| Besluit van de Regering tot vastlegging van de persoonlijke participatie in de inrichtingen en diensten van de Duitstalige Gemeenschap voor gehandicapten | Besluit van de Regering tot vastlegging van de persoonlijke participatie in de inrichtingen en diensten van de Duitstalige Gemeenschap voor gehandicapten |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP |
| 17 DECEMBER 2009. - Besluit van de Regering tot vastlegging van de | 17 DECEMBER 2009. - Besluit van de Regering tot vastlegging van de |
| persoonlijke participatie in de inrichtingen en diensten van de | persoonlijke participatie in de inrichtingen en diensten van de |
| Duitstalige Gemeenschap voor gehandicapten | Duitstalige Gemeenschap voor gehandicapten |
| De regering van de Duitstakuge Gemeenschap, | De regering van de Duitstakuge Gemeenschap, |
| Gelet op het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 19 juni 1990 | Gelet op het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 19 juni 1990 |
| houdende oprichting van een "Dienststelle der Deutschsprachigen | houdende oprichting van een "Dienststelle der Deutschsprachigen |
| Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung" (Dienst van de | Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung" (Dienst van de |
| Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap), | Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap), |
| inzonderheid op artikel 32, gewijzigd bij het decreet van 4 februari | inzonderheid op artikel 32, gewijzigd bij het decreet van 4 februari |
| 2003; | 2003; |
| Gelet op het besluit van de Regering van 21 februari 1996 tot | Gelet op het besluit van de Regering van 21 februari 1996 tot |
| vastlegging van de persoonlijke participatie in de inrichtingen en | vastlegging van de persoonlijke participatie in de inrichtingen en |
| diensten van de Duitstalige Gemeenschap voor gehandicapten, gewijzigd | diensten van de Duitstalige Gemeenschap voor gehandicapten, gewijzigd |
| bij de besluiten van 5 juni 1998, 10 oktober 2002, 28 maart 2003 en 23 | bij de besluiten van 5 juni 1998, 10 oktober 2002, 28 maart 2003 en 23 |
| december 2004; | december 2004; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 |
| december 2009; | december 2009; |
| Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake | Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake |
| Begroting, gegeven op 14 december 2009; | Begroting, gegeven op 14 december 2009; |
| Gelet op het advies uitgebracht op 27 november 2009 door de Raad van | Gelet op het advies uitgebracht op 27 november 2009 door de Raad van |
| Beheer van de Dienst voor de personen met een handicap; | Beheer van de Dienst voor de personen met een handicap; |
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli |
| 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid erdoor wordt | Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid erdoor wordt |
| gerechtvaardigd dat het noodzakelijk is alle bedragen van de | gerechtvaardigd dat het noodzakelijk is alle bedragen van de |
| persoonlijke participaties aan te passen daar de dotatie van de Dienst | persoonlijke participaties aan te passen daar de dotatie van de Dienst |
| vanaf 2010 verminderd wordt; | vanaf 2010 verminderd wordt; |
| Overwegende dat de inwerkingtreding van voorliggend besluit geen | Overwegende dat de inwerkingtreding van voorliggend besluit geen |
| uitstel lijdt, daar het besluit van 21 februari 1996 al meermaals | uitstel lijdt, daar het besluit van 21 februari 1996 al meermaals |
| aangepast werd, de bedragen vanaf 1 februari 2002 in euro moeten | aangepast werd, de bedragen vanaf 1 februari 2002 in euro moeten |
| worden uitgedrukt, de basis van de gezondheidsindex in 2004 op 100 | worden uitgedrukt, de basis van de gezondheidsindex in 2004 op 100 |
| werd gebracht en voorliggend besluit vanaf 1 januari 2010 een | werd gebracht en voorliggend besluit vanaf 1 januari 2010 een |
| wettelijke basis voor de subsidiëring aanbiedt; | wettelijke basis voor de subsidiëring aanbiedt; |
| Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Gezin, Gezondheid en | Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Gezin, Gezondheid en |
