← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 43/2023 van 16 maart 2023 Rolnummer 7665 In zake : de prejudiciële
vraag betreffende artikel 4quater, § 4, van de wet van 23 maart 2020 « tot wijziging van de wet
van 22 december 2016 houdende invoering van een Het Grondwettelijk Hof, samengesteld
uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 43/2023 van 16 maart 2023 Rolnummer 7665 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4quater, § 4, van de wet van 23 maart 2020 « tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...) | Uittreksel uit arrest nr. 43/2023 van 16 maart 2023 Rolnummer 7665 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4quater, § 4, van de wet van 23 maart 2020 « tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 43/2023 van 16 maart 2023 | Uittreksel uit arrest nr. 43/2023 van 16 maart 2023 |
| Rolnummer 7665 | Rolnummer 7665 |
| In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4quater, § 4, van | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4quater, § 4, van |
| de wet van 23 maart 2020 « tot wijziging van de wet van 22 december | de wet van 23 maart 2020 « tot wijziging van de wet van 22 december |
| 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van | 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van |
| zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader | zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader |
| van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen », gesteld door de | van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen », gesteld door de |
| Arbeidsrechtbank te Antwerpen, afdeling Tongeren. | Arbeidsrechtbank te Antwerpen, afdeling Tongeren. |
| Het Grondwettelijk Hof, | Het Grondwettelijk Hof, |
| samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de | samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de |
| rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. | rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. |
| Pieters, S. de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt en K. Jadin, | Pieters, S. de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt en K. Jadin, |
| bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van |
| voorzitter L. Lavrysen, | voorzitter L. Lavrysen, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
| Bij vonnis van 27 oktober 2021, waarvan de expeditie ter griffie van | Bij vonnis van 27 oktober 2021, waarvan de expeditie ter griffie van |
| het Hof is ingekomen op 3 november 2021, heeft de Arbeidsrechtbank te | het Hof is ingekomen op 3 november 2021, heeft de Arbeidsrechtbank te |
| Antwerpen, afdeling Tongeren, de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Antwerpen, afdeling Tongeren, de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Schendt artikel 4 § 5 van de wet van 23 maart 2020, zoals gewijzigd | « Schendt artikel 4 § 5 van de wet van 23 maart 2020, zoals gewijzigd |
| door het KB nr. 13 van 27 april 2020, tot wijziging van de wet van 22 | door het KB nr. 13 van 27 april 2020, tot wijziging van de wet van 22 |
| december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste | december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste |
| van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het | van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het |
| kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen de Grondwet en meer | kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen de Grondwet en meer |
| bepaald de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij als gevolg | bepaald de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij als gevolg |
| hebben dat gerechtigden op primaire arbeidsongeschiktheids- of | hebben dat gerechtigden op primaire arbeidsongeschiktheids- of |
| invaliditeitsuitkeringen die een activiteit als zelfstandige in | invaliditeitsuitkeringen die een activiteit als zelfstandige in |
| hoofdberoep met de toelating van de adviserend arts van hun | hoofdberoep met de toelating van de adviserend arts van hun |
| verzekeringsinstelling uitoefenen, en die onder de voorwaarden bepaald | verzekeringsinstelling uitoefenen, en die onder de voorwaarden bepaald |
