Besluit van de Regering tot vaststelling van beperkingen bij kinderen met het oog op de uitbetaling van de bijslag voor kinderen met een beperking | Besluit van de Regering tot vaststelling van beperkingen bij kinderen met het oog op de uitbetaling van de bijslag voor kinderen met een beperking |
---|---|
MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP |
23 DECEMBER 2021. - Besluit van de Regering tot vaststelling van | 23 DECEMBER 2021. - Besluit van de Regering tot vaststelling van |
beperkingen bij kinderen met het oog op de uitbetaling van de bijslag | beperkingen bij kinderen met het oog op de uitbetaling van de bijslag |
voor kinderen met een beperking | voor kinderen met een beperking |
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, | De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, |
Gelet op het decreet van 23 april 2018 betreffende de gezinsbijslagen, | Gelet op het decreet van 23 april 2018 betreffende de gezinsbijslagen, |
artikel 22, tweede lid, en artikel 62, § 2, tweede lid; | artikel 22, tweede lid, en artikel 62, § 2, tweede lid; |
Gelet op het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van | Gelet op het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van |
de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten | de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten |
betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van | betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van |
de programmawet (I) van 24 december 2002; | de programmawet (I) van 24 december 2002; |
Gelet op het besluit van de Regering van 29 november 2018 tot | Gelet op het besluit van de Regering van 29 november 2018 tot |
uitvoering van het decreet van 23 april 2018 betreffende de | uitvoering van het decreet van 23 april 2018 betreffende de |
gezinsbijslagen; | gezinsbijslagen; |
Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Dienst van de | Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Dienst van de |
Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, gegeven op 3 | Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, gegeven op 3 |
september 2021; | september 2021; |
Gelet op het advies van de Raad voor Gezinsbijslagen, gegeven op 16 | Gelet op het advies van de Raad voor Gezinsbijslagen, gegeven op 16 |
september 2021; | september 2021; |
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 28 | Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 28 |
september 2021; | september 2021; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor |
Begroting, d.d. 29 september 2021; | Begroting, d.d. 29 september 2021; |
Gelet op advies 166/2021 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, | Gelet op advies 166/2021 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, |
gegeven op 4 oktober 2021; | gegeven op 4 oktober 2021; |
Gelet op advies 70.483/1 van de Raad van State, gegeven op 10 december | Gelet op advies 70.483/1 van de Raad van State, gegeven op 10 december |
2021 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten | 2021 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten |
op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op de voordracht van de Minister van Gezin; | Op de voordracht van de Minister van Gezin; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK 1. - Algemen bepalingen | HOOFDSTUK 1. - Algemen bepalingen |
Artikel 1.- Definities |
Artikel 1.- Definities |
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: | Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: |
1° decreet: het decreet van 23 april 2018 betreffende de | 1° decreet: het decreet van 23 april 2018 betreffende de |
gezinsbijslagen; | gezinsbijslagen; |
2° Dienst voor zelfbeschikkend leven: de Dienst van de Duitstalige | 2° Dienst voor zelfbeschikkend leven: de Dienst van de Duitstalige |
Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven; | Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven; |
3° besluit van 28 maart 2003: het koninklijk besluit van 28 maart 2003 | 3° besluit van 28 maart 2003: het koninklijk besluit van 28 maart 2003 |
tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de | tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de |
samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders | samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders |
en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002. | en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002. |
HOOFDSTUK 2. - Criteria en nadere regels om de gevolgen van de | HOOFDSTUK 2. - Criteria en nadere regels om de gevolgen van de |
beperking te beoordelen | beperking te beoordelen |
Art. 2.- Vaststelling |
Art. 2.- Vaststelling |
Voor de toepassing van de artikelen 21 en 22 van het decreet wordt de | Voor de toepassing van de artikelen 21 en 22 van het decreet wordt de |
beperking van een kind vastgesteld door de Dienst voor zelfbeschikkend | beperking van een kind vastgesteld door de Dienst voor zelfbeschikkend |
