Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie houdende bijzondere bepalingen betreffende de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden van de Federale Overheidsdiensten en de federale instellingen van openbaar nut overgeheveld naar de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad | Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie houdende bijzondere bepalingen betreffende de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden van de Federale Overheidsdiensten en de federale instellingen van openbaar nut overgeheveld naar de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad |
---|---|
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD | GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD |
24 MAART 2016. - Besluit van het Verenigd College van de | 24 MAART 2016. - Besluit van het Verenigd College van de |
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie houdende bijzondere | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie houdende bijzondere |
bepalingen betreffende de administratieve en geldelijke toestand van | bepalingen betreffende de administratieve en geldelijke toestand van |
de contractuele personeelsleden van de Federale Overheidsdiensten en | de contractuele personeelsleden van de Federale Overheidsdiensten en |
de federale instellingen van openbaar nut overgeheveld naar de | de federale instellingen van openbaar nut overgeheveld naar de |
Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke | Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke |
Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad | Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad |
Het Verenigd College, | Het Verenigd College, |
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de | Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de |
Brusselse Instellingen, artikel 79, § 1; | Brusselse Instellingen, artikel 79, § 1; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 mei | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 mei |
2015; | 2015; |
Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd | Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd |
voor de Begroting, gegeven op 4 juni 2015; | voor de Begroting, gegeven op 4 juni 2015; |
Gelet op het advies van de Directieraad van de Diensten van het | Gelet op het advies van de Directieraad van de Diensten van het |
Verenigd College, gegeven op 10 juni 2015; | Verenigd College, gegeven op 10 juni 2015; |
Gelet op het protocol van het Sectorcomité XV, nr. 2015/15, gegeven op | Gelet op het protocol van het Sectorcomité XV, nr. 2015/15, gegeven op |
18 september 2015; | 18 september 2015; |
Gelet op het advies 58.849/4 van de Raad van State, gegeven op 22 | Gelet op het advies 58.849/4 van de Raad van State, gegeven op 22 |
februari 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van | februari 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van |
de gecoördineerde wetten op de Raad van State; | de gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Gelet op de analyse van de impact van het ontwerp op de | Gelet op de analyse van de impact van het ontwerp op de |
respectievelijke situatie van mannen en vrouwen, in overeenstemming | respectievelijke situatie van mannen en vrouwen, in overeenstemming |
met artikel 3, 2° van de ordonnantie van 16 mei 2014 houdende de | met artikel 3, 2° van de ordonnantie van 16 mei 2014 houdende de |
integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de | integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de |
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, opgesteld op 11 maart 2016; | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, opgesteld op 11 maart 2016; |
Op de voordracht van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor | Op de voordracht van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor |
het Openbaar Ambt; | het Openbaar Ambt; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
TITEL I. - Toepassingsgebied en definities | TITEL I. - Toepassingsgebied en definities |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de contractuele |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de contractuele |
personeelsleden van de Federale Overheidsdiensten en de federale | personeelsleden van de Federale Overheidsdiensten en de federale |