| onder art. 4 §§ 1 tot 3, hun toegelaten activiteiten moeten | onder art. 4 §§ 1 tot 3, hun toegelaten activiteiten moeten |
| onderbreken, voor de maanden maart-december 2020 en januari 2021 op | onderbreken, voor de maanden maart-december 2020 en januari 2021 op |
| geen enkel bedrag aan overbruggingsrecht aanspraak kunnen maken, | geen enkel bedrag aan overbruggingsrecht aanspraak kunnen maken, |
| terwijl een cumul met andere (vervangings-)inkomens wel mogelijk was ? | terwijl een cumul met andere (vervangings-)inkomens wel mogelijk was ? |
| ». | ». |
| (...) | (...) |
| - de prejudiciële vraag als volgt te herformuleren : | - de prejudiciële vraag als volgt te herformuleren : |
| « Schendt artikel 4quater, § 4, van de wet van 23 maart 2020, zoals | « Schendt artikel 4quater, § 4, van de wet van 23 maart 2020, zoals |
| ingevoegd bij de wet van 24 november 2020 ` met het oog op | ingevoegd bij de wet van 24 november 2020 ` met het oog op |
| steunmaatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie ' en vóór de | steunmaatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie ' en vóór de |
| opheffing ervan bij artikel 2, 2°, van de wet van 28 februari 2021 ` | opheffing ervan bij artikel 2, 2°, van de wet van 28 februari 2021 ` |
| tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van | tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van |
| een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot wijziging | een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot wijziging |
| van de wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december | van de wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december |
| 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van | 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van |
| zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader | zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader |
| van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen ', de Grondwet en meer | van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen ', de Grondwet en meer |
| bepaald de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het als gevolg | bepaald de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het als gevolg |
| heeft dat gerechtigden op primaire arbeidsongeschiktheids- of | heeft dat gerechtigden op primaire arbeidsongeschiktheids- of |
| invaliditeitsuitkeringen die een activiteit als zelfstandige in | invaliditeitsuitkeringen die een activiteit als zelfstandige in |
| hoofdberoep met de toelating van de adviserend arts van hun | hoofdberoep met de toelating van de adviserend arts van hun |
| verzekeringsinstelling uitoefenen, en die onder de voorwaarden bepaald | verzekeringsinstelling uitoefenen, en die onder de voorwaarden bepaald |
| onder artikel 4quater, §§ 1 en 2, hun toegelaten activiteiten moeten | onder artikel 4quater, §§ 1 en 2, hun toegelaten activiteiten moeten |
| onderbreken, voor de maanden oktober, november en december 2020 en | onderbreken, voor de maanden oktober, november en december 2020 en |
| januari 2021 op geen enkel bedrag aan overbruggingsrecht aanspraak | januari 2021 op geen enkel bedrag aan overbruggingsrecht aanspraak |
| kunnen maken, terwijl een cumul met andere (vervangings-)inkomens wel | kunnen maken, terwijl een cumul met andere (vervangings-)inkomens wel |
| mogelijk was ? », | mogelijk was ? », |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 4quater, § 4, van de wet | B.1.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 4quater, § 4, van de wet |
| van 23 maart 2020 « tot wijziging van de wet van 22 december 2016 | van 23 maart 2020 « tot wijziging van de wet van 22 december 2016 |
| houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van | houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van |
| zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader | zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader |
| van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen » (hierna : de wet van 23 | van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen » (hierna : de wet van 23 |
| maart 2020), zoals ingevoegd bij artikel 11 van de wet van 24 november | maart 2020), zoals ingevoegd bij artikel 11 van de wet van 24 november |
