Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Document van 03/09/2015
← Terug naar "Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang "
Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang
MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
3 SEPTEMBER 2015. - Besluit van de Regering tot wijziging van het 3 SEPTEMBER 2015. - Besluit van de Regering tot wijziging van het
besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de
kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Regering van de Duitstalige Gemeenschap,
Gelet op het decreet van 31 maart 2014 betreffende de kinderopvang, Gelet op het decreet van 31 maart 2014 betreffende de kinderopvang,
artikel 7, vierde lid, artikel 9, tweede lid, en artikel 12, tweede artikel 7, vierde lid, artikel 9, tweede lid, en artikel 12, tweede
lid; lid;
Gelet op het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de Gelet op het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de
kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang; kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 19 mei Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 19 mei
2015; 2015;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor
Begroting, d.d. 28 mei 2015; Begroting, d.d. 28 mei 2015;
Gelet op advies 57.708/3 van de Raad van State, gegeven op 17 juli Gelet op advies 57.708/3 van de Raad van State, gegeven op 17 juli
2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Gezinsbeleid; Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Gezinsbeleid;
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.In artikel 1, 11°, van het besluit van de Regering van 22

Artikel 1.In artikel 1, 11°, van het besluit van de Regering van 22

mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van
kinderopvang worden tussen het woord "schooltijd" en het woord kinderopvang worden tussen het woord "schooltijd" en het woord
"aanbiedt" de woorden "en op pedagogische conferentiedagen" ingevoegd. "aanbiedt" de woorden "en op pedagogische conferentiedagen" ingevoegd.

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 5.1 ingevoegd, luidende

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 5.1 ingevoegd, luidende

: :
« Art. 5.1. Voor de toepassing van dit besluit worden als « Art. 5.1. Voor de toepassing van dit besluit worden als
gelijkwaardig erkende opleidingsbewijzen uit andere EU-lidstaten, gelijkwaardig erkende opleidingsbewijzen uit andere EU-lidstaten,
daarmee gelijkgestelde staten of staten waarmee een overeenkomst voor daarmee gelijkgestelde staten of staten waarmee een overeenkomst voor
de erkenning van beroepskwalificaties werd gesloten ook in aanmerking de erkenning van beroepskwalificaties werd gesloten ook in aanmerking
genomen. » genomen. »

Art. 3.In artikel 62, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit worden

Art. 3.In artikel 62, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit worden

de woorden "bewijs van een hogeschoolopleiding van korte duur" de woorden "bewijs van een hogeschoolopleiding van korte duur"
vervangen door het woord "bachelordiploma". vervangen door het woord "bachelordiploma".

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 71.1 ingevoegd,

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 71.1 ingevoegd,

luidende : luidende :
« Art. 71.1. Voor de aanneembare personeelskosten ontvangt de dienst « Art. 71.1. Voor de aanneembare personeelskosten ontvangt de dienst
voor onthaalouders, met inachtneming van de voorwaarden vermeld in voor onthaalouders, met inachtneming van de voorwaarden vermeld in
artikel 72, een subsidie die overeenstemt met 100 % van de werkelijke artikel 72, een subsidie die overeenstemt met 100 % van de werkelijke
personeelskosten. » personeelskosten. »

Art. 5.In artikel 72, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden

Art. 5.In artikel 72, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden

de woorden « worden de berekeningsbasissen toegepast die de Regering de woorden « worden de berekeningsbasissen toegepast die de Regering
voor de sectoren "Sociale aangelegenheden" en "Gezondheid" heeft voor de sectoren "Sociale aangelegenheden" en "Gezondheid" heeft
vastgelegd » vervangen door de woorden « wordt het besluit van de vastgelegd » vervangen door de woorden « wordt het besluit van de
Regering van 22 juni 2001 tot vaststelling van de Regering van 22 juni 2001 tot vaststelling van de
berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in
de sectoren "sociale aangelegenheden" en "gezondheid" toegepast. » de sectoren "sociale aangelegenheden" en "gezondheid" toegepast. »

Art. 6.In artikel 80, 3°, c), van hetzelfde besluit worden de woorden

Art. 6.In artikel 80, 3°, c), van hetzelfde besluit worden de woorden

"kinderopvang van hoogstens drie uur per dag" vervangen door de "kinderopvang van hoogstens drie uur per dag" vervangen door de
woorden "kinderopvang van het begin van de opvang tot drie uur per woorden "kinderopvang van het begin van de opvang tot drie uur per
dag". dag".

Art. 7.In artikel 82, § 2, eerste lid, 3°, van hetzelfde besluit

Art. 7.In artikel 82, § 2, eerste lid, 3°, van hetzelfde besluit

worden de woorden "(0 tot 3 uur)" vervangen door de woorden "(van het worden de woorden "(0 tot 3 uur)" vervangen door de woorden "(van het
begin van de opvang tot drie uur)". begin van de opvang tot drie uur)".