leven of door een persoon die daartoe door de Dienst voor | leven of door een persoon die daartoe door de Dienst voor |
zelfbeschikkend leven is aangewezen, volgens één van de procedures | zelfbeschikkend leven is aangewezen, volgens één van de procedures |
vermeld in hoofdstuk 3. | vermeld in hoofdstuk 3. |
Art. 3.- Elementen om de gevolgen van de beperking vast te stellen |
Art. 3.- Elementen om de gevolgen van de beperking vast te stellen |
§ 1 - De gevolgen van de beperking worden beoordeeld op basis van drie | § 1 - De gevolgen van de beperking worden beoordeeld op basis van drie |
pijlers. Die pijlers hebben betrekking op de volgende gevolgen van de | pijlers. Die pijlers hebben betrekking op de volgende gevolgen van de |
beperking : | beperking : |
1° pijler 1 heeft betrekking op de gevolgen van de beperking op het | 1° pijler 1 heeft betrekking op de gevolgen van de beperking op het |
vlak van de lichamelijke of geestelijke gezondheid van het kind; | vlak van de lichamelijke of geestelijke gezondheid van het kind; |
2° pijler 2 heeft betrekking op de gevolgen van de beperking op het | 2° pijler 2 heeft betrekking op de gevolgen van de beperking op het |
vlak van de activiteit van het kind en zijn participatie aan het | vlak van de activiteit van het kind en zijn participatie aan het |
maatschappelijk leven; | maatschappelijk leven; |
3° pijler 3 heeft betrekking op de gevolgen van de beperking voor de | 3° pijler 3 heeft betrekking op de gevolgen van de beperking voor de |
familiale omgeving van het kind. | familiale omgeving van het kind. |
§ 2 - De gevolgen vermeld in § 1 worden vastgesteld aan de hand van de | § 2 - De gevolgen vermeld in § 1 worden vastgesteld aan de hand van de |
medisch-sociale schaal die als bijlage 1 bij het besluit van 28 maart | medisch-sociale schaal die als bijlage 1 bij het besluit van 28 maart |
2003 is gevoegd. Voor elke pijler worden punten toegekend als volgt: | 2003 is gevoegd. Voor elke pijler worden punten toegekend als volgt: |
1° voor pijler 1 worden de punten toegekend afhankelijk van het | 1° voor pijler 1 worden de punten toegekend afhankelijk van het |
percentage lichamelijke of geestelijke beperking dat overeenkomstig | percentage lichamelijke of geestelijke beperking dat overeenkomstig |
artikel 3 bij het kind werd vastgesteld, waarbij de beperking in | artikel 3 bij het kind werd vastgesteld, waarbij de beperking in |
volgende gradaties wordt opgesplitst : | volgende gradaties wordt opgesplitst : |
a) 0 % - 24 % lichamelijke of geestelijke beperking: 0 punten; | a) 0 % - 24 % lichamelijke of geestelijke beperking: 0 punten; |
b) 24 % - 49 % lichamelijke of geestelijke beperking: 1 punt; | b) 24 % - 49 % lichamelijke of geestelijke beperking: 1 punt; |
c) 50 % - 65 % lichamelijke of geestelijke beperking: 2 punten; | c) 50 % - 65 % lichamelijke of geestelijke beperking: 2 punten; |
d) 66 % - 79 % lichamelijke of geestelijke beperking: 4 punten; | d) 66 % - 79 % lichamelijke of geestelijke beperking: 4 punten; |
e) 80 % - 100 % lichamelijke of geestelijke beperking: 6 punten. | e) 80 % - 100 % lichamelijke of geestelijke beperking: 6 punten. |
2° pijler 2 bestaat uit de volgende functionele categorieën die | 2° pijler 2 bestaat uit de volgende functionele categorieën die |
eventueel kunnen worden onderverdeeld in subcategorieën en waaraan | eventueel kunnen worden onderverdeeld in subcategorieën en waaraan |
punten worden toegekend volgens graduele criteria: | punten worden toegekend volgens graduele criteria: |
a) beroepsopleiding, opleiding en sociale integratie; | a) beroepsopleiding, opleiding en sociale integratie; |
b) communicatie; | b) communicatie; |
c) mobiliteit en voortbeweging; | c) mobiliteit en voortbeweging; |
d) lichaamsverzorging. | d) lichaamsverzorging. |
3° pijler 3 bestaat uit de volgende categorieën die eventueel kunnen | 3° pijler 3 bestaat uit de volgende categorieën die eventueel kunnen |
worden onderverdeeld in subcategorieën en waaraan punten worden | worden onderverdeeld in subcategorieën en waaraan punten worden |
toegekend volgens graduele criteria : | toegekend volgens graduele criteria : |
a) de behandeling thuis; | a) de behandeling thuis; |
b) verplaatsing voor medisch toezicht en behandeling; | b) verplaatsing voor medisch toezicht en behandeling; |
c) aanpassing van de leefomgeving en de leefwijze. | c) aanpassing van de leefomgeving en de leefwijze. |
De punten van de pijlers 2 en 3 worden samengeteld als volgt : | De punten van de pijlers 2 en 3 worden samengeteld als volgt : |
1° voor de punten in pijler 2 wordt het hoogste aantal punten uit elk | 1° voor de punten in pijler 2 wordt het hoogste aantal punten uit elk |
van de vier functionele categorieën samengeteld. De som van het aldus | van de vier functionele categorieën samengeteld. De som van het aldus |
berekende aantal punten is begrensd tot 12; | berekende aantal punten is begrensd tot 12; |
