Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad | Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad |
---|---|
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD | GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD |
26 JANUARI 2017. - Besluit van het Verenigd College van de | 26 JANUARI 2017. - Besluit van het Verenigd College van de |
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit |
van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke | van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke |
Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 houdende het administratief | Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 houdende het administratief |
statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van | statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van |
de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke | de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke |
Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad | Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad |
Het Verenigd College, | Het Verenigd College, |
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de | Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de |
Brusselse instellingen, artikel 79 § 1, gewijzigd bij artikel 58, 6°, | Brusselse instellingen, artikel 79 § 1, gewijzigd bij artikel 58, 6°, |
van de bijzondere wet van 6 januari 2014; | van de bijzondere wet van 6 januari 2014; |
Gelet op het besluit van het Verenigd College van de | Gelet op het besluit van het Verenigd College van de |
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 houdende het | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 houdende het |
administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en | administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en |
stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van de | stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van de |
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad; | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad; |
Gelet op het advies van de Directieraad gegeven op 28 oktober 2016; | Gelet op het advies van de Directieraad gegeven op 28 oktober 2016; |
Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College die bevoegd | Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College die bevoegd |
zijn voor het Openbaar Ambt, gegeven op 25 oktober 2016; | zijn voor het Openbaar Ambt, gegeven op 25 oktober 2016; |
Gelet op het protocol nr. 2016/19 van het Sectorcomité XV van25 | Gelet op het protocol nr. 2016/19 van het Sectorcomité XV van25 |
oktober 2016; | oktober 2016; |
Gelet op het advies 60.499/4, gegeven op 19 december 2016, met | Gelet op het advies 60.499/4, gegeven op 19 december 2016, met |
toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde | toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde |
wetten op de Raad van State; | wetten op de Raad van State; |
Overwegende dat het samenwerkingsakkoord gesloten op 5 juni 2008 | Overwegende dat het samenwerkingsakkoord gesloten op 5 juni 2008 |
tussen de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en het Verenigd College | tussen de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en het Verenigd College |
van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad | van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad |
over de oprichting van een commissie van beroep inzake het | over de oprichting van een commissie van beroep inzake het |
gemeenschappelijke openbaar ambt en de raden van beroep die | gemeenschappelijke openbaar ambt en de raden van beroep die |
gemeenschappelijk zijn aan het ministerie van het Brussels | gemeenschappelijk zijn aan het ministerie van het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest en aan de Diensten van het Verenigd College van | Hoofdstedelijk Gewest en aan de Diensten van het Verenigd College van |
de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad | de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad |
verlopen is; | verlopen is; |
Op voorstel van de Leden van het Verenigd College die bevoegd zijn | Op voorstel van de Leden van het Verenigd College die bevoegd zijn |
voor het Openbaar Ambt; | voor het Openbaar Ambt; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.In het besluit van het Verenigd College van de |
Artikel 1.In het besluit van het Verenigd College van de |
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 houdende het | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 houdende het |
administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en | administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en |
stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van de | stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van de |
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad wordt | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad wordt |
hoofdstuk VI van titel I van boek II vervangen door de volgende | hoofdstuk VI van titel I van boek II vervangen door de volgende |
bepalingen : | bepalingen : |
HOOFDSTUK VI. - Raad van beroep | HOOFDSTUK VI. - Raad van beroep |
Afdeling 1. - Over de oprichting en de samenstelling van de raad van | Afdeling 1. - Over de oprichting en de samenstelling van de raad van |
beroep | beroep |
Art. 18.Er wordt een raad van beroep ingesteld gezamenlijk voor de |
Art. 18.Er wordt een raad van beroep ingesteld gezamenlijk voor de |
Diensten van het Verenigd College en voor de instellingen van openbaar | Diensten van het Verenigd College en voor de instellingen van openbaar |
nut van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, bevoegd voor het | nut van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, bevoegd voor het |
beroep inzake stage, evaluatie, verklaring van professionele | beroep inzake stage, evaluatie, verklaring van professionele |
ongeschiktheid, proefperiode, verlof, afwezigheden, beschikbaarheid | ongeschiktheid, proefperiode, verlof, afwezigheden, beschikbaarheid |
wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst en van de | wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst en van de |
