Besluit van de Regering tot beperking van de negatieve gevolgen van de coronacrisis voor de kinderopvang | Besluit van de Regering tot beperking van de negatieve gevolgen van de coronacrisis voor de kinderopvang |
---|---|
MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP |
9 APRIL 2020. - Besluit van de Regering tot beperking van de negatieve | 9 APRIL 2020. - Besluit van de Regering tot beperking van de negatieve |
gevolgen van de coronacrisis voor de kinderopvang | gevolgen van de coronacrisis voor de kinderopvang |
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, | De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, |
Gelet op het decreet van 31 maart 2014 betreffende de kinderopvang, | Gelet op het decreet van 31 maart 2014 betreffende de kinderopvang, |
artikel 12, tweede lid; | artikel 12, tweede lid; |
Gelet op het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de | Gelet op het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de |
kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang; | kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang; |
Gelet op het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de | Gelet op het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de |
zelfstandige onthaalouders; | zelfstandige onthaalouders; |
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 6 | Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 6 |
april 2020; | april 2020; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor |
Begroting, d.d. 9 april 2020; | Begroting, d.d. 9 april 2020; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, artikel 3, § 1; | 1973, artikel 3, § 1; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid wordt gerechtvaardigd | Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid wordt gerechtvaardigd |
door het feit dat er momenteel onmiddellijk ingegrepen moet worden om | door het feit dat er momenteel onmiddellijk ingegrepen moet worden om |
de financiële gevolgen van de federale dringende maatregelen om de | de financiële gevolgen van de federale dringende maatregelen om de |
verspreiding van het coronavirus (COVID-19) in te dijken, zo snel | verspreiding van het coronavirus (COVID-19) in te dijken, zo snel |
mogelijk in te perken voor de kinderopvangstructuren en zelfstandige | mogelijk in te perken voor de kinderopvangstructuren en zelfstandige |
onthaalouders; dat deze maatregelen tot een aanzienlijke daling van de | onthaalouders; dat deze maatregelen tot een aanzienlijke daling van de |
aanwezigheid van kinderen leiden, met als gevolg dat de | aanwezigheid van kinderen leiden, met als gevolg dat de |
opvangstructuren inkomsten uit kostenbijdragen verliezen of minder | opvangstructuren inkomsten uit kostenbijdragen verliezen of minder |
subsidies ontvangen, wat een aanzienlijke financiële impact kan hebben | subsidies ontvangen, wat een aanzienlijke financiële impact kan hebben |
op het voortbestaan van deze structuren; dat dit besluit dus zo snel | op het voortbestaan van deze structuren; dat dit besluit dus zo snel |
mogelijk moet worden aangenomen; | mogelijk moet worden aangenomen; |
Op de voordracht van de minister die bevoegd is voor de kinderopvang; | Op de voordracht van de minister die bevoegd is voor de kinderopvang; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: |
1° coronamaatregelen: de dringende maatregelen die de federale | 1° coronamaatregelen: de dringende maatregelen die de federale |
overheid heeft genomen om de verspreiding van het coronavirus | overheid heeft genomen om de verspreiding van het coronavirus |
(COVID-19) te beperken; | (COVID-19) te beperken; |
2° departement: het departement van het Ministerie van de Duitstalige | 2° departement: het departement van het Ministerie van de Duitstalige |
Gemeenschap dat bevoegd is voor Gezin; | Gemeenschap dat bevoegd is voor Gezin; |
3° Minister: de minister die bevoegd is voor de kinderopvang. | 3° Minister: de minister die bevoegd is voor de kinderopvang. |
Art. 2.§ 1 - Ongeacht alle andersluidende bepalingen van het besluit |
Art. 2.§ 1 - Ongeacht alle andersluidende bepalingen van het besluit |
van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en | van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en |
andere vormen van kinderopvang ontvangen de diensten voor | andere vormen van kinderopvang ontvangen de diensten voor |
onthaalouders die overeenkomstig datzelfde besluit erkend zijn, een | onthaalouders die overeenkomstig datzelfde besluit erkend zijn, een |
