Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot organisatie van de dienstopdrachten in het buitenland | Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot organisatie van de dienstopdrachten in het buitenland |
---|---|
MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP |
19 DECEMBER 2013. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap | 19 DECEMBER 2013. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap |
tot organisatie van de dienstopdrachten in het buitenland | tot organisatie van de dienstopdrachten in het buitenland |
De Regering van de Franse Gemeenschap, | De Regering van de Franse Gemeenschap, |
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen, inzonderheid op de artikelen 68 en 69, gewijzigd bij de | instellingen, inzonderheid op de artikelen 68 en 69, gewijzigd bij de |
bijzondere wet van 16 juli 1993 en artikel 87, § 3, vervangen bij de | bijzondere wet van 16 juli 1993 en artikel 87, § 3, vervangen bij de |
bijzondere wet van 8 augustus 1988; | bijzondere wet van 8 augustus 1988; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 juli | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 juli |
2013; | 2013; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 18 juli | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 18 juli |
2013; | 2013; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van |
18 juli 2013; | 18 juli 2013; |
Gelet op het advies nr. 53.844/2/V van de Raad van State, gegeven op | Gelet op het advies nr. 53.844/2/V van de Raad van State, gegeven op |
11 september 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, | 11 september 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, |
van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op de voordracht van de Minister-President, bevoegd voor de | Op de voordracht van de Minister-President, bevoegd voor de |
internationale betrekkingen, en van de Minister van Ambtenarenzaken; | internationale betrekkingen, en van de Minister van Ambtenarenzaken; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en definities | HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en definities |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de reizen in het |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de reizen in het |
buitenland om dienstredenen, ten laste gelegd van de begroting van de | buitenland om dienstredenen, ten laste gelegd van de begroting van de |
Franse Gemeenschap of van de instelling van openbaar nut van categorie | Franse Gemeenschap of van de instelling van openbaar nut van categorie |
A, gedaan door een opdrachthouder, met uitzondering van de | A, gedaan door een opdrachthouder, met uitzondering van de |
opleidingsopdrachten in het buitenland. | opleidingsopdrachten in het buitenland. |
Art. 2.Wordt verstaan onder : |
Art. 2.Wordt verstaan onder : |
1° opdracht in het kader van het beleid inzake internationale | 1° opdracht in het kader van het beleid inzake internationale |
betrekkingen : elke reis naar het buitenland die ofwel de | betrekkingen : elke reis naar het buitenland die ofwel de |
voorbereiding of de uitvoering van de bilaterale akkoorden waardoor de | voorbereiding of de uitvoering van de bilaterale akkoorden waardoor de |
Franse Gemeenschap verbonden is, ofwel de deelneming van de Franse | Franse Gemeenschap verbonden is, ofwel de deelneming van de Franse |
Gemeenschap aan de uitoefening van haar bevoegdheden in een | Gemeenschap aan de uitoefening van haar bevoegdheden in een |
multilateraal kader, ofwel de internationale promotie van de Franse | multilateraal kader, ofwel de internationale promotie van de Franse |
Gemeenschap, ofwel het ontwerpen of uitvoeren van elke vorm van | Gemeenschap, ofwel het ontwerpen of uitvoeren van elke vorm van |
internationale samenwerking die de actoren van de Franse Gemeenschap | internationale samenwerking die de actoren van de Franse Gemeenschap |
betreffen, rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel heeft. | betreffen, rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel heeft. |
2° opdracht met een technisch karakter : elke reis naar het buitenland | 2° opdracht met een technisch karakter : elke reis naar het buitenland |
in verband met de dienst, die wordt gedaan met het oog op het | in verband met de dienst, die wordt gedaan met het oog op het |
deelnemen aan acties of manifestaties die niet beantwoorden aan de | deelnemen aan acties of manifestaties die niet beantwoorden aan de |
doelstellingen bedoeld in 1°, met uitzondering van de | doelstellingen bedoeld in 1°, met uitzondering van de |
opleidingsopdrachten in het buitenland; | opleidingsopdrachten in het buitenland; |
3° instelling : de ministeriële kabinetten, de diensten van de | 3° instelling : de ministeriële kabinetten, de diensten van de |
Regering van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut | Regering van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut |
van categorie A, opgesomd in artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 | van categorie A, opgesomd in artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 |
betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, die | betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, die |
onder de Franse Gemeenschap ressorteren; | onder de Franse Gemeenschap ressorteren; |
4° leidend ambtenaar : de ambtenaar-generaal die de leiding heeft van | 4° leidend ambtenaar : de ambtenaar-generaal die de leiding heeft van |
de instelling die de opdracht financiert of elke andere ambtenaar die | de instelling die de opdracht financiert of elke andere ambtenaar die |
binnen de instelling die bevoegdheid uitoefent; | binnen de instelling die bevoegdheid uitoefent; |
5° opdrachthouder : de persoon die een opdracht in het buitenland | 5° opdrachthouder : de persoon die een opdracht in het buitenland |