2° voor pijler 3 wordt het hoogste aantal punten uit elk van de drie | 2° voor pijler 3 wordt het hoogste aantal punten uit elk van de drie |
categorieën samengeteld en wordt die som vermenigvuldigd met 2. Het | categorieën samengeteld en wordt die som vermenigvuldigd met 2. Het |
resultaat van het aldus berekende aantal punten is begrensd tot 18. | resultaat van het aldus berekende aantal punten is begrensd tot 18. |
Het eindresultaat van de vaststelling van de gevolgen van de beperking | Het eindresultaat van de vaststelling van de gevolgen van de beperking |
wordt bekomen door de pijlers 1, 2 en 3 samen te tellen en is begrensd | wordt bekomen door de pijlers 1, 2 en 3 samen te tellen en is begrensd |
tot 36. | tot 36. |
Art. 4.- Berekeningswijze om de gevolgen van de beperking vast te |
Art. 4.- Berekeningswijze om de gevolgen van de beperking vast te |
stellen | stellen |
§ 1 - De in artikel 3 vermelde vaststelling van de lichamelijke of | § 1 - De in artikel 3 vermelde vaststelling van de lichamelijke of |
geestelijke beperking gebeurt op basis van: | geestelijke beperking gebeurt op basis van: |
1° de lijst van de pediatrische aandoeningen die als bijlage 2 bij het | 1° de lijst van de pediatrische aandoeningen die als bijlage 2 bij het |
besluit van 28 maart 2003 is gevoegd; | besluit van 28 maart 2003 is gevoegd; |
2° het Regentsbesluit van 12 februari 1946 houdende goedkeuring van de | 2° het Regentsbesluit van 12 februari 1946 houdende goedkeuring van de |
officiële Belgische Schaal tot vaststelling van de graad van | officiële Belgische Schaal tot vaststelling van de graad van |
invaliditeit. | invaliditeit. |
De invaliditeitsschaal vermeld in het eerste lid, 2°, wordt | De invaliditeitsschaal vermeld in het eerste lid, 2°, wordt |
uitsluitend gebruikt voor beperkingen of functies die niet voorkomen | uitsluitend gebruikt voor beperkingen of functies die niet voorkomen |
in de lijst vermeld in het eerste lid, 1°, alsook voor de beperkingen | in de lijst vermeld in het eerste lid, 1°, alsook voor de beperkingen |
van de lijst die naar een artikel van de invaliditeitsschaal | van de lijst die naar een artikel van de invaliditeitsschaal |
verwijzen. | verwijzen. |
§ 2 - Voor de evaluatie van de gevolgen van de beperking aan de hand | § 2 - Voor de evaluatie van de gevolgen van de beperking aan de hand |
van de in artikel 3 vermelde elementen door gebruik van de in § 1 | van de in artikel 3 vermelde elementen door gebruik van de in § 1 |
vermelde lijst en invaliditeitsschaal gelden de volgende nadere | vermelde lijst en invaliditeitsschaal gelden de volgende nadere |
regels: | regels: |
1° in geval van meervoudige gedeeltelijke beperkingen waarbij geen | 1° in geval van meervoudige gedeeltelijke beperkingen waarbij geen |
enkele gedeeltelijke beperking tot een volledige beperking leidt, | enkele gedeeltelijke beperking tot een volledige beperking leidt, |
wordt het percentage van de zwaarste beperking volledig in aanmerking | wordt het percentage van de zwaarste beperking volledig in aanmerking |
genomen en wordt elke verdere gedeeltelijke beperking proportioneel | genomen en wordt elke verdere gedeeltelijke beperking proportioneel |
berekend volgens de overblijvende gezondheid. Daartoe worden de | berekend volgens de overblijvende gezondheid. Daartoe worden de |
verscheidene beperkingen in dalende volgorde van hun werkelijke | verscheidene beperkingen in dalende volgorde van hun werkelijke |
percentage meegeteld. Die berekeningswijze wordt alleen toegepast als | percentage meegeteld. Die berekeningswijze wordt alleen toegepast als |
de verscheidene gedeeltelijke beperkingen verschillende ledematen of | de verscheidene gedeeltelijke beperkingen verschillende ledematen of |
functies aantasten; | functies aantasten; |
2° een proportionele evaluatiewijze wordt toegepast als een ledemaat | 2° een proportionele evaluatiewijze wordt toegepast als een ledemaat |
of een functie door verschillende beschadigingen aangetast is en als | of een functie door verschillende beschadigingen aangetast is en als |
de toepassing van de in 1° vermelde berekeningswijze tot een hoger | de toepassing van de in 1° vermelde berekeningswijze tot een hoger |
percentage zou leiden dan het totale verlies van dat ledemaat of die | percentage zou leiden dan het totale verlies van dat ledemaat of die |
functie; | functie; |
3° de in § 1 vermelde lijst en invaliditeitsschaal zijn bindend of | 3° de in § 1 vermelde lijst en invaliditeitsschaal zijn bindend of |
indicatief, afhankelijk van de vraag of ze een vast percentage | indicatief, afhankelijk van de vraag of ze een vast percentage |
aanduiden dan wel ruimte laten bij de evaluatie. In dit laatste geval | aanduiden dan wel ruimte laten bij de evaluatie. In dit laatste geval |
blijven ze echter bindend voor het minimale en het maximale | blijven ze echter bindend voor het minimale en het maximale |
percentage. | percentage. |