| 2020 « met het oog op steunmaatregelen in het kader van de | 2020 « met het oog op steunmaatregelen in het kader van de |
| COVID-19-pandemie ». | COVID-19-pandemie ». |
| B.1.2. Artikel 4quater van de wet van 23 maart 2020 betreft het | B.1.2. Artikel 4quater van de wet van 23 maart 2020 betreft het |
| zogenaamde « dubbele overbruggingsrecht ». Die bepaling is opgenomen | zogenaamde « dubbele overbruggingsrecht ». Die bepaling is opgenomen |
| in hoofdstuk 3 van de wet van 23 maart 2020, met als opschrift « | in hoofdstuk 3 van de wet van 23 maart 2020, met als opschrift « |
| Tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ». | Tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ». |
| B.1.3. Artikel 4 van de wet van 23 maart 2020, dat deel uitmaakt van | B.1.3. Artikel 4 van de wet van 23 maart 2020, dat deel uitmaakt van |
| hetzelfde hoofdstuk, voorziet in de toekenning van een financiële | hetzelfde hoofdstuk, voorziet in de toekenning van een financiële |
| uitkering, het overbruggingsrecht, aan zelfstandigen die naar | uitkering, het overbruggingsrecht, aan zelfstandigen die naar |
| aanleiding van COVID-19 gedwongen worden hun zelfstandige activiteit | aanleiding van COVID-19 gedwongen worden hun zelfstandige activiteit |
| gedeeltelijk of volledig te onderbreken. | gedeeltelijk of volledig te onderbreken. |
| Aanvankelijk betrof die maatregel enkel de zelfstandigen die bijdragen | Aanvankelijk betrof die maatregel enkel de zelfstandigen die bijdragen |
| betalen in hoofdberoep. Bij het koninklijk besluit nr. 13 van 27 april | betalen in hoofdberoep. Bij het koninklijk besluit nr. 13 van 27 april |
| 2020 « tot wijziging van de wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de | 2020 « tot wijziging van de wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de |
| wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht | wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht |
| ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke | ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke |
| maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen, in | maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen, in |
| het bijzonder voor wat betreft de uitbreiding naar bepaalde | het bijzonder voor wat betreft de uitbreiding naar bepaalde |
| zelfstandigen in bijberoep en actieve gepensioneerden » (hierna : het | zelfstandigen in bijberoep en actieve gepensioneerden » (hierna : het |
| koninklijk besluit nr. 13 van 27 april 2020), dat werd bekrachtigd bij | koninklijk besluit nr. 13 van 27 april 2020), dat werd bekrachtigd bij |
| artikel 12 van de wet van 24 december 2020 « tot bekrachtiging van de | artikel 12 van de wet van 24 december 2020 « tot bekrachtiging van de |
| koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 27 maart | koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 27 maart |
| 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in | 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in |
| de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) », | de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) », |
| werd die crisismaatregel uitgebreid tot de zelfstandigen in bijberoep | werd die crisismaatregel uitgebreid tot de zelfstandigen in bijberoep |
| en de actieve gepensioneerde zelfstandigen, voor zover zij voorlopige | en de actieve gepensioneerde zelfstandigen, voor zover zij voorlopige |
| bijdragen verschuldigd zijn die minstens berekend worden op de helft | bijdragen verschuldigd zijn die minstens berekend worden op de helft |
| van het bedrag van de drempel voor een zelfstandige in hoofdberoep. | van het bedrag van de drempel voor een zelfstandige in hoofdberoep. |
| Krachtens artikel 4, § 3, van de wet van 23 maart 2020, dat bij het | Krachtens artikel 4, § 3, van de wet van 23 maart 2020, dat bij het |
| koninklijk besluit nr. 13 van 27 april 2020 werd ingevoegd, hebben zij | koninklijk besluit nr. 13 van 27 april 2020 werd ingevoegd, hebben zij |
| recht op een financiële uitkering die de helft bedraagt van het | recht op een financiële uitkering die de helft bedraagt van het |