uitoefent, als lid van de Regering, personeelslid van de instelling, | uitoefent, als lid van de Regering, personeelslid van de instelling, |
of externe deskundige; | of externe deskundige; |
6° externe deskundige : iedere persoon die niet behoort tot | 6° externe deskundige : iedere persoon die niet behoort tot |
ministeriële kabinetten en instellingen, die ermee belast wordt, in | ministeriële kabinetten en instellingen, die ermee belast wordt, in |
het buitenland, een bijzondere opdracht als deskundige uit te oefenen | het buitenland, een bijzondere opdracht als deskundige uit te oefenen |
voor de Franse Gemeenschap en niet voor de instelling of de | voor de Franse Gemeenschap en niet voor de instelling of de |
maatschappij waaronder ze ressorteert; | maatschappij waaronder ze ressorteert; |
7° WBI : "Wallonie-Bruxelles International", zoals bedoeld bij het | 7° WBI : "Wallonie-Bruxelles International", zoals bedoeld bij het |
samenwerkingsakkoord van 20 maart 2008 tussen de Franse Gemeenschap, | samenwerkingsakkoord van 20 maart 2008 tussen de Franse Gemeenschap, |
het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels | het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest tot oprichting van een gemeenschappelijke | Hoofdstedelijk Gewest tot oprichting van een gemeenschappelijke |
entiteit voor de internationale betrekkingen "Wallonie-Bruxelles". | entiteit voor de internationale betrekkingen "Wallonie-Bruxelles". |
HOOFDSTUK 2. - Toelating van de opdracht | HOOFDSTUK 2. - Toelating van de opdracht |
Art. 3.Onverminderd artikel 7, wordt een aanvraag om opdrachtbrief |
Art. 3.Onverminderd artikel 7, wordt een aanvraag om opdrachtbrief |
ingediend voor elke dienstreis naar het buitenland, door het formulier | ingediend voor elke dienstreis naar het buitenland, door het formulier |
voor opdrachtbrief in te vullen waarvan het model wordt vastgesteld | voor opdrachtbrief in te vullen waarvan het model wordt vastgesteld |
door de minister bevoegd voor de internationale betrekkingen. | door de minister bevoegd voor de internationale betrekkingen. |
Het formulier wordt uiterlijk de vijftiende dag vóór het vertrek voor | Het formulier wordt uiterlijk de vijftiende dag vóór het vertrek voor |
de opdracht voorgelegd aan de overheid die ertoe wordt gemachtigd de | de opdracht voorgelegd aan de overheid die ertoe wordt gemachtigd de |
opdracht krachtens dit besluit toe te laten. | opdracht krachtens dit besluit toe te laten. |
Als die termijn op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag | Als die termijn op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag |
verstrijkt, wordt hij naar de daaropvolgende werkdag verlengd. | verstrijkt, wordt hij naar de daaropvolgende werkdag verlengd. |
Behalve voor behoorlijk met redenen omklede uitzonderlijke gevallen, | Behalve voor behoorlijk met redenen omklede uitzonderlijke gevallen, |
brengen de niet-naleving van de indieningstermijn of het niet-invullen | brengen de niet-naleving van de indieningstermijn of het niet-invullen |
van één van de rubrieken van de aanvraag om opdracht of de | van één van de rubrieken van de aanvraag om opdracht of de |
niet-inaanmerkingneming van de vereiste adviezen of toelatingen, de | niet-inaanmerkingneming van de vereiste adviezen of toelatingen, de |
weigering van de storting van een geldvoorschot aan de opdrachthouder | weigering van de storting van een geldvoorschot aan de opdrachthouder |
met zich mede. | met zich mede. |
Art. 4.§ 1. Wat de opdrachten betreft die in het kader van het beleid |
Art. 4.§ 1. Wat de opdrachten betreft die in het kader van het beleid |
inzake internationale betrekkingen worden uitgeoefend, wordt het in | inzake internationale betrekkingen worden uitgeoefend, wordt het in |
artikel 3 van dit besluit bedoelde formulier ingediend bij de minister | artikel 3 van dit besluit bedoelde formulier ingediend bij de minister |
bevoegd voor de internationale betrekkingen. Er wordt een afschrift | bevoegd voor de internationale betrekkingen. Er wordt een afschrift |
van dat formulier aan de Minister-President en aan WBI overgezonden. | van dat formulier aan de Minister-President en aan WBI overgezonden. |
De minister bevoegd voor de internationale betrekkingen beslist over | De minister bevoegd voor de internationale betrekkingen beslist over |
de opportuniteit van de opdracht op het vlak van de internationale | de opportuniteit van de opdracht op het vlak van de internationale |
betrekkingen. | betrekkingen. |
§ 2. Als de begrotingsvooruitzichten voor de opdracht hoger zijn dan | § 2. Als de begrotingsvooruitzichten voor de opdracht hoger zijn dan |
de beperkingen van de delegaties die aan de leidend ambtenaar worden | de beperkingen van de delegaties die aan de leidend ambtenaar worden |
toegekend, keurt de minister belast met de internationale betrekkingen | toegekend, keurt de minister belast met de internationale betrekkingen |
de kosten van de opdracht goed. Zo niet, dan worden de | de kosten van de opdracht goed. Zo niet, dan worden de |
begrotingsaspecten door de leidend ambtenaar goedgekeurd. | begrotingsaspecten door de leidend ambtenaar goedgekeurd. |
§ 3. Van de beslissing van de minister belast met de internationale | § 3. Van de beslissing van de minister belast met de internationale |
betrekkingen wordt kennis gegeven aan de leidend ambtenaar die de | betrekkingen wordt kennis gegeven aan de leidend ambtenaar die de |
aanvraag heeft ingediend. Er wordt een afschrift aan WBI overgezonden. | aanvraag heeft ingediend. Er wordt een afschrift aan WBI overgezonden. |
§ 4. Wanneer de aanvraag om opdrachtbrief wordt goedgekeurd, wordt de | § 4. Wanneer de aanvraag om opdrachtbrief wordt goedgekeurd, wordt de |
opdrachtbrief definitief en wordt hij aan de opdrachthouder vóór zijn | opdrachtbrief definitief en wordt hij aan de opdrachthouder vóór zijn |