disciplinaire regeling. | disciplinaire regeling. |
De raad is samengesteld : | De raad is samengesteld : |
1° uit een effectieve voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter, | 1° uit een effectieve voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter, |
magistraten, gepensioneerde magistraten, ambtenaren of gepensioneerde | magistraten, gepensioneerde magistraten, ambtenaren of gepensioneerde |
ambtenaren aangeduid door het verenigd College. Eén van hen behoort | ambtenaren aangeduid door het verenigd College. Eén van hen behoort |
tot de Franse taalrol, de andere tot de Nederlandse taalrol. Ze kennen | tot de Franse taalrol, de andere tot de Nederlandse taalrol. Ze kennen |
de andere taal voldoende om de eenheid van de rechtspraak van de twee | de andere taal voldoende om de eenheid van de rechtspraak van de twee |
afdelingen van de raad te verzekeren. De taalkennis van de magistraten | afdelingen van de raad te verzekeren. De taalkennis van de magistraten |
wordt vastgesteld overeenkomstig de wet van 15 juni 1935 op het | wordt vastgesteld overeenkomstig de wet van 15 juni 1935 op het |
gebruik der talen in gerechtszaken. De taalkennis van de ambtenaren | gebruik der talen in gerechtszaken. De taalkennis van de ambtenaren |
wordt vastgesteld door het bewijs te leveren dat ze een taalbewijs van | wordt vastgesteld door het bewijs te leveren dat ze een taalbewijs van |
Selor hebben behaald dat uitgereikt is op grond van de artikelen 7, 8 | Selor hebben behaald dat uitgereikt is op grond van de artikelen 7, 8 |
en 11, of 12 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot | en 11, of 12 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot |
vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen | vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen |
omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op | omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op |
het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966; | het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966; |
De aangewezen ambtenaren moeten titularis zijn of geweest zijn van | De aangewezen ambtenaren moeten titularis zijn of geweest zijn van |
minstens een graad van directeur van rang A3 of gelijkwaardig. | minstens een graad van directeur van rang A3 of gelijkwaardig. |
Ze moeten de titel dragen van doctor, licentiaat of master in de | Ze moeten de titel dragen van doctor, licentiaat of master in de |
rechten en hebben minstens zes maanden ervaring op het vlak van het | rechten en hebben minstens zes maanden ervaring op het vlak van het |
openbaar ambt of van het beheer van human resources in de openbare | openbaar ambt of van het beheer van human resources in de openbare |
sector. | sector. |
Indien de minister van Justitie niet binnen de drie maanden van het | Indien de minister van Justitie niet binnen de drie maanden van het |
verzoek van de ministers de effectieve voorzitter of de | verzoek van de ministers de effectieve voorzitter of de |
plaatsvervangende voorzitter heeft aangewezen, wijst het College hen | plaatsvervangende voorzitter heeft aangewezen, wijst het College hen |
aan uit de ambtenaren of de gepensioneerde ambtenaren. Zij mogen geen | aan uit de ambtenaren of de gepensioneerde ambtenaren. Zij mogen geen |
ambtenaar zijn of geweest zijn bij de Diensten van het Verenigd | ambtenaar zijn of geweest zijn bij de Diensten van het Verenigd |
College of van een instelling van openbaar nut van de | College of van een instelling van openbaar nut van de |
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad. | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad. |
2° per taalrol, uit drie assessoren, ambtenaren van niveau A, die de | 2° per taalrol, uit drie assessoren, ambtenaren van niveau A, die de |
overheid vertegenwoordigen, aangeduid door het Verenigd College. Er | overheid vertegenwoordigen, aangeduid door het Verenigd College. Er |
worden op dezelfde manier evenveel plaatsvervangende assessoren | worden op dezelfde manier evenveel plaatsvervangende assessoren |
aangewezen met dien verstande dat ze de effectieve assessoren | aangewezen met dien verstande dat ze de effectieve assessoren |
vervangen in de volgorde die door het Verenigd College bepaald is; | vervangen in de volgorde die door het Verenigd College bepaald is; |
3° per taalrol, uit drie effectieve assessoren en drie | 3° per taalrol, uit drie effectieve assessoren en drie |
plaatsvervangende assessoren aangewezen door de vakorganisaties. | plaatsvervangende assessoren aangewezen door de vakorganisaties. |
Aan de werkzaamheden van de raad nemen eveneens een effectieve | Aan de werkzaamheden van de raad nemen eveneens een effectieve |
secretaris en een plaatsvervangende secretaris per taalrol deel die | secretaris en een plaatsvervangende secretaris per taalrol deel die |
door het Verenigd College werden aangewezen en niet stemgerechtigd | door het Verenigd College werden aangewezen en niet stemgerechtigd |
zijn. | zijn. |
Afdeling 2. - Werking | Afdeling 2. - Werking |
Art.19. § 1. De raad wordt uitsluitend geadieerd op het adres van zijn | Art.19. § 1. De raad wordt uitsluitend geadieerd op het adres van zijn |
secretariaat dat vastgelegd is in het huishoudelijk reglement. Zodra | secretariaat dat vastgelegd is in het huishoudelijk reglement. Zodra |
de raad geadieerd is, laat de secretaris van de betrokken afdeling | de raad geadieerd is, laat de secretaris van de betrokken afdeling |
zich het dossier bezorgen door de leidende ambtenaar van de Diensten | zich het dossier bezorgen door de leidende ambtenaar van de Diensten |
van het Verenigd College of van de betrokken instelling van openbaar | van het Verenigd College of van de betrokken instelling van openbaar |
nut. Dit bevat alle elementen die de raad in staat stellen met kennis | nut. Dit bevat alle elementen die de raad in staat stellen met kennis |
van zaken te beraadslagen. | van zaken te beraadslagen. |
De raad bestaat uit twee afdelingen, één per taalrol. De afdelingen | De raad bestaat uit twee afdelingen, één per taalrol. De afdelingen |