HOOFDSTUK 3. - Procedure | HOOFDSTUK 3. - Procedure |
Art. 5.- Eerste aanvraag |
Art. 5.- Eerste aanvraag |
De aanvrager die de beperking van een kind voor de eerste keer wil | De aanvrager die de beperking van een kind voor de eerste keer wil |
laten vaststellen, dient daartoe een aanvraag in bij de Dienst voor | laten vaststellen, dient daartoe een aanvraag in bij de Dienst voor |
zelfbeschikkend leven. | zelfbeschikkend leven. |
Art. 6.- Evaluatieprocedure |
Art. 6.- Evaluatieprocedure |
§ 1 - De Dienst voor zelfbeschikkend leven vraagt aan de aanvrager om | § 1 - De Dienst voor zelfbeschikkend leven vraagt aan de aanvrager om |
alle medische, sociale of andere verslagen die de Dienst nuttig acht, | alle medische, sociale of andere verslagen die de Dienst nuttig acht, |
binnen een termijn van dertig dagen in te dienen. | binnen een termijn van dertig dagen in te dienen. |
Voor het nemen van een beslissing houdt de Dienst voor zelfbeschikkend | Voor het nemen van een beslissing houdt de Dienst voor zelfbeschikkend |
leven niet alleen rekening met zijn eigen medische vaststellingen, | leven niet alleen rekening met zijn eigen medische vaststellingen, |
maar ook met de medische, sociale of andere verslagen die hij heeft | maar ook met de medische, sociale of andere verslagen die hij heeft |
ontvangen. Hij baseert zijn beslissing ook op de gesprekken met het | ontvangen. Hij baseert zijn beslissing ook op de gesprekken met het |
kind en met de personen die de situatie van het kind kennen. | kind en met de personen die de situatie van het kind kennen. |
Als de aanvrager niet alle tot staving van zijn aanvraag noodzakelijke | Als de aanvrager niet alle tot staving van zijn aanvraag noodzakelijke |
documenten en in het eerste lid bedoelde verslagen binnen de in het | documenten en in het eerste lid bedoelde verslagen binnen de in het |
eerste lid gestelde termijn indient of als die documenten of verslagen | eerste lid gestelde termijn indient of als die documenten of verslagen |
niet volledig zijn, deelt de Dienst voor zelfbeschikkend leven hem | niet volledig zijn, deelt de Dienst voor zelfbeschikkend leven hem |
schriftelijk mee welke inlichtingen of documenten hij moet indienen | schriftelijk mee welke inlichtingen of documenten hij moet indienen |
binnen een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf de verzending | binnen een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf de verzending |
van de brief waarin die documenten en inlichtingen worden aangevraagd. | van de brief waarin die documenten en inlichtingen worden aangevraagd. |
Als de aanvrager de documenten en inlichtingen niet binnen de termijn | Als de aanvrager de documenten en inlichtingen niet binnen de termijn |
vermeld in het derde lid heeft ingediend, zendt de Dienst voor | vermeld in het derde lid heeft ingediend, zendt de Dienst voor |
zelfbeschikkend leven de aanvrager een tweede herinneringsbrief en | zelfbeschikkend leven de aanvrager een tweede herinneringsbrief en |
deelt hij hem mee welke aanvullende inlichtingen of documenten hij | deelt hij hem mee welke aanvullende inlichtingen of documenten hij |
moet indienen binnen een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf de | moet indienen binnen een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf de |
verzending van de brief waarin die documenten en inlichtingen worden | verzending van de brief waarin die documenten en inlichtingen worden |
aangevraagd. | aangevraagd. |
Als de aanvrager de aanvullende documenten of inlichtingen niet binnen | Als de aanvrager de aanvullende documenten of inlichtingen niet binnen |
de termijn vermeld in het vierde lid bij de Dienst voor | de termijn vermeld in het vierde lid bij de Dienst voor |
zelfbeschikkend leven indient, verklaart de Dienst voor | zelfbeschikkend leven indient, verklaart de Dienst voor |
zelfbeschikkend leven de aanvraag niet-ontvankelijk. | zelfbeschikkend leven de aanvraag niet-ontvankelijk. |
§ 2 - Om de onderzoeken te verrichten, stuurt de Dienst voor | § 2 - Om de onderzoeken te verrichten, stuurt de Dienst voor |
zelfbeschikkend leven de aanvrager een uitnodiging om te verschijnen. | zelfbeschikkend leven de aanvrager een uitnodiging om te verschijnen. |
Als het kind op die datum niet kan verschijnen wegens examens, ziekte | Als het kind op die datum niet kan verschijnen wegens examens, ziekte |
van het kind of ziekte van de persoon die het kind op de afspraak | van het kind of ziekte van de persoon die het kind op de afspraak |
begeleidt, bezorgt de Dienst voor zelfbeschikkend leven de aanvrager | begeleidt, bezorgt de Dienst voor zelfbeschikkend leven de aanvrager |
een nieuwe datum voor het onderzoek. Als het kind om een andere dan de | een nieuwe datum voor het onderzoek. Als het kind om een andere dan de |
voormelde redenen niet op de voorgestelde datum van het onderzoek | voormelde redenen niet op de voorgestelde datum van het onderzoek |