| volledige maandelijkse bedrag van het overbruggingsrecht. Zij kunnen | volledige maandelijkse bedrag van het overbruggingsrecht. Zij kunnen |
| dat overbruggingsrecht cumuleren met één of meer andere | dat overbruggingsrecht cumuleren met één of meer andere |
| vervangingsinkomens, voor zover de som van het overbruggingsrecht met | vervangingsinkomens, voor zover de som van het overbruggingsrecht met |
| die vervangingsinkomens per maand niet meer dan 1 614,10 euro | die vervangingsinkomens per maand niet meer dan 1 614,10 euro |
| bedraagt, zijnde het bedrag van het volledige maandelijkse | bedraagt, zijnde het bedrag van het volledige maandelijkse |
| overbruggingsrecht voor een begunstigde met een persoon ten laste | overbruggingsrecht voor een begunstigde met een persoon ten laste |
| (artikel 4, § 4, van de wet van 23 maart 2020). | (artikel 4, § 4, van de wet van 23 maart 2020). |
| In het verslag aan de Koning dat aan het koninklijk besluit nr. 13 van | In het verslag aan de Koning dat aan het koninklijk besluit nr. 13 van |
| 27 april 2020 voorafgaat, wordt verduidelijkt : | 27 april 2020 voorafgaat, wordt verduidelijkt : |
| « De eerste maatregel voorziet de toekenning van een gedeeltelijke | « De eerste maatregel voorziet de toekenning van een gedeeltelijke |
| financiële uitkering van de tijdelijke crisismaatregel | financiële uitkering van de tijdelijke crisismaatregel |
| overbruggingsrecht voor bepaalde zelfstandigen in bijberoep en actief | overbruggingsrecht voor bepaalde zelfstandigen in bijberoep en actief |
| gepensioneerden die verplicht zijn hun activiteiten te onderbreken | gepensioneerden die verplicht zijn hun activiteiten te onderbreken |
| door COVID-19. | door COVID-19. |
| [...] | [...] |
| Met deze maatregel wordt beoogd: | Met deze maatregel wordt beoogd: |
| - zich te richten op de meest ernstige situaties : enkel wanneer de | - zich te richten op de meest ernstige situaties : enkel wanneer de |
| zelfstandige in bijberoep of de actieve gepensioneerde zelfstandige | zelfstandige in bijberoep of de actieve gepensioneerde zelfstandige |
| gedwongen wordt om zijn activiteit te onderbreken. Dit is de | gedwongen wordt om zijn activiteit te onderbreken. Dit is de |
| basisregel van de tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht. | basisregel van de tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht. |
| - zich te richten op zelfstandigen die een aanzienlijk impact | - zich te richten op zelfstandigen die een aanzienlijk impact |
| ondervinden in hun koopkracht : diegenen van wie de zelfstandige | ondervinden in hun koopkracht : diegenen van wie de zelfstandige |
| activiteit een netto belastbaar jaarlijks inkomen opbrengt dat hoger | activiteit een netto belastbaar jaarlijks inkomen opbrengt dat hoger |
| ligt dan 6.996,89 (zie het voorbeeld hieronder). | ligt dan 6.996,89 (zie het voorbeeld hieronder). |
| - het inkomensverlies verbonden aan de zelfstandige activiteit in | - het inkomensverlies verbonden aan de zelfstandige activiteit in |
| kwestie te compenseren door deze aanvulling van de tijdelijke | kwestie te compenseren door deze aanvulling van de tijdelijke |
| crisismaatregel overbruggingsrecht toe te kennen tot een bedrag gelijk | crisismaatregel overbruggingsrecht toe te kennen tot een bedrag gelijk |
| aan de helft van het klassieke bedrag van de financiële uitkering. | aan de helft van het klassieke bedrag van de financiële uitkering. |
| Voorbeeld : | Voorbeeld : |
| Een werknemer (arbeider, bediende, kaderlid, voltijds of halftijds) of | Een werknemer (arbeider, bediende, kaderlid, voltijds of halftijds) of |
| een ambtenaar of een gepensioneerde oefent een bijkomende zelfstandige | een ambtenaar of een gepensioneerde oefent een bijkomende zelfstandige |
| activiteit (bar die 's avonds geopend is, activiteit als | activiteit (bar die 's avonds geopend is, activiteit als |
| schoonheidsspecialiste, klein zonnebankcenter...) die een relatief | schoonheidsspecialiste, klein zonnebankcenter...) die een relatief |
| stabiel inkomen oplevert van ongeveer 1000 euro netto per maand. Zijn | stabiel inkomen oplevert van ongeveer 1000 euro netto per maand. Zijn |
| activiteit wordt stopgezet sinds half maart omwille van de | activiteit wordt stopgezet sinds half maart omwille van de |