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 91.1 ingevoegd,

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 91.1 ingevoegd,

luidende : luidende :
« Art. 91.1. Voor de aanneembare personeelskosten ontvangt de crèche, « Art. 91.1. Voor de aanneembare personeelskosten ontvangt de crèche,
met inachtneming van de voorwaarden vermeld in artikel 92, een met inachtneming van de voorwaarden vermeld in artikel 92, een
subsidie die overeenstemt met 100 % van de werkelijke subsidie die overeenstemt met 100 % van de werkelijke
personeelskosten. » personeelskosten. »

Art. 9.In artikel 92, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden

Art. 9.In artikel 92, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden

de woorden « worden de berekeningsbasissen toegepast die de Regering de woorden « worden de berekeningsbasissen toegepast die de Regering
voor de sectoren "Sociale aangelegenheden" en "Gezondheid" heeft voor de sectoren "Sociale aangelegenheden" en "Gezondheid" heeft
vastgelegd » vervangen door de woorden « wordt het besluit van de vastgelegd » vervangen door de woorden « wordt het besluit van de
Regering van 22 juni 2001 tot vaststelling van de Regering van 22 juni 2001 tot vaststelling van de
berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in
de sectoren "sociale aangelegenheden" en "gezondheid" toegepast. » de sectoren "sociale aangelegenheden" en "gezondheid" toegepast. »

Art. 10.In hetzelfde besluit wordt een artikel 116.1 ingevoegd,

Art. 10.In hetzelfde besluit wordt een artikel 116.1 ingevoegd,

luidende : luidende :
« Art. 116.1. § 1. Voor de toepassing van dit artikel geldt voor de « Art. 116.1. § 1. Voor de toepassing van dit artikel geldt voor de
kinderopvang : kinderopvang :
1° hele opvangdag : kinderopvang van vijf tot tien uur per dag; 1° hele opvangdag : kinderopvang van vijf tot tien uur per dag;
2° halve opvangdag : kinderopvang van drie tot vijf uur per dag; 2° halve opvangdag : kinderopvang van drie tot vijf uur per dag;
3° 1/3-opvangdag : kinderopvang van het begin van de opvang tot drie 3° 1/3-opvangdag : kinderopvang van het begin van de opvang tot drie
uur per dag. uur per dag.
§ 2. Voor de personeels- en werkingskosten van elke locatie voor § 2. Voor de personeels- en werkingskosten van elke locatie voor
buitenschoolse opvang ontvangt de dienst voor kinderopvang - binnen de buitenschoolse opvang ontvangt de dienst voor kinderopvang - binnen de
perken van het jaarlijkse maximumaantal opvangdagen dat de Minister perken van het jaarlijkse maximumaantal opvangdagen dat de Minister
per dienst heeft vastgelegd - per opgevangen kind volgende subsidies : per dienst heeft vastgelegd - per opgevangen kind volgende subsidies :
1° 22,50 euro voor een hele opvangdag; 1° 22,50 euro voor een hele opvangdag;
2° 13,50 euro voor een halve opvangdag; 2° 13,50 euro voor een halve opvangdag;
3° 9 euro voor een 1/3-opvangdag. 3° 9 euro voor een 1/3-opvangdag.
§ 3. Voor de subsidiëring van de personeelskosten wordt het besluit § 3. Voor de subsidiëring van de personeelskosten wordt het besluit
van de Regering van 22 juni 2001 tot vaststelling van de van de Regering van 22 juni 2001 tot vaststelling van de
berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in
de sectoren "sociale aangelegenheden" en "gezondheid" toegepast. de sectoren "sociale aangelegenheden" en "gezondheid" toegepast.
Alleen de kosten van personeelsleden die voldoen aan de Alleen de kosten van personeelsleden die voldoen aan de
opleidingsvoorwaarden gesteld in artikel 115, § 2, worden in opleidingsvoorwaarden gesteld in artikel 115, § 2, worden in
aanmerking genomen. aanmerking genomen.
§ 4. De dienst voor kinderopvang dient de trimestriële overzichten van § 4. De dienst voor kinderopvang dient de trimestriële overzichten van
de gewerkte opvangdagen ten laatste zes weken na het einde van het de gewerkte opvangdagen ten laatste zes weken na het einde van het
betrokken trimester bij het departement in. betrokken trimester bij het departement in.
Indien de trimestriële overzichten van de gewerkte opvangdagen te laat Indien de trimestriële overzichten van de gewerkte opvangdagen te laat
worden ingediend, kan bij één maand vertraging 5 % van de subsidie en worden ingediend, kan bij één maand vertraging 5 % van de subsidie en
bij twee of meer maanden vertraging 10 % van de subsidie ingehouden bij twee of meer maanden vertraging 10 % van de subsidie ingehouden
worden. worden.
§ 5. De dienst voor kinderopvang dient de jaarlijkse bewijzen voor de § 5. De dienst voor kinderopvang dient de jaarlijkse bewijzen voor de
subsidiëring ten laatste zes weken na het einde van het laatste subsidiëring ten laatste zes weken na het einde van het laatste
trimester van het vorige jaar bij het departement in. trimester van het vorige jaar bij het departement in.
Indien de jaarlijkse bewijzen te laat worden ingediend, kan bij één Indien de jaarlijkse bewijzen te laat worden ingediend, kan bij één
maand vertraging 5 % van de subsidie en bij twee of meer maanden maand vertraging 5 % van de subsidie en bij twee of meer maanden
vertraging 10 % van de subsidie ingehouden worden. » vertraging 10 % van de subsidie ingehouden worden. »