verschijnt, stuurt de Dienst voor zelfbeschikkend leven een tweede | verschijnt, stuurt de Dienst voor zelfbeschikkend leven een tweede |
uitnodiging naar de aanvrager. | uitnodiging naar de aanvrager. |
Als het kind om een andere dan de voormelde redenen op de datum van de | Als het kind om een andere dan de voormelde redenen op de datum van de |
tweede uitnodiging evenmin verschijnt, verklaart de Dienst voor | tweede uitnodiging evenmin verschijnt, verklaart de Dienst voor |
zelfbeschikkend leven de aanvraag niet-ontvankelijk. | zelfbeschikkend leven de aanvraag niet-ontvankelijk. |
§ 3 - In afwijking van § 2, eerste lid, kan de Dienst voor | § 3 - In afwijking van § 2, eerste lid, kan de Dienst voor |
zelfbeschikkend leven de beslissing louter op basis van de in § 1 | zelfbeschikkend leven de beslissing louter op basis van de in § 1 |
vermelde documenten en inlichtingen nemen. | vermelde documenten en inlichtingen nemen. |
Als de Dienst voor zelfbeschikkend leven een beslissing neemt met | Als de Dienst voor zelfbeschikkend leven een beslissing neemt met |
toepassing van het eerste lid, kan de aanvrager binnen een termijn van | toepassing van het eerste lid, kan de aanvrager binnen een termijn van |
21 dagen meedelen dat hij wil worden uitgenodigd om te verschijnen. In | 21 dagen meedelen dat hij wil worden uitgenodigd om te verschijnen. In |
dat geval neemt de Dienst voor zelfbeschikkend leven een nieuwe | dat geval neemt de Dienst voor zelfbeschikkend leven een nieuwe |
beslissing met toepassing van § 2. | beslissing met toepassing van § 2. |
Art. 7.- Beslissing van de Dienst voor zelfbeschikkend leven |
Art. 7.- Beslissing van de Dienst voor zelfbeschikkend leven |
De Dienst voor zelfbeschikkend leven neemt een beslissing binnen zes | De Dienst voor zelfbeschikkend leven neemt een beslissing binnen zes |
maanden na ontvangst van een aanvraag of binnen zes maanden nadat de | maanden na ontvangst van een aanvraag of binnen zes maanden nadat de |
situatie die aanleiding geeft om de beperking ambtshalve te | situatie die aanleiding geeft om de beperking ambtshalve te |
onderzoeken, zich heeft voorgedaan. | onderzoeken, zich heeft voorgedaan. |
Bij verzending van de herinneringsbrief met toepassing van artikel 6, | Bij verzending van de herinneringsbrief met toepassing van artikel 6, |
§ 1, derde en vierde lid, wordt de termijn waarbinnen een beslissing | § 1, derde en vierde lid, wordt de termijn waarbinnen een beslissing |
moet worden genomen, geschorst tot de aanvrager de aanvraag heeft | moet worden genomen, geschorst tot de aanvrager de aanvraag heeft |
vervolledigd. De termijn waarbinnen een beslissing moet worden | vervolledigd. De termijn waarbinnen een beslissing moet worden |
genomen, wordt ook geschorst tijdens de periode tussen het verzenden | genomen, wordt ook geschorst tijdens de periode tussen het verzenden |
van de tweede uitnodiging om te verschijnen voor het onderzoek bepaald | van de tweede uitnodiging om te verschijnen voor het onderzoek bepaald |
in artikel 6, § 2, en de datum van het onderzoek. | in artikel 6, § 2, en de datum van het onderzoek. |
Art. 8.- Kennisgeving van beslissingen |
Art. 8.- Kennisgeving van beslissingen |
De Dienst voor zelfbeschikkend leven stelt de betrokken personen in | De Dienst voor zelfbeschikkend leven stelt de betrokken personen in |
kennis van elke beslissing die hen betreft. | kennis van elke beslissing die hen betreft. |
Onverminderd de toepassing van andere wettelijke, decretale of | Onverminderd de toepassing van andere wettelijke, decretale of |
reglementaire bepalingen geschiedt de kennisgeving schriftelijk. | reglementaire bepalingen geschiedt de kennisgeving schriftelijk. |
Art. 9.- Geldigheidsduur van de beslissingen |
Art. 9.- Geldigheidsduur van de beslissingen |
De beslissingen waarbij de Dienst voor zelfbeschikkend leven de | De beslissingen waarbij de Dienst voor zelfbeschikkend leven de |
beperking vaststelt, kunnen vijf jaar terugwerken, telkens vanaf de | beperking vaststelt, kunnen vijf jaar terugwerken, telkens vanaf de |
ontvangst van de aanvraag of vanaf dat zich een situatie heeft | ontvangst van de aanvraag of vanaf dat zich een situatie heeft |
voorgedaan die aanleiding geeft om de beperking ambtshalve te | voorgedaan die aanleiding geeft om de beperking ambtshalve te |
onderzoeken. | onderzoeken. |
De Dienst voor zelfbeschikkend leven stemt de geldigheidsduur van de | De Dienst voor zelfbeschikkend leven stemt de geldigheidsduur van de |
vaststelling toekomstgericht af op de ontwikkeling van de beperking. | vaststelling toekomstgericht af op de ontwikkeling van de beperking. |
Art. 10.- Nieuwe vaststelling op aanvraag |
Art. 10.- Nieuwe vaststelling op aanvraag |
De aanvrager kan bij de Dienst voor zelfbeschikkend leven te allen | De aanvrager kan bij de Dienst voor zelfbeschikkend leven te allen |
tijde vragen om de beperking opnieuw vast te stellen, tenzij er al een | tijde vragen om de beperking opnieuw vast te stellen, tenzij er al een |