| corona-crisis. | corona-crisis. |
| Deze maatregel beoogt het belangrijke verlies aan koopkracht voor zijn | Deze maatregel beoogt het belangrijke verlies aan koopkracht voor zijn |
| huishouden (verlies van de helft als het een gepensioneerde betreft, | huishouden (verlies van de helft als het een gepensioneerde betreft, |
| ongetwijfeld een beetje minder als het om een werknemer of ambtenaar | ongetwijfeld een beetje minder als het om een werknemer of ambtenaar |
| gaat) te dekken door de tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht | gaat) te dekken door de tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht |
| en dit ten belope van een bedrag dat tot 645,85 euro kan bedragen | en dit ten belope van een bedrag dat tot 645,85 euro kan bedragen |
| (807,05 met gezinslast). | (807,05 met gezinslast). |
| [...] | [...] |
| De tweede maatregel laat toe om de financiële uitkeringen van de | De tweede maatregel laat toe om de financiële uitkeringen van de |
| crisismaatregel overbruggingsrecht te cumuleren met een | crisismaatregel overbruggingsrecht te cumuleren met een |
| vervangingsinkomen. | vervangingsinkomen. |
| Ook deze maatregel past strikt binnen het kader van de tijdelijke | Ook deze maatregel past strikt binnen het kader van de tijdelijke |
| crisismaatregel overbruggingsrecht, met andere woorden voor de | crisismaatregel overbruggingsrecht, met andere woorden voor de |
| zelfstandigen die een zelfstandige activiteit effectief moeten | zelfstandigen die een zelfstandige activiteit effectief moeten |
| onderbreken door COVID-19 (zie algemene voorwaarden om deze tijdelijke | onderbreken door COVID-19 (zie algemene voorwaarden om deze tijdelijke |
| crisismaatregel te genieten). | crisismaatregel te genieten). |
| Het doel van deze tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht is ook | Het doel van deze tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht is ook |
| om de volgende situaties te dekken, waarbij de onderbreking van de | om de volgende situaties te dekken, waarbij de onderbreking van de |
| zelfstandige activiteit plaatsvindt in hoofde van een zelfstandige die | zelfstandige activiteit plaatsvindt in hoofde van een zelfstandige die |
| bovendien (door zijn leeftijd (pensioen), of door zijn situatie als | bovendien (door zijn leeftijd (pensioen), of door zijn situatie als |
| loontrekkende of, in bepaalde gevallen, door een arbeidsongeschiktheid | loontrekkende of, in bepaalde gevallen, door een arbeidsongeschiktheid |
| of invaliditeit (in bijberoep)) een vervangingsinkomen geniet : | of invaliditeit (in bijberoep)) een vervangingsinkomen geniet : |
| 1° Sommigen onder hen cumuleren deze effectieve activiteit als | 1° Sommigen onder hen cumuleren deze effectieve activiteit als |
| zelfstandige met een vervangingsinkomen (tijdelijke werkloosheid, | zelfstandige met een vervangingsinkomen (tijdelijke werkloosheid, |
| werkloosheid, pensioen) en moeten deze effectieve zelfstandige | werkloosheid, pensioen) en moeten deze effectieve zelfstandige |
| activiteit onderbreken door COVID-19. | activiteit onderbreken door COVID-19. |
| 2° Sommigen onder hen moeten hun zelfstandige activiteit onderbreken | 2° Sommigen onder hen moeten hun zelfstandige activiteit onderbreken |
| door COVID-19 en genieten vervolgens, tijdens deze onderbreking, van | door COVID-19 en genieten vervolgens, tijdens deze onderbreking, van |
| een vervangingsinkomen (tijdelijke werkloosheid, werkloosheid, | een vervangingsinkomen (tijdelijke werkloosheid, werkloosheid, |
| pensioen, arbeidsongeschiktheid bijvoorbeeld door een besmetting met | pensioen, arbeidsongeschiktheid bijvoorbeeld door een besmetting met |
| COVID-19, ...). | COVID-19, ...). |
| De onderhavige maatregel beoogt een cumul toe te laten van de | De onderhavige maatregel beoogt een cumul toe te laten van de |
| tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht met een ander | tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht met een ander |
| vervangingsinkomen wanneer wordt voldaan aan alle voorwaarden om deze | vervangingsinkomen wanneer wordt voldaan aan alle voorwaarden om deze |
| tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht te bekomen. | tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht te bekomen. |
| Echter, voor de zelfstandigen in bijberoep die sociale bijdragen | Echter, voor de zelfstandigen in bijberoep die sociale bijdragen |
| betalen op een jaarlijks inkomen dat zich situeert tussen 6.996,89 en | betalen op een jaarlijks inkomen dat zich situeert tussen 6.996,89 en |
| 13.993,78 euro en de actieve gepensioneerde zelfstandigen die | 13.993,78 euro en de actieve gepensioneerde zelfstandigen die |
| bijdragen betaalt op basis van netto belastbare jaarlijkse inkomsten | bijdragen betaalt op basis van netto belastbare jaarlijkse inkomsten |
| die hoger zijn dan 6.996,89 euro, is de cumul slechts toegestaan op | die hoger zijn dan 6.996,89 euro, is de cumul slechts toegestaan op |
| voorwaarde dat de som van de halve financiële uitkering van de | voorwaarde dat de som van de halve financiële uitkering van de |
| tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht en de andere | tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht en de andere |
| vervangingsinkomens per maand het bedrag van 1.614,10 euro niet | vervangingsinkomens per maand het bedrag van 1.614,10 euro niet |
| overschrijdt. In geval van overschrijding zal het maandelijks bedrag | overschrijdt. In geval van overschrijding zal het maandelijks bedrag |
| van de tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht verminderd worden | van de tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht verminderd worden |
| ten belope van deze overschrijding » (Belgisch Staatsblad, 29 april | ten belope van deze overschrijding » (Belgisch Staatsblad, 29 april |
| 2020, pp. 29522-29523). | 2020, pp. 29522-29523). |
| Krachtens artikel 4, § 5, van de wet van 23 maart 2020, zoals | Krachtens artikel 4, § 5, van de wet van 23 maart 2020, zoals |
| ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 13 van 27 april 2020, kunnen | ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 13 van 27 april 2020, kunnen |
| de gerechtigden op primaire ongeschiktheids- of | de gerechtigden op primaire ongeschiktheids- of |
| invaliditeitsuitkeringen die een activiteit als zelfstandige | invaliditeitsuitkeringen die een activiteit als zelfstandige |
| uitoefenen met de toelating van de adviserend arts van hun | uitoefenen met de toelating van de adviserend arts van hun |
| verzekeringsinstelling, en die naar aanleiding van COVID-19 gedwongen | verzekeringsinstelling, en die naar aanleiding van COVID-19 gedwongen |
| worden hun zelfstandige activiteit te onderbreken, geen aanspraak | worden hun zelfstandige activiteit te onderbreken, geen aanspraak |
| maken op een overbruggingsrecht voor die onderbreking van activiteit. | maken op een overbruggingsrecht voor die onderbreking van activiteit. |
| In het verslag aan de Koning dat het koninklijk besluit nr. 13 van 27 | In het verslag aan de Koning dat het koninklijk besluit nr. 13 van 27 |
| april 2020 voorafgaat, wordt verduidelijkt dat « wanneer zij hun | april 2020 voorafgaat, wordt verduidelijkt dat « wanneer zij hun |
| toegelaten zelfstandige activiteit moeten onderbreken omwille van | toegelaten zelfstandige activiteit moeten onderbreken omwille van |
| COVID-19 [...] zij integraal [terugvallen] op het volledige bedrag van | COVID-19 [...] zij integraal [terugvallen] op het volledige bedrag van |
| de arbeidsongeschiktheids- of invaliditeitsuitkering » (Belgisch | de arbeidsongeschiktheids- of invaliditeitsuitkering » (Belgisch |
| Staatsblad, 29 april 2020, p. 29524). | Staatsblad, 29 april 2020, p. 29524). |
| Krachtens artikel 6, 3°, van de wet van 23 maart 2020 is de | Krachtens artikel 6, 3°, van de wet van 23 maart 2020 is de |
| crisismaatregel van artikel 4 van de wet van 23 maart 2020 van | crisismaatregel van artikel 4 van de wet van 23 maart 2020 van |
| toepassing geweest op alle gedwongen onderbrekingen die hebben | toepassing geweest op alle gedwongen onderbrekingen die hebben |
| plaatsgevonden naar aanleiding van COVID-19 in de periode van 1 maart | plaatsgevonden naar aanleiding van COVID-19 in de periode van 1 maart |
| 2020 tot 30 juni 2020. | 2020 tot 30 juni 2020. |