Art. 11.In artikel 156 van hetzelfde besluit worden de woorden "een

Art. 11.In artikel 156 van hetzelfde besluit worden de woorden "een

bewijs van een hogeschoolopleiding van lange duur" vervangen door de bewijs van een hogeschoolopleiding van lange duur" vervangen door de
woorden "een masterdiploma of een daarmee gelijkgesteld diploma". woorden "een masterdiploma of een daarmee gelijkgesteld diploma".

Art. 12.In artikel 157 van hetzelfde besluit worden de woorden "een

Art. 12.In artikel 157 van hetzelfde besluit worden de woorden "een

bewijs van een hogeschoolopleiding van lange duur" vervangen door de bewijs van een hogeschoolopleiding van lange duur" vervangen door de
woorden "een masterdiploma of een daarmee gelijkgesteld diploma". woorden "een masterdiploma of een daarmee gelijkgesteld diploma".

Art. 13.In hetzelfde besluit wordt een artikel 157.1 ingevoegd,

Art. 13.In hetzelfde besluit wordt een artikel 157.1 ingevoegd,

luidende : luidende :
« Art. 157.1. De centra voor kinderopvang beschikken minstens over een « Art. 157.1. De centra voor kinderopvang beschikken minstens over een
voltijdse administratieve assistentie die onder meer belast is met voltijdse administratieve assistentie die onder meer belast is met
taken op het gebied van de economische haalbaarheid en de boekhouding taken op het gebied van de economische haalbaarheid en de boekhouding
van het centrum. van het centrum.
Deze vakkracht beschikt over een bachelordiploma op het gebied van Deze vakkracht beschikt over een bachelordiploma op het gebied van
bestuurswetenschappen, bedrijfsorganisatie, economische wetenschappen, bestuurswetenschappen, bedrijfsorganisatie, economische wetenschappen,
boekhouding of een met één van die opleidingen gelijkgesteld diploma. boekhouding of een met één van die opleidingen gelijkgesteld diploma.
De Minister kan houders van andere kwalificaties toelaten als zij een De Minister kan houders van andere kwalificaties toelaten als zij een
voor de beoogde functie buitengewoon nuttige beroepservaring of voor de beoogde functie buitengewoon nuttige beroepservaring of
bijzondere opleiding kunnen bewijzen. De Minister beslist na een bijzondere opleiding kunnen bewijzen. De Minister beslist na een
advies van het departement binnen 60 dagen na ontvangst van de advies van het departement binnen 60 dagen na ontvangst van de
volledige schriftelijke aanvraag. Indien binnen de gestelde termijn volledige schriftelijke aanvraag. Indien binnen de gestelde termijn
geen beslissing is genomen, geldt de aanvraag als geweigerd. » geen beslissing is genomen, geldt de aanvraag als geweigerd. »

Art. 14.In artikel 160 van hetzelfde besluit worden de volgende

Art. 14.In artikel 160 van hetzelfde besluit worden de volgende

wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt aangevuld met een bepaling onder 3°, luidende 1° het eerste lid wordt aangevuld met een bepaling onder 3°, luidende
: :
« 3° één VTE-betrekking voor de administratieve assistentie vermeld in « 3° één VTE-betrekking voor de administratieve assistentie vermeld in
artikel 157.1. » artikel 157.1. »
2° in het tweede lid worden de woorden « worden de berekeningsbasissen 2° in het tweede lid worden de woorden « worden de berekeningsbasissen
toegepast die de Regering voor de sectoren "Sociale aangelegenheden" toegepast die de Regering voor de sectoren "Sociale aangelegenheden"
en "Gezondheid" heeft vastgelegd » vervangen door de woorden « wordt en "Gezondheid" heeft vastgelegd » vervangen door de woorden « wordt
het besluit van de Regering van 22 juni 2001 tot vaststelling van de het besluit van de Regering van 22 juni 2001 tot vaststelling van de
berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in
de sectoren "sociale aangelegenheden" en "gezondheid" toegepast »; de sectoren "sociale aangelegenheden" en "gezondheid" toegepast »;
3° in het derde lid worden de woorden "artikelen 156 en 157" vervangen 3° in het derde lid worden de woorden "artikelen 156 en 157" vervangen
door de woorden "artikelen 156, 157 en 157.1". door de woorden "artikelen 156, 157 en 157.1".