vertrek meegedeeld. | vertrek meegedeeld. |
Art. 5.De aanvragen om opdracht met een technisch karakter worden |
Art. 5.De aanvragen om opdracht met een technisch karakter worden |
door de leidend ambtenaar toegelaten wanneer die de perken van de | door de leidend ambtenaar toegelaten wanneer die de perken van de |
toegekende delegaties niet overschrijden. Zo niet, wordt de toelating | toegekende delegaties niet overschrijden. Zo niet, wordt de toelating |
verleend door de betrokken functionele minister, die er de | verleend door de betrokken functionele minister, die er de |
begrotingsvooruitzichten van goedkeurt. Elke goedkeuring of weigering | begrotingsvooruitzichten van goedkeurt. Elke goedkeuring of weigering |
wordt aan de leidend ambtenaar van de aanvragende instelling, met | wordt aan de leidend ambtenaar van de aanvragende instelling, met |
informatie aan WBI, meegedeeld. | informatie aan WBI, meegedeeld. |
Wanneer de aanvraag om opdrachtbrief wordt goedgekeurd, wordt de | Wanneer de aanvraag om opdrachtbrief wordt goedgekeurd, wordt de |
opdrachtbrief definitief en wordt hij aan de opdrachthouder meegedeeld | opdrachtbrief definitief en wordt hij aan de opdrachthouder meegedeeld |
vóór zijn vertrek. | vóór zijn vertrek. |
Art. 6.Elk advies of elke goedkeuring van de minister of van de |
Art. 6.Elk advies of elke goedkeuring van de minister of van de |
leidend ambtenaar, dat/die krachtens de artikelen 4 en 5 vereist is en | leidend ambtenaar, dat/die krachtens de artikelen 4 en 5 vereist is en |
dat/die niet binnen tien dagen na de ontvangst van de opdrachtaanvraag | dat/die niet binnen tien dagen na de ontvangst van de opdrachtaanvraag |
wordt meegedeeld, wordt als gunstig of verleend geacht. | wordt meegedeeld, wordt als gunstig of verleend geacht. |
Als die termijn op een zaterdag, een zondag of een feestelijke | Als die termijn op een zaterdag, een zondag of een feestelijke |
feestdag verstrijkt, wordt die naar de daaropvolgende dag verlengd. | feestdag verstrijkt, wordt die naar de daaropvolgende dag verlengd. |
Art. 7.Een aanvraag om opdrachtbrief wordt door de betrokken minister |
Art. 7.Een aanvraag om opdrachtbrief wordt door de betrokken minister |
opgesteld voor elke opdracht in het buitenland die wordt uitgevoerd | opgesteld voor elke opdracht in het buitenland die wordt uitgevoerd |
door hem zelf, een lid van zijn kabinet of een externe deskundige, | door hem zelf, een lid van zijn kabinet of een externe deskundige, |
door het formulier van opdrachtbrief in te vullen waarvan het model | door het formulier van opdrachtbrief in te vullen waarvan het model |
wordt vastgesteld door de minister bevoegd voor de internationale | wordt vastgesteld door de minister bevoegd voor de internationale |
betrekkingen. | betrekkingen. |
De aanvraag om opdrachtbrief wordt aan de Minister-President en aan de | De aanvraag om opdrachtbrief wordt aan de Minister-President en aan de |
minister bevoegd voor de internationale betrekkingen uiterlijk de | minister bevoegd voor de internationale betrekkingen uiterlijk de |
tiende dag voorafgaand aan het vertrek voor de opdracht meegedeeld. | tiende dag voorafgaand aan het vertrek voor de opdracht meegedeeld. |
Indien de termijn op een zaterdag, een zondag of een wettelijke | Indien de termijn op een zaterdag, een zondag of een wettelijke |
feestdag verstrijkt, wordt hij naar de daaropvolgende dag verlengd. | feestdag verstrijkt, wordt hij naar de daaropvolgende dag verlengd. |
De Minister-President en de minister bevoegd voor de internationale | De Minister-President en de minister bevoegd voor de internationale |
betrekkingen keuren de aanvraag goed binnen de vijf werkdagen te | betrekkingen keuren de aanvraag goed binnen de vijf werkdagen te |
rekenen vanaf de ontvangst van de aanvraag. Als er geen mededeling | rekenen vanaf de ontvangst van de aanvraag. Als er geen mededeling |
binnen die termijn wordt uitgevoerd, wordt de aanvraag als goedgekeurd | binnen die termijn wordt uitgevoerd, wordt de aanvraag als goedgekeurd |
geacht. | geacht. |
Minstens vijfenzeventig procent van het programma van een opdracht van | Minstens vijfenzeventig procent van het programma van een opdracht van |
een minister of van een opdracht van medewerkers van een minister moet | een minister of van een opdracht van medewerkers van een minister moet |
ontmoetingen met een officieel karakter inhouden. | ontmoetingen met een officieel karakter inhouden. |
Iedere minister mag door drie leden van zijn kabinet worden begeleid, | Iedere minister mag door drie leden van zijn kabinet worden begeleid, |
behoudens een met redenen omklede uitzondering die wordt aanvaard door | behoudens een met redenen omklede uitzondering die wordt aanvaard door |
de Minister-President en de minister bevoegd voor de internationale | de Minister-President en de minister bevoegd voor de internationale |
betrekkingen. | betrekkingen. |
Over elke opdracht bedoeld in het eerste lid wordt een verslag aan de | Over elke opdracht bedoeld in het eerste lid wordt een verslag aan de |
Regering voorgelegd. | Regering voorgelegd. |
HOOFDSTUK 3. - Duur van de opdrachten | HOOFDSTUK 3. - Duur van de opdrachten |
Art. 8.§ 1. De duur van de opdrachten naar het buitenland die binnen |
Art. 8.§ 1. De duur van de opdrachten naar het buitenland die binnen |
een straal van 400 kilometer, met een vervoermiddel op de weg, of op | een straal van 400 kilometer, met een vervoermiddel op de weg, of op |
minder dan twee uur vliegen, worden uitgevoerd, wordt beperkt tot de | minder dan twee uur vliegen, worden uitgevoerd, wordt beperkt tot de |
duur van het programma van de opdracht, behoudens afwijking. | duur van het programma van de opdracht, behoudens afwijking. |
§ 2. De opdrachten naar het buitenland die binnen een straal van | § 2. De opdrachten naar het buitenland die binnen een straal van |
