaling van de |
Art. 13.De Regering kan het uitstel van de uitbetaling van de |
volgende dotaties opleggen indien een verduidelijking noodzakelijk is. | volgende dotaties opleggen indien een verduidelijking noodzakelijk is. |
HOOFDSTUK IV. - Bestemming van de in het kader | HOOFDSTUK IV. - Bestemming van de in het kader |
van het driejarenprogramma toegekende middelen | van het driejarenprogramma toegekende middelen |
Art. 14.De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij financiert |
Art. 14.De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij financiert |
via haar kredieten de in het kader van het programma voorziene | via haar kredieten de in het kader van het programma voorziene |
projecten. | projecten. |
Art. 15.De inzake zware investeringen toegekende kredieten zijn |
Art. 15.De inzake zware investeringen toegekende kredieten zijn |
bestemd voor de financiering van de aankoop van gronden, de bouw, de | bestemd voor de financiering van de aankoop van gronden, de bouw, de |
renovatie, de rehabilitatie of de afwerking van woningen, gebouwen of | renovatie, de rehabilitatie of de afwerking van woningen, gebouwen of |
gedeelten van gebouwen van ambachtelijke, commerciële of | gedeelten van gebouwen van ambachtelijke, commerciële of |
gemeenschappelijke aard of met een dienstverlenende functie met | gemeenschappelijke aard of met een dienstverlenende functie met |
inbegrip van de erelonen van de architecten, en ingenieurs, de kosten | inbegrip van de erelonen van de architecten, en ingenieurs, de kosten |
voor het toezicht, het beheer van de kosten en van alle mogelijke | voor het toezicht, het beheer van de kosten en van alle mogelijke |
desbetreffende kosten. | desbetreffende kosten. |
Art. 16.De aan de openbare vastgoedmaatschappijen in het kader van de |
Art. 16.De aan de openbare vastgoedmaatschappijen in het kader van de |
uitvoering van het programma door de Brusselse Gewestelijke | uitvoering van het programma door de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij toegekende kredieten nemen de vorm van | Huisvestingsmaatschappij toegekende kredieten nemen de vorm van |
terugbetaalbare voorschotten aan. | terugbetaalbare voorschotten aan. |
Art. 17.Het beheercontract stelt de modaliteiten voor de financiering |
Art. 17.Het beheercontract stelt de modaliteiten voor de financiering |
en de terugbetaling van deze terugbetaalbare voorchotten vast. | en de terugbetaling van deze terugbetaalbare voorchotten vast. |
TITEL IV. - Financiering van de renovatie-investeringen | TITEL IV. - Financiering van de renovatie-investeringen |
HOOFDSTUK 1. - Berekening van het bedrag van de dotatie | HOOFDSTUK 1. - Berekening van het bedrag van de dotatie |
Art. 18.Het bedrag van de dotatie wordt in het kader van een |
Art. 18.Het bedrag van de dotatie wordt in het kader van een |
jaarlijks investeringsprogramma vastgesteld. | jaarlijks investeringsprogramma vastgesteld. |
HOOFDSTUK II. - Begrotingsprogrammering | HOOFDSTUK II. - Begrotingsprogrammering |
Art. 19.Op basis van de krachtens de bepalingen van het |
Art. 19.Op basis van de krachtens de bepalingen van het |
beheercontract door de openbare vastgoedmaatschappijen aan de | beheercontract door de openbare vastgoedmaatschappijen aan de |
Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij voorgelegde | Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij voorgelegde |
investeringsprojecten en van haar eigen projecten stelt de Brusselse | investeringsprojecten en van haar eigen projecten stelt de Brusselse |
Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij de Regering een jaarlijks | Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij de Regering een jaarlijks |
programma met het oog op de bestemming van de dotatie voor. | programma met het oog op de bestemming van de dotatie voor. |
HOOFDSTUK III. -Controle | HOOFDSTUK III. -Controle |
Art. 20.Een jaarverslag over de stand van zaken van de uitbetalingen |
Art. 20.Een jaarverslag over de stand van zaken van de uitbetalingen |
en de uitgevoerde projecten wordt de Regering ter goedkeuring | en de uitgevoerde projecten wordt de Regering ter goedkeuring |
voorgelegd. | voorgelegd. |
HOOFDSTUK IV. -Bestemming van de in het kader van het jaarlijks | HOOFDSTUK IV. -Bestemming van de in het kader van het jaarlijks |
programma toegekende middelen | programma toegekende middelen |
Art. 21.De renovatie-investeringen worden prioritair bestemd voor : |
Art. 21.De renovatie-investeringen worden prioritair bestemd voor : |
- de renovatie en de conformiteit van de elektrische, gas- en | - de renovatie en de conformiteit van de elektrische, gas- en |
verwarmingsinstallaties; | verwarmingsinstallaties; |
- de aanleg van een afzonderlijke badkamer in de woning; | - de aanleg van een afzonderlijke badkamer in de woning; |
- de verbetering van de warmte- en geluidsisolatie van de woningen. | - de verbetering van de warmte- en geluidsisolatie van de woningen. |
Art. 22.De financiering van elk project door de Brusselse |
Art. 22.De financiering van elk project door de Brusselse |
Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij neemt plaats vanaf de | Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij neemt plaats vanaf de |
definitieve goedkeuring van het project door de Brusselse Gewestelijke | definitieve goedkeuring van het project door de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij en naarmate de hieraan verbonden | Huisvestingsmaatschappij en naarmate de hieraan verbonden |
bewijsstukken ingediend worden. | bewijsstukken ingediend worden. |
Art. 23.De aan de openbare vastgoedmaatschappijen in het kader van de |
Art. 23.De aan de openbare vastgoedmaatschappijen in het kader van de |
uitvoering van het programma door de de Brusselse Gewestelijke | uitvoering van het programma door de de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij toegekende kredieten nemen de vorm van | Huisvestingsmaatschappij toegekende kredieten nemen de vorm van |
tergbetaalbare voorschotten aan. | tergbetaalbare voorschotten aan. |
Art. 24.Het beheercontract stelt de modaliteiten voor de financiering |
Art. 24.Het beheercontract stelt de modaliteiten voor de financiering |
en de terugbetaling van deze terugbetaalbare voorschotten vast. | en de terugbetaling van deze terugbetaalbare voorschotten vast. |
TITEL V. - Programma van de bijkomende investeringen | TITEL V. - Programma van de bijkomende investeringen |
HOOFDSTUK 1. - Begrotingsprogrammering | HOOFDSTUK 1. - Begrotingsprogrammering |
Art. 25.Elk jaar onderwerpt de Brusselse Gewestelijke |
Art. 25.Elk jaar onderwerpt de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij het bijkomend investeringsprogramma aan de | Huisvestingsmaatschappij het bijkomend investeringsprogramma aan de |
goedkeuring van de Regering. | goedkeuring van de Regering. |
Art. 26.Het bijkomend investeringsprogramma wordt gefinancierd door : |
Art. 26.Het bijkomend investeringsprogramma wordt gefinancierd door : |
§ 1. 1° de bedragen die door de Brusselse Gewestelijke | § 1. 1° de bedragen die door de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij ontvangen werden als terugbetaling van de | Huisvestingsmaatschappij ontvangen werden als terugbetaling van de |
krachtens dit besluit uitbetaalde terugbetaalbare voorschotten; | krachtens dit besluit uitbetaalde terugbetaalbare voorschotten; |
