Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de administratiekosten van de kinderbijslagfondsen | Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de administratiekosten van de kinderbijslagfondsen |
---|---|
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD | GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD |
4 JULI 2019. - Besluit van het Verenigd College van de | 4 JULI 2019. - Besluit van het Verenigd College van de |
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de |
administratiekosten van de kinderbijslagfondsen | administratiekosten van de kinderbijslagfondsen |
Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, | Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, |
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980, artikel 20; | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980, artikel 20; |
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989, artikel 69, tweede | Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989, artikel 69, tweede |
lid; | lid; |
Gelet op de ordonnantie van 4 april 2019 tot vaststelling van het | Gelet op de ordonnantie van 4 april 2019 tot vaststelling van het |
betaalcircuit voor de gezinsbijslag, artikel 16 tot 18; | betaalcircuit voor de gezinsbijslag, artikel 16 tot 18; |
Gelet op de Algemene Kinderbijslagwet, artikel 94, laatst gewijzigd | Gelet op de Algemene Kinderbijslagwet, artikel 94, laatst gewijzigd |
bij de wet van 19 december 2014; | bij de wet van 19 december 2014; |
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 4 | Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 4 |
april 2019; | april 2019; |
Gelet op het advies van de Beheerraad voor Gezinsbijslag, gegeven op 1 | Gelet op het advies van de Beheerraad voor Gezinsbijslag, gegeven op 1 |
april 2019; | april 2019; |
Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd | Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd |
voor Financiën en Begroting, gegeven op 28 mei 2019; | voor Financiën en Begroting, gegeven op 28 mei 2019; |
Gelet op het advies 66.079/1 van de Raad van State, gegeven op 28 mei | Gelet op het advies 66.079/1 van de Raad van State, gegeven op 28 mei |
2019 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten | 2019 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten |
op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op vordracht van de Leden van het Verenigd College bevoegd voor het | Op vordracht van de Leden van het Verenigd College bevoegd voor het |
Gezinsbeleid; | Gezinsbeleid; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.De globale jaarlijkse toelage om de administratiekosten van |
Artikel 1.De globale jaarlijkse toelage om de administratiekosten van |
de kinderbijslagfondsen te dekken wordt enerzijds op kwantitatieve en | de kinderbijslagfondsen te dekken wordt enerzijds op kwantitatieve en |
anderzijds op kwalitatieve basis vastgesteld via het | anderzijds op kwalitatieve basis vastgesteld via het |
responsabiliserings-mechanisme bedoeld in artikel 4. | responsabiliserings-mechanisme bedoeld in artikel 4. |
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde globale jaarlijkse toelage wordt voor |
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde globale jaarlijkse toelage wordt voor |
het jaar 2020 vastgesteld op 12.400.000 euro. | het jaar 2020 vastgesteld op 12.400.000 euro. |
Voor de daaropvolgende jaren wordt het bedrag van de globale | Voor de daaropvolgende jaren wordt het bedrag van de globale |
jaarlijkse toelage jaarlijks herzien rekening houdend met de | jaarlijkse toelage jaarlijks herzien rekening houdend met de |
ontwikkeling van het totale aantal dossiers dat door de | ontwikkeling van het totale aantal dossiers dat door de |
gezinsbijslagregeling wordt betaald. | gezinsbijslagregeling wordt betaald. |
De globale jaarlijkse toelage wordt verdeeld over de | De globale jaarlijkse toelage wordt verdeeld over de |
kinderbijslagfondsen in verhouding tot het bedrag van de gezinsbijslag | kinderbijslagfondsen in verhouding tot het bedrag van de gezinsbijslag |
dat door elk van hen wordt betaald. | dat door elk van hen wordt betaald. |
Art. 3.De federale kinderbijslagfondsen die in 2019 voor rekening van |
Art. 3.De federale kinderbijslagfondsen die in 2019 voor rekening van |
de GGC optreden, ontvangen een eenmalig, niet-geïndexeerd bedrag van | de GGC optreden, ontvangen een eenmalig, niet-geïndexeerd bedrag van |