tussen 400 en 2 000 kilometer met een vervoermiddel op de weg, of op | tussen 400 en 2 000 kilometer met een vervoermiddel op de weg, of op |
meer dan twee uur vliegen, worden uitgevoerd, beginnen ten vroegste op | meer dan twee uur vliegen, worden uitgevoerd, beginnen ten vroegste op |
de avond van de dag vóór de eerste dag van het programma van de | de avond van de dag vóór de eerste dag van het programma van de |
opdracht en eindigen uiterlijk op de morgen van de laatste dag van het | opdracht en eindigen uiterlijk op de morgen van de laatste dag van het |
programma van de opdracht. | programma van de opdracht. |
§ 3. Buiten 2 000 kilometer of in geval van een tijdsverschil van meer | § 3. Buiten 2 000 kilometer of in geval van een tijdsverschil van meer |
dan drie uur, begint de opdracht ideaal de dag vóór de eerste dag van | dan drie uur, begint de opdracht ideaal de dag vóór de eerste dag van |
het programma van de opdracht en eindigt de dag na de laatste dag van | het programma van de opdracht en eindigt de dag na de laatste dag van |
het programma van de opdracht, rekening houdend met de beschikbare | het programma van de opdracht, rekening houdend met de beschikbare |
vluchttijden. | vluchttijden. |
Elke behoorlijk met redenen omklede aanvraag wordt ingediend bij de | Elke behoorlijk met redenen omklede aanvraag wordt ingediend bij de |
aanvraag om opdrachtbrief. | aanvraag om opdrachtbrief. |
HOOFDSTUK 4. - In aanmerking komende kosten | HOOFDSTUK 4. - In aanmerking komende kosten |
Art. 9.§ 1. De overheid die ertoe wordt gemachtigd de |
Art. 9.§ 1. De overheid die ertoe wordt gemachtigd de |
begrotingsvooruitzichten voor de opdracht krachtens de artikelen 4, § | begrotingsvooruitzichten voor de opdracht krachtens de artikelen 4, § |
2 en 5, goed te keuren, stelt het te gebruiken vervoermiddel vast, | 2 en 5, goed te keuren, stelt het te gebruiken vervoermiddel vast, |
rekening houdend met de doelstellingen en de nadere regels voor de | rekening houdend met de doelstellingen en de nadere regels voor de |
opdracht en volgens de hierna bepaalde regels. Ze bepaalt de duur van | opdracht en volgens de hierna bepaalde regels. Ze bepaalt de duur van |
de opdracht in het buitenland. Voor zover de reis naar het buitenland | de opdracht in het buitenland. Voor zover de reis naar het buitenland |
geschiedt met het vervoermiddel dat het minst duur is voor de | geschiedt met het vervoermiddel dat het minst duur is voor de |
Schatkist en het meest ecologische vervoermiddel wordt gekozen, | Schatkist en het meest ecologische vervoermiddel wordt gekozen, |
wanneer verschillende vervoermiddelen met gelijke kosten mogelijk | wanneer verschillende vervoermiddelen met gelijke kosten mogelijk |
zijn, kunnen de volgende vervoermiddelen worden gebruikt : | zijn, kunnen de volgende vervoermiddelen worden gebruikt : |
1° de trein : de opdrachthouder heeft recht op een biljet eerste | 1° de trein : de opdrachthouder heeft recht op een biljet eerste |
klasse; indien deze reis gedeeltelijk 's nachts geschiedt, kan de | klasse; indien deze reis gedeeltelijk 's nachts geschiedt, kan de |
opdrachthouder een slaapplaats reserveren waarvan de bijkomende kosten | opdrachthouder een slaapplaats reserveren waarvan de bijkomende kosten |
ten laste worden genomen in het kader van in aanmerking komende | ten laste worden genomen in het kader van in aanmerking komende |
kosten; | kosten; |
2° het vliegtuig : de dienstreizen per vliegtuig geschieden in de | 2° het vliegtuig : de dienstreizen per vliegtuig geschieden in de |
economische klasse; | economische klasse; |
3° de privé wagen : voor de reizen in Europa in de aangrenzende landen | 3° de privé wagen : voor de reizen in Europa in de aangrenzende landen |
en buiten de aangrenzende landen, voor zover het afstand heen- en | en buiten de aangrenzende landen, voor zover het afstand heen- en |
terug niet meer dan tweeduizend kilometer bedraagt, kan het gebruik | terug niet meer dan tweeduizend kilometer bedraagt, kan het gebruik |
van de privé wagen worden toegelaten. In dat geval, wordt de | van de privé wagen worden toegelaten. In dat geval, wordt de |
vergoeding beperkt tot de gemiddelde prijs van het normaal voorziene | vergoeding beperkt tot de gemiddelde prijs van het normaal voorziene |
vervoermiddel, dit is de trein of het vliegtuig, eventueel te | vervoermiddel, dit is de trein of het vliegtuig, eventueel te |
vermenigvuldigen met het aantal personen die aan de opdracht deelnemen | vermenigvuldigen met het aantal personen die aan de opdracht deelnemen |
en die deze wagen gebruiken. Die vergoeding kan echter niet hoger zijn | en die deze wagen gebruiken. Die vergoeding kan echter niet hoger zijn |
dan deze die wordt toegekend voor de reizen met de wagen voortvloeiend | dan deze die wordt toegekend voor de reizen met de wagen voortvloeiend |
uit de toepassing van de bepalingen houdende algemene regeling inzake | uit de toepassing van de bepalingen houdende algemene regeling inzake |
reiskosten; | reiskosten; |
4° het schip : de kosten van een reis met een schip worden ten laste | 4° het schip : de kosten van een reis met een schip worden ten laste |
genomen in verhouding tot het maximum van het bedrag dat overeenstemt | genomen in verhouding tot het maximum van het bedrag dat overeenstemt |
met het laagste vluchttarief van een regelmatige maatschappij; bij | met het laagste vluchttarief van een regelmatige maatschappij; bij |
combinatie van een dienstreis met een privé wagen en een schip, | combinatie van een dienstreis met een privé wagen en een schip, |
blijven de hiervoor vermelde bepalingen van toepassing. | blijven de hiervoor vermelde bepalingen van toepassing. |
§ 2. In afwijking van 2° van § 1 : | § 2. In afwijking van 2° van § 1 : |
1° worden de business class vluchten toegelaten voor de ministers voor | 1° worden de business class vluchten toegelaten voor de ministers voor |