2° de door het Gewest betaalde sommen die van het organiek fonds | 2° de door het Gewest betaalde sommen die van het organiek fonds |
afkomstig zijn; | afkomstig zijn; |
3° in voorkomend geval de ongebruikte bedragen afkomstig van de | 3° in voorkomend geval de ongebruikte bedragen afkomstig van de |
investeringsprogramma's zoals bedoeld in Titels III, IV en V van dit | investeringsprogramma's zoals bedoeld in Titels III, IV en V van dit |
besluit; | besluit; |
4°de buitengewone opbrengsten van de Brusselse Gewestelijke | 4°de buitengewone opbrengsten van de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij die ze voor de sociale huisvesting moet | Huisvestingsmaatschappij die ze voor de sociale huisvesting moet |
bestemmen. | bestemmen. |
§ 2. De in paragraaf 1, 2° van dit artikel bedoelde bedragen worden | § 2. De in paragraaf 1, 2° van dit artikel bedoelde bedragen worden |
aan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij gestort in de | aan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij gestort in de |
vorm van een dotatie | vorm van een dotatie |
Deze wordt elk jaar vastgelegd ten belope van 100 % van het bedrag | Deze wordt elk jaar vastgelegd ten belope van 100 % van het bedrag |
ervan en ten laatste op 1 maart van het in de dotatie bedoelde jaar | ervan en ten laatste op 1 maart van het in de dotatie bedoelde jaar |
geordonnanceerd en uitbetaald. | geordonnanceerd en uitbetaald. |
HOOFDSTUK III. -Controle | HOOFDSTUK III. -Controle |
Art. 27.Een jaarverslag over de stand van zaken van de uitbetalingen |
Art. 27.Een jaarverslag over de stand van zaken van de uitbetalingen |
en de uitgevoerde projecten wordt de Regering ter goedkeuring | en de uitgevoerde projecten wordt de Regering ter goedkeuring |
voorgelegd. | voorgelegd. |
HOOFDSTUK IV. - Bestemming van de in het kader van de programma's | HOOFDSTUK IV. - Bestemming van de in het kader van de programma's |
toegekende middelen | toegekende middelen |
Art. 28.De in het kader van het bijkomend investeringsprogramma |
Art. 28.De in het kader van het bijkomend investeringsprogramma |
voorziene investeringen worden bestemd voor de in Titels III en IV van | voorziene investeringen worden bestemd voor de in Titels III en IV van |
dit besluit bedoelde doelstellingen. | dit besluit bedoelde doelstellingen. |
Art. 29.De aan de openbare vastgoedmaatschappijen in het kader van de |
Art. 29.De aan de openbare vastgoedmaatschappijen in het kader van de |
uitvoering van het programma door de Gewestelijke | uitvoering van het programma door de Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij toegekende kredieten nemen de vorm van | Huisvestingsmaatschappij toegekende kredieten nemen de vorm van |
terugbetaalbare voorschotten aan. | terugbetaalbare voorschotten aan. |
Art. 30.Het beheercontract stelt de modaliteiten voor de financiering |
Art. 30.Het beheercontract stelt de modaliteiten voor de financiering |
en de terugbetaling van deze terugbetaalbare voorschotten vast. | en de terugbetaling van deze terugbetaalbare voorschotten vast. |
TITEL V. - Financiering van de kosten voor de verwerving van ongezonde | TITEL V. - Financiering van de kosten voor de verwerving van ongezonde |
gebouwen | gebouwen |
HOOFDSTUK I. - Berekening van het bedrag van de dotatie | HOOFDSTUK I. - Berekening van het bedrag van de dotatie |
Art. 31.Het bedrag van de dotatie wordt in het kader van een |
Art. 31.Het bedrag van de dotatie wordt in het kader van een |
jaarlijks investeringsprogramma vastgesteld. | jaarlijks investeringsprogramma vastgesteld. |
HOOFDSTUK II. - Begrotingsprogrammering | HOOFDSTUK II. - Begrotingsprogrammering |
Art. 32.De Brusselse Hoofdstedelijke Huisvestingsmaatschappij legt de |
Art. 32.De Brusselse Hoofdstedelijke Huisvestingsmaatschappij legt de |
Regering een jaarlijks investeringsprogramma voor met het oog op de | Regering een jaarlijks investeringsprogramma voor met het oog op de |
bestemming van de dotatie ter financiering van de kosten, aangegaan | bestemming van de dotatie ter financiering van de kosten, aangegaan |
door de openbare vastgoedmaatschappijen en/of de Brusselse | door de openbare vastgoedmaatschappijen en/of de Brusselse |
Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, voor de verwerving van | Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, voor de verwerving van |
ongezonde gebouwen. | ongezonde gebouwen. |
HOOFDSTUK III. - Controle | HOOFDSTUK III. - Controle |
Art. 33.Een jaarverslag over de stand van zaken van de uitbetalingen |
Art. 33.Een jaarverslag over de stand van zaken van de uitbetalingen |
en de uitgevoerde projecten wordt de Regering ter goedkeuring | en de uitgevoerde projecten wordt de Regering ter goedkeuring |
voorgelegd. | voorgelegd. |
HOOFDSTUK IV. - Bestemming van de in het kader van de programma's | HOOFDSTUK IV. - Bestemming van de in het kader van de programma's |
toegekende bedragen | toegekende bedragen |
Art. 34.De dotatie is bestemd voor de financiering van de projecten |
Art. 34.De dotatie is bestemd voor de financiering van de projecten |
afkomstig van de openbare vastgoedmaatschappijen en/of van de | afkomstig van de openbare vastgoedmaatschappijen en/of van de |
Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij. | Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij. |
Art. 35.De in dit kader aan de openbare vastgoedmaatschappijen |
Art. 35.De in dit kader aan de openbare vastgoedmaatschappijen |
toegekende kredieten nemen de vorm van subsidies aan. | toegekende kredieten nemen de vorm van subsidies aan. |
Art. 36.Het beheercontract stelt de modaliteiten voor de financiering |
Art. 36.Het beheercontract stelt de modaliteiten voor de financiering |
van elk project door de Brusselse Gewestelijke | van elk project door de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij vast. | Huisvestingsmaatschappij vast. |
Art. 37.De in het kader van dit besluit toegekende kredieten zijn |
Art. 37.De in het kader van dit besluit toegekende kredieten zijn |
bestemd voor de financiering van kosten, aangegaan door de openbare | bestemd voor de financiering van kosten, aangegaan door de openbare |
vastgoedmaatschappijen en/of de Brusselse Gewestelijke | vastgoedmaatschappijen en/of de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij, voor de verwerving, de onteigening en de | Huisvestingsmaatschappij, voor de verwerving, de onteigening en de |
sloping van woningen : | sloping van woningen : |
- voor de verwerving of de onteigening alsmede de gehele of | - voor de verwerving of de onteigening alsmede de gehele of |
gedeeltelijke sloping van een alleenstaande niet verbeterbare | gedeeltelijke sloping van een alleenstaande niet verbeterbare |
ongezonde woning of van een groep niet verbeterbare ongezonde | ongezonde woning of van een groep niet verbeterbare ongezonde |
woningen; | woningen; |
- voor de verwerving of de onteigening alsmede de gehele of | - voor de verwerving of de onteigening alsmede de gehele of |
gedeeltelijke sloping van één of meerdere woningen of | gedeeltelijke sloping van één of meerdere woningen of |
niet-residentiële gebouwen die deel uitmaken van een groep ongezonde | niet-residentiële gebouwen die deel uitmaken van een groep ongezonde |
woningen voor zover ze onverenigbaar zijn met een rationele | woningen voor zover ze onverenigbaar zijn met een rationele |
ruimtelijke ordening; | ruimtelijke ordening; |
- voor de verwerving of de onteigening van verbeterbare ongezonde | - voor de verwerving of de onteigening van verbeterbare ongezonde |