instellingen van openbaar nut overgeheveld in het kader van de | instellingen van openbaar nut overgeheveld in het kader van de |
bevoegdheidsoverdracht uitgevoerd door de bijzondere wet van 6 januari | bevoegdheidsoverdracht uitgevoerd door de bijzondere wet van 6 januari |
2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming in uitvoering van | 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming in uitvoering van |
het koninklijk besluit van 25 juli 1989 tot vaststelling van de wijze | het koninklijk besluit van 25 juli 1989 tot vaststelling van de wijze |
waarop personeelsleden van de federale ministeries overgaan naar de | waarop personeelsleden van de federale ministeries overgaan naar de |
Gemeenschaps- en Gewestregeringen en naar het Verenigd College van de | Gemeenschaps- en Gewestregeringen en naar het Verenigd College van de |
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. |
Art. 2.In dit besluit : |
Art. 2.In dit besluit : |
1. wordt het besluit van het Verenigd College van 5 juni 2008 houdende | 1. wordt het besluit van het Verenigd College van 5 juni 2008 houdende |
het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de | het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de |
ambtenaren en stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van | ambtenaren en stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van |
de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad « | de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad « |
het statuut » genoemd; | het statuut » genoemd; |
2. verstaat men onder het woord « contractueel personeelslid » het | 2. verstaat men onder het woord « contractueel personeelslid » het |
contractueel personeelslid overgeheveld van een Federale | contractueel personeelslid overgeheveld van een Federale |
Overheidsdienst of een federale instelling van openbaar nut naar de | Overheidsdienst of een federale instelling van openbaar nut naar de |
Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke | Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke |
Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad. | Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad. |
TITEL 2. - Wedde, toelagen, premies en vergoedingen | TITEL 2. - Wedde, toelagen, premies en vergoedingen |
HOOFDSTUK I. - Wedde | HOOFDSTUK I. - Wedde |
Afdeling 1. - Weddeschalen | Afdeling 1. - Weddeschalen |
Art. 3.De contractuele personeelsleden ontvangen op de datum van hun |
Art. 3.De contractuele personeelsleden ontvangen op de datum van hun |
overheveling een wedde die ten minste gelijk is aan deze die zij op de | overheveling een wedde die ten minste gelijk is aan deze die zij op de |
dag voor hun overheveling genoten. | dag voor hun overheveling genoten. |
Art. 4.Indien, in toepassing van de in artikel 100 van het statuut |
Art. 4.Indien, in toepassing van de in artikel 100 van het statuut |
bepaalde regels van de functionele loopbaan, de wedde toegekend in de | bepaalde regels van de functionele loopbaan, de wedde toegekend in de |
schaal die overeenstemt met de nieuwe rang van het contractueel | schaal die overeenstemt met de nieuwe rang van het contractueel |
personeelslid lager is dan deze die het contractueel personeelslid | personeelslid lager is dan deze die het contractueel personeelslid |
genoot op de dag voor de datum van zijn overheveling, behoudt het | genoot op de dag voor de datum van zijn overheveling, behoudt het |
contractueel personeelslid de weddeschaal die hij op de dag voor de | contractueel personeelslid de weddeschaal die hij op de dag voor de |
datum van zijn overheveling genoot. | datum van zijn overheveling genoot. |
Het voordeel van deze weddeschaal eindigt van rechtswege : | Het voordeel van deze weddeschaal eindigt van rechtswege : |
1. wanneer de weddeschaal die overeenstemt met de rang van het | 1. wanneer de weddeschaal die overeenstemt met de rang van het |
contractueel personeelslid gelijk of hoger is; | contractueel personeelslid gelijk of hoger is; |
2. wat betreft de contractuele personeelsleden belast met bijkomende | 2. wat betreft de contractuele personeelsleden belast met bijkomende |
en specifieke taken, wanneer, in toepassing van de regels van de | en specifieke taken, wanneer, in toepassing van de regels van de |
functionele loopbaan, de nieuwe weddeschaal gelijk of hoger is. | functionele loopbaan, de nieuwe weddeschaal gelijk of hoger is. |