de vluchten met een duur van vijf uur of een kortere duur maar die een | de vluchten met een duur van vijf uur of een kortere duur maar die een |
tijdsverschil van minstens drie uur vertonen; | tijdsverschil van minstens drie uur vertonen; |
2° onverminderd 1°, worden de vluchten van meer dan zeven uur en | 2° onverminderd 1°, worden de vluchten van meer dan zeven uur en |
dertig minuten toegelaten in een business class op de dubbele | dertig minuten toegelaten in een business class op de dubbele |
voorwaarde dat één van de vluchten (heen en terug) eindigt de dag na | voorwaarde dat één van de vluchten (heen en terug) eindigt de dag na |
het begin van de dienstopdracht en dat de duur van de dienstopdracht | het begin van de dienstopdracht en dat de duur van de dienstopdracht |
vijf werkdagen niet overschrijdt; | vijf werkdagen niet overschrijdt; |
3° onverminderd 1°, worden de vluchten van meer dan dertien uur in een | 3° onverminderd 1°, worden de vluchten van meer dan dertien uur in een |
business class toegelaten; | business class toegelaten; |
4° onverminderd 1°, worden de business class vluchten toegelaten in de | 4° onverminderd 1°, worden de business class vluchten toegelaten in de |
volgende gevallen : | volgende gevallen : |
a) de opdrachthouder wordt getroffen door een lichamelijke handicap | a) de opdrachthouder wordt getroffen door een lichamelijke handicap |
die door een medisch attest wordt gestaafd; | die door een medisch attest wordt gestaafd; |
b) uitzonderlijke omstandigheden waarbij de overheid die bevoegd is om | b) uitzonderlijke omstandigheden waarbij de overheid die bevoegd is om |
de uitgave goed te keuren, die toelaat. | de uitgave goed te keuren, die toelaat. |
§ 3. De reiskosten worden bij voorkeur aan de schuldenaar rechtstreeks | § 3. De reiskosten worden bij voorkeur aan de schuldenaar rechtstreeks |
uitbetaald door de instelling op overleggen van facturen. Wanneer de | uitbetaald door de instelling op overleggen van facturen. Wanneer de |
uitgestelde uitbetaling niet mogelijk is, geniet de opdrachthouder het | uitgestelde uitbetaling niet mogelijk is, geniet de opdrachthouder het |
in artikel 13 bepaalde geldvoorschot. | in artikel 13 bepaalde geldvoorschot. |
Art. 10.Voor zover het vervoermiddel dat het minst duur is voor de |
Art. 10.Voor zover het vervoermiddel dat het minst duur is voor de |
Schatkist gebruikt wordt voor de lokale reizen, de reizen heen en | Schatkist gebruikt wordt voor de lokale reizen, de reizen heen en |
terug van de luchthaven, het station of de haven naar de | terug van de luchthaven, het station of de haven naar de |
huisvestingsplaats of de plaats waar de opdracht wordt uitgeoefend, | huisvestingsplaats of de plaats waar de opdracht wordt uitgeoefend, |
worden de kosten voor het bewaken van auto's in de luchthaven, in het | worden de kosten voor het bewaken van auto's in de luchthaven, in het |
vertrekstation of in de haven, waarbij de luchthaventaksen niet in de | vertrekstation of in de haven, waarbij de luchthaventaksen niet in de |
prijs van het biljet worden inbegrepen, de visumkosten en de kosten | prijs van het biljet worden inbegrepen, de visumkosten en de kosten |
voor verplichte vaccins, terugbetaald aan de opdrachthouder, op | voor verplichte vaccins, terugbetaald aan de opdrachthouder, op |
overleggen van bewijsstukken. | overleggen van bewijsstukken. |
Art. 11.De inschrijvingskosten, de hotelkosten die beperkt zijn tot |
Art. 11.De inschrijvingskosten, de hotelkosten die beperkt zijn tot |
de overnachting en het ontbijt alsook de eventuele kosten voor het | de overnachting en het ontbijt alsook de eventuele kosten voor het |
bewaken door de hotel van het voertuig dat door de opdrachthouder | bewaken door de hotel van het voertuig dat door de opdrachthouder |
wordt gebruikt, worden aan hem terugbetaald op overleggen van | wordt gebruikt, worden aan hem terugbetaald op overleggen van |
bewijsstukken. Het bedrag van de huisvestingskosten, met uitsluiting | bewijsstukken. Het bedrag van de huisvestingskosten, met uitsluiting |
van het ontbijt, kan, volgens de geografische bestemming van de | van het ontbijt, kan, volgens de geografische bestemming van de |
opdracht, niet hoger zijn dan de maximale huisvestingsvergoeding | opdracht, niet hoger zijn dan de maximale huisvestingsvergoeding |
bepaald door de FOD Buitenlandse Zaken (bedrag in euro) onverminderd | bepaald door de FOD Buitenlandse Zaken (bedrag in euro) onverminderd |
artikel 18. | artikel 18. |
Behoudens bij dringende gevallen, worden de reservatie en de | Behoudens bij dringende gevallen, worden de reservatie en de |
inschrijvingskosten betaald door de instelling die de opdracht | inschrijvingskosten betaald door de instelling die de opdracht |
financiert. | financiert. |
Art. 12.De opdrachthouder ontvangt een vaste vergoeding voor |
Art. 12.De opdrachthouder ontvangt een vaste vergoeding voor |
verblijfskosten. Die verblijfsvergoeding is verschuldigd per schijf | verblijfskosten. Die verblijfsvergoeding is verschuldigd per schijf |
van vierentwintig uur, die met minstens zes uur wordt aangesneden, | van vierentwintig uur, die met minstens zes uur wordt aangesneden, |
waarbij de reisdagen in de duur van het verblijf worden meegerekend. | waarbij de reisdagen in de duur van het verblijf worden meegerekend. |
Het bedrag van de verblijfsvergoeding, berekend op grond van de | Het bedrag van de verblijfsvergoeding, berekend op grond van de |
geografische bestemming van de opdracht, wordt vastgesteld | geografische bestemming van de opdracht, wordt vastgesteld |
overeenkomstig de bepalingen die gelden in de FOD Buitenlandse Zaken. | overeenkomstig de bepalingen die gelden in de FOD Buitenlandse Zaken. |
De waarde van de werkgeversbijdrage van de maaltijdcheque die de | De waarde van de werkgeversbijdrage van de maaltijdcheque die de |