woningen of gezonde woningen die functioneel niet aangepast zijn. | woningen of gezonde woningen die functioneel niet aangepast zijn. |
Art. 38.Om van de in deze titel bedoelde subsidies te kunnen genieten |
Art. 38.Om van de in deze titel bedoelde subsidies te kunnen genieten |
moeten de openbare vastgoedmaatschappijen een schriftelijke aanvraag | moeten de openbare vastgoedmaatschappijen een schriftelijke aanvraag |
bij de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij indienen | bij de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij indienen |
middels een ter post aangetekende brief. | middels een ter post aangetekende brief. |
Art. 39.De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij die een |
Art. 39.De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij die een |
betoelagingsaanvraag ontvangt moet er een gevolg binnen drie manden na | betoelagingsaanvraag ontvangt moet er een gevolg binnen drie manden na |
ontvangst aan geven. De termijn loopt vanaf de dag die volgt op de | ontvangst aan geven. De termijn loopt vanaf de dag die volgt op de |
ontvangstdatum van de aanvraag. | ontvangstdatum van de aanvraag. |
Indien de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij na deze | Indien de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij na deze |
termijn zich niet heeft uitgesproken wordt de betoelagingsaanvraag | termijn zich niet heeft uitgesproken wordt de betoelagingsaanvraag |
geweigerd. | geweigerd. |
Worden bij de door de openbare vastgoedmaatschappijen ingediende | Worden bij de door de openbare vastgoedmaatschappijen ingediende |
aanvraag gevoegd : | aanvraag gevoegd : |
- een plan van de bestaande toestand; | - een plan van de bestaande toestand; |
- een beschrijving van de doeleinden en van het programma van de | - een beschrijving van de doeleinden en van het programma van de |
operatie; | operatie; |
- een financiële raming van de globale kost van de operatie en indien | - een financiële raming van de globale kost van de operatie en indien |
nodig van de kost per fase; | nodig van de kost per fase; |
- een programma voor de voorlopige of definitieve herhuisvesting van | - een programma voor de voorlopige of definitieve herhuisvesting van |
de inwoners indien nodig. | de inwoners indien nodig. |
Art. 40.De subsidie wordt berekend volgens de reële verwervings-, |
Art. 40.De subsidie wordt berekend volgens de reële verwervings-, |
onteigenings- en slopingskost en alle kosten die over het algemeen | onteigenings- en slopingskost en alle kosten die over het algemeen |
aanvaard worden. | aanvaard worden. |
Art. 41.Het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld op 75 % van de |
Art. 41.Het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld op 75 % van de |
reële kosten voor de verwerving, de onteigening de gehele of | reële kosten voor de verwerving, de onteigening de gehele of |
gedeeltelijke sloping zoals bepaald bij artikel 1 van dit besluit | gedeeltelijke sloping zoals bepaald bij artikel 1 van dit besluit |
alsmede alle kosten die over het algemeen aanvaard worden. | alsmede alle kosten die over het algemeen aanvaard worden. |
Art. 42.Het betoelagingspercentage beloopt 100 % wanneer deze kosten |
Art. 42.Het betoelagingspercentage beloopt 100 % wanneer deze kosten |
goederen betreffen die in een perimeter voor versterkte ontwikkeling | goederen betreffen die in een perimeter voor versterkte ontwikkeling |
van de huisvesting liggen. | van de huisvesting liggen. |
Art. 43.De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij is belast |
Art. 43.De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij is belast |
met de opvolging van de dossiers en de controle van de operaties. Ze | met de opvolging van de dossiers en de controle van de operaties. Ze |
kan elk noodzakelijk bewijsstuk opeisen dat voor de uitoefening van | kan elk noodzakelijk bewijsstuk opeisen dat voor de uitoefening van |
haar toezicht nodig is. | haar toezicht nodig is. |
De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij kan bovendien op | De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij kan bovendien op |
elk ogenblijk en zonder aanmaning een controlebezoek ter plaatse | elk ogenblijk en zonder aanmaning een controlebezoek ter plaatse |
maken. | maken. |
Art. 44.De begunstigde van een subsidie houdt voor elke operatie een |
Art. 44.De begunstigde van een subsidie houdt voor elke operatie een |
afzonderlijke boekhouding die de Brusselse Gewestelijke | afzonderlijke boekhouding die de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij moet toelaten de in het voorafgaande artikel | Huisvestingsmaatschappij moet toelaten de in het voorafgaande artikel |
voorziene controlemacht uit te oefenen. | voorziene controlemacht uit te oefenen. |
TITEL VI. - Financiering van de infrastructuurwerken | TITEL VI. - Financiering van de infrastructuurwerken |
HOOFDSTUK 1. - Berekening van het bedrag van de dotatie | HOOFDSTUK 1. - Berekening van het bedrag van de dotatie |
Afdeling 1. - Principe | Afdeling 1. - Principe |
Art. 45.Het bedrag van de dotatie wordt vastgesteld naar gelang de in |
Art. 45.Het bedrag van de dotatie wordt vastgesteld naar gelang de in |
Titels III, IV en V van dit besluit bedoelde investeringsprogramma's. | Titels III, IV en V van dit besluit bedoelde investeringsprogramma's. |
Afdeling 2. - Aanpassing | Afdeling 2. - Aanpassing |
Art. 46.De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij kan op elk |
Art. 46.De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij kan op elk |
ogenblik een project voor de aanpassing van de dotatie inzake | ogenblik een project voor de aanpassing van de dotatie inzake |
infrastructuurwerken aan de Regering voorleggen. | infrastructuurwerken aan de Regering voorleggen. |
HOOFDSTUK II. - Controle | HOOFDSTUK II. - Controle |
Art. 47.Een jaarverslag over de stand van zaken van de uitbetalingen |
Art. 47.Een jaarverslag over de stand van zaken van de uitbetalingen |
en de uitgevoerde projecten wordt de Regering ter goedkeuring | en de uitgevoerde projecten wordt de Regering ter goedkeuring |
voorgelegd. | voorgelegd. |
HOOFDSTUK III. - Bestemming van de in het kader van de programma's | HOOFDSTUK III. - Bestemming van de in het kader van de programma's |
toegekende bedragen | toegekende bedragen |
Afdeling 1. - Algemeen | Afdeling 1. - Algemeen |
Art. 48.De dotatie wordt bestemd in de vorm van subsidies voor de |
Art. 48.De dotatie wordt bestemd in de vorm van subsidies voor de |
financiering van de projecten van de openbare vastgoedmaatschappijen | financiering van de projecten van de openbare vastgoedmaatschappijen |
die door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij worden | die door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij worden |
goedgekeurd. | goedgekeurd. |
Art. 49.De subsidies, die door de Brusselse Gewestelijke |
Art. 49.De subsidies, die door de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij inzake infrastructuurwerken toegekend worden, | Huisvestingsmaatschappij inzake infrastructuurwerken toegekend worden, |
zijn bestemd voor de financiering van infrastructuurwerken. Deze | zijn bestemd voor de financiering van infrastructuurwerken. Deze |
werken worden de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij | werken worden de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij |
rechtstreeks door de Brusselse Hoofdstdelijke Regering ten laste | rechtstreeks door de Brusselse Hoofdstdelijke Regering ten laste |
gegeven of door de openbare vastgoedmaatschappijen ondernomen. | gegeven of door de openbare vastgoedmaatschappijen ondernomen. |
Afdeling 2. - Wegenuitrusting | Afdeling 2. - Wegenuitrusting |
Art. 50.§ 1. Wat de in artikel 19 van de ordonnantie bedoelde |
Art. 50.§ 1. Wat de in artikel 19 van de ordonnantie bedoelde |
wegenuitrusting betreft, kan de Brusselse Gewestelijke | wegenuitrusting betreft, kan de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappijn te haren laste nemen : | Huisvestingsmaatschappijn te haren laste nemen : |
a) de volledige kostprijs van de uitvoering of de aanleg : | a) de volledige kostprijs van de uitvoering of de aanleg : |
- van de wegen die nodig zijn voor het verkeer van de voertuigen | - van de wegen die nodig zijn voor het verkeer van de voertuigen |
binnen een woningengroep, evenals van de onmiddellijk aanliggende | binnen een woningengroep, evenals van de onmiddellijk aanliggende |
voetpaden; | voetpaden; |
- van de inritten naar de gegroepeerde individuele garages en van de | - van de inritten naar de gegroepeerde individuele garages en van de |
manoeuvreerruimten voor deze garages; | manoeuvreerruimten voor deze garages; |
- van de inritten (de kunstwerken uitgezonderd) van de ondergrondse | - van de inritten (de kunstwerken uitgezonderd) van de ondergrondse |
parkeergarages en van de verkeersruimten erbinnen, voor zover die | parkeergarages en van de verkeersruimten erbinnen, voor zover die |
garages gebruikt worden ten behoeve van de woningen; | garages gebruikt worden ten behoeve van de woningen; |
- van de gelijkvloerse of ondergrondse parkeerplaatsen die worden | - van de gelijkvloerse of ondergrondse parkeerplaatsen die worden |
gebruikt ten behoeve van appartementsgebouwen of andere | gebruikt ten behoeve van appartementsgebouwen of andere |
gemeenschapsgebouwen. | gemeenschapsgebouwen. |
b) ten belope van 80 %, de uitvoering of de aanleg van wegen, gelegen | b) ten belope van 80 %, de uitvoering of de aanleg van wegen, gelegen |
buiten de woningengroep, waneer deze er aan één zijde aan grenst, met | buiten de woningengroep, waneer deze er aan één zijde aan grenst, met |
uitzondering van de parkeerruimten en de voetpaden langs de | uitzondering van de parkeerruimten en de voetpaden langs de |
woningengroep, die ten belope van 100 % ten laste worden genomen. | woningengroep, die ten belope van 100 % ten laste worden genomen. |
c) ten belope van 60 %, de kostprijs van de wegenuitrusting, | c) ten belope van 60 %, de kostprijs van de wegenuitrusting, |
noodzakelijk voor de woningengroep voor zover deze uitrusting de | noodzakelijk voor de woningengroep voor zover deze uitrusting de |
uitvoering of de aanleg van wegen behelst die buiten de woningengroep | uitvoering of de aanleg van wegen behelst die buiten de woningengroep |
gelegen zijn, wanneer deze er langs geen enkele zijde aan grenst. | gelegen zijn, wanneer deze er langs geen enkele zijde aan grenst. |
§ 2. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij neemt niet te | § 2. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij neemt niet te |
haren laste : | haren laste : |
- de kosten voor de versteviging of aanpassing van gebouwen als gevolg | - de kosten voor de versteviging of aanpassing van gebouwen als gevolg |
van de opneming van wegen in de bouw of van de door deze wegen | van de opneming van wegen in de bouw of van de door deze wegen |
veroorzaakte overbelasting; | veroorzaakte overbelasting; |
- de kosten voor de bouw van kunstwerken, zoals bruggen en | - de kosten voor de bouw van kunstwerken, zoals bruggen en |
voetgangersbruggen, waarvan de noodzaak zou voortvloeien uit de | voetgangersbruggen, waarvan de noodzaak zou voortvloeien uit de |
bijzondere inplanting, als gevolg van de aanleg van de wegen. | bijzondere inplanting, als gevolg van de aanleg van de wegen. |
Afdeling 3. - Riolering. | Afdeling 3. - Riolering. |
Art. 51.§ 1. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij kan |
Art. 51.§ 1. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij kan |
de in artikel 19 van de ordonnantie bedoelde rioleringskosten volledig | de in artikel 19 van de ordonnantie bedoelde rioleringskosten volledig |
te haren laste nemen, voor zover deze uitrusting de uitvoering of de | te haren laste nemen, voor zover deze uitrusting de uitvoering of de |
aanleg behelst : | aanleg behelst : |
- van de binnen de woningengroep noodzakelijke riolen voor het | - van de binnen de woningengroep noodzakelijke riolen voor het |
opvangen van het van boven afstromende water en voor het afvoeren van | opvangen van het van boven afstromende water en voor het afvoeren van |
het oppervlaktewater van de gemeenschappelijke gedeelten, met inbegrip | het oppervlaktewater van de gemeenschappelijke gedeelten, met inbegrip |
van de verkeersruimten van de voordien bedoelde ondergrondse garages | van de verkeersruimten van de voordien bedoelde ondergrondse garages |
en van het dakwater, evenals van het huishoudwater, met inbegrip van | en van het dakwater, evenals van het huishoudwater, met inbegrip van |
de spruitleidingen voor de huisaansluitingen, tot de grens van de | de spruitleidingen voor de huisaansluitingen, tot de grens van de |
wegverharding; | wegverharding; |
- van riolen, gelegen buiten de woningengroep, voor zover ze op grond | - van riolen, gelegen buiten de woningengroep, voor zover ze op grond |
van hun kenmerken enkel voor deze woningengroep of de uitbreiding | van hun kenmerken enkel voor deze woningengroep of de uitbreiding |
ervan kunnen worden gebruikt, welke dienen voor de waterafvoer, tot | ervan kunnen worden gebruikt, welke dienen voor de waterafvoer, tot |
aan de dichtsbij gelegen lozingplaats, toegestaan of aangelegd langs | aan de dichtsbij gelegen lozingplaats, toegestaan of aangelegd langs |
de wegen aan de rand van de woningengroep, met inbegrip van de | de wegen aan de rand van de woningengroep, met inbegrip van de |
spruitleidingen, tot de grens van de wegverharding, voor de | spruitleidingen, tot de grens van de wegverharding, voor de |
huisaansluitingen; | huisaansluitingen; |
- voor zover ze enkel bestemd zijn voor de woningengroep en de | - voor zover ze enkel bestemd zijn voor de woningengroep en de |
eventuele uitbreidingen ervan, van de pompstations, stortbekkens, | eventuele uitbreidingen ervan, van de pompstations, stortbekkens, |
zuiveringsstations en andere noodzakelijke voorzieningen voor de | zuiveringsstations en andere noodzakelijke voorzieningen voor de |
normale waterafvoer en ter voorkoming van verontreiniging door | normale waterafvoer en ter voorkoming van verontreiniging door |
afvalwater, ongeacht of deze installaties binnen of buiten de | afvalwater, ongeacht of deze installaties binnen of buiten de |
woningengroep gelegen zijn. | woningengroep gelegen zijn. |
§ 2. Behandelen de in het eerste en tweede lid van de voorafgaande | § 2. Behandelen de in het eerste en tweede lid van de voorafgaande |
paragraaf bedoelde installaties water van andere oorsprong dan van de | paragraaf bedoelde installaties water van andere oorsprong dan van de |
woningengroep, dan komen de kosten van de uitrsuting voor rekening van | woningengroep, dan komen de kosten van de uitrsuting voor rekening van |