worden voorgezeten door de voorzitter of bij zijn afwezigheid door de | worden voorgezeten door de voorzitter of bij zijn afwezigheid door de |
ondervoorzitter. | ondervoorzitter. |
Elke afdeling telt ten minste één derde vertegenwoordigers van elk | Elke afdeling telt ten minste één derde vertegenwoordigers van elk |
geslacht. | geslacht. |
§ 2. De verenigde afdelingen leggen een gemeenschappelijk | § 2. De verenigde afdelingen leggen een gemeenschappelijk |
huishoudelijk reglement vast. | huishoudelijk reglement vast. |
§ 3. Elke afdeling kan slechts geldig beraadslagen indien de | § 3. Elke afdeling kan slechts geldig beraadslagen indien de |
meerderheid van haar leden aanwezig is en het dossier de nodige | meerderheid van haar leden aanwezig is en het dossier de nodige |
elementen bevat die de raad toelaten met kennis van zaken een advies | elementen bevat die de raad toelaten met kennis van zaken een advies |
te geven of een beslissing te nemen. | te geven of een beslissing te nemen. |
Het effectieve lid dat de overheid vertegenwoordigt en niet kan | Het effectieve lid dat de overheid vertegenwoordigt en niet kan |
zetelen, wordt van rechtswege vervangen door de eerste | zetelen, wordt van rechtswege vervangen door de eerste |
plaatsvervanger, bij ontstentenis, door de tweede, bij ontstentenis, | plaatsvervanger, bij ontstentenis, door de tweede, bij ontstentenis, |
door de derde. | door de derde. |
Het effectieve lid dat een representatieve vakorganisatie | Het effectieve lid dat een representatieve vakorganisatie |
vertegenwoordigt en niet kan zetelen wordt van rechtswege vervangen | vertegenwoordigt en niet kan zetelen wordt van rechtswege vervangen |
door zijn plaatsvervanger. | door zijn plaatsvervanger. |
Elk effectief lid van een afdeling die weet dat hij niet zal kunnen | Elk effectief lid van een afdeling die weet dat hij niet zal kunnen |
zetelen in een vergadering van de raad van beroep, verzekert | zetelen in een vergadering van de raad van beroep, verzekert |
onmiddellijk zijn vervanging en licht de secretaris hierover in. | onmiddellijk zijn vervanging en licht de secretaris hierover in. |
Indien de aanwezige leden het quorum niet bereikt hebben, hoewel ze | Indien de aanwezige leden het quorum niet bereikt hebben, hoewel ze |
behoorlijk opgeroepen waren, wordt er binnen de twee weken een nieuwe | behoorlijk opgeroepen waren, wordt er binnen de twee weken een nieuwe |
vergadering bijeengeroepen die, in afwijking van het eerste lid, | vergadering bijeengeroepen die, in afwijking van het eerste lid, |
ongeacht het aantal aanwezige leden zetelt en beraadslaagt. | ongeacht het aantal aanwezige leden zetelt en beraadslaagt. |
Tijdens de stemming moet het aantal assessoren aangewezen door het | Tijdens de stemming moet het aantal assessoren aangewezen door het |
Verenigd College en aangewezen door de vakorganisaties gelijk zijn; in | Verenigd College en aangewezen door de vakorganisaties gelijk zijn; in |
voorkomend geval wordt de pariteit hersteld door uitschakeling van één | voorkomend geval wordt de pariteit hersteld door uitschakeling van één |
of meer leden op basis van een consensus tussen de betrokken | of meer leden op basis van een consensus tussen de betrokken |
assessoren of, bij hun afwezigheid, door loting. | assessoren of, bij hun afwezigheid, door loting. |
De beraadslagingen van de raad gaan eerst over de ontvankelijkheid van | De beraadslagingen van de raad gaan eerst over de ontvankelijkheid van |
het beroep of van de raadpleging, daarna in voorkomend geval over de | het beroep of van de raadpleging, daarna in voorkomend geval over de |
grond van de zaak. Enkel de voorzitter en de assessoren van de | grond van de zaak. Enkel de voorzitter en de assessoren van de |
behandelde zaak, in aanwezigheid van de secretaris, nemen aan de | behandelde zaak, in aanwezigheid van de secretaris, nemen aan de |
beraadslagingen deel. | beraadslagingen deel. |
De kennisgeving van de beslissing vermeldt de voorziene | De kennisgeving van de beslissing vermeldt de voorziene |
beroepsmogelijkheden en de termijn waarbinnen deze uitgeoefend kunnen | beroepsmogelijkheden en de termijn waarbinnen deze uitgeoefend kunnen |
worden. | worden. |
§ 4. Elk lid van de commissie, met inbegrip van de voorzitter, is | § 4. Elk lid van de commissie, met inbegrip van de voorzitter, is |
stemgerechtigd. De stemming is geheim. Bij staking van stemmen, is de | stemgerechtigd. De stemming is geheim. Bij staking van stemmen, is de |
beslissing gunstig voor de stagiair of voor de ambtenaar. | beslissing gunstig voor de stagiair of voor de ambtenaar. |
§ 5. De stagiair of de ambtenaar wordt gehoord om zijn verweermiddelen | § 5. De stagiair of de ambtenaar wordt gehoord om zijn verweermiddelen |
te doen gelden. Hij is ertoe gehouden persoonlijk te verschijnen en | te doen gelden. Hij is ertoe gehouden persoonlijk te verschijnen en |
mag zich voor zijn verdediging laten bijstaan door een persoon van | mag zich voor zijn verdediging laten bijstaan door een persoon van |
zijn keuze. De verdediger mag hoe dan ook geen deel uitmaken van de | zijn keuze. De verdediger mag hoe dan ook geen deel uitmaken van de |
raad van beroep of van een directieraad. | raad van beroep of van een directieraad. |
Op basis van een medisch attest of bij behoorlijk bewezen overmacht | Op basis van een medisch attest of bij behoorlijk bewezen overmacht |
kan de stagiair of de ambtenaar voor zijn verdediging vertegenwoordigd | kan de stagiair of de ambtenaar voor zijn verdediging vertegenwoordigd |
worden door de persoon van zijn keuze. In deze hypothese verhindert de | worden door de persoon van zijn keuze. In deze hypothese verhindert de |
afwezigheid van de ambtenaar geenszins het werk van de raad. Het | afwezigheid van de ambtenaar geenszins het werk van de raad. Het |
attest of het bewijs worden voor zijn vergadering overgemaakt aan het | attest of het bewijs worden voor zijn vergadering overgemaakt aan het |
secretariaat van de raad, overeenkomstig de manieren voorzien in § 7 | secretariaat van de raad, overeenkomstig de manieren voorzien in § 7 |
of, in noodgevallen, via zijn e-mailadres. | of, in noodgevallen, via zijn e-mailadres. |