389.090 euro voor de aanpassing van hun beheer en betaling van de | 389.090 euro voor de aanpassing van hun beheer en betaling van de |
gezinsbijslag vanaf 2020. | gezinsbijslag vanaf 2020. |
Dat bedrag wordt over die federale fondsen verdeeld afhankelijk van de | Dat bedrag wordt over die federale fondsen verdeeld afhankelijk van de |
bedragen van de gezinsbijslag die in 2018 door hen werden betaald, en, | bedragen van de gezinsbijslag die in 2018 door hen werden betaald, en, |
eventueel, door de federale fondsen die aan hen een subportefeuille | eventueel, door de federale fondsen die aan hen een subportefeuille |
van dossiers hebben doorgegeven ten laste van de GGC op basis van het | van dossiers hebben doorgegeven ten laste van de GGC op basis van het |
samenwerkingsakkoord van 6 september 2017 tussen de Vlaamse | samenwerkingsakkoord van 6 september 2017 tussen de Vlaamse |
Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke | Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke |
Gemeenschaps-commissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de | Gemeenschaps-commissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de |
aanknopingsfactoren, het beheer van de lasten van het verleden, de | aanknopingsfactoren, het beheer van de lasten van het verleden, de |
gegevensuitwisseling inzake de gezinsbijslagen en de praktische regels | gegevensuitwisseling inzake de gezinsbijslagen en de praktische regels |
betreffende de bevoegdheidsoverdracht tussen de kinderbijslag-fondsen. | betreffende de bevoegdheidsoverdracht tussen de kinderbijslag-fondsen. |
Art. 4.Het gedeelte van de globale jaarlijkse toelage in verband met |
Art. 4.Het gedeelte van de globale jaarlijkse toelage in verband met |
de kwaliteit van de prestaties van de kinderbijslagfondsen waarop zij | de kwaliteit van de prestaties van de kinderbijslagfondsen waarop zij |
ten hoogste aanspraak kunnen maken, wordt als volgt vastgesteld: | ten hoogste aanspraak kunnen maken, wordt als volgt vastgesteld: |
1° 5 % voor 2022; | 1° 5 % voor 2022; |
2° 7,5 % voor 2023; | 2° 7,5 % voor 2023; |
3° 10 % voor 2024; | 3° 10 % voor 2024; |
4° 15 % vanaf 2025. | 4° 15 % vanaf 2025. |
Art. 5.Om de kwaliteit van de prestaties van de kinderbijslagfondsen |
Art. 5.Om de kwaliteit van de prestaties van de kinderbijslagfondsen |
te evalueren, wordt het technische, administratieve en financiële | te evalueren, wordt het technische, administratieve en financiële |
beheer van de kinderbijslagfondsen geëvalueerd op basis van de | beheer van de kinderbijslagfondsen geëvalueerd op basis van de |
volgende criteria: | volgende criteria: |
1° de naleving door de kinderbijslagfondsen van de wettelijke, | 1° de naleving door de kinderbijslagfondsen van de wettelijke, |
regelgevende en administratieve bepalingen, zowel op technisch, | regelgevende en administratieve bepalingen, zowel op technisch, |
financieel als op boekhoudkundig vlak en de snelheid waaraan ze de | financieel als op boekhoudkundig vlak en de snelheid waaraan ze de |
vastgestelde tekortkomingen verhelpen; | vastgestelde tekortkomingen verhelpen; |
2° de organisatorische, boekhoudkundige en financiële kwaliteit van de | 2° de organisatorische, boekhoudkundige en financiële kwaliteit van de |
kinderbijslagfondsen. De mate waarin de tekortkomingen doeltreffend | kinderbijslagfondsen. De mate waarin de tekortkomingen doeltreffend |
verholpen worden. Een doeltreffend beheer van de terugvordering van | verholpen worden. Een doeltreffend beheer van de terugvordering van |
debetten en een verantwoord beheer van de aanrekening van de bedragen | debetten en een verantwoord beheer van de aanrekening van de bedragen |
aan het reservefonds; | aan het reservefonds; |
3° de naleving door de kinderbijslagfondsen van termijnen voor | 3° de naleving door de kinderbijslagfondsen van termijnen voor |
administratieve, boekhoudkundige, financiële en statistische | administratieve, boekhoudkundige, financiële en statistische |
documenten, de juistheid van die documenten en de correcte en tijdige | documenten, de juistheid van die documenten en de correcte en tijdige |
bijwerking van de gegevens in de registers die door de Bicommunautaire | bijwerking van de gegevens in de registers die door de Bicommunautaire |
Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, hierna | Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, hierna |