| B.1.4. Bij de wet van 24 november 2020 « met het oog op | B.1.4. Bij de wet van 24 november 2020 « met het oog op |
| steunmaatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie » werd het in | steunmaatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie » werd het in |
| het geding zijnde artikel 4quater ingevoegd in de wet van 23 maart | het geding zijnde artikel 4quater ingevoegd in de wet van 23 maart |
| 2020, dat voorziet in de toekenning van een « dubbel | 2020, dat voorziet in de toekenning van een « dubbel |
| overbruggingsrecht » aan zelfstandigen die naar aanleiding van | overbruggingsrecht » aan zelfstandigen die naar aanleiding van |
| COVID-19 gedwongen worden hun zelfstandige activiteit te onderbreken | COVID-19 gedwongen worden hun zelfstandige activiteit te onderbreken |
| en wier activiteiten rechtstreeks behoren tot of afhankelijk zijn van | en wier activiteiten rechtstreeks behoren tot of afhankelijk zijn van |
| de activiteiten bedoeld in het ministerieel besluit van 18 oktober | de activiteiten bedoeld in het ministerieel besluit van 18 oktober |
| 2020 en elk later ministerieel besluit houdende dringende maatregelen | 2020 en elk later ministerieel besluit houdende dringende maatregelen |
| om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. Het | om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. Het |
| betreft onder meer de inrichtingen die behoren tot de horecasector en | betreft onder meer de inrichtingen die behoren tot de horecasector en |
| andere eet- en drankgelegenheden. Zij ontvangen een maandelijkse | andere eet- en drankgelegenheden. Zij ontvangen een maandelijkse |
| uitkering ten bedrage van het dubbele van het volledige maandelijkse | uitkering ten bedrage van het dubbele van het volledige maandelijkse |
| bedrag van het overbruggingsrecht. | bedrag van het overbruggingsrecht. |
| In soortgelijke bewoordingen als artikel 4, § 3, van de wet van 23 | In soortgelijke bewoordingen als artikel 4, § 3, van de wet van 23 |
| maart 2020, voorziet artikel 4quater, § 2, van dezelfde wet in de | maart 2020, voorziet artikel 4quater, § 2, van dezelfde wet in de |
| toekenning van het volledige maandelijkse overbruggingsrecht aan de | toekenning van het volledige maandelijkse overbruggingsrecht aan de |
| zelfstandigen in bijberoep en de actieve gepensioneerde zelfstandigen | zelfstandigen in bijberoep en de actieve gepensioneerde zelfstandigen |
| die naar aanleiding van COVID-19 hun activiteiten hebben moeten | die naar aanleiding van COVID-19 hun activiteiten hebben moeten |
| onderbreken, voor zover zij voorlopige bijdragen verschuldigd zijn die | onderbreken, voor zover zij voorlopige bijdragen verschuldigd zijn die |
| minstens berekend worden op de helft van het bedrag van de drempel | minstens berekend worden op de helft van het bedrag van de drempel |
| voor een zelfstandige in hoofdberoep. Zij kunnen dat | voor een zelfstandige in hoofdberoep. Zij kunnen dat |
| overbruggingsrecht cumuleren met één of meer andere | overbruggingsrecht cumuleren met één of meer andere |
| vervangingsinkomens, voor zover de som van het overbruggingsrecht met | vervangingsinkomens, voor zover de som van het overbruggingsrecht met |
| die vervangingsinkomens per maand niet meer bedraagt dan 1 614,10 euro | die vervangingsinkomens per maand niet meer bedraagt dan 1 614,10 euro |
| (artikel 4quater, § 3, van de wet van 23 maart 2020, zoals ingevoegd | (artikel 4quater, § 3, van de wet van 23 maart 2020, zoals ingevoegd |
| bij de wet van 24 november 2020). | bij de wet van 24 november 2020). |
| Voorts voorzag artikel 4quater, § 4, van de wet van 23 maart 2020, in | Voorts voorzag artikel 4quater, § 4, van de wet van 23 maart 2020, in |
| soortgelijke bewoordingen als artikel 4, § 5, van dezelfde wet, in een | soortgelijke bewoordingen als artikel 4, § 5, van dezelfde wet, in een |
| uitsluiting van het overbruggingsrecht van gerechtigden op primaire | uitsluiting van het overbruggingsrecht van gerechtigden op primaire |
| ongeschiktheids- of invaliditeitsuitkeringen die een activiteit als | ongeschiktheids- of invaliditeitsuitkeringen die een activiteit als |