| Sociale Aangelegenheden; | Sociale Aangelegenheden; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Voor de toepassing van voorliggend besluit verstaat men |
Artikel 1.Voor de toepassing van voorliggend besluit verstaat men |
| onder : | onder : |
| 1° decreet : het decreet van 19 juni 1990 houdende oprichting van een | 1° decreet : het decreet van 19 juni 1990 houdende oprichting van een |
| "Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit | "Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit |
| einer Behinderung"; | einer Behinderung"; |
| 2° Dienst : de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen | 2° Dienst : de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen |
| met een handicap, ingericht door het decreet; | met een handicap, ingericht door het decreet; |
| 3° vroegtijdige hulp : de dienstprestaties die met toepassing van | 3° vroegtijdige hulp : de dienstprestaties die met toepassing van |
| artikel 4, § 1, 4°, van het decreet door een dienst verstrekt worden | artikel 4, § 1, 4°, van het decreet door een dienst verstrekt worden |
| die door de Dienst erkend is; | die door de Dienst erkend is; |
| 4° tehuis : de inrichtingen erkend met toepassing van het koninklijk | 4° tehuis : de inrichtingen erkend met toepassing van het koninklijk |
| besluit van 23 december 1970 tot vaststelling van de voorwaarden voor | besluit van 23 december 1970 tot vaststelling van de voorwaarden voor |
| de erkenning van de inrichtingen, tehuizen en diensten voor plaatsing | de erkenning van de inrichtingen, tehuizen en diensten voor plaatsing |
| in gezinnen ten behoeve van gehandicapten; | in gezinnen ten behoeve van gehandicapten; |
| 5° woonressource : de natuurlijke persoon erkend met toepassing van | 5° woonressource : de natuurlijke persoon erkend met toepassing van |
| het besluit van de Regering van 13 juli 2006 betreffende de opname van | het besluit van de Regering van 13 juli 2006 betreffende de opname van |
| gehandicapten in woonressources; | gehandicapten in woonressources; |
| 6° dagcentrum : de inrichting erkend met toepassing van het besluit | 6° dagcentrum : de inrichting erkend met toepassing van het besluit |
| van de Regering van 12 december 1997 betreffende de organisatie en de | van de Regering van 12 december 1997 betreffende de organisatie en de |
| subsidiëring van de dagcentra voor minder-validen; | subsidiëring van de dagcentra voor minder-validen; |
| 7° kort verblijf : een door de Dienst aangeboden "ontlasting" voor het | 7° kort verblijf : een door de Dienst aangeboden "ontlasting" voor het |
| gezin of andere verzorgers van gehandicapten; | gezin of andere verzorgers van gehandicapten; |
| 8° internaat : een door de Dienst als zodanig erkende inrichting; | 8° internaat : een door de Dienst als zodanig erkende inrichting; |
| 9° come back : project voor personen met neurologische aandoeningen | 9° come back : project voor personen met neurologische aandoeningen |
| dat de tehuizen voor gehandicapten in Eupen als inrichtende macht | dat de tehuizen voor gehandicapten in Eupen als inrichtende macht |
| heeft; | heeft; |
| 10° trainingshuis en wooncentrum : dienstprestatie op het vlak van de | 10° trainingshuis en wooncentrum : dienstprestatie op het vlak van de |
| huisvesting, aangeboden door de Dienst voor personen met een handicap; | huisvesting, aangeboden door de Dienst voor personen met een handicap; |
| 11° opleidingsstage : een stage die, met toepassing van het besluit | 11° opleidingsstage : een stage die, met toepassing van het besluit |
| van de Regering van 28 november 1995 betreffende de stages tot | van de Regering van 28 november 1995 betreffende de stages tot |
| beroepsreadaptatie van gehandicapten, door de Dienst is goedgekeurd; | beroepsreadaptatie van gehandicapten, door de Dienst is goedgekeurd; |
| 12° rust- en verzorgingstehuis : de inrichtingen gedefinieerd in | 12° rust- en verzorgingstehuis : de inrichtingen gedefinieerd in |
| artikel 2, § 1, 1° van het decreet van 4 juni 2007 betreffende de | artikel 2, § 1, 1° van het decreet van 4 juni 2007 betreffende de |
| woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de | woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de |
| psychiatrische verzorgingstehuizen; | psychiatrische verzorgingstehuizen; |
| 13° kind : een minderjarige in de zin van het burgerlijk wetboek. | 13° kind : een minderjarige in de zin van het burgerlijk wetboek. |
Art. 2.§ 1er - De persoonlijke participatie van de person en die door |
Art. 2.§ 1er - De persoonlijke participatie van de person en die door |
| bemiddeling van erkende inrichtingen, diensten of hulpverleningen een | bemiddeling van erkende inrichtingen, diensten of hulpverleningen een |
| beroep doen op de dienstprestaties aangeboden door de Dienst, wordt | beroep doen op de dienstprestaties aangeboden door de Dienst, wordt |
| berekend overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. Voordat de | berekend overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. Voordat de |
| betrokken persoon een beroep doet op een dienstprestatie, ondertekent | betrokken persoon een beroep doet op een dienstprestatie, ondertekent |
| ze een verdrag dat de persoonlijke participatie overeenkomstig dit | ze een verdrag dat de persoonlijke participatie overeenkomstig dit |
| besluit vastlegt. | besluit vastlegt. |
| Als derden een betalingsplicht voor de handicap hebben, wordt ten | Als derden een betalingsplicht voor de handicap hebben, wordt ten |
| eerste de regeling bepaald in § 2 toegepast. | eerste de regeling bepaald in § 2 toegepast. |
| § 2 - Als derden een betalingsplicht voor de handicap hebben, vallen | § 2 - Als derden een betalingsplicht voor de handicap hebben, vallen |
| alle werkelijke kosten van de dienstprestatie, berekend door de | alle werkelijke kosten van de dienstprestatie, berekend door de |
| Dienst, ten laste van de begeleide persoon. De toelagen en voordelen | Dienst, ten laste van de begeleide persoon. De toelagen en voordelen |
| toegekend door openbare diensten alsmede de bedragen voor morele | toegekend door openbare diensten alsmede de bedragen voor morele |
| schadeloosstelling worden niet in aanmerking genomen. | schadeloosstelling worden niet in aanmerking genomen. |
| Deze regeling is beperkt tot het totaalbedrag van de verschuldigde | Deze regeling is beperkt tot het totaalbedrag van de verschuldigde |
| bedragen, na aftrek van de bedragen gebruikt voor aanneembare en | bedragen, na aftrek van de bedragen gebruikt voor aanneembare en |
| bewezen kosten die aangegaan werden voor de uit de schade | bewezen kosten die aangegaan werden voor de uit de schade |
| voortvloeiende handicap. | voortvloeiende handicap. |
| Als de verschuldigde bedragen vóór het begin resp. vóór het einde van | Als de verschuldigde bedragen vóór het begin resp. vóór het einde van |
| de dienstprestaties betaald werden resp. worden, worden de krachtens | de dienstprestaties betaald werden resp. worden, worden de krachtens |
| deze regeling berekende werkelijke kosten de begeleide persoon | deze regeling berekende werkelijke kosten de begeleide persoon |
| onmiddellijk in rekening gesteld. Worden ze later uitbetaald, dan | onmiddellijk in rekening gesteld. Worden ze later uitbetaald, dan |
| vindt een regularisatie plaats, met terugwerkende kracht op het begin | vindt een regularisatie plaats, met terugwerkende kracht op het begin |
| van het beroep op de dienstprestaties. In dit geval kan de Dienst alle | van het beroep op de dienstprestaties. In dit geval kan de Dienst alle |
| hem verschuldigde bedragen invorderen, en dit met alle middelen die | hem verschuldigde bedragen invorderen, en dit met alle middelen die |
| hij te zijner beschikking heeft. | hij te zijner beschikking heeft. |
| § 3 - Voor de invordering van verschuldigde bedragen kan zich de | § 3 - Voor de invordering van verschuldigde bedragen kan zich de |
| Dienst rechtstreeks tot de betrokken persoon wenden. | Dienst rechtstreeks tot de betrokken persoon wenden. |
| § 4 - De toelage die door de Dienst aan de dienstverstrekker wordt | § 4 - De toelage die door de Dienst aan de dienstverstrekker wordt |