Art. 15.In artikel 205 van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste

Art. 15.In artikel 205 van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste

en het tweede lid, dat het derde lid wordt, een nieuw lid ingevoegd, en het tweede lid, dat het derde lid wordt, een nieuw lid ingevoegd,
luidende : luidende :
« In afwijking van het eerste lid hebben de centra voor kinderopvang « In afwijking van het eerste lid hebben de centra voor kinderopvang
die op 1 september 2015 al erkend waren, tot 1 januari 2016 de tijd om die op 1 september 2015 al erkend waren, tot 1 januari 2016 de tijd om
eventueel de nodige aanpassingen door te voeren en zo aan artikel eventueel de nodige aanpassingen door te voeren en zo aan artikel
157.1 te voldoen. » 157.1 te voldoen. »

Art. 16.In hetzelfde besluit wordt een artikel 205.1 ingevoegd,

Art. 16.In hetzelfde besluit wordt een artikel 205.1 ingevoegd,

luidende : luidende :
« Art. 205.1. In afwijking van artikel 113 ontvangen de locaties voor « Art. 205.1. In afwijking van artikel 113 ontvangen de locaties voor
buitenschoolse opvang die op 1 januari 2015 al erkend zijn en niet aan buitenschoolse opvang die op 1 januari 2015 al erkend zijn en niet aan
de voorwaarden gesteld in de artikelen 114 en 115 voldoen, nog de voorwaarden gesteld in de artikelen 114 en 115 voldoen, nog
gedurende hoogstens 24 maanden subsidies voor een 1/3-dagopvang van gedurende hoogstens 24 maanden subsidies voor een 1/3-dagopvang van
2,25 euro per opgevangen kind, met een maximumbedrag van 16.000 euro 2,25 euro per opgevangen kind, met een maximumbedrag van 16.000 euro
per locatie voor buitenschoolse opvang. De locaties voor per locatie voor buitenschoolse opvang. De locaties voor
buitenschoolse opvang die dat vaste bedrag willen ontvangen, buitenschoolse opvang die dat vaste bedrag willen ontvangen,
verplichten zich schriftelijk ertoe tegen 31 december 2016 aan de verplichten zich schriftelijk ertoe tegen 31 december 2016 aan de
vermelde voorwaarden te voldoen. Indien ze tegen die datum nog altijd vermelde voorwaarden te voldoen. Indien ze tegen die datum nog altijd
niet aan de vermelde voorwaarden voldoen, worden ze vanaf 1 januari niet aan de vermelde voorwaarden voldoen, worden ze vanaf 1 januari
2017 niet langer gesubsidieerd. 2017 niet langer gesubsidieerd.
In afwijking van artikel 113 ontvangen de projecten die in het kader In afwijking van artikel 113 ontvangen de projecten die in het kader
van het Fonds voor collectieve uitrustingen en diensten gesubsidieerd van het Fonds voor collectieve uitrustingen en diensten gesubsidieerd
werden, maar op 1 januari 2015 niet als locatie voor buitenschoolse werden, maar op 1 januari 2015 niet als locatie voor buitenschoolse
opvang erkend waren, voor het jaar 2015 per opgevangen kind een opvang erkend waren, voor het jaar 2015 per opgevangen kind een
subsidie van 10 euro voor een hele opvangdag, met een maximumbedrag subsidie van 10 euro voor een hele opvangdag, met een maximumbedrag
van 10.000 euro. » van 10.000 euro. »

Art. 17.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.

Art. 17.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.

In afwijking van het eerste lid hebben de artikelen 13, 14 en 15 In afwijking van het eerste lid hebben de artikelen 13, 14 en 15
uitwerking met ingang van 1 september 2015. uitwerking met ingang van 1 september 2015.

Art. 18.De minister bevoegd voor Gezinsbeleid is belast met de

Art. 18.De minister bevoegd voor Gezinsbeleid is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Eupen, 3 september 2015. Eupen, 3 september 2015.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap,
De Minister-President, De Minister-President,
O. PAASCH O. PAASCH
De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden,
A. ANTONIADIS A. ANTONIADIS
^