opdrachthouder eventueel geniet, wordt afgetrokken van de vaste | opdrachthouder eventueel geniet, wordt afgetrokken van de vaste |
verblijfsvergoeding. | verblijfsvergoeding. |
Als alle verblijfskosten die normaal door de verblijfsvergoeding | Als alle verblijfskosten die normaal door de verblijfsvergoeding |
worden gedekt, worden betaald door de partij die de opdracht onthaalt | worden gedekt, worden betaald door de partij die de opdracht onthaalt |
of door organisatoren van een evenement of door de instelling zelf, | of door organisatoren van een evenement of door de instelling zelf, |
wordt die vergoeding niet toegekend. | wordt die vergoeding niet toegekend. |
Als een deel van de verblijfskosten die normaal door de | Als een deel van de verblijfskosten die normaal door de |
verblijfsvergoeding worden gedekt, worden betaald door de partij die | verblijfsvergoeding worden gedekt, worden betaald door de partij die |
de opdracht onthaalt of door organisatoren van een manifestatie of | de opdracht onthaalt of door organisatoren van een manifestatie of |
door de instelling zelf, wordt die vergoeding in verhouding tot | door de instelling zelf, wordt die vergoeding in verhouding tot |
vijftig procent van haar waarde verminderd. | vijftig procent van haar waarde verminderd. |
De vaste verblijfsvergoeding bedoeld in het eerste lid dat wordt | De vaste verblijfsvergoeding bedoeld in het eerste lid dat wordt |
toegekend aan een lid van een Ministerieel Kabinet dat een jaarlijkse | toegekend aan een lid van een Ministerieel Kabinet dat een jaarlijkse |
vaste vergoeding wegens verblijfskosten geniet, wordt verminderd met | vaste vergoeding wegens verblijfskosten geniet, wordt verminderd met |
een bedrag dat overeenstemt met 1/30ste van de jaarlijkse vaste | een bedrag dat overeenstemt met 1/30ste van de jaarlijkse vaste |
vergoeding die maandelijks wordt uitbetaald. | vergoeding die maandelijks wordt uitbetaald. |
Als een vergoeding door de onthaalpartij wordt gestort, moet ze van de | Als een vergoeding door de onthaalpartij wordt gestort, moet ze van de |
opdrachtkosten worden afgetrokken. | opdrachtkosten worden afgetrokken. |
Art. 13.De opdrachthouder ontvangt een geldvoorschot dat gelijk is |
Art. 13.De opdrachthouder ontvangt een geldvoorschot dat gelijk is |
aan de uitgaven vastgelegd in de opdrachtbrief en dat door de leidend | aan de uitgaven vastgelegd in de opdrachtbrief en dat door de leidend |
ambtenaar kan worden beperkt tot minstens vijfenzeventig procent. | ambtenaar kan worden beperkt tot minstens vijfenzeventig procent. |
De ministers stellen zelf het bedrag van de geldvoorschotten vast die | De ministers stellen zelf het bedrag van de geldvoorschotten vast die |
ze naar hun mening persoonlijk moeten kunnen genieten om hun kosten te | ze naar hun mening persoonlijk moeten kunnen genieten om hun kosten te |
dekken. | dekken. |
Art. 14.Wanneer het voorzien is dat de opdrachthouder ter plaatse |
Art. 14.Wanneer het voorzien is dat de opdrachthouder ter plaatse |
aanzienlijke uitgaven zal moeten doen die eigen zijn aan de opdracht | aanzienlijke uitgaven zal moeten doen die eigen zijn aan de opdracht |
(receptie, geschenken, persuitgaven, huren van een auto, ...), kan hem | (receptie, geschenken, persuitgaven, huren van een auto, ...), kan hem |
een geldvoorschot voor uitzonderlijke uitgaven worden toegekend. Die | een geldvoorschot voor uitzonderlijke uitgaven worden toegekend. Die |
uitgaven moeten voorspelbaar zijn en bijgevolg in de opdrachtbrief | uitgaven moeten voorspelbaar zijn en bijgevolg in de opdrachtbrief |
correct worden geëvalueerd. | correct worden geëvalueerd. |
HOOFDSTUK 5. - Aflegging van de rekeningen | HOOFDSTUK 5. - Aflegging van de rekeningen |
Art. 15.Binnen een termijn van zestig dagen na de terugkeer uit de |
Art. 15.Binnen een termijn van zestig dagen na de terugkeer uit de |
opdracht en na de verificatie bedoeld in artikel 18, deelt de | opdracht en na de verificatie bedoeld in artikel 18, deelt de |
opdrachthouder, in voorkomend geval, aan de leidend ambtenaar of aan | opdrachthouder, in voorkomend geval, aan de leidend ambtenaar of aan |
het lid van de Regering waaronder het ressorteert de afrekening van de | het lid van de Regering waaronder het ressorteert de afrekening van de |
opdrachtkosten mee, door een formulier "afrekening van de | opdrachtkosten mee, door een formulier "afrekening van de |
opdrachtkosten" in te vullen, waarvan het model wordt vastgesteld door | opdrachtkosten" in te vullen, waarvan het model wordt vastgesteld door |
de minister bevoegd voor de internationale betrekkingen. Na | de minister bevoegd voor de internationale betrekkingen. Na |
goedkeuring zendt de leidend ambtenaar of het lid van de Regering die | goedkeuring zendt de leidend ambtenaar of het lid van de Regering die |
over aan de boekhouddienst die op het formulier wordt vermeld. | over aan de boekhouddienst die op het formulier wordt vermeld. |
Wanneer de opdrachthouder een lid van de Regering is, wordt de | Wanneer de opdrachthouder een lid van de Regering is, wordt de |
afrekening van de opdrachtkosten bedoeld in het eerste lid ingevuld | afrekening van de opdrachtkosten bedoeld in het eerste lid ingevuld |
door de opdrachthouder zelf binnen een termijn van zestig dagen na de | door de opdrachthouder zelf binnen een termijn van zestig dagen na de |
terugkeer uit de opdracht en rechtstreeks overgezonden aan de | terugkeer uit de opdracht en rechtstreeks overgezonden aan de |
boekhouddienst die op het formulier wordt vermeld. | boekhouddienst die op het formulier wordt vermeld. |
Indien de termijn op een zaterdag, een zondag of een wettelijke | Indien de termijn op een zaterdag, een zondag of een wettelijke |
feestdag verstrijkt, wordt hij naar de daaropvolgende werkdag | feestdag verstrijkt, wordt hij naar de daaropvolgende werkdag |