compensatie voor inkomensverlies die bestemd is voor de onthaalouders | compensatie voor inkomensverlies die bestemd is voor de onthaalouders |
die bij de dienst aangesloten zijn. | die bij de dienst aangesloten zijn. |
De compensatie voor inkomensverlies bedraagt voor elke aangesloten | De compensatie voor inkomensverlies bedraagt voor elke aangesloten |
onthaalouder 17,50 euro per dag per kind voor een afwezigheidsdag op | onthaalouder 17,50 euro per dag per kind voor een afwezigheidsdag op |
een gereserveerde opvangdag die minstens vijf uur duurt. De | een gereserveerde opvangdag die minstens vijf uur duurt. De |
onthaalouders ontvangen: | onthaalouders ontvangen: |
- 60 % van dat bedrag voor opvangdagen die minder dan vijf uur en | - 60 % van dat bedrag voor opvangdagen die minder dan vijf uur en |
minstens drie uur duren; | minstens drie uur duren; |
- 40 % van dat bedrag voor opvangdagen die minder dan drie uur duren. | - 40 % van dat bedrag voor opvangdagen die minder dan drie uur duren. |
De compensatie voor inkomensverlies bepaald in het tweede lid wordt | De compensatie voor inkomensverlies bepaald in het tweede lid wordt |
niet betaald aan aangesloten onthaalouders die hun activiteit | niet betaald aan aangesloten onthaalouders die hun activiteit |
vrijwillig of op basis van een door een arts uitgereikt ziekteattest | vrijwillig of op basis van een door een arts uitgereikt ziekteattest |
stopzetten. | stopzetten. |
§ 2 - Om de in § 1 bepaalde compensatie te ontvangen, houden de | § 2 - Om de in § 1 bepaalde compensatie te ontvangen, houden de |
diensten voor onthaalouders alle onthaalouders actief en activeren ze | diensten voor onthaalouders alle onthaalouders actief en activeren ze |
geen enkel systeem waarbij hun medewerkers tijdelijk niet vergoed | geen enkel systeem waarbij hun medewerkers tijdelijk niet vergoed |
hoeven te worden tijdens de periode dat de coronamaatregelen gelden. | hoeven te worden tijdens de periode dat de coronamaatregelen gelden. |
Die voorwaarde is niet van toepassing als de dienst voor onthaalouders | Die voorwaarde is niet van toepassing als de dienst voor onthaalouders |
kan aantonen dat de aangesloten onthaalouder zijn kinderopvang door | kan aantonen dat de aangesloten onthaalouder zijn kinderopvang door |
overmacht niet kan voortzetten. | overmacht niet kan voortzetten. |
Art. 3.§ 1 - Ongeacht alle andersluidende bepalingen van het besluit |
Art. 3.§ 1 - Ongeacht alle andersluidende bepalingen van het besluit |
van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de zelfstandige | van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de zelfstandige |
onthaalouders ontvangen de zelfstandige onthaalouders die | onthaalouders ontvangen de zelfstandige onthaalouders die |
overeenkomstig datzelfde besluit erkend zijn, een compensatie voor | overeenkomstig datzelfde besluit erkend zijn, een compensatie voor |
inkomensverlies van 17,50 euro per dag per kind voor een | inkomensverlies van 17,50 euro per dag per kind voor een |
afwezigheidsdag op een gereserveerde opvangdag die minstens vijf uur | afwezigheidsdag op een gereserveerde opvangdag die minstens vijf uur |
duurt. De onthaalouders ontvangen: | duurt. De onthaalouders ontvangen: |
- 60 % van dat bedrag voor opvangdagen die minder dan vijf uur en | - 60 % van dat bedrag voor opvangdagen die minder dan vijf uur en |
minstens drie uur duren; | minstens drie uur duren; |
- 40 % van dat bedrag voor opvangdagen die minder dan drie uur duren. | - 40 % van dat bedrag voor opvangdagen die minder dan drie uur duren. |
De compensatie voor inkomensverlies bepaald in het eerste lid wordt | De compensatie voor inkomensverlies bepaald in het eerste lid wordt |
niet betaald aan zelfstandige onthaalouders die hun activiteit | niet betaald aan zelfstandige onthaalouders die hun activiteit |
vrijwillig of op basis van een door een arts uitgereikt ziekteattest | vrijwillig of op basis van een door een arts uitgereikt ziekteattest |
stopzetten. | stopzetten. |
§ 2 - Om de compensatie bepaald in § 1 te ontvangen, zijn de | § 2 - Om de compensatie bepaald in § 1 te ontvangen, zijn de |
zelfstandige onthaalouders beschikbaar om hun dienstverlening voort te | zelfstandige onthaalouders beschikbaar om hun dienstverlening voort te |
zetten en activeren ze geen systeem waarbij ze hun dienstverlening | zetten en activeren ze geen systeem waarbij ze hun dienstverlening |
moeten stopzetten. | moeten stopzetten. |
Die voorwaarde is niet van toepassing als de zelfstandige onthaalouder | Die voorwaarde is niet van toepassing als de zelfstandige onthaalouder |