Afdeling 2. - Vakantiegeld | Afdeling 2. - Vakantiegeld |
Art. 5.Het vakantiegeld dat het contractueel personeelslid na de |
Art. 5.Het vakantiegeld dat het contractueel personeelslid na de |
datum van zijn overheveling geniet, mag niet lager zijn dan het | datum van zijn overheveling geniet, mag niet lager zijn dan het |
vakantiegeld dat hij op de dag voor de datum van zijn overheveling | vakantiegeld dat hij op de dag voor de datum van zijn overheveling |
genoot. | genoot. |
Art. 6.Indien het toegekende vakantiegeld lager is dan het |
Art. 6.Indien het toegekende vakantiegeld lager is dan het |
vakantiegeld dat het contractueel personeelslid genoot op de dag voor | vakantiegeld dat het contractueel personeelslid genoot op de dag voor |
de datum van zijn overheveling, behoudt het contractueel personeelslid | de datum van zijn overheveling, behoudt het contractueel personeelslid |
het vakantiegeld dat hij op de dag voor de datum van zijn overheveling | het vakantiegeld dat hij op de dag voor de datum van zijn overheveling |
genoot. | genoot. |
Afdeling 3. - Eindejaarstoelage | Afdeling 3. - Eindejaarstoelage |
Art. 7.De eindejaarstoelage die het contractueel personeelslid na de |
Art. 7.De eindejaarstoelage die het contractueel personeelslid na de |
datum van zijn overheveling geniet, mag niet lager zijn dan de | datum van zijn overheveling geniet, mag niet lager zijn dan de |
eindejaarstoelage die hij op de dag voor de datum van zijn | eindejaarstoelage die hij op de dag voor de datum van zijn |
overheveling genoot. | overheveling genoot. |
Art. 8.Indien de eindejaarstoelage lager is dan de eindejaarstoelage |
Art. 8.Indien de eindejaarstoelage lager is dan de eindejaarstoelage |
die het contractueel personeelslid genoot op de dag voor de datum van | die het contractueel personeelslid genoot op de dag voor de datum van |
zijn overheveling genoot, behoudt het contractueel personeelslid de | zijn overheveling genoot, behoudt het contractueel personeelslid de |
eindejaarstoelage die hij op de dag voor de datum van zijn | eindejaarstoelage die hij op de dag voor de datum van zijn |
overheveling genoot. | overheveling genoot. |
HOOFDSTUK 2. - Toelagen en premies | HOOFDSTUK 2. - Toelagen en premies |
Art. 9.De contractuele personeelsleden genieten op de datum van hun |
Art. 9.De contractuele personeelsleden genieten op de datum van hun |
overheveling de toelagen bedoeld in hoofdstukken I en V van Titel IV | overheveling de toelagen bedoeld in hoofdstukken I en V van Titel IV |
van Boek III van het statuut. | van Boek III van het statuut. |
Art. 10.Wanneer het gecumuleerd bedrag van de toelagen en premies, |
Art. 10.Wanneer het gecumuleerd bedrag van de toelagen en premies, |
toegekend op gelijke voorwaarden, lager is dan het bedrag dat de | toegekend op gelijke voorwaarden, lager is dan het bedrag dat de |
contractuele personeelsleden op de dag voor de datum van hun | contractuele personeelsleden op de dag voor de datum van hun |
overheveling genieten, wordt hen een aanvulling toegekend om het | overheveling genieten, wordt hen een aanvulling toegekend om het |
verschil te compenseren. | verschil te compenseren. |
Art. 11.De premie voor competentieontwikkeling wordt uitbetaald aan |
Art. 11.De premie voor competentieontwikkeling wordt uitbetaald aan |
het contractueel personeelslid tot de vervaldag van de | het contractueel personeelslid tot de vervaldag van de |
geldigheidsduur, volgens de modaliteiten bepaald door de regels die op | geldigheidsduur, volgens de modaliteiten bepaald door de regels die op |
hem van toepassing waren op de dag voor de datum van zijn | hem van toepassing waren op de dag voor de datum van zijn |
overheveling. | overheveling. |
Art. 12.De premie voor competentieontwikkeling wordt bij de |
Art. 12.De premie voor competentieontwikkeling wordt bij de |
brutojaarwedde geteld voor de berekening van het vakantiegeld en de | brutojaarwedde geteld voor de berekening van het vakantiegeld en de |
eindejaarspremie. | eindejaarspremie. |
Art. 13.Op het einde van de geldigheidsduur van de premie voor |
Art. 13.Op het einde van de geldigheidsduur van de premie voor |
competentieontwikkeling krijgt het contractueel personeelslid een | competentieontwikkeling krijgt het contractueel personeelslid een |