Wanneer de stagiair of de ambtenaar zijn eigen verdediging verzekert | Wanneer de stagiair of de ambtenaar zijn eigen verdediging verzekert |
en hij verhinderd is om redenen van overmacht om te verschijnen, wordt | en hij verhinderd is om redenen van overmacht om te verschijnen, wordt |
hem een laatste oproepingsbrief toegestuurd. De maximumduur van de | hem een laatste oproepingsbrief toegestuurd. De maximumduur van de |
procedure voorzien in artikel 19, § 6, wordt verlengd met de periode | procedure voorzien in artikel 19, § 6, wordt verlengd met de periode |
tussen de geplande datums voor de eerste en de tweede hoorzitting. | tussen de geplande datums voor de eerste en de tweede hoorzitting. |
Onverminderd de twee vorige leden, wordt de stagiair of de ambtenaar, | Onverminderd de twee vorige leden, wordt de stagiair of de ambtenaar, |
indien hij niet persoonlijk verschijnt, volgens het geval, geacht in | indien hij niet persoonlijk verschijnt, volgens het geval, geacht in |
te stemmen met het voorstel dat hem door de overheid gedaan wordt of | te stemmen met het voorstel dat hem door de overheid gedaan wordt of |
van zijn beroep af te zien. Volgens het geval geeft de raad hem kennis | van zijn beroep af te zien. Volgens het geval geeft de raad hem kennis |
van de bevestiging van het voorstel van de administratie of van de | van de bevestiging van het voorstel van de administratie of van de |
afvoering ervan. | afvoering ervan. |
§ 6. Volgens het geval geeft de raad binnen de drie maanden nadat de | § 6. Volgens het geval geeft de raad binnen de drie maanden nadat de |
zaak aanhangig gemaakt werd kennis van zijn advies of van zijn | zaak aanhangig gemaakt werd kennis van zijn advies of van zijn |
beslissing. Deze termijn wordt met twee maanden verlengd om redenen | beslissing. Deze termijn wordt met twee maanden verlengd om redenen |
van overmacht of wanneer de gerechtelijke vakanties tijdens deze | van overmacht of wanneer de gerechtelijke vakanties tijdens deze |
termijn lopen. | termijn lopen. |
Indien de raad geen kennis geeft van zijn beslissing of zijn advies | Indien de raad geen kennis geeft van zijn beslissing of zijn advies |
binnen de opgelegde termijn wordt de procedure beëindigd in het | binnen de opgelegde termijn wordt de procedure beëindigd in het |
voordeel van de stagiair of van de ambtenaar. | voordeel van de stagiair of van de ambtenaar. |
§ 7. De in dit hoofdstuk bedoelde betekeningen gebeuren : | § 7. De in dit hoofdstuk bedoelde betekeningen gebeuren : |
1° hetzij middels de afgifte van een document tegen een gedateerd en | 1° hetzij middels de afgifte van een document tegen een gedateerd en |
getekend ontvangstbewijs; | getekend ontvangstbewijs; |
2° hetzij middels de aangetekende verzending van een document. | 2° hetzij middels de aangetekende verzending van een document. |
Elke termijn wordt berekend vanaf de dag volgend op de afgifte van het | Elke termijn wordt berekend vanaf de dag volgend op de afgifte van het |
document of vanaf de derde dag volgend op de aangetekende verzending | document of vanaf de derde dag volgend op de aangetekende verzending |
ervan, postdatum ter staving, behoudens tegenbewijs van de verzender. | ervan, postdatum ter staving, behoudens tegenbewijs van de verzender. |
De vervaldag is in de termijn begrepen. Wanneer deze dag evenwel valt | De vervaldag is in de termijn begrepen. Wanneer deze dag evenwel valt |
op een zaterdag, een zondag of een in artikel 171 bedoelde feestdag, | op een zaterdag, een zondag of een in artikel 171 bedoelde feestdag, |
wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag. Als deze | wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag. Als deze |
dag valt tussen Kerstmis en Nieuwjaar, wordt hij verplaatst naar de | dag valt tussen Kerstmis en Nieuwjaar, wordt hij verplaatst naar de |
eerstvolgende werkdag na Nieuwjaar. | eerstvolgende werkdag na Nieuwjaar. |
Afdeling 3. - Procedures die buiten de tuchtregeling vallen | Afdeling 3. - Procedures die buiten de tuchtregeling vallen |
Onderafdeling 1. - Beroep inzake stage | Onderafdeling 1. - Beroep inzake stage |
Art.20. In de in artikel 62, § 3, eerste lid, bedoelde gevallen brengt | Art.20. In de in artikel 62, § 3, eerste lid, bedoelde gevallen brengt |
de ambtenaar die met de stageleiding belast is krachtens artikel 56, | de ambtenaar die met de stageleiding belast is krachtens artikel 56, |
verslag uit over het verloop van de stage. Deze ambtenaar en de | verslag uit over het verloop van de stage. Deze ambtenaar en de |
directeur van de Algemene diensten belast met de opleiding krachtens | directeur van de Algemene diensten belast met de opleiding krachtens |
artikel 72, of zijn vervanger, worden gehoord. | artikel 72, of zijn vervanger, worden gehoord. |
De raad : | De raad : |
1° beslist de stage te verlengen, volgens de nadere regels die zij | 1° beslist de stage te verlengen, volgens de nadere regels die zij |
bepaalt, met inachtneming van de maximumtermijnen bedoeld in artikel | bepaalt, met inachtneming van de maximumtermijnen bedoeld in artikel |
60, § 2, tweede lid. In geval van verlenging van de stage wordt de | 60, § 2, tweede lid. In geval van verlenging van de stage wordt de |
stagiair geëvalueerd zoals tijdens de initiële stage. Artikel 62 is | stagiair geëvalueerd zoals tijdens de initiële stage. Artikel 62 is |
van toepassing, met dien verstande dat de directieraad geen tweede | van toepassing, met dien verstande dat de directieraad geen tweede |
verlenging van de stage kan voorstellen; | verlenging van de stage kan voorstellen; |
2° of geeft de benoemende overheid het advies de stagiair te benoemen; | 2° of geeft de benoemende overheid het advies de stagiair te benoemen; |
3° of geeft de benoemende overheid het advies de stagiair te ontslaan | 3° of geeft de benoemende overheid het advies de stagiair te ontslaan |
wegens ongeschiktheid voor het uitoefenen van een betrekking. | wegens ongeschiktheid voor het uitoefenen van een betrekking. |
De beslissing van de raad wordt genomen binnen de termijn voorzien in | De beslissing van de raad wordt genomen binnen de termijn voorzien in |