de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij in de mate waarin | de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij in de mate waarin |
de installaties waterdebieten behandelen die afkomstig zijn van deze | de installaties waterdebieten behandelen die afkomstig zijn van deze |
groep. | groep. |
Art. 52.De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij neemt niet |
Art. 52.De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij neemt niet |
te haren laste : | te haren laste : |
- de huisaansluitingen voorbij de grens van de wegverharding; | - de huisaansluitingen voorbij de grens van de wegverharding; |
- de verlegging, de herpropilering of de overwelving van waterlopen, | - de verlegging, de herpropilering of de overwelving van waterlopen, |
behalve wanneer daarin voorzien is door een algemeen rioleringsplan. | behalve wanneer daarin voorzien is door een algemeen rioleringsplan. |
Afdeling 4. - Watervoorzieningsinstallatie | Afdeling 4. - Watervoorzieningsinstallatie |
Art. 53.§ 1. Behoudens de kosten ten laste van de betrokken |
Art. 53.§ 1. Behoudens de kosten ten laste van de betrokken |
instellingen kan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij | instellingen kan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij |
alle kosten ten laste nemen voor de in artikel 19 van de ordonnantie | alle kosten ten laste nemen voor de in artikel 19 van de ordonnantie |
bedoelde uitvoering of aanleg : | bedoelde uitvoering of aanleg : |
- binnen de woningengroep, van de nodige leidingen voor de | - binnen de woningengroep, van de nodige leidingen voor de |
drinkwatervoorziening van de woningen, met uitzondering van de | drinkwatervoorziening van de woningen, met uitzondering van de |
huisaanluitingen aan de buitenleidingen; | huisaanluitingen aan de buitenleidingen; |
- buiten de woningengroep, van de wateraanvoerleidingen die omwille | - buiten de woningengroep, van de wateraanvoerleidingen die omwille |
van hun kenmerken voor niets anders worden gebruikt dan voor de | van hun kenmerken voor niets anders worden gebruikt dan voor de |
watervoorziening van de woningengroep en van de eventuele uitbreiding | watervoorziening van de woningengroep en van de eventuele uitbreiding |
ervan; | ervan; |
- de hydranten en de aansluitingen ervan die voor de brandbestrijding | - de hydranten en de aansluitingen ervan die voor de brandbestrijding |
in de woningengroep nodig zijn. | in de woningengroep nodig zijn. |
§ 2. Moeten de in de voorafgaande paragraaf bedoelde leidingen | § 2. Moeten de in de voorafgaande paragraaf bedoelde leidingen |
eveneens dienen om gebouwen en installaties, die niet tot de | eveneens dienen om gebouwen en installaties, die niet tot de |
woningengroep behoren, van water te voorzien, dan neemt de Brusselse | woningengroep behoren, van water te voorzien, dan neemt de Brusselse |
Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij de kosten van de uitrusting te | Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij de kosten van de uitrusting te |
haren laste in evenredigheid tot het waterdebiet van de leidingen ten | haren laste in evenredigheid tot het waterdebiet van de leidingen ten |
behoeve van de woningengroep. | behoeve van de woningengroep. |
§ 3. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij neemt de | § 3. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij neemt de |
binnenleidingen en de hydrofoorgroepen van de appartementsgebouwen | binnenleidingen en de hydrofoorgroepen van de appartementsgebouwen |
niet te haren laste. | niet te haren laste. |
§ 4. De waterleidingsnetten worden ontworpen en uitgevoerd door of | § 4. De waterleidingsnetten worden ontworpen en uitgevoerd door of |
door tussenkomst van de betrokken openbare instellingen, die zorg | door tussenkomst van de betrokken openbare instellingen, die zorg |
dragen voor de exploitatie ervan. Ze mogen met de toestemming van de | dragen voor de exploitatie ervan. Ze mogen met de toestemming van de |
instellingen in de wegenbouw- en rioleringswerken worden opgenomen, in | instellingen in de wegenbouw- en rioleringswerken worden opgenomen, in |
welk geval het ontwerp aan hun goedkeuring wordt onderworpen. | welk geval het ontwerp aan hun goedkeuring wordt onderworpen. |
Afdeling 5. - Aanleg van de omgeving | Afdeling 5. - Aanleg van de omgeving |
Art. 54.§ 1. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij kan |
Art. 54.§ 1. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij kan |
alle kosten ten laste nemen met betrekking tot de in artikel 19 van de | alle kosten ten laste nemen met betrekking tot de in artikel 19 van de |
ordonnantie bedoelde aanleg van de gemeenschappelijke omgeving van de | ordonnantie bedoelde aanleg van de gemeenschappelijke omgeving van de |
woningen, voor zover hierin vervat is : | woningen, voor zover hierin vervat is : |
- het egaliseren en geschiktmaken van de grond, evenals de | - het egaliseren en geschiktmaken van de grond, evenals de |
beplantingen en grasbezaaiingen van de voor de gemeenschappelijk | beplantingen en grasbezaaiingen van de voor de gemeenschappelijk |
gebruik bestemde ruimten met inbegrip van de voetpaden die toegang | gebruik bestemde ruimten met inbegrip van de voetpaden die toegang |
geven tot deze ruimten en het stadsmeubilair, zoals banken, | geven tot deze ruimten en het stadsmeubilair, zoals banken, |
vuilnisbakken, hoekpalen, paaltjes, afsluitingen. | vuilnisbakken, hoekpalen, paaltjes, afsluitingen. |
In de in het eerste lid bedoelde ruimten zijn ook de niet-privatieve | In de in het eerste lid bedoelde ruimten zijn ook de niet-privatieve |
achteruitbouwstroken langs de wegen alsmede de in deze stroken gelegen | achteruitbouwstroken langs de wegen alsmede de in deze stroken gelegen |
gedeelten van de toegangen tot de woningen en de garages begrepen; | gedeelten van de toegangen tot de woningen en de garages begrepen; |
- de steunmuren en trappen die onontbeerlijk zijn. | - de steunmuren en trappen die onontbeerlijk zijn. |
§ 2. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij neemt niet te | § 2. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij neemt niet te |
haren laste : | haren laste : |
- de constructies zoals bruggen en voetgangersbruggen, die het gevolg | - de constructies zoals bruggen en voetgangersbruggen, die het gevolg |
zijn van de localisatie, de conceptie en de inplanting van de gebouwen | zijn van de localisatie, de conceptie en de inplanting van de gebouwen |
of die vereist zijn als gevolg van de geschiktmaking van het terrein | of die vereist zijn als gevolg van de geschiktmaking van het terrein |
voor de bouw ervan; | voor de bouw ervan; |
- de sierelementen die deel uitmaken van de architectonische conceptie | - de sierelementen die deel uitmaken van de architectonische conceptie |
van de woningengroep, zoals fonteinen, beeldhouwwerken, | van de woningengroep, zoals fonteinen, beeldhouwwerken, |
prestigematerialen en -uitrustingen. | prestigematerialen en -uitrustingen. |
Afdeling 6. - Uitrusting in verband met openbare verlichting | Afdeling 6. - Uitrusting in verband met openbare verlichting |
Art. 55.De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij kan de |
Art. 55.De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij kan de |
kosten van de in artikel 19 van de ordonnantie bedoelde uitrusting in | kosten van de in artikel 19 van de ordonnantie bedoelde uitrusting in |