| toegekend, wordt verminderd met het bedrag van de in de §§ 1 en 2 | toegekend, wordt verminderd met het bedrag van de in de §§ 1 en 2 |
| bedoelde persoonlijke participatie dat aan de inrichting of dienst | bedoelde persoonlijke participatie dat aan de inrichting of dienst |
| moet worden uitbetaald. | moet worden uitbetaald. |
Art. 3.Voor de dienstprestaties in het kader van de vroegtijdige hulp |
Art. 3.Voor de dienstprestaties in het kader van de vroegtijdige hulp |
| bedraagt de persoonlijke participatie een forfait van 20,00 EUR voor | bedraagt de persoonlijke participatie een forfait van 20,00 EUR voor |
| een verduidelijking tijdens maximaal 6 zittingen; zij beloopt 2,00 EUR | een verduidelijking tijdens maximaal 6 zittingen; zij beloopt 2,00 EUR |
| per bijkomende zitting voor steun, begeleiding en/of raadgeving. | per bijkomende zitting voor steun, begeleiding en/of raadgeving. |
Art. 4.§ 1 - Vo or het verblijf in een tehuis of in een eenvoudige, |
Art. 4.§ 1 - Vo or het verblijf in een tehuis of in een eenvoudige, |
| uitgebreide of externe woonressource, voor een kort verblijf of voor | uitgebreide of externe woonressource, voor een kort verblijf of voor |
| een verblijf in een internaat bedraagt de persoonlijke participatie | een verblijf in een internaat bedraagt de persoonlijke participatie |
| van een kind of van een jongere onder 21 jaar twee derden van de | van een kind of van een jongere onder 21 jaar twee derden van de |
| gewone kinderbijslag toegekend voor die persoon plus de leeftijds- en | gewone kinderbijslag toegekend voor die persoon plus de leeftijds- en |
| de handicapbijslag. Voor de berekening van de gewone kinderbijslag | de handicapbijslag. Voor de berekening van de gewone kinderbijslag |
| worden noch het gezinsvakantiegeld noch de schoolbijslag in aanmerking | worden noch het gezinsvakantiegeld noch de schoolbijslag in aanmerking |
| genomen. | genomen. |
| § 2 - Voor een weeskind, een kind van een invalide of van een werkloze | § 2 - Voor een weeskind, een kind van een invalide of van een werkloze |
| mag de in § 1 bepaalde persoonlijke participatie niet hoger liggen dan | mag de in § 1 bepaalde persoonlijke participatie niet hoger liggen dan |
| die van een kind dat niet tot die categorieën behoort, onverminderd de | die van een kind dat niet tot die categorieën behoort, onverminderd de |
| toepassing van artikel 2, § 2, lid 1. | toepassing van artikel 2, § 2, lid 1. |
Art. 5.Voor de begeleiding in een dagcentrum en voor de |
Art. 5.Voor de begeleiding in een dagcentrum en voor de |
| dienstprestatie "come back" bedraagt de persoonlijke participatie van | dienstprestatie "come back" bedraagt de persoonlijke participatie van |
| een persoon onder 21 jaar 4,91 EUR per dag aanwezigheid. | een persoon onder 21 jaar 4,91 EUR per dag aanwezigheid. |
| Vanaf 21 jaar bedraagt de persoonlijke participatie 11,45 EUR. Een | Vanaf 21 jaar bedraagt de persoonlijke participatie 11,45 EUR. Een |
| deel van dit bedrag, t.w. 1,64 EUR resp. 2,62 EUR, dekt het middageten | deel van dit bedrag, t.w. 1,64 EUR resp. 2,62 EUR, dekt het middageten |
| resp. het vervoer. Wanneer die kosten met eigen geldmiddelen worden | resp. het vervoer. Wanneer die kosten met eigen geldmiddelen worden |
| betaald, wat het individuele begeleidingsproject moet toelaten, wordt | betaald, wat het individuele begeleidingsproject moet toelaten, wordt |
| de persoonlijke participatie met het betrokken bedrag verminderd. | de persoonlijke participatie met het betrokken bedrag verminderd. |
| De persoonlijke participatie is niet verschuldigd wanneer een persoon | De persoonlijke participatie is niet verschuldigd wanneer een persoon |
| van een dagcentrum naar een opleidingsstage wordt georiënteerd. Wordt | van een dagcentrum naar een opleidingsstage wordt georiënteerd. Wordt |
| er echter een beroep gedaan op diensten van het dagcentrum, dan kunnen | er echter een beroep gedaan op diensten van het dagcentrum, dan kunnen |
| slechts de te dien einde bepaalde bedragen als persoonlijke | slechts de te dien einde bepaalde bedragen als persoonlijke |