aanvraag loopt. | aanvraag loopt. |
De nieuwe vaststelling op aanvraag geschiedt volgens de | De nieuwe vaststelling op aanvraag geschiedt volgens de |
evaluatieprocedure bepaald in artikel 6. | evaluatieprocedure bepaald in artikel 6. |
Art. 11.- Nieuwe vaststelling van ambtswege |
Art. 11.- Nieuwe vaststelling van ambtswege |
De Dienst voor zelfbeschikkend leven leidt de nieuwe vaststelling van | De Dienst voor zelfbeschikkend leven leidt de nieuwe vaststelling van |
ambtswege in voordat de laatste vaststelling met toepassing van | ambtswege in voordat de laatste vaststelling met toepassing van |
artikel 9, tweede lid, eindigt. | artikel 9, tweede lid, eindigt. |
De nieuwe inschatting van ambtswege geschiedt volgens de | De nieuwe inschatting van ambtswege geschiedt volgens de |
evaluatieprocedure bepaald in artikel 6. | evaluatieprocedure bepaald in artikel 6. |
Art. 12.- Vaststelling van ambtswege bij wijziging van de bevoegdheid |
Art. 12.- Vaststelling van ambtswege bij wijziging van de bevoegdheid |
Als de Duitstalige Gemeenschap met toepassing van het | Als de Duitstalige Gemeenschap met toepassing van het |
Samenwerkingsakkoord van 6 september 2017 tussen de Vlaamse | Samenwerkingsakkoord van 6 september 2017 tussen de Vlaamse |
Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke | Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke |
Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de | Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de |
aanknopingsfactoren, het beheer van de lasten van het verleden, de | aanknopingsfactoren, het beheer van de lasten van het verleden, de |
gegevensuitwisseling inzake de gezinsbijslagen en de praktische regels | gegevensuitwisseling inzake de gezinsbijslagen en de praktische regels |
betreffende de bevoegdheidsoverdracht tussen de kinderbijslagfondsen | betreffende de bevoegdheidsoverdracht tussen de kinderbijslagfondsen |
bevoegd wordt voor een kind voor wie een andere gefedereerde entiteit | bevoegd wordt voor een kind voor wie een andere gefedereerde entiteit |
al een beperking heeft vastgesteld, behoudt de Dienst voor | al een beperking heeft vastgesteld, behoudt de Dienst voor |
zelfbeschikkend leven van ambtswege de vaststelling van een beperking | zelfbeschikkend leven van ambtswege de vaststelling van een beperking |
die op basis van de rechtsregels van de betrokken gefedereerde | die op basis van de rechtsregels van de betrokken gefedereerde |
entiteit werd beslist. | entiteit werd beslist. |
HOOFDSTUK 4. - Vertrouwelijkheid en bescherming van persoonsgegevens | HOOFDSTUK 4. - Vertrouwelijkheid en bescherming van persoonsgegevens |
Art. 13.- Verwerking van persoonsgegevens |
Art. 13.- Verwerking van persoonsgegevens |
Overeenkomstig artikel 62 van het decreet is de Regering de | Overeenkomstig artikel 62 van het decreet is de Regering de |
verantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens vermeld | verantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens vermeld |
in artikel 14. De Dienst voor zelfbeschikkend leven geldt als | in artikel 14. De Dienst voor zelfbeschikkend leven geldt als |
verwerker in de zin van artikel 4, punt 8, van de Verordening (EU) | verwerker in de zin van artikel 4, punt 8, van de Verordening (EU) |
2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 | 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 |
betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de | betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de |
verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van | verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van |
die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. | die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. |
De Regering en de Dienst voor zelfbeschikkend leven verwerken | De Regering en de Dienst voor zelfbeschikkend leven verwerken |
persoonsgegevens met het oog op de vaststelling van de beperking van | persoonsgegevens met het oog op de vaststelling van de beperking van |
het kind en met het oog op de uitbetaling van de bijslag voor kinderen | het kind en met het oog op de uitbetaling van de bijslag voor kinderen |
met een beperking. Ze mogen de verzamelde gegevens niet voor andere | met een beperking. Ze mogen de verzamelde gegevens niet voor andere |
doeleinden dan voor de uitvoering van die opdrachten gebruiken. | doeleinden dan voor de uitvoering van die opdrachten gebruiken. |
Art. 14.- Gegevensverwerking |
Art. 14.- Gegevensverwerking |
De Dienst voor zelfbeschikkend leven kan de volgende persoonsgegevens | De Dienst voor zelfbeschikkend leven kan de volgende persoonsgegevens |
verzamelen en verwerken, in voorkomend geval na aanvraag bij de | verzamelen en verwerken, in voorkomend geval na aanvraag bij de |
behandelende arts van het kind, bij andere overheidsinstanties of bij | behandelende arts van het kind, bij andere overheidsinstanties of bij |
dienstverrichters : | dienstverrichters : |