artikel 19, § 6. | artikel 19, § 6. |
Wanneer het advies van de raad erin bestaat aan de benoemende overheid | Wanneer het advies van de raad erin bestaat aan de benoemende overheid |
de benoeming van de stagiair of zijn afdanking voor te stellen, heeft | de benoeming van de stagiair of zijn afdanking voor te stellen, heeft |
deze een maand om zijn beslissing te nemen. Deze termijn wordt met | deze een maand om zijn beslissing te nemen. Deze termijn wordt met |
twee maanden verlengd wanneer de gerechtelijke vakanties tijdens deze | twee maanden verlengd wanneer de gerechtelijke vakanties tijdens deze |
termijn lopen. | termijn lopen. |
Onderafdeling 2. - Beroep inzake evaluatie en verklaring van | Onderafdeling 2. - Beroep inzake evaluatie en verklaring van |
definitieve beroepsongeschiktheid | definitieve beroepsongeschiktheid |
Art. 21.In de in artikelen 79, § 3 bedoelde gevallen bevestigt de |
Art. 21.In de in artikelen 79, § 3 bedoelde gevallen bevestigt de |
raad binnen de in artikel 19, § 6, voorziene termijn de toegekende | raad binnen de in artikel 19, § 6, voorziene termijn de toegekende |
globale evaluatievermelding of kent hij een van de andere in artikel | globale evaluatievermelding of kent hij een van de andere in artikel |
77, § 3, vierde lid, voorziene vermeldingen toe. | 77, § 3, vierde lid, voorziene vermeldingen toe. |
In de gevallen voorzien in artikel 80 § 3, deelt de raad zijn advies | In de gevallen voorzien in artikel 80 § 3, deelt de raad zijn advies |
aan de benoemende overheid mee binnen de in artikel 19 § 6 voorziene | aan de benoemende overheid mee binnen de in artikel 19 § 6 voorziene |
termijn. De benoemende overheid heeft een maand om een beslissing te | termijn. De benoemende overheid heeft een maand om een beslissing te |
nemen. Deze termijn wordt met twee maanden verlengd wanneer de | nemen. Deze termijn wordt met twee maanden verlengd wanneer de |
gerechtelijke vakanties tijdens deze termijn lopen. | gerechtelijke vakanties tijdens deze termijn lopen. |
Onderafdeling 2/1 Beroep tegen een beslissing inzake proefperiode | Onderafdeling 2/1 Beroep tegen een beslissing inzake proefperiode |
Art. 21/1.In het geval een geslaagde deelnemer overgaat naar het |
Art. 21/1.In het geval een geslaagde deelnemer overgaat naar het |
hogere niveau, voorzien in artikel 96/1, vijfde lid, brengt de met de | hogere niveau, voorzien in artikel 96/1, vijfde lid, brengt de met de |
controle van de proefperiode belaste ambtenaar aan de raad verslag uit | controle van de proefperiode belaste ambtenaar aan de raad verslag uit |
over het verloop van de proefperiode en wordt hij door de | over het verloop van de proefperiode en wordt hij door de |
hogervermelde raad gehoord. | hogervermelde raad gehoord. |
De raad beslist om de beslissing van de met de controle van de | De raad beslist om de beslissing van de met de controle van de |
proefperiode belaste ambtenaar te bevestigen of te annuleren binnen de | proefperiode belaste ambtenaar te bevestigen of te annuleren binnen de |
in artikel 19 § 6 voorziene termijn. Deze beslissing wordt meegedeeld | in artikel 19 § 6 voorziene termijn. Deze beslissing wordt meegedeeld |
aan de ambtenaar, de met de controle van de proefperiode belaste | aan de ambtenaar, de met de controle van de proefperiode belaste |
ambtenaar en de Dienst Human resources. | ambtenaar en de Dienst Human resources. |
Onderafdeling 3. - Beroep inzake verloven, afwezigheden en | Onderafdeling 3. - Beroep inzake verloven, afwezigheden en |
disponibiliteit wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst | disponibiliteit wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst |
Art. 22.In de in de artikelen 164, eerste lid, en 213, eerste lid, |
Art. 22.In de in de artikelen 164, eerste lid, en 213, eerste lid, |
bedoelde gevallen wordt de betwiste beslissing verdedigd door een | bedoelde gevallen wordt de betwiste beslissing verdedigd door een |
ambtenaar aangewezen door de leidend ambtenaar. | ambtenaar aangewezen door de leidend ambtenaar. |
De raad beslist binnen de in artikel 19 § 6 voorziene termijn. | De raad beslist binnen de in artikel 19 § 6 voorziene termijn. |
Art. 2.Titel XII van boek II van hetzelfde besluit, bestaande uit de |
Art. 2.Titel XII van boek II van hetzelfde besluit, bestaande uit de |
artikelen 120 tot 149, wordt vervangen door de volgende bepalingen : | artikelen 120 tot 149, wordt vervangen door de volgende bepalingen : |
TITEL XII. - De tuchtregeling | TITEL XII. - De tuchtregeling |
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling | HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling |
Art. 120.De bepalingen van deze titel zijn ook van toepassing op de |
Art. 120.De bepalingen van deze titel zijn ook van toepassing op de |
stagiairs. | stagiairs. |
HOOFDSTUK II. - Tuchtstraffen | HOOFDSTUK II. - Tuchtstraffen |
Art. 121.De volgende tuchtstraffen kunnen tegen ambtenaren worden |
Art. 121.De volgende tuchtstraffen kunnen tegen ambtenaren worden |
uitgesproken. | uitgesproken. |
1° de terechtwijzing; | 1° de terechtwijzing; |
2° de inhouding van wedde; | 2° de inhouding van wedde; |
3° de verplaatsing bij tuchtmaatregel; | 3° de verplaatsing bij tuchtmaatregel; |
4° de tuchtschorsing; | 4° de tuchtschorsing; |
5° de lagere inschaling; | 5° de lagere inschaling; |
6° de terugzetting in graad; | 6° de terugzetting in graad; |
7° het ontslag van ambtswege; | 7° het ontslag van ambtswege; |
8° de afzetting. | 8° de afzetting. |
Art. 122.De inhouding van de wedde wordt toegepast gedurende ten |
Art. 122.De inhouding van de wedde wordt toegepast gedurende ten |
hoogste drie maanden. Ze mag niet meer dan twintig procent van de | hoogste drie maanden. Ze mag niet meer dan twintig procent van de |
brutowedde bedragen. | brutowedde bedragen. |
De ambtenaar die inhouding van wedde als tuchtstraf opgelegd krijgt, | De ambtenaar die inhouding van wedde als tuchtstraf opgelegd krijgt, |
krijgt een gewaarborgde maandelijkse wedde waarvan het nettobedrag | krijgt een gewaarborgde maandelijkse wedde waarvan het nettobedrag |