verlengd. | verlengd. |
Art. 16.Buiten de kosten bepaald in artikel 12, moeten alle kosten |
Art. 16.Buiten de kosten bepaald in artikel 12, moeten alle kosten |
vermeld in de afrekening worden verantwoord door het overleggen van | vermeld in de afrekening worden verantwoord door het overleggen van |
originele stukken, die genummerd zijn en bij de afrekening worden | originele stukken, die genummerd zijn en bij de afrekening worden |
gevoegd. Het programma van de opdracht moet ook worden gevoegd. | gevoegd. Het programma van de opdracht moet ook worden gevoegd. |
Art. 17.De uitgaven die niet werden geraamd in de opdrachtbrief |
Art. 17.De uitgaven die niet werden geraamd in de opdrachtbrief |
worden in aanmerking genomen, als de opdrachthouder bewijst dat ze | worden in aanmerking genomen, als de opdrachthouder bewijst dat ze |
noodzakelijk en moeilijk voorspelbaar waren op het ogenblik van de | noodzakelijk en moeilijk voorspelbaar waren op het ogenblik van de |
indiening van de opdrachtaanvraag. | indiening van de opdrachtaanvraag. |
Art. 18.De afrekening van de opdrachtkosten wordt geverifieerd door |
Art. 18.De afrekening van de opdrachtkosten wordt geverifieerd door |
de boekhouddienst van de instelling die, in voorkomend geval, het | de boekhouddienst van de instelling die, in voorkomend geval, het |
geldvoorschot heeft toegekend. | geldvoorschot heeft toegekend. |
De uitgaven worden niet betaald : | De uitgaven worden niet betaald : |
1° wanneer de bedragen bedoeld in de opdrachtaanvraag worden | 1° wanneer de bedragen bedoeld in de opdrachtaanvraag worden |
overschreden, zonder dat een omstandige motivatie die extra-uitgaven | overschreden, zonder dat een omstandige motivatie die extra-uitgaven |
verantwoordt; | verantwoordt; |
2° wanneer de bewijsstukken onvoldoende bewijskracht hebben; | 2° wanneer de bewijsstukken onvoldoende bewijskracht hebben; |
3° wanneer de voorwaarden van artikel 17 niet vervuld zijn; | 3° wanneer de voorwaarden van artikel 17 niet vervuld zijn; |
4° wanneer de uitgaven geen betrekking hebben op de opdracht; | 4° wanneer de uitgaven geen betrekking hebben op de opdracht; |
5° wanneer wordt vastgesteld dat de opdrachthouder misbruik maakt van | 5° wanneer wordt vastgesteld dat de opdrachthouder misbruik maakt van |
de rechten die hem bij dit besluit worden toegekend; | de rechten die hem bij dit besluit worden toegekend; |
6° wanneer de termijn van zestig dagen bedoeld in artikel 15 van dit | 6° wanneer de termijn van zestig dagen bedoeld in artikel 15 van dit |
besluit niet in acht wordt genomen. | besluit niet in acht wordt genomen. |
Art. 19.Als de termijn bepaald in artikel 15 niet in acht wordt |
Art. 19.Als de termijn bepaald in artikel 15 niet in acht wordt |
genomen, zet de instelling die het geldvoorschot heeft toegekend de | genomen, zet de instelling die het geldvoorschot heeft toegekend de |
invorderingsprocedure in die wordt geregeld bij artikel 55 van het | invorderingsprocedure in die wordt geregeld bij artikel 55 van het |
decreet van 20 december 2011 houdende regeling van de begroting en de | decreet van 20 december 2011 houdende regeling van de begroting en de |
boekhouding van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap. | boekhouding van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap. |
Geen nieuw geldvoorschot kan worden toegekend aan de opdrachthouder | Geen nieuw geldvoorschot kan worden toegekend aan de opdrachthouder |
die de rekeningen te laat aflegt, zolang hij zijn toestand niet heeft | die de rekeningen te laat aflegt, zolang hij zijn toestand niet heeft |
geregulariseerd. | geregulariseerd. |
HOOFDSTUK 6. - Verslag over de opdracht | HOOFDSTUK 6. - Verslag over de opdracht |
Art. 20.Onverminderd artikel 7, achtste lid, binnen de dertig dagen |
Art. 20.Onverminderd artikel 7, achtste lid, binnen de dertig dagen |
volgend op het einde van een opdracht die in het kader van het beleid | volgend op het einde van een opdracht die in het kader van het beleid |
inzake internationale betrekkingen wordt uitgeoefend, doet de | inzake internationale betrekkingen wordt uitgeoefend, doet de |
opdrachthouder in voorkomend geval langs de hiërarchische weg een | opdrachthouder in voorkomend geval langs de hiërarchische weg een |
verslag aan de Minister-President en aan de minister bevoegd voor de | verslag aan de Minister-President en aan de minister bevoegd voor de |
internationale betrekkingen geworden. Deze laatste zendt er een | internationale betrekkingen geworden. Deze laatste zendt er een |
afschrift van aan de betrokken functionele ministers en aan WBI over. | afschrift van aan de betrokken functionele ministers en aan WBI over. |
Indien deze termijn op een zaterdag, een zondag of een wettelijke | Indien deze termijn op een zaterdag, een zondag of een wettelijke |
feestdag verstrijkt, wordt hij naar de daaropvolgende dag verlengd. | feestdag verstrijkt, wordt hij naar de daaropvolgende dag verlengd. |
Binnen de dertig werkdagen volgend op het einde van een opdracht met | Binnen de dertig werkdagen volgend op het einde van een opdracht met |
een technisch karakter, deelt de opdrachthouder een verslag mee aan de | een technisch karakter, deelt de opdrachthouder een verslag mee aan de |
leidend ambtenaar, die er een afschrift van aan de leidend ambtenaar | leidend ambtenaar, die er een afschrift van aan de leidend ambtenaar |
van WBI overzendt. | van WBI overzendt. |
HOOFDSTUK 7. - Nadere regels voor de betaling van de kosten | HOOFDSTUK 7. - Nadere regels voor de betaling van de kosten |
Art. 21.§ 1. De kosten voor de opdracht worden door de instelling |
Art. 21.§ 1. De kosten voor de opdracht worden door de instelling |
betaald : | betaald : |
1° ofwel rechtstreeks aan de schuldenaars die een factuur of een | 1° ofwel rechtstreeks aan de schuldenaars die een factuur of een |