1° naam, voornaam, rijksregisternummer, geboortedatum, woonplaats, | 1° naam, voornaam, rijksregisternummer, geboortedatum, woonplaats, |
burgerlijke staat, telefoonnummer en e-mailadres van het kind; | burgerlijke staat, telefoonnummer en e-mailadres van het kind; |
2° naam, voornaam, rijksregisternummer, woonplaats, telefoonnummer en | 2° naam, voornaam, rijksregisternummer, woonplaats, telefoonnummer en |
e-mailadres van de aanvrager; | e-mailadres van de aanvrager; |
3° naam, voornaam, adres, telefoonnummer, e-mailadres en RIZIV-nummer | 3° naam, voornaam, adres, telefoonnummer, e-mailadres en RIZIV-nummer |
van de huisarts of arts-specialist van het kind; | van de huisarts of arts-specialist van het kind; |
4° gevolgen van de aandoening of beperking van het kind voor de | 4° gevolgen van de aandoening of beperking van het kind voor de |
dagelijkse activiteiten, de leefomgeving en de participatie en meer | dagelijkse activiteiten, de leefomgeving en de participatie en meer |
bepaald voor : | bepaald voor : |
a) leren, onderwijs, schoolbezoek; | a) leren, onderwijs, schoolbezoek; |
b) contacten met anderen; | b) contacten met anderen; |
c) voortbeweging binnen en buiten; | c) voortbeweging binnen en buiten; |
d) lichaamsverzorging, voeding; | d) lichaamsverzorging, voeding; |
5° aard en beschrijving van de aandoening of beperking, alsook de | 5° aard en beschrijving van de aandoening of beperking, alsook de |
daarmee gepaard gaande risicofactoren, gezondheidstoestand en medische | daarmee gepaard gaande risicofactoren, gezondheidstoestand en medische |
behandeling van het kind, in voorkomend geval aan de hand van medische | behandeling van het kind, in voorkomend geval aan de hand van medische |
verslagen; | verslagen; |
6° gezinssituatie en opsomming van de hulp die het gezin aan het kind | 6° gezinssituatie en opsomming van de hulp die het gezin aan het kind |
biedt. | biedt. |
Art. 15.- Duur van de gegevensverwerking |
Art. 15.- Duur van de gegevensverwerking |
Onverminderd andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen | Onverminderd andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen |
die eventueel in een langere bewaartermijn voorzien, mogen de | die eventueel in een langere bewaartermijn voorzien, mogen de |
overeenkomstig artikel 14 verwerkte gegevens als volgt worden bewaard | overeenkomstig artikel 14 verwerkte gegevens als volgt worden bewaard |
in een vorm die de mogelijkheid biedt om de betrokkene te | in een vorm die de mogelijkheid biedt om de betrokkene te |
identificeren : | identificeren : |
1° voor een kind bij wie geen beperking werd vastgesteld : gedurende | 1° voor een kind bij wie geen beperking werd vastgesteld : gedurende |
vijf jaar vanaf verzameling van de gegevens; | vijf jaar vanaf verzameling van de gegevens; |
2° voor een kind bij wie een beperking werd vastgesteld : gedurende | 2° voor een kind bij wie een beperking werd vastgesteld : gedurende |
vijf jaar vanaf het einde van de beperking. | vijf jaar vanaf het einde van de beperking. |
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen |
Art. 16.- Wijzigingsbepaling |
Art. 16.- Wijzigingsbepaling |
Artikel 1, 3°, van het besluit van de Regering van 29 november 2018 | Artikel 1, 3°, van het besluit van de Regering van 29 november 2018 |
tot uitvoering van het decreet van 23 april 2018 betreffende de | tot uitvoering van het decreet van 23 april 2018 betreffende de |
gezinsbijslagen wordt vervangen als volgt : | gezinsbijslagen wordt vervangen als volgt : |
"3° besluit van 23 december 2021 : het besluit van de Regering van 23 | "3° besluit van 23 december 2021 : het besluit van de Regering van 23 |
december 2021 tot vaststelling van beperkingen bij kinderen met het | december 2021 tot vaststelling van beperkingen bij kinderen met het |
oog op de uitbetaling van de bijslag voor kinderen met een beperking." | oog op de uitbetaling van de bijslag voor kinderen met een beperking." |
Art. 17.- Wijzigingsbepaling |
Art. 17.- Wijzigingsbepaling |
Artikel 14 van hetzelfde besluit van de Regering wordt vervangen als | Artikel 14 van hetzelfde besluit van de Regering wordt vervangen als |
volgt: | volgt: |
"Art. 14 - Vaststelling van de beperking en toekenning van categorieën | "Art. 14 - Vaststelling van de beperking en toekenning van categorieën |
§ 1 - De beperkingen die op basis van artikel 2 van het besluit van 23 | § 1 - De beperkingen die op basis van artikel 2 van het besluit van 23 |
december 2021 zijn vastgesteld, worden als volgt ingedeeld bij de | december 2021 zijn vastgesteld, worden als volgt ingedeeld bij de |
categorieën vermeld in artikel 21 van het decreet : | categorieën vermeld in artikel 21 van het decreet : |
1° een beperking waaraan minstens vier punten in pijler 1 vermeld in | 1° een beperking waaraan minstens vier punten in pijler 1 vermeld in |
artikel 2, § 1, 1°, van het besluit van 23 december 2021 en waaraan in | artikel 2, § 1, 1°, van het besluit van 23 december 2021 en waaraan in |