| participatie vereist worden. | participatie vereist worden. |
Art. 6.§ 1 - Voor het verblijf in een tehuis en/of voor een kort |
Art. 6.§ 1 - Voor het verblijf in een tehuis en/of voor een kort |
| verblijf bedraagt de persoonlijke participatie 37,76 EUR per dag | verblijf bedraagt de persoonlijke participatie 37,76 EUR per dag |
| aanwezigheid, vanaf 21 jaar tot de volle leeftijd van 60 jaar, en | aanwezigheid, vanaf 21 jaar tot de volle leeftijd van 60 jaar, en |
| 47,92 EUR vanaf de 61e verjaardag. | 47,92 EUR vanaf de 61e verjaardag. |
| § 2 - Voor het verblijf in een eenvoudige of uitgebreide woonressource | § 2 - Voor het verblijf in een eenvoudige of uitgebreide woonressource |
| en/of voor een kortverblijf bedraagt de persoonlijke participatie | en/of voor een kortverblijf bedraagt de persoonlijke participatie |
| 30,75 EUR vanaf 21 jaar. | 30,75 EUR vanaf 21 jaar. |
| § 3 - Een deel van de in de §§ 1 en 2 bepaalde persoonlijke | § 3 - Een deel van de in de §§ 1 en 2 bepaalde persoonlijke |
| participatie, t.w. 1,96 EUR, 0,33 EUR resp. 0,98 EUR dekt het kleden, | participatie, t.w. 1,96 EUR, 0,33 EUR resp. 0,98 EUR dekt het kleden, |
| de hygiëne en de kapperdienst, resp. de individuele | de hygiëne en de kapperdienst, resp. de individuele |
| vrijetijdsbesteding. Wanneer die kosten met eigen geldmiddelen worden | vrijetijdsbesteding. Wanneer die kosten met eigen geldmiddelen worden |
| betaald, wat het individuele begeleidingsproject moet toelaten, wordt | betaald, wat het individuele begeleidingsproject moet toelaten, wordt |
| de in de §§ 1 en 2 bepaalde persoonlijke participatie met het | de in de §§ 1 en 2 bepaalde persoonlijke participatie met het |
| betrokken bedrag verminderd. | betrokken bedrag verminderd. |
| § 4 - Voor de begeleiding door een externe woonressource worden de | § 4 - Voor de begeleiding door een externe woonressource worden de |
| volgende persoonlijke participaties, naargelang van de gewenste | volgende persoonlijke participaties, naargelang van de gewenste |
| begeleiding, van de gebruikers vereist die ten minste 21 jaar oud zijn | begeleiding, van de gebruikers vereist die ten minste 21 jaar oud zijn |
| : | : |
| 1° forfait voormiddag (morningpack) : 1,65 EUR | 1° forfait voormiddag (morningpack) : 1,65 EUR |
| 2° forfait namiddag (afternoonpack) : 1,65 EUR | 2° forfait namiddag (afternoonpack) : 1,65 EUR |
| 3° forfait "bijzonder" namiddag (afternoon special pack) : 2,75 EUR | 3° forfait "bijzonder" namiddag (afternoon special pack) : 2,75 EUR |
| 4° forfait volledige dag (full day pack) : 4,41 EUR | 4° forfait volledige dag (full day pack) : 4,41 EUR |
| 5° forfait 24 uur per dag (around the clock pack) : 5,52 EUR. | 5° forfait 24 uur per dag (around the clock pack) : 5,52 EUR. |
| § 5 - Vanaf 21 jaar moet de gehandicapte een minimumbedrag van 176,76 | § 5 - Vanaf 21 jaar moet de gehandicapte een minimumbedrag van 176,76 |
| EUR per maand als zakgeld ter beschikking hebben. Dit bedrag wordt | EUR per maand als zakgeld ter beschikking hebben. Dit bedrag wordt |
| desgevallend met de in § 3 bedoelde deelbedragen verhoogd. | desgevallend met de in § 3 bedoelde deelbedragen verhoogd. |
| Voor de gehandicapten onder 21 jaar geldt één derde van de in artikel | Voor de gehandicapten onder 21 jaar geldt één derde van de in artikel |
| 4 vermelde kinderbijslag als zakgeld. | 4 vermelde kinderbijslag als zakgeld. |
Art. 7.Voor een trainingshuis of wooncentrum bedraagt de persoonlijke |
Art. 7.Voor een trainingshuis of wooncentrum bedraagt de persoonlijke |
| participatie ten minste 225,00 EUR per maand. Zij wordt individueel in | participatie ten minste 225,00 EUR per maand. Zij wordt individueel in |
| een tussen de deelnemer en de Dienst afgesloten verdrag vastgelegd en | een tussen de deelnemer en de Dienst afgesloten verdrag vastgelegd en |
| houdt rekening met de werkelijke kosten. | houdt rekening met de werkelijke kosten. |
Art. 8.Indien een in een tehuis of in kort verblijf opgenomen persoon |
Art. 8.Indien een in een tehuis of in kort verblijf opgenomen persoon |
| tegelijk een dagcentrum bezoekt, dan moet de overeenkomstig artikel 6 | tegelijk een dagcentrum bezoekt, dan moet de overeenkomstig artikel 6 |