weddeschaal die gelijk is aan deze die hij had moeten krijgen in | weddeschaal die gelijk is aan deze die hij had moeten krijgen in |
toepassing van de geldende regelgeving op de dag voor de datum van | toepassing van de geldende regelgeving op de dag voor de datum van |
zijn overheveling. | zijn overheveling. |
Indien in toepassing van het eerste lid, de weddeschaal toegekend aan | Indien in toepassing van het eerste lid, de weddeschaal toegekend aan |
het contractueel personeelslid lager is dan deze die hij had moeten | het contractueel personeelslid lager is dan deze die hij had moeten |
krijgen in toepassing van de geldende regelgeving op de dag voor de | krijgen in toepassing van de geldende regelgeving op de dag voor de |
datum van zijn overheveling, behoudt het contractueel personeelslid de | datum van zijn overheveling, behoudt het contractueel personeelslid de |
weddeschaal die hij had moeten genieten in toepassing van deze | weddeschaal die hij had moeten genieten in toepassing van deze |
regelgeving. | regelgeving. |
Het voordeel van deze weddeschaal eindigt van rechtswege : | Het voordeel van deze weddeschaal eindigt van rechtswege : |
1. wanneer de weddeschaal die overeenstemt met de rang van het | 1. wanneer de weddeschaal die overeenstemt met de rang van het |
contractueel personeelslid gelijk of hoger is; | contractueel personeelslid gelijk of hoger is; |
2. wanneer, in toepassing van de regels van de functionele loopbaan, | 2. wanneer, in toepassing van de regels van de functionele loopbaan, |
de nieuwe weddeschaal gelijk of hoger is. | de nieuwe weddeschaal gelijk of hoger is. |
Art. 14.Indien de getuigschriften van het slagen voor de |
Art. 14.Indien de getuigschriften van het slagen voor de |
gecertificeerde proeven na de overhevelingsdatum worden uitgereikt, | gecertificeerde proeven na de overhevelingsdatum worden uitgereikt, |
wordt de premie voor competentieontwikkeling met terugwerkende kracht | wordt de premie voor competentieontwikkeling met terugwerkende kracht |
op de overhevelingsdatum uitbetaald. | op de overhevelingsdatum uitbetaald. |
HOOFDSTUK 3. - Vergoedingen | HOOFDSTUK 3. - Vergoedingen |
Art. 15.De contractuele personeelsleden behouden het voordeel van de |
Art. 15.De contractuele personeelsleden behouden het voordeel van de |
vergoedingen toegekend op de dag voor de datum van hun overheveling | vergoedingen toegekend op de dag voor de datum van hun overheveling |
voor zover dat : | voor zover dat : |
1. de functie van het personeelslid op de datum van zijn overheveling | 1. de functie van het personeelslid op de datum van zijn overheveling |
het rechtvaardigt; | het rechtvaardigt; |
2. deze vergoedingen hun compenserende effect behouden van de kosten | 2. deze vergoedingen hun compenserende effect behouden van de kosten |
die het personeelslid tijdens de uitoefening van zijn functies heeft | die het personeelslid tijdens de uitoefening van zijn functies heeft |
gemaakt. | gemaakt. |
Deze vergoedingen worden betaald overeenkomstig de bepalingen van het | Deze vergoedingen worden betaald overeenkomstig de bepalingen van het |
statuut. | statuut. |
TITEL 3. - Verloven en afwezigheden | TITEL 3. - Verloven en afwezigheden |
Art. 16.De contractuele personeelsleden hebben recht op het |
Art. 16.De contractuele personeelsleden hebben recht op het |
overdragen van maximum 21 vakantiedagen die ze tijdens het | overdragen van maximum 21 vakantiedagen die ze tijdens het |
kalenderjaar voorafgaand aan de datum van hun overheveling genoten. | kalenderjaar voorafgaand aan de datum van hun overheveling genoten. |
Deze verloven worden opgenomen voor het einde van het kalenderjaar | Deze verloven worden opgenomen voor het einde van het kalenderjaar |
tijdens dewelke ze overgeheveld zijn. | tijdens dewelke ze overgeheveld zijn. |
De overgedragen vakantiedagen moeten worden opgenomen vóór de | De overgedragen vakantiedagen moeten worden opgenomen vóór de |
vakantiedagen die door het statuut vastgesteld zijn. | vakantiedagen die door het statuut vastgesteld zijn. |
In geen geval mag het saldo van de overgedragen vakantiedagen het | In geen geval mag het saldo van de overgedragen vakantiedagen het |
voorwerp uitmaken van een tweede overdracht. | voorwerp uitmaken van een tweede overdracht. |
Art. 17.De contractuele personeelsleden die afwezig of met verlof |