totaal minder dan zes punten worden toegekend, wordt ingedeeld bij | totaal minder dan zes punten worden toegekend, wordt ingedeeld bij |
categorie 1; | categorie 1; |
2° een beperking waaraan tussen 6 en 8 punten worden toegekend, wordt | 2° een beperking waaraan tussen 6 en 8 punten worden toegekend, wordt |
ingedeeld bij categorie 2; | ingedeeld bij categorie 2; |
3° een beperking waaraan tussen 9 en 11 punten worden toegekend, wordt | 3° een beperking waaraan tussen 9 en 11 punten worden toegekend, wordt |
ingedeeld bij categorie 3; | ingedeeld bij categorie 3; |
4° een beperking waaraan ofwel in totaal tussen 12 en 14 punten worden | 4° een beperking waaraan ofwel in totaal tussen 12 en 14 punten worden |
toegekend ofwel 4 punten in pijler 1 vermeld in artikel 2, § 1, 1°, en | toegekend ofwel 4 punten in pijler 1 vermeld in artikel 2, § 1, 1°, en |
in totaal tussen 6 en 11 punten worden toegekend, wordt ingedeeld bij | in totaal tussen 6 en 11 punten worden toegekend, wordt ingedeeld bij |
categorie 4; | categorie 4; |
5° een beperking waaraan tussen 15 en 17 punten worden toegekend, | 5° een beperking waaraan tussen 15 en 17 punten worden toegekend, |
wordt ingedeeld bij categorie 5; | wordt ingedeeld bij categorie 5; |
6° een beperking waaraan tussen 18 en 20 punten worden toegekend, | 6° een beperking waaraan tussen 18 en 20 punten worden toegekend, |
wordt ingedeeld bij categorie 6; | wordt ingedeeld bij categorie 6; |
7° een beperking waaraan meer dan 20 punten worden toegekend, wordt | 7° een beperking waaraan meer dan 20 punten worden toegekend, wordt |
ingedeeld bij categorie 7. | ingedeeld bij categorie 7. |
§ 2 - Als geen vaststelling van de beperking krachtens artikel 2 van | § 2 - Als geen vaststelling van de beperking krachtens artikel 2 van |
het besluit van 23 december 2021 voorligt, worden de beperkingen die | het besluit van 23 december 2021 voorligt, worden de beperkingen die |
krachtens de rechtsregels van de Vlaamse Gemeenschap, het Waals Gewest | krachtens de rechtsregels van de Vlaamse Gemeenschap, het Waals Gewest |
of de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie werden vastgesteld, met | of de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie werden vastgesteld, met |
toepassing van § 1 ingedeeld bij de categorieën vermeld in artikel 21 | toepassing van § 1 ingedeeld bij de categorieën vermeld in artikel 21 |
van het decreet." | van het decreet." |
Art. 18.- Opheffingsbepaling |
Art. 18.- Opheffingsbepaling |
Het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van de | Het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van de |
artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende | artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende |
de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de | de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de |
programmawet (I) van 24 december 2002, laatstelijk gewijzigd bij het | programmawet (I) van 24 december 2002, laatstelijk gewijzigd bij het |
koninklijk besluit van 26 april 2009, wordt opgeheven, met | koninklijk besluit van 26 april 2009, wordt opgeheven, met |
uitzondering van de bijlagen 1 en 2. | uitzondering van de bijlagen 1 en 2. |
Art. 19.- Overgangsbepaling |
Art. 19.- Overgangsbepaling |
Vaststellingen van beperkingen die vóór de inwerkingtreding van dit | Vaststellingen van beperkingen die vóór de inwerkingtreding van dit |
besluit door de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid werden | besluit door de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid werden |
beslist, gelden voor de duur waarvoor die beperkingen werden | beslist, gelden voor de duur waarvoor die beperkingen werden |
vastgesteld of tot de Dienst voor zelfbeschikkend leven een nieuwe | vastgesteld of tot de Dienst voor zelfbeschikkend leven een nieuwe |
vaststelling beslist. | vaststelling beslist. |
Art. 20.- Inwerkingtreding |
Art. 20.- Inwerkingtreding |
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022. | Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022. |
Art. 21.- Uitvoeringsbepaling |
Art. 21.- Uitvoeringsbepaling |
De minister bevoegd voor Gezin is belast met de uitvoering van dit | De minister bevoegd voor Gezin is belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Eupen, 23 december 2021. | Eupen, 23 december 2021. |
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : | Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : |
De Minister-President, | De Minister-President, |
Minister van Lokale Besturen en Financiën | Minister van Lokale Besturen en Financiën |
O. PAASCH | O. PAASCH |
De Viceminister-President, | De Viceminister-President, |
Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, | Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, |
Ruimtelijke Ordening en Huisvesting | Ruimtelijke Ordening en Huisvesting |
A. ANTONIADIS | A. ANTONIADIS |