minstens gelijk is aan het leefloon zoals bepaald krachtens de wet van | minstens gelijk is aan het leefloon zoals bepaald krachtens de wet van |
26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie. | 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie. |
Als de ambtenaar deeltijds werkt, wordt het gewaarborgd bedrag | Als de ambtenaar deeltijds werkt, wordt het gewaarborgd bedrag |
vastgelegd naar rato van de duur van zijn prestaties. | vastgelegd naar rato van de duur van zijn prestaties. |
Art. 123.De bij tuchtmaatregel verplaatste ambtenaar kan op zijn |
Art. 123.De bij tuchtmaatregel verplaatste ambtenaar kan op zijn |
verzoek geen nieuwe aanwijzing noch overplaatsing bekomen gedurende de | verzoek geen nieuwe aanwijzing noch overplaatsing bekomen gedurende de |
termijn die voor de uitwissing van zijn tuchtstraf is bepaald. | termijn die voor de uitwissing van zijn tuchtstraf is bepaald. |
Art. 124.Tuchtschorsing wordt uitgesproken voor ten hoogste drie |
Art. 124.Tuchtschorsing wordt uitgesproken voor ten hoogste drie |
maanden. | maanden. |
De bestrafte ambtenaar krijgt een gewaarborgde maandelijkse wedde | De bestrafte ambtenaar krijgt een gewaarborgde maandelijkse wedde |
waarvan het nettobedrag minstens gelijk is aan het leefloon zoals | waarvan het nettobedrag minstens gelijk is aan het leefloon zoals |
bepaald krachtens de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op | bepaald krachtens de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op |
maatschappelijke integratie. | maatschappelijke integratie. |
Als de ambtenaar deeltijds werkt, wordt het gewaarborgd bedrag | Als de ambtenaar deeltijds werkt, wordt het gewaarborgd bedrag |
vastgelegd naar rato van de duur van zijn prestaties. | vastgelegd naar rato van de duur van zijn prestaties. |
Art. 125.De lagere inschaling bestaat in de toekenning : |
Art. 125.De lagere inschaling bestaat in de toekenning : |
1° ofwel van een lagere weddenschaal ingedeeld in dezelfde graad; | 1° ofwel van een lagere weddenschaal ingedeeld in dezelfde graad; |
2° ofwel van een graad van dezelfde rang met een lagere weddeschaal. | 2° ofwel van een graad van dezelfde rang met een lagere weddeschaal. |
Art. 126.De terugzetting in graad bestaat in de toekenning : |
Art. 126.De terugzetting in graad bestaat in de toekenning : |
1° ofwel van een graad van een lagere rang die in hetzelfde niveau is | 1° ofwel van een graad van een lagere rang die in hetzelfde niveau is |
ingedeeld, wanneer de ambtenaar titularis is van een | ingedeeld, wanneer de ambtenaar titularis is van een |
bevorderingsgraad; | bevorderingsgraad; |
2° ofwel van een graad van het rechtstreeks lager niveau, wanneer de | 2° ofwel van een graad van het rechtstreeks lager niveau, wanneer de |
ambtenaar titularis is van een wervingsgraad. | ambtenaar titularis is van een wervingsgraad. |
In ieder geval moet de graad waarin de terugzetting plaatsvindt, | In ieder geval moet de graad waarin de terugzetting plaatsvindt, |
voorkomen in de personeelsformatie. | voorkomen in de personeelsformatie. |
De ambtenaar neemt in de nieuwe graad rang in op de datum waarop de in | De ambtenaar neemt in de nieuwe graad rang in op de datum waarop de in |
het eerste lid bedoelde toekenning van een graad uitwerking heeft. | het eerste lid bedoelde toekenning van een graad uitwerking heeft. |
Art. 127.Elke tuchtstraf wordt in het persoonlijk dossier van de |
Art. 127.Elke tuchtstraf wordt in het persoonlijk dossier van de |
betrokken ambtenaar opgenomen. | betrokken ambtenaar opgenomen. |
HOOFDSTUK III. - Principes in verband met de tuchtprocedure. | HOOFDSTUK III. - Principes in verband met de tuchtprocedure. |
Art. 128.De tuchtprocedure kan slechts slaan op feiten die zich |
Art. 128.De tuchtprocedure kan slechts slaan op feiten die zich |
hebben voorgedaan of die werden vastgesteld binnen de zes maanden | hebben voorgedaan of die werden vastgesteld binnen de zes maanden |
voorafgaand aan de datum waarop de procedure aanvangt. | voorafgaand aan de datum waarop de procedure aanvangt. |
Art. 129.§ 1. Behoudens nieuwe elementen die de heropening van het |
Art. 129.§ 1. Behoudens nieuwe elementen die de heropening van het |
dossier rechtvaardigen, kan niemand het voorwerp van een | dossier rechtvaardigen, kan niemand het voorwerp van een |
tuchtvordering zijn voor reeds bestrafte feiten. | tuchtvordering zijn voor reeds bestrafte feiten. |
§ 2. Wanneer in de loop van een tuchtprocedure een nieuw feit ten | § 2. Wanneer in de loop van een tuchtprocedure een nieuw feit ten |
laste van de ambtenaar wordt gelegd, kan dit tot een nieuwe procedure | laste van de ambtenaar wordt gelegd, kan dit tot een nieuwe procedure |
aanleiding geven, zonder dat de lopende procedure wordt onderbroken. | aanleiding geven, zonder dat de lopende procedure wordt onderbroken. |
Art. 130.§ 1. De overheid die bevoegd is om de tuchtstraf uit te |
Art. 130.§ 1. De overheid die bevoegd is om de tuchtstraf uit te |
spreken, kan geen zwaardere straf opleggen dan die welke werd | spreken, kan geen zwaardere straf opleggen dan die welke werd |
voorgesteld en mag slechts rekening houden met de feiten die de | voorgesteld en mag slechts rekening houden met de feiten die de |
tuchtprocedure gerechtvaardigd hebben. | tuchtprocedure gerechtvaardigd hebben. |
De straf mag geen uitwerking hebben vóór de uitspraak ervan. | De straf mag geen uitwerking hebben vóór de uitspraak ervan. |
§ 2. De overheid die bevoegd is om de tuchtstraf uit te spreken, | § 2. De overheid die bevoegd is om de tuchtstraf uit te spreken, |
motiveert elke beslissing die niet overeenstemt met het voorstel dat | motiveert elke beslissing die niet overeenstemt met het voorstel dat |
haar werd gedaan. | haar werd gedaan. |
Art. 131.Elk voorstel tot tuchtstraf wordt schriftelijk geformuleerd, |
Art. 131.Elk voorstel tot tuchtstraf wordt schriftelijk geformuleerd, |
gemotiveerd en aan de betrokken ambtenaar ter kennis gebracht. | gemotiveerd en aan de betrokken ambtenaar ter kennis gebracht. |
De ambtenaar wordt vooraf ondervraagd over de feiten. Hij mag, voor | De ambtenaar wordt vooraf ondervraagd over de feiten. Hij mag, voor |