| zelfstandige uitoefenen met de toelating van de adviserende arts van | zelfstandige uitoefenen met de toelating van de adviserende arts van |
| hun verzekeringsinstelling en die naar aanleiding van COVID-19 | hun verzekeringsinstelling en die naar aanleiding van COVID-19 |
| gedwongen worden hun zelfstandige activiteit te onderbreken. Bij | gedwongen worden hun zelfstandige activiteit te onderbreken. Bij |
| artikel 2, 2°, van de wet van 28 februari 2021 « tot wijziging van de | artikel 2, 2°, van de wet van 28 februari 2021 « tot wijziging van de |
| wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht | wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht |
| ten gunste van zelfstandigen en tot wijziging van de wet van 23 maart | ten gunste van zelfstandigen en tot wijziging van de wet van 23 maart |
| 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering | 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering |
| van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot | van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot |
| invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten | invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten |
| gunste van zelfstandigen » werd die uitsluiting opgeheven, dit met | gunste van zelfstandigen » werd die uitsluiting opgeheven, dit met |
| ingang van 1 februari 2021. | ingang van 1 februari 2021. |
| Krachtens artikel 6, 7°, van de wet van 23 maart 2020, dat laatst werd | Krachtens artikel 6, 7°, van de wet van 23 maart 2020, dat laatst werd |
| gewijzigd bij artikel 42, a), van de wet van 18 juli 2021 « houdende | gewijzigd bij artikel 42, a), van de wet van 18 juli 2021 « houdende |
| tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de | tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de |
| COVID-19-pandemie », is de crisismaatregel van artikel 4quater van de | COVID-19-pandemie », is de crisismaatregel van artikel 4quater van de |
| wet van 23 maart 2020 van toepassing geweest op alle gedwongen | wet van 23 maart 2020 van toepassing geweest op alle gedwongen |
| onderbrekingen die hebben plaatsgevonden naar aanleiding van COVID-19 | onderbrekingen die hebben plaatsgevonden naar aanleiding van COVID-19 |
| in de periode van 1 oktober 2020 tot 30 september 2021. | in de periode van 1 oktober 2020 tot 30 september 2021. |
| B.2. De verwijzende rechter vraagt aan het Hof of artikel 4quater, § | B.2. De verwijzende rechter vraagt aan het Hof of artikel 4quater, § |
| 4, van de wet van 23 maart 2020 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | 4, van de wet van 23 maart 2020 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
| schendt, doordat het als gevolg heeft dat gerechtigden op primaire | schendt, doordat het als gevolg heeft dat gerechtigden op primaire |
| arbeidsongeschiktheids- of invaliditeitsuitkeringen die een activiteit | arbeidsongeschiktheids- of invaliditeitsuitkeringen die een activiteit |
| als zelfstandige in hoofdberoep met de toelating van de adviserend | als zelfstandige in hoofdberoep met de toelating van de adviserend |
| arts van hun verzekeringsinstelling uitoefenen en die onder de | arts van hun verzekeringsinstelling uitoefenen en die onder de |
| voorwaarden bepaald in artikel 4quater, §§ 1 en 2, hun toegelaten | voorwaarden bepaald in artikel 4quater, §§ 1 en 2, hun toegelaten |
| activiteiten moeten onderbreken, voor de maanden oktober, november en | activiteiten moeten onderbreken, voor de maanden oktober, november en |
| december 2020 en januari 2021 op geen enkel bedrag aan | december 2020 en januari 2021 op geen enkel bedrag aan |
| overbruggingsrecht aanspraak kunnen maken, terwijl een cumulering van | overbruggingsrecht aanspraak kunnen maken, terwijl een cumulering van |
| het overbruggingsrecht met andere (vervangings-)inkomens wel mogelijk | het overbruggingsrecht met andere (vervangings-)inkomens wel mogelijk |
| was. | was. |
| B.3.1. De eisende partij voor het verwijzende rechtscollege verzoekt | B.3.1. De eisende partij voor het verwijzende rechtscollege verzoekt |
| het Hof de prejudiciële vraag te herformuleren, en de in het geding | het Hof de prejudiciële vraag te herformuleren, en de in het geding |
| zijnde bepaling te toetsen aan artikel 