Art. 17.De contractuele personeelsleden die afwezig of met verlof |
zijn op de dag voor de datum van hun overheveling in toepassing van de | zijn op de dag voor de datum van hun overheveling in toepassing van de |
volgende bepalingen van het koninklijk besluit van 19 november 1998 | volgende bepalingen van het koninklijk besluit van 19 november 1998 |
betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de | betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de |
personeelsleden van de rijksbesturen : | personeelsleden van de rijksbesturen : |
1. Hoofdstuk IV. - Moederschapsbescherming; | 1. Hoofdstuk IV. - Moederschapsbescherming; |
2. Hoofdstuk V. - Ouderschapsverlof, art.34; | 2. Hoofdstuk V. - Ouderschapsverlof, art.34; |
3. Hoofdstuk VII. - Verlof om dwingende redenen van familiaal belang; | 3. Hoofdstuk VII. - Verlof om dwingende redenen van familiaal belang; |
4. Hoofdstuk XII. - Afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke | 4. Hoofdstuk XII. - Afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke |
aangelegenheden; | aangelegenheden; |
5. Hoofdstuk XIII. - Verlof voor loopbaanonderbreking; | 5. Hoofdstuk XIII. - Verlof voor loopbaanonderbreking; |
6. Hoofdstuk XIV. - Verminderde prestaties voor persoonlijke | 6. Hoofdstuk XIV. - Verminderde prestaties voor persoonlijke |
aangelegenheid. | aangelegenheid. |
behouden het voordeel van het lopende verlof- of afwezigheidsstelsel. | behouden het voordeel van het lopende verlof- of afwezigheidsstelsel. |
De verstreken duur van het verlof of de afwezigheid op de | De verstreken duur van het verlof of de afwezigheid op de |
overhevelingsdatum wordt aangerekend op de totale duur van de | overhevelingsdatum wordt aangerekend op de totale duur van de |
identieke verloven en afwezigheden bepaald door het statuut. | identieke verloven en afwezigheden bepaald door het statuut. |
Art. 18.Onverminderd de bepalingen van artikel 17, kunnen de |
Art. 18.Onverminderd de bepalingen van artikel 17, kunnen de |
modaliteiten van de verloven en afwezigheden die er het voorwerp van | modaliteiten van de verloven en afwezigheden die er het voorwerp van |
zijn, worden gewijzigd indien dienstredenen dit rechtvaardigen. Dit | zijn, worden gewijzigd indien dienstredenen dit rechtvaardigen. Dit |
recht wordt uitgeoefend zonder dat er kan worden teruggekomen op het | recht wordt uitgeoefend zonder dat er kan worden teruggekomen op het |
beginsel van de verloven en afwezigheden bedoeld in artikel 17. | beginsel van de verloven en afwezigheden bedoeld in artikel 17. |
Art. 19.De contractuele personeelsleden die het arbeidsstelsel van de |
Art. 19.De contractuele personeelsleden die het arbeidsstelsel van de |
vierdagenweek of het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar op de dag | vierdagenweek of het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar op de dag |
voor de datum van hun overheveling genieten, behouden dit | voor de datum van hun overheveling genieten, behouden dit |
arbeidsstelsel. | arbeidsstelsel. |
De duur tijdens dewelke het contractueel personeelslid het in het 1ste | De duur tijdens dewelke het contractueel personeelslid het in het 1ste |
lid bedoelde arbeidsstelsel heeft genoten, wordt aangerekend op de | lid bedoelde arbeidsstelsel heeft genoten, wordt aangerekend op de |
totale duur van het arbeidsstelsel van de vierdagenweek of het | totale duur van het arbeidsstelsel van de vierdagenweek of het |
halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar bepaald door het statuut. | halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar bepaald door het statuut. |
TITEL 4. - Slotbepalingen | TITEL 4. - Slotbepalingen |
Art. 20.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2016. |
Art. 20.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2016. |
Art. 21.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar |
Art. 21.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar |
Ambt, worden belast met de uitvoering van dit besluit. | Ambt, worden belast met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 24 maart 2016. | Brussel, 24 maart 2016. |
Voor het Verenigd College, | Voor het Verenigd College, |
De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar Ambt, | De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar Ambt, |
G. VANHENGEL | G. VANHENGEL |