| berekende persoonlijke participatie aan het tehuis of kort verblijf | berekende persoonlijke participatie aan het tehuis of kort verblijf |
| betaald worden. Het tehuis of kort verblijf stort dan 4,58 EUR aan het | betaald worden. Het tehuis of kort verblijf stort dan 4,58 EUR aan het |
| dagcentrum per dag aanwezigheid. | dagcentrum per dag aanwezigheid. |
Art. 9.Indien een in een woonressource of een rust- en |
Art. 9.Indien een in een woonressource of een rust- en |
| verzorgingstehuis opgenomen gehandicapte tegelijk een dagcentrum | verzorgingstehuis opgenomen gehandicapte tegelijk een dagcentrum |
| bezoekt, dan is de in artikel 5 bedoelde, aan het dagcentrum te | bezoekt, dan is de in artikel 5 bedoelde, aan het dagcentrum te |
| betalen persoonlijke participatie niet verschuldigd. | betalen persoonlijke participatie niet verschuldigd. |
Art. 10.Indien meer dan 5 uren per dag een beroep wordt gedaan op de |
Art. 10.Indien meer dan 5 uren per dag een beroep wordt gedaan op de |
| prestaties bedoeld in de artikelen 5, 6, §§ 1, 2, 3, 5, en 8, dan is | prestaties bedoeld in de artikelen 5, 6, §§ 1, 2, 3, 5, en 8, dan is |
| de in deze artikelen bedoelde persoonlijke participatie volledig | de in deze artikelen bedoelde persoonlijke participatie volledig |
| verschuldigd. Wordt er ten hoogste 5 uren per dag een beroep op deze | verschuldigd. Wordt er ten hoogste 5 uren per dag een beroep op deze |
| prestaties gedaan en wordt er een maaltijd genomen, dan wordt de | prestaties gedaan en wordt er een maaltijd genomen, dan wordt de |
| persoonlijke participatie gehalveerd. | persoonlijke participatie gehalveerd. |
Art. 11.Alle bedragen vermeld in dit besluit worden geïndexeerd met |
Art. 11.Alle bedragen vermeld in dit besluit worden geïndexeerd met |
| toepassing van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een | toepassing van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een |
| stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het | stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het |
| indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. | indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. |
| Het spilindexcijfer baseert zich op de gezondheidsindex met basis 2004 | Het spilindexcijfer baseert zich op de gezondheidsindex met basis 2004 |
| = 100. | = 100. |
| De in dit besluit vermelde bedragen stemmen overeen met de waarde van | De in dit besluit vermelde bedragen stemmen overeen met de waarde van |
| het spilindexcijfer op 1 oktober 2008, t.w. 110,51. | het spilindexcijfer op 1 oktober 2008, t.w. 110,51. |
Art. 12.Het besluit van de Regering van 21 februari 1996 tot |
Art. 12.Het besluit van de Regering van 21 februari 1996 tot |
| vastlegging van de persoonlijke participatie in de inrichtingen en | vastlegging van de persoonlijke participatie in de inrichtingen en |
| diensten van de Duitstalige Gemeenschap voor gehandicapten, gewijzigd | diensten van de Duitstalige Gemeenschap voor gehandicapten, gewijzigd |
| bij de besluiten van 5 juni 1998, 10 oktober 2002, 28 maart 2003 en 23 | bij de besluiten van 5 juni 1998, 10 oktober 2002, 28 maart 2003 en 23 |
| december 2004 is opgeheven. | december 2004 is opgeheven. |
Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2010. |
Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2010. |
Art. 14.De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden |
Art. 14.De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden |
| is belast met de uitvoering van dit besluit. | is belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Eupen, 17 december 2009. | Eupen, 17 december 2009. |
| Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : | Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : |
| De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, | De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, |
| K.-H. LAMBERTZ | K.-H. LAMBERTZ |
| De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, | De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, |
| H. MOLLERS | H. MOLLERS |