zijn verdediging, zijn dossier raadplegen en zich laten bijstaan door | zijn verdediging, zijn dossier raadplegen en zich laten bijstaan door |
een persoon naar eigen keuze. | een persoon naar eigen keuze. |
Na de kennisgeving van het voorlopige of definitieve voorstel heeft de | Na de kennisgeving van het voorlopige of definitieve voorstel heeft de |
ambtenaar twintig dagen de tijd om zijn eventuele bezwaren | ambtenaar twintig dagen de tijd om zijn eventuele bezwaren |
schriftelijk uiteen te zetten. Zijn bij aangetekende zending | schriftelijk uiteen te zetten. Zijn bij aangetekende zending |
toegestuurd bezwaarschrift wordt bij het dossier gevoegd. | toegestuurd bezwaarschrift wordt bij het dossier gevoegd. |
Art. 132.De kennisgevingswijzen die in deze Titel XII bedoeld worden, |
Art. 132.De kennisgevingswijzen die in deze Titel XII bedoeld worden, |
komen overeen met deze bedoeld in artikel 19, § 7. | komen overeen met deze bedoeld in artikel 19, § 7. |
HOOFDSTUK IV. - De procedures | HOOFDSTUK IV. - De procedures |
Afdeling 1. - Voorstel van tuchtstraf | Afdeling 1. - Voorstel van tuchtstraf |
Art. 133.De Ministers stellen het voorstel op voor de leidende en |
Art. 133.De Ministers stellen het voorstel op voor de leidende en |
adjunct-leidende ambtenaren. | adjunct-leidende ambtenaren. |
De leidende en adjunct-leidende ambtenaren stellen het voorstel op | De leidende en adjunct-leidende ambtenaren stellen het voorstel op |
voor de ambtenaren die minstens titularis zijn van de graad van | voor de ambtenaren die minstens titularis zijn van de graad van |
directeur of dienstdoend directeur. | directeur of dienstdoend directeur. |
De ambtenaar die minstens titularis is van de graad van directeur of | De ambtenaar die minstens titularis is van de graad van directeur of |
dienstdoend directeur, hoofd van een dienst, stelt het voorstel op | dienstdoend directeur, hoofd van een dienst, stelt het voorstel op |
voor de ambtenaren van de andere rangen of niveaus. | voor de ambtenaren van de andere rangen of niveaus. |
Het voorstel wordt tegelijkertijd aan de betrokken ambtenaar en aan de | Het voorstel wordt tegelijkertijd aan de betrokken ambtenaar en aan de |
krachtens artikel 134 bevoegde overheid overgemaakt om de tuchtstraf | krachtens artikel 134 bevoegde overheid overgemaakt om de tuchtstraf |
uit te spreken. | uit te spreken. |
Afdeling 2. - Uitspraak van de tuchtstraf | Afdeling 2. - Uitspraak van de tuchtstraf |
Art. 134.De tuchtstraf wordt uitgesproken door het Verenigd College |
Art. 134.De tuchtstraf wordt uitgesproken door het Verenigd College |
voor de leidende of adjunct-leidende ambtenaren. | voor de leidende of adjunct-leidende ambtenaren. |
De tuchtstraf wordt uitgesproken door de Ministers voor de ambtenaren | De tuchtstraf wordt uitgesproken door de Ministers voor de ambtenaren |
die minstens titularis zijn van de graad van directeur of dienstdoend | die minstens titularis zijn van de graad van directeur of dienstdoend |
directeur. | directeur. |
De tuchtstraf wordt uitgesproken door de leidende en adjunct-leidende | De tuchtstraf wordt uitgesproken door de leidende en adjunct-leidende |
ambtenaren voor de ambtenaren van andere rangen of niveaus. | ambtenaren voor de ambtenaren van andere rangen of niveaus. |
De in het eerste tot derde lid bedoelde overheid bevoegd om de | De in het eerste tot derde lid bedoelde overheid bevoegd om de |
tuchtstraf uit te spreken betekent haar beslissing aan de betrokken | tuchtstraf uit te spreken betekent haar beslissing aan de betrokken |
ambtenaar binnen twee maanden vanaf de dag waarop ze het voorstel | ambtenaar binnen twee maanden vanaf de dag waarop ze het voorstel |
ontving, zoniet wordt ze geacht van de tuchtstraf af te zien. Deze | ontving, zoniet wordt ze geacht van de tuchtstraf af te zien. Deze |
termijn wordt met twee maanden verlengd wanneer de gerechtelijke | termijn wordt met twee maanden verlengd wanneer de gerechtelijke |
vakanties tijdens deze termijn lopen. | vakanties tijdens deze termijn lopen. |
HOOFDSTUK V. - Uitwissing van de tuchtstraf | HOOFDSTUK V. - Uitwissing van de tuchtstraf |
Art. 135.§ 1. Elke tuchtstraf, behalve het ontslag van ambtswege en |
Art. 135.§ 1. Elke tuchtstraf, behalve het ontslag van ambtswege en |
de afzetting, wordt in het persoonlijk dossier van de ambtenaar | de afzetting, wordt in het persoonlijk dossier van de ambtenaar |
uitgewist onder de in § 2 bepaalde voorwaarden | uitgewist onder de in § 2 bepaalde voorwaarden |
Onverminderd de uitvoering van de straf, heeft de uitwissing tot | Onverminderd de uitvoering van de straf, heeft de uitwissing tot |
gevolg dat met de uitgewiste tuchtstraf geen rekening meer mag worden | gevolg dat met de uitgewiste tuchtstraf geen rekening meer mag worden |
gehouden, inzonderheid bij de aanspraken op bevordering van de | gehouden, inzonderheid bij de aanspraken op bevordering van de |
ambtenaar, noch bij de toekenning van de evaluatie. | ambtenaar, noch bij de toekenning van de evaluatie. |
Met de uitwissing wordt elke vermelding van of verwijzing naar de | Met de uitwissing wordt elke vermelding van of verwijzing naar de |
tuchtstraf in het dossier geschrapt. | tuchtstraf in het dossier geschrapt. |
§ 2. De uitwissing van de tuchtstraffen geschiedt van ambtswege na een | § 2. De uitwissing van de tuchtstraffen geschiedt van ambtswege na een |
termijn waarvan de duur is vastgesteld op : | termijn waarvan de duur is vastgesteld op : |
1° zes maanden voor de terechtwijzing; | 1° zes maanden voor de terechtwijzing; |
2° één jaar voor de inhouding van de wedde; | 2° één jaar voor de inhouding van de wedde; |
3° achttien maanden voor de verplaatsing bij tuchtmaatregel; | 3° achttien maanden voor de verplaatsing bij tuchtmaatregel; |
4° twee jaar voor de tuchtschorsing; | 4° twee jaar voor de tuchtschorsing; |
5° drie jaar voor de lagere inschaling en de terugzetting in graad. | 5° drie jaar voor de lagere inschaling en de terugzetting in graad. |
De termijn gaat in vanaf de betekening van de straf. | De termijn gaat in vanaf de betekening van de straf. |
HOOFDSTUK VI. - Beroep | HOOFDSTUK VI. - Beroep |
Afdeling 1. - Algemene bepalingen | Afdeling 1. - Algemene bepalingen |