verband met openbare verlichting te haren laste nemen in dezelfde mate | verband met openbare verlichting te haren laste nemen in dezelfde mate |
als de kosten voor de aanleg van wegen, zoals bedoeld in § 1 van het | als de kosten voor de aanleg van wegen, zoals bedoeld in § 1 van het |
artikel betreffende de aanleg van de omgeving en/ of van het artikel | artikel betreffende de aanleg van de omgeving en/ of van het artikel |
betreffende de aanleg van de omgeving. | betreffende de aanleg van de omgeving. |
Art. 56.De studie en de uitvoering van de uitrusting in verband met |
Art. 56.De studie en de uitvoering van de uitrusting in verband met |
openbare verlichting gebeuren door of door tussenkomst van de | openbare verlichting gebeuren door of door tussenkomst van de |
betrokken openbare instellingen die instaan voor de uitbating ervan; | betrokken openbare instellingen die instaan voor de uitbating ervan; |
zij mogen met de goedkeuring van deze instellingen worden opgenomen in | zij mogen met de goedkeuring van deze instellingen worden opgenomen in |
de wegen- en rioleringswerken, in welk geval het ontwerp hen ter | de wegen- en rioleringswerken, in welk geval het ontwerp hen ter |
goedkeuring wordt voorgelegd. | goedkeuring wordt voorgelegd. |
Art. 57.De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij kan de in |
Art. 57.De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij kan de in |
artikel 19, laatste lid, van de ordonnantie bedoelde kosten van de | artikel 19, laatste lid, van de ordonnantie bedoelde kosten van de |
installaties en uitrustingen te haren laste nemen in verhouding tot | installaties en uitrustingen te haren laste nemen in verhouding tot |
het aantal sociale huurders, waarbij het ten laste genomen bedrag 60% | het aantal sociale huurders, waarbij het ten laste genomen bedrag 60% |
van de hogervermelde kosten niet mag overschrijden. | van de hogervermelde kosten niet mag overschrijden. |
Afdeling 7. - Het optreden van een openbare vastgoedmaatschappijen of | Afdeling 7. - Het optreden van een openbare vastgoedmaatschappijen of |
een vereniging van openbare vastgoedmaatschappijen als bouwheer | een vereniging van openbare vastgoedmaatschappijen als bouwheer |
Art. 58.Treden de in artikel 19 van de ordonnantie bedoelde |
Art. 58.Treden de in artikel 19 van de ordonnantie bedoelde |
instellingen bij toepassing van artikel 20 van de ordonnantie als | instellingen bij toepassing van artikel 20 van de ordonnantie als |
bouwheer op van de infrastructuurwerken, dan verstrekt de Brusselse | bouwheer op van de infrastructuurwerken, dan verstrekt de Brusselse |
Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij een tegemoetkoming in de kosten | Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij een tegemoetkoming in de kosten |
op basis van de verhouding, vastgesteld bij toepassing van de | op basis van de verhouding, vastgesteld bij toepassing van de |
voorafgaande artikelen, voor zover het project aan de vereiste | voorafgaande artikelen, voor zover het project aan de vereiste |
goedkeuringen werd onderworpen en de uitvoering van deze uitrustingen | goedkeuringen werd onderworpen en de uitvoering van deze uitrustingen |
mogelijk maakt. | mogelijk maakt. |
Afdeling 8. - De gevallen van niet-tegemoetkoming | Afdeling 8. - De gevallen van niet-tegemoetkoming |
Art. 59.Geven aanleiding tot geen enkele tegemoetkoming vanwege de |
Art. 59.Geven aanleiding tot geen enkele tegemoetkoming vanwege de |
Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij : | Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij : |
1° de toevoegingen en wijzigingen aan de uitrustingen welke | 1° de toevoegingen en wijzigingen aan de uitrustingen welke |
voortvloeien uit een wijziging die aan een project werd aangebracht na | voortvloeien uit een wijziging die aan een project werd aangebracht na |
de goedkeuring ervan, zelfs als deze wijzigingen noodzakelijk zijn | de goedkeuring ervan, zelfs als deze wijzigingen noodzakelijk zijn |
ingevolge nieuwe elementen of omstandigheden; | ingevolge nieuwe elementen of omstandigheden; |
2° de onteigeningskosten van de gronden waarop de werken waarvoor de | 2° de onteigeningskosten van de gronden waarop de werken waarvoor de |
tegemoetkoming van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij | tegemoetkoming van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij |
wordt gevraagdn moeten worden uitgevoerd; | wordt gevraagdn moeten worden uitgevoerd; |
3° de kosten van de werken die het gevolg zijn van de | 3° de kosten van de werken die het gevolg zijn van de |
erfdienstbaarheden waarmede de in 2° bedoelde gronden zijn bezwaard; | erfdienstbaarheden waarmede de in 2° bedoelde gronden zijn bezwaard; |
4° de kosten voor de sloping van bestaande gebouwen, met uitzondering | 4° de kosten voor de sloping van bestaande gebouwen, met uitzondering |
van de bestaande infrastructuuren die moeten gerenoveerd of | van de bestaande infrastructuuren die moeten gerenoveerd of |
heropgebouwd worden bij toepassing van artikel 19, 2 van de | heropgebouwd worden bij toepassing van artikel 19, 2 van de |
ordonnantie. | ordonnantie. |
Afdeling 9. - Toepassingsmodaliteiten | Afdeling 9. - Toepassingsmodaliteiten |
Art. 60.§ 1. Op grond van artikel 19 van de ordonnantie staat de |
Art. 60.§ 1. Op grond van artikel 19 van de ordonnantie staat de |
Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij in voor de | Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij in voor de |
voorbereidende studies en voor de aanbestedeing van de werken waarvan | voorbereidende studies en voor de aanbestedeing van de werken waarvan |
de kosten volledig of ten dele door haar worden gedragen evenals voor | de kosten volledig of ten dele door haar worden gedragen evenals voor |
de leiding van, het toezicht over en de oplevering van deze werken. | de leiding van, het toezicht over en de oplevering van deze werken. |
Indien de voorbereidende studies aan ontwerpers worden toevertrouwd | Indien de voorbereidende studies aan ontwerpers worden toevertrouwd |
die niet tot haar bestuur behoren, staat zij in voor het toezicht | die niet tot haar bestuur behoren, staat zij in voor het toezicht |
hierop en keurt zij de voorontwerpen, ontwerpen en | hierop en keurt zij de voorontwerpen, ontwerpen en |
aanbestedingsdocumenten goed, waartoe deze studies achtereenvolgens | aanbestedingsdocumenten goed, waartoe deze studies achtereenvolgens |
aanleiding geven. | aanleiding geven. |
De ontwerper van de wegen en riolen is een gespecialiseerde raadgevend | De ontwerper van de wegen en riolen is een gespecialiseerde raadgevend |
ingenieur of een studiebureau van gepecialiseerde ingenieurs en wordt | ingenieur of een studiebureau van gepecialiseerde ingenieurs en wordt |
voorgesteld door de gemeente op wier grondgebied de werken zullen | voorgesteld door de gemeente op wier grondgebied de werken zullen |
uitgevoerd worden. | uitgevoerd worden. |
In dit geval bepaalt de Brusselse Gewestelijke | In dit geval bepaalt de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij het barema alsmede de wijze van verdeling en | Huisvestingsmaatschappij het barema alsmede de wijze van verdeling en |
vereffening van de erelonen, toegekend aan de ontwerpers die belast | vereffening van de erelonen, toegekend aan de ontwerpers die belast |
zijn met de studie, de leiding en het toezicht over de werken, waarvan | zijn met de studie, de leiding en het toezicht over de werken, waarvan |