aangifte van schuldvordering voorleggen; | aangifte van schuldvordering voorleggen; |
2° ofwel door een geldvoorschot dat wordt toegekend aan de | 2° ofwel door een geldvoorschot dat wordt toegekend aan de |
opdrachthouder vóór de opdracht of gedurende deze, overeenkomstig | opdrachthouder vóór de opdracht of gedurende deze, overeenkomstig |
artikel 13; | artikel 13; |
3° ofwel, op het einde van de opdracht, door storting aan de | 3° ofwel, op het einde van de opdracht, door storting aan de |
opdrachthouder van het eventuele negatieve saldo van dat | opdrachthouder van het eventuele negatieve saldo van dat |
geldvoorschot, op grond van de behoorlijk met redenen omklede | geldvoorschot, op grond van de behoorlijk met redenen omklede |
verantwoordingsafrekening. | verantwoordingsafrekening. |
§ 2. Voor de opdrachtkosten bedoeld in 3° van paragraaf 1, wordt de | § 2. Voor de opdrachtkosten bedoeld in 3° van paragraaf 1, wordt de |
betaling van de verschuldigde bedragen verricht binnen de dertig dagen | betaling van de verschuldigde bedragen verricht binnen de dertig dagen |
vanaf de dag waarop de dienst die met de betaling wordt belast de | vanaf de dag waarop de dienst die met de betaling wordt belast de |
behoorlijk goedgekeurde verantwoordingsafrekening heeft ontvangen. | behoorlijk goedgekeurde verantwoordingsafrekening heeft ontvangen. |
§ 3. De bijkomende kosten die worden voortgebracht doordat de in | § 3. De bijkomende kosten die worden voortgebracht doordat de in |
paragraaf 2 bepaalde termijn niet in acht wordt genomen, zijn ten | paragraaf 2 bepaalde termijn niet in acht wordt genomen, zijn ten |
laste van de instelling die de opdracht financiert. | laste van de instelling die de opdracht financiert. |
HOOFDSTUK 8. - Overgangs- en slotbepalingen | HOOFDSTUK 8. - Overgangs- en slotbepalingen |
Art. 22.§ 1. In afwijking van artikel 4, wordt een permanente |
Art. 22.§ 1. In afwijking van artikel 4, wordt een permanente |
opdrachttoelating door de minister van internationale betrekkingen | opdrachttoelating door de minister van internationale betrekkingen |
toegekend, wanneer de opdrachthouder de Franse Gemeenschap regelmatig | toegekend, wanneer de opdrachthouder de Franse Gemeenschap regelmatig |
bij internationale instanties vertegenwoordigt. De aanvraag wordt | bij internationale instanties vertegenwoordigt. De aanvraag wordt |
ingediend door de leidend ambtenaar waaronder de opdrachthouder | ingediend door de leidend ambtenaar waaronder de opdrachthouder |
ressorteert. Elke vereiste ministeriële toestemming, die niet wordt | ressorteert. Elke vereiste ministeriële toestemming, die niet wordt |
meegedeeld binnen een termijn van tien dagen volgend op de ontvangst | meegedeeld binnen een termijn van tien dagen volgend op de ontvangst |
van de aanvraag om permanente toelating, wordt als gunstig geacht. Er | van de aanvraag om permanente toelating, wordt als gunstig geacht. Er |
wordt een afschrift van de toestemming aan WBI overgezonden. | wordt een afschrift van de toestemming aan WBI overgezonden. |
Als die termijn op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag | Als die termijn op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag |
verstrijkt, wordt hij naar de daaropvolgende werkdag verlengd. | verstrijkt, wordt hij naar de daaropvolgende werkdag verlengd. |
§ 2. In afwijking van artikel 5, kan een permanente opdrachttoelating | § 2. In afwijking van artikel 5, kan een permanente opdrachttoelating |
worden toegekend door de minister die toezicht op de instelling | worden toegekend door de minister die toezicht op de instelling |
uitoefent, wanneer de opdrachthouder regelmatig gelijkaardige | uitoefent, wanneer de opdrachthouder regelmatig gelijkaardige |
opdrachten met een technisch karakter uitoefent; de aanvraag wordt | opdrachten met een technisch karakter uitoefent; de aanvraag wordt |
ingediend door de leidend ambtenaar waaronder de opdrachthouder | ingediend door de leidend ambtenaar waaronder de opdrachthouder |
ressorteert. Elke vereiste ministeriële toestemming, die niet wordt | ressorteert. Elke vereiste ministeriële toestemming, die niet wordt |
meegedeeld binnen een termijn van tien dagen volgend op de ontvangst | meegedeeld binnen een termijn van tien dagen volgend op de ontvangst |
van de aanvraag om permanente toelating, wordt als gunstig geacht. Er | van de aanvraag om permanente toelating, wordt als gunstig geacht. Er |
wordt een afschrift van de toestemming aan WBI overgezonden. | wordt een afschrift van de toestemming aan WBI overgezonden. |
Art. 23.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014. |
Art. 23.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014. |
Art. 24.De dienstopdrachten in het buitenland die worden of werden |
Art. 24.De dienstopdrachten in het buitenland die worden of werden |
uitgeoefend vóór de inwerkingtreding van dit besluit, worden verder | uitgeoefend vóór de inwerkingtreding van dit besluit, worden verder |
geregeld bij de bepalingen die op ze van toepassing waren op het | geregeld bij de bepalingen die op ze van toepassing waren op het |
ogenblik van de opdracht. | ogenblik van de opdracht. |
Art. 25.De Minister-President, de minister bevoegd voor de |
Art. 25.De Minister-President, de minister bevoegd voor de |
internationale betrekkingen en de minister bevoegd voor de | internationale betrekkingen en de minister bevoegd voor de |
ambtenarenzaken worden belast met de uitvoering van dit besluit. | ambtenarenzaken worden belast met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 19 december 2013. | Brussel, 19 december 2013. |
De Minister-President, | De Minister-President, |
R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |
De Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, | De Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, |
J.-M. NOLLET | J.-M. NOLLET |