Art. 136.De ambtenaar tegen wie een tuchtstraf wordt voorgesteld, kan |
Art. 136.De ambtenaar tegen wie een tuchtstraf wordt voorgesteld, kan |
hiertegen, binnen een termijn van twintig dagen te rekenen na de | hiertegen, binnen een termijn van twintig dagen te rekenen na de |
betekening van het voorstel, hetzij persoonlijk, hetzij door een | betekening van het voorstel, hetzij persoonlijk, hetzij door een |
persoon naar keuze, beroep aantekenen bij de in artikel 18 bedoelde | persoon naar keuze, beroep aantekenen bij de in artikel 18 bedoelde |
raad van beroep. | raad van beroep. |
Het beroep wordt verstuurd naar het adres van het secretariaat van de | Het beroep wordt verstuurd naar het adres van het secretariaat van de |
raad van beroep, overeenkomstig de bepalingen in artikel 19, § 7. | raad van beroep, overeenkomstig de bepalingen in artikel 19, § 7. |
Afdeling 2. - Beroepsprocedure | Afdeling 2. - Beroepsprocedure |
Art. 137.Een ambtenaar van de Diensten van het Verenigd College of |
Art. 137.Een ambtenaar van de Diensten van het Verenigd College of |
van de betrokken instelling van openbaar nut, of een raadsman, wordt | van de betrokken instelling van openbaar nut, of een raadsman, wordt |
in elke zaak aangeduid door de Directieraad waarvan de stagiair of de | in elke zaak aangeduid door de Directieraad waarvan de stagiair of de |
ambtenaar afhangt om de bestreden straf te verdedigen. Deze ambtenaar | ambtenaar afhangt om de bestreden straf te verdedigen. Deze ambtenaar |
of deze raadsman mag niet deelnemen aan de beraadslagingen. De in | of deze raadsman mag niet deelnemen aan de beraadslagingen. De in |
artikel 141 bedoelde beslissing vermeldt dat dit verbod werd | artikel 141 bedoelde beslissing vermeldt dat dit verbod werd |
geëerbiedigd. | geëerbiedigd. |
Art. 138.De raad van beroep kan aanvullende onderzoeken bevelen en er |
Art. 138.De raad van beroep kan aanvullende onderzoeken bevelen en er |
twee assessoren naar afvaardigen. Deze assessoren worden gekozen, de | twee assessoren naar afvaardigen. Deze assessoren worden gekozen, de |
ene uit de leden aangewezen door de overheid, de andere uit de leden | ene uit de leden aangewezen door de overheid, de andere uit de leden |
aangewezen door de vakorganisaties. | aangewezen door de vakorganisaties. |
Art. 139.De verzoeker heeft het recht één of meerdere assessoren te |
Art. 139.De verzoeker heeft het recht één of meerdere assessoren te |
wraken. Dit recht mag slechts één enkele keer voor eenzelfde zaak | wraken. Dit recht mag slechts één enkele keer voor eenzelfde zaak |
worden uitgeoefend en mag er niet toe leiden dat het aantal assessoren | worden uitgeoefend en mag er niet toe leiden dat het aantal assessoren |
minder dan vier bedraagt. | minder dan vier bedraagt. |
De secretaris betekent aan de verzoeker, overeenkomstig de bepalingen | De secretaris betekent aan de verzoeker, overeenkomstig de bepalingen |
in artikel 19, § 7, de lijst van de effectieve en de plaatsvervangende | in artikel 19, § 7, de lijst van de effectieve en de plaatsvervangende |
assessoren. | assessoren. |
Binnen een termijn van acht dagen vanaf de betekening van de lijst, | Binnen een termijn van acht dagen vanaf de betekening van de lijst, |
stuurt de verzoeker deze, overeenkomstig de bepalingen in artikel 19, | stuurt de verzoeker deze, overeenkomstig de bepalingen in artikel 19, |
§ 7, terug naar de secretaris, met aanduiding van de naam van de | § 7, terug naar de secretaris, met aanduiding van de naam van de |
assessoren die hij wraakt. Het wrakingsverzoek vermeldt de redenen | assessoren die hij wraakt. Het wrakingsverzoek vermeldt de redenen |
waarom geloofd wordt dat de assessor niet onpartijdig zal zijn. | waarom geloofd wordt dat de assessor niet onpartijdig zal zijn. |
Na de in het derde lid bepaalde termijn, wordt de verzoeker geacht af | Na de in het derde lid bepaalde termijn, wordt de verzoeker geacht af |
te zien van zijn recht op wraking. | te zien van zijn recht op wraking. |
Vooraleer de grond van de zaak te behandelen beslist de voorzitter of | Vooraleer de grond van de zaak te behandelen beslist de voorzitter of |
er reden is om het wrakingsverzoek in te willigen. | er reden is om het wrakingsverzoek in te willigen. |
Het lid van de raad van beroep dat vaststelt dat er ten aanzien van | Het lid van de raad van beroep dat vaststelt dat er ten aanzien van |
hem een wrakingsreden bestaat, onthoudt zich op eigen initiatief. | hem een wrakingsreden bestaat, onthoudt zich op eigen initiatief. |
De voorzitter wraakt bovendien elke assessor die hij als partijdig zou | De voorzitter wraakt bovendien elke assessor die hij als partijdig zou |
kunnen beschouwen. | kunnen beschouwen. |
Afdeling 3. - Uitspraak van de straf in beroep | Afdeling 3. - Uitspraak van de straf in beroep |
Art. 140.Na afloop van de beraadslagingen, geeft de raad de ambtenaar |
Art. 140.Na afloop van de beraadslagingen, geeft de raad de ambtenaar |
kennis van zijn beslissing binnen de termijn voorzien in artikel 19, § | kennis van zijn beslissing binnen de termijn voorzien in artikel 19, § |
6. De straf die door de raad wordt uitgesproken, mag niet zwaarder | 6. De straf die door de raad wordt uitgesproken, mag niet zwaarder |
zijn dan deze die in eerste aanleg werd uitgesproken. | zijn dan deze die in eerste aanleg werd uitgesproken. |
Art. 3.Dit besluit wordt van kracht op de eerste dag van de maand die |
Art. 3.Dit besluit wordt van kracht op de eerste dag van de maand die |
volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. | volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. |
Art. 4.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar |
Art. 4.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar |
Ambt, zijn belast met de uitvoering van dit besluit. | Ambt, zijn belast met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 26 januari 2017. | Brussel, 26 januari 2017. |
Voor het Verenigd College : | Voor het Verenigd College : |
De Leden van het Verenigd College die bevoegd zijn voor het Openbaar | De Leden van het Verenigd College die bevoegd zijn voor het Openbaar |
Ambt, | Ambt, |
G. VANHENGEL | G. VANHENGEL |