kan aantonen dat hij de kinderopvang door overmacht niet kan | kan aantonen dat hij de kinderopvang door overmacht niet kan |
voortzetten. | voortzetten. |
Art. 4.§ 1 - Ongeacht alle andersluidende bepalingen van een |
Art. 4.§ 1 - Ongeacht alle andersluidende bepalingen van een |
overeenkomst die werd goedgekeurd krachtens artikel 202 van het | overeenkomst die werd goedgekeurd krachtens artikel 202 van het |
besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de | besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de |
kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang ontvangen de | kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang ontvangen de |
erkende onthaalouderhuizen die in het kader van een dergelijke | erkende onthaalouderhuizen die in het kader van een dergelijke |
overeenkomst erkend zijn, een compensatie die overeenstemt met het | overeenkomst erkend zijn, een compensatie die overeenstemt met het |
werkelijke inkomensverlies naar aanleiding van de afwezigheid van de | werkelijke inkomensverlies naar aanleiding van de afwezigheid van de |
kinderen op de gereserveerde opvangdagen. Het inkomensverlies wordt | kinderen op de gereserveerde opvangdagen. Het inkomensverlies wordt |
berekend op basis van de tarieven die op de datum van inwerkingtreding | berekend op basis van de tarieven die op de datum van inwerkingtreding |
van dit besluit in het onthaalouderhuis van toepassing zijn. | van dit besluit in het onthaalouderhuis van toepassing zijn. |
De compensatie bepaald in het eerste lid wordt niet betaald aan het | De compensatie bepaald in het eerste lid wordt niet betaald aan het |
onthaalouderhuis, als de organiserende instantie de activiteit van het | onthaalouderhuis, als de organiserende instantie de activiteit van het |
onthaalouderhuis vrijwillig stopzet. | onthaalouderhuis vrijwillig stopzet. |
§ 2 - Om de compensatie bepaald in § 1 te ontvangen, zijn de | § 2 - Om de compensatie bepaald in § 1 te ontvangen, zijn de |
onthaalouderhuizen beschikbaar om hun dienstverlening voort te zetten | onthaalouderhuizen beschikbaar om hun dienstverlening voort te zetten |
en activeren ze geen systeem waarbij ze hun dienstverlening moeten | en activeren ze geen systeem waarbij ze hun dienstverlening moeten |
stopzetten. | stopzetten. |
Die voorwaarde is niet van toepassing als de organiserende instantie | Die voorwaarde is niet van toepassing als de organiserende instantie |
kan aantonen dat de kinderopvang door overmacht niet kan worden | kan aantonen dat de kinderopvang door overmacht niet kan worden |
voortgezet. | voortgezet. |
Art. 5.De aanvraag voor de subsidies bepaald in de artikelen 1 tot 3 |
Art. 5.De aanvraag voor de subsidies bepaald in de artikelen 1 tot 3 |
wordt uiterlijk zes maanden na afloop van de coronamaatregelen | wordt uiterlijk zes maanden na afloop van de coronamaatregelen |
ingediend bij het departement met vermelding van de volgende gegevens: | ingediend bij het departement met vermelding van de volgende gegevens: |
1° de identiteit en het rekeningnummer van de aanvrager; | 1° de identiteit en het rekeningnummer van de aanvrager; |
2° het aantal en de duur van de afwezigheidsdagen; | 2° het aantal en de duur van de afwezigheidsdagen; |
3° een verklaring op erewoord dat de dienstverrichter, naargelang van | 3° een verklaring op erewoord dat de dienstverrichter, naargelang van |
het geval, artikel 1, § 2, artikel 2, § 2, of artikel 3, § 2, naleeft. | het geval, artikel 1, § 2, artikel 2, § 2, of artikel 3, § 2, naleeft. |
De Minister beslist over de aanvraag op basis van een | De Minister beslist over de aanvraag op basis van een |
standpuntbepaling van het departement. | standpuntbepaling van het departement. |
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 16 maart 2020. |
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 16 maart 2020. |
Art. 7.De minister die bevoegd is voor de kinderopvang is belast met |
Art. 7.De minister die bevoegd is voor de kinderopvang is belast met |
de uitvoering van dit besluit. | de uitvoering van dit besluit. |
Eupen, 9 april 2020. | Eupen, 9 april 2020. |
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, | Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, |
De Minister-President, | De Minister-President, |
Minister van Lokale Besturen en Financiën | Minister van Lokale Besturen en Financiën |
O. PAASCH | O. PAASCH |
De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek | De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek |
H. MOLLERS | H. MOLLERS |