de 'Dienst' genoemd, worden beheerd; | de 'Dienst' genoemd, worden beheerd; |
4° de initiatieven, en de kwaliteit ervan, die de kinderbijslagfondsen | 4° de initiatieven, en de kwaliteit ervan, die de kinderbijslagfondsen |
nemen om de gezinnen te informeren over de kinderbijslag-regelgeving | nemen om de gezinnen te informeren over de kinderbijslag-regelgeving |
in het algemeen en hun kinderbijslagdossier in het bijzonder, met | in het algemeen en hun kinderbijslagdossier in het bijzonder, met |
inachtneming van de verplichtingen in de ordonnantie van 4 april 2019 | inachtneming van de verplichtingen in de ordonnantie van 4 april 2019 |
tot vaststelling van het betaalcircuit voor de gezinsbijslag; | tot vaststelling van het betaalcircuit voor de gezinsbijslag; |
5° de correcte integratie van de actoren van het recht op | 5° de correcte integratie van de actoren van het recht op |
kinderbijslag in het repertorium van de personen bedoeld in artikel 6 | kinderbijslag in het repertorium van de personen bedoeld in artikel 6 |
van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van | van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van |
een Kruispuntbank van de sociale zekerheid (kadaster), en de correcte | een Kruispuntbank van de sociale zekerheid (kadaster), en de correcte |
bijwerking van de gegevens in dat repertorium. | bijwerking van de gegevens in dat repertorium. |
Art. 6.De in artikel 5 vermelde evaluatiecriteria krijgen de volgende |
Art. 6.De in artikel 5 vermelde evaluatiecriteria krijgen de volgende |
wegingscoëfficiënten: | wegingscoëfficiënten: |
1° het criterium in 1° : 50 % | 1° het criterium in 1° : 50 % |
2° het criterium in 2° : 25 % | 2° het criterium in 2° : 25 % |
3° het criterium in 3° : 15 % | 3° het criterium in 3° : 15 % |
4° het criterium in 4° : 5 % | 4° het criterium in 4° : 5 % |
5° het criterium in 5° : 5 % | 5° het criterium in 5° : 5 % |
Art. 7.De Beheerraad voor Gezinsbijslag van de Dienst, hierna 'de |
Art. 7.De Beheerraad voor Gezinsbijslag van de Dienst, hierna 'de |
Beheerraad' genoemd, bepaalt het gedeelte van de globale toelage in | Beheerraad' genoemd, bepaalt het gedeelte van de globale toelage in |
verband met de werklast dat aan ieder kinderbijslagfonds toekomt en | verband met de werklast dat aan ieder kinderbijslagfonds toekomt en |
beoordeelt de kwaliteit van hun prestaties. | beoordeelt de kwaliteit van hun prestaties. |
De controle die voorafgaat aan die evaluatie, voor een jaar X, wordt | De controle die voorafgaat aan die evaluatie, voor een jaar X, wordt |
uitgevoerd in het jaar X + 1 en de toelage wordt uiterlijk op 1 | uitgevoerd in het jaar X + 1 en de toelage wordt uiterlijk op 1 |
december van het jaar X + 2 bepaald. De Beheerraad beslist over de | december van het jaar X + 2 bepaald. De Beheerraad beslist over de |
voorlopig te betalen bedragen voordat de toelage wordt toegekend. De | voorlopig te betalen bedragen voordat de toelage wordt toegekend. De |
eerste controle zal betrekking hebben op 2022. | eerste controle zal betrekking hebben op 2022. |
Het gedeelte van de toelage dat aan elk kinderbijslagfonds is | Het gedeelte van de toelage dat aan elk kinderbijslagfonds is |
verschuldigd, wordt betaald door middel van maandelijkse voorschotten | verschuldigd, wordt betaald door middel van maandelijkse voorschotten |
die zijn gebaseerd op de financiële rapportage die elke fonds | die zijn gebaseerd op de financiële rapportage die elke fonds |
uitvoert. | uitvoert. |
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020, met |
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020, met |
uitzondering van artikel 3 dat in werking treedt de dag waarop het | uitzondering van artikel 3 dat in werking treedt de dag waarop het |
belsuit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | belsuit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 9.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het |
Art. 9.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het |
Gezinsbeleid, zijn belast met de uitvoering van dit besluit. | Gezinsbeleid, zijn belast met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 4 juli 2019. | Brussel, 4 juli 2019. |
Voor het Verenigd College : | Voor het Verenigd College : |
De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezinsbeleid, | De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezinsbeleid, |
P. SMET | P. SMET |