zij de kosten volledig of ten dele draagt. | zij de kosten volledig of ten dele draagt. |
§ 2. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij bepaalt de | § 2. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij bepaalt de |
procedure die aan de betrokken administraties en instellingen worden | procedure die aan de betrokken administraties en instellingen worden |
opgelegd ten einde in alle stadia ervan een perfecte coördinatie te | opgelegd ten einde in alle stadia ervan een perfecte coördinatie te |
verzekeren tussen de studie en de werken betreffende de woningengroep | verzekeren tussen de studie en de werken betreffende de woningengroep |
en de studie en de werken betreffende de daarmee overeenstemmende | en de studie en de werken betreffende de daarmee overeenstemmende |
infrastructuur. | infrastructuur. |
Art. 61.§ 1. Wanneer bij toepassing van artikel 20 van de ordonnantie |
Art. 61.§ 1. Wanneer bij toepassing van artikel 20 van de ordonnantie |
de in artikel 19 van de ordonnantie bedoelde openbare instellingen als | de in artikel 19 van de ordonnantie bedoelde openbare instellingen als |
opdrachtgever van de infrastructuurwerken optreden, moet de aanwijzing | opdrachtgever van de infrastructuurwerken optreden, moet de aanwijzing |
van de personen belast met het opmaken van het ontwerp van de werken | van de personen belast met het opmaken van het ontwerp van de werken |
met betrekking tot de wegen, de riolering, de watervoorziening en de | met betrekking tot de wegen, de riolering, de watervoorziening en de |
aanleg van de omgeving, worden goedgekeurd door de Brusselse | aanleg van de omgeving, worden goedgekeurd door de Brusselse |
Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, op straffe van verval van het | Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, op straffe van verval van het |
recht op de tegemoetkoming ervan in de kosten van deze werken. | recht op de tegemoetkoming ervan in de kosten van deze werken. |
De ontwreper van de wegen en van de riolering is een gespecialiseerde | De ontwreper van de wegen en van de riolering is een gespecialiseerde |
raadgevend ingenieur. | raadgevend ingenieur. |
De ontwerpers dienen de leiding van het het toezicht over deze | De ontwerpers dienen de leiding van het het toezicht over deze |
projecten uit te oefenen. | projecten uit te oefenen. |
§ 2. In het in § 1 bedoelde geval komt de Brusselse Gewestelijke | § 2. In het in § 1 bedoelde geval komt de Brusselse Gewestelijke |
Huisvestingsmaatschappij slechts in de kosten van de werken tegemoet | Huisvestingsmaatschappij slechts in de kosten van de werken tegemoet |
voor zover ze achtereenvolgens een voorontwerp van de werken, een | voor zover ze achtereenvolgens een voorontwerp van de werken, een |
ontwerp van de werken en een volledig dossier, ogpemaakt met het oog | ontwerp van de werken en een volledig dossier, ogpemaakt met het oog |
op de aanbesteding van de werken, goedgekeurd heeft. | op de aanbesteding van de werken, goedgekeurd heeft. |
Na de ontvangst van het voorontwerp formuleert de Brusselse | Na de ontvangst van het voorontwerp formuleert de Brusselse |
Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij haar opmerkingen met het oog op | Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij haar opmerkingen met het oog op |
het opmaken van het definitief ontwerp en legt de modaliteiten vast | het opmaken van het definitief ontwerp en legt de modaliteiten vast |
voor de verdeling van de kosten van de werken. | voor de verdeling van de kosten van de werken. |
Het definitief ontwerp van de werken dient vergezeld te zijn van het | Het definitief ontwerp van de werken dient vergezeld te zijn van het |
bestek met omstandige kostenraming met het oog op de aanbesteding | bestek met omstandige kostenraming met het oog op de aanbesteding |
ervan. | ervan. |
In elke van de stadia van de bovenvermelde procedure komt het | In elke van de stadia van de bovenvermelde procedure komt het |
uitblijven van een beslissing, medegedeed binnen een termijn van 60 | uitblijven van een beslissing, medegedeed binnen een termijn van 60 |
dagen, neer op de goedkeuring ervan. | dagen, neer op de goedkeuring ervan. |
Afdeling 10. - Uitbetalingsmodaliteiten | Afdeling 10. - Uitbetalingsmodaliteiten |
Art. 62.Voor elke categoie van werken is de toelage van de Brusselse |
Art. 62.Voor elke categoie van werken is de toelage van de Brusselse |
Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij forfaitair en wordt zij berekend | Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij forfaitair en wordt zij berekend |
door de in dit besluit vastgestelde percentages of de meest voordelige | door de in dit besluit vastgestelde percentages of de meest voordelige |
weerhouden inschrijving, BTW en contractuele prijsherzieningen | weerhouden inschrijving, BTW en contractuele prijsherzieningen |
inbegrepen. | inbegrepen. |
Art. 63.De toelage voor de voorbereidende studies wordt vastgesteld |
Art. 63.De toelage voor de voorbereidende studies wordt vastgesteld |
op 5 % van de totale kostprijs van de werken welke in aanmerking | op 5 % van de totale kostprijs van de werken welke in aanmerking |
werden genomen voor de toekenning van de toelage. | werden genomen voor de toekenning van de toelage. |
Afdeling 11. - Toekenningsvoorwaarden | Afdeling 11. - Toekenningsvoorwaarden |
Art. 64.§ 1. Opdat artikel 21 van de ordonnantie zou kunnen toegepast |
Art. 64.§ 1. Opdat artikel 21 van de ordonnantie zou kunnen toegepast |
worden, zullen de huurders van een sociale woning voldoen aan de | worden, zullen de huurders van een sociale woning voldoen aan de |
inkomensvoorwaarden, vastgesteld bij artikel 4 van het besluit van de | inkomensvoorwaarden, vastgesteld bij artikel 4 van het besluit van de |
Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de | Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de |
regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de | regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de |
Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare | Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare |
vastgoedmaatschappijen. | vastgoedmaatschappijen. |
§ 2. Opdat artikel 21 van de ordonnantie zou kunnen toegepast worden | § 2. Opdat artikel 21 van de ordonnantie zou kunnen toegepast worden |
moeten de kopers van een met een sociale woning gelijkgestelde woning | moeten de kopers van een met een sociale woning gelijkgestelde woning |
of van een middelgrote woning voldoen aan de voorwaarden bepaald bij | of van een middelgrote woning voldoen aan de voorwaarden bepaald bij |
artikel 2 van het koninklijk besluit van 15 juli 1981 betreffende het | artikel 2 van het koninklijk besluit van 15 juli 1981 betreffende het |
verlenen van de Staatswaarborg voor goede afloop op de terugbetaling | verlenen van de Staatswaarborg voor goede afloop op de terugbetaling |
van hypothecaire leningen, toegestaan voor het bouwen of kopen van | van hypothecaire leningen, toegestaan voor het bouwen of kopen van |
volkswoningen of daarmee gelijkgestelde woningen in het Brussels | volkswoningen of daarmee gelijkgestelde woningen in het Brussels |
Gewest. | Gewest. |
Afdeling 12. - Overdracht van de infrastructuuruitrustingen | Afdeling 12. - Overdracht van de infrastructuuruitrustingen |
Art. 65.De overdracht aan de gemeente van de |
Art. 65.De overdracht aan de gemeente van de |
infrastructuuruitrustingen, bepaald bij artikel 21 van de ordonnantie, | infrastructuuruitrustingen, bepaald bij artikel 21 van de ordonnantie, |
wordt vastegesteld bij akte, opgemaakt door de burgemeester. | wordt vastegesteld bij akte, opgemaakt door de burgemeester. |
Art. 66.Wanneer het gaat om een gewestelijke weg, gebeurt de |
Art. 66.Wanneer het gaat om een gewestelijke weg, gebeurt de |
overdracht aan het Gewest bij een akte, opgemaakt door de Minister van | overdracht aan het Gewest bij een akte, opgemaakt door de Minister van |
Openbare Werken en Verkeer. | Openbare Werken en Verkeer. |
Art. 67.Bij de akte wordt een gedetailleerd plan van het wegennet |
Art. 67.Bij de akte wordt een gedetailleerd plan van het wegennet |
gevoegd. | gevoegd. |
Afdeling 13. - De werken in het kader van herwaarderingsoperaties van | Afdeling 13. - De werken in het kader van herwaarderingsoperaties van |
de wijken | de wijken |
Art. 68.Wanneer de in dit besluit bedoelde werken begrepen zijn in |
Art. 68.Wanneer de in dit besluit bedoelde werken begrepen zijn in |
een herwaarderingsoperatie van wijken krachtens artikelen 4 en 8 van | een herwaarderingsoperatie van wijken krachtens artikelen 4 en 8 van |
de ordonnantie van 7 oktober 1993 houdende organisatie van | de ordonnantie van 7 oktober 1993 houdende organisatie van |
herwaardering van de wijken, beloopt de toelage in al de gevallen 100 | herwaardering van de wijken, beloopt de toelage in al de gevallen 100 |
%. | %. |
Art. 69.De beperkingen, vermeld in afdelingen 2, 3, 5 en 8 van dit |
Art. 69.De beperkingen, vermeld in afdelingen 2, 3, 5 en 8 van dit |
hoofdstuk, zijn niet van toepassing op deze werken. | hoofdstuk, zijn niet van toepassing op deze werken. |
TITEL VIII. - Overgangsbepaling | TITEL VIII. - Overgangsbepaling |
Art. 70.De saldi van de begrotingsartikelen BA. 24.85.35, BA.24.85.36 |
Art. 70.De saldi van de begrotingsartikelen BA. 24.85.35, BA.24.85.36 |
en BA. 24.63.53 worden respectievelijk overgedragen naar de | en BA. 24.63.53 worden respectievelijk overgedragen naar de |
begrotingsartikelen BA. 24.63.54, BA.24.63.56 en BA. 24.63.52 ten | begrotingsartikelen BA. 24.63.54, BA.24.63.56 en BA. 24.63.52 ten |
belope van de bedragen die overeenkomen met de projecten waarvoor de | belope van de bedragen die overeenkomen met de projecten waarvoor de |
krediets- of subsidieaanvraag niet ingediend werd vóór de | krediets- of subsidieaanvraag niet ingediend werd vóór de |
inwerkingtreding van dit besluit. | inwerkingtreding van dit besluit. |
Het saldo van begrotingsartikel BA. 24.85.95 wordt overgedragen naar | Het saldo van begrotingsartikel BA. 24.85.95 wordt overgedragen naar |
begrotingartikel BA. 24.63.54 ten belope van de bedragen die | begrotingartikel BA. 24.63.54 ten belope van de bedragen die |
overeenkomen met de projecten waarvoor de krediets- of | overeenkomen met de projecten waarvoor de krediets- of |
subsidieaanvraag niet ingediend werd vóór de inwerkingtreding van dit | subsidieaanvraag niet ingediend werd vóór de inwerkingtreding van dit |
besluit. | besluit. |
De overgedragen bedragen worden vastgelegd ten belope van 100 % en ten | De overgedragen bedragen worden vastgelegd ten belope van 100 % en ten |
laatste op 1 december 1998 geordonnanceerd en uitbetaald ze moeten | laatste op 1 december 1998 geordonnanceerd en uitbetaald ze moeten |
overeenkomstig de bepalingen van dit besluit gebruikt worden. | overeenkomstig de bepalingen van dit besluit gebruikt worden. |
Het bedrag van de in artikel 2, eerste streepje bedoelde dotatie wordt | Het bedrag van de in artikel 2, eerste streepje bedoelde dotatie wordt |
vermeerderd met het bedrag dat overeenstemt met de projecten van de | vermeerderd met het bedrag dat overeenstemt met de projecten van de |
projecten van het bijkomend investeringsprogramma waarvoor de | projecten van het bijkomend investeringsprogramma waarvoor de |
subsidieaanvraag niet vóór de inwerkingtredingsdatum van dit besluit | subsidieaanvraag niet vóór de inwerkingtredingsdatum van dit besluit |
ingediend werd. | ingediend werd. |
TITEL VIII. - Slotbepalingen | TITEL VIII. - Slotbepalingen |
Art. 71.§ 1. Worden opgeheven : |
Art. 71.§ 1. Worden opgeheven : |
1° het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 | 1° het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 |
december 1993 houdende de regeling van de toekenning van kredieten | december 1993 houdende de regeling van de toekenning van kredieten |
bestemd voor de renovatie van de sociale huisvesting aan de openbare | bestemd voor de renovatie van de sociale huisvesting aan de openbare |
vastgoedmaatschappijen; | vastgoedmaatschappijen; |
2° het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 | 2° het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 |
januari 1994, genomen ter uitvoering van artikelen 19, 20 en 21 van de | januari 1994, genomen ter uitvoering van artikelen 19, 20 en 21 van de |
ordonnantie van 9 september 1993 tot wijziging van de Huisvestingscode | ordonnantie van 9 september 1993 tot wijziging van de Huisvestingscode |
en betreffende de sociale huisvestingssector; | en betreffende de sociale huisvestingssector; |
3° het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 | 3° het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 |
februari 1994 betreffende de modaliteiten van betoelaging van bepaalde | februari 1994 betreffende de modaliteiten van betoelaging van bepaalde |
verwervings-, onteigenings- en slopingskosten van de openbare | verwervings-, onteigenings- en slopingskosten van de openbare |
vastgoedmaatschappijen; | vastgoedmaatschappijen; |
4° het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 maart | 4° het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 maart |
1997 houdende de organisatie van de toekenning van kredieten bestemd | 1997 houdende de organisatie van de toekenning van kredieten bestemd |
voor de renovatie van de sociale huisvesting van de openbare | voor de renovatie van de sociale huisvesting van de openbare |
vastgoedmaatschappijen; | vastgoedmaatschappijen; |
§ 2. De in paragraaf 1 bedoelde besluiten blijven evenwel van | § 2. De in paragraaf 1 bedoelde besluiten blijven evenwel van |
toepassing wat betreft de projecten waarvoor de krediets- of | toepassing wat betreft de projecten waarvoor de krediets- of |
betoelagingsaanvragen vóór de inwerkingtredingsdatum van dit besluit | betoelagingsaanvragen vóór de inwerkingtredingsdatum van dit besluit |
ingediend werden. | ingediend werden. |
Art. 72.De Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
Art. 72.De Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
of de Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd | of de Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd |
voor huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit. | voor huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit. |
Art. 73.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 73.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Brussel, 29 oktober 1998. | Brussel, 29 oktober 1998. |
Door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : | Door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : |
De Minister-Voorzitter, | De Minister-Voorzitter, |
Ch. PICQUE | Ch. PICQUE |
De Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister-Voorzitter, | De Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister-Voorzitter, |
E. TOMAS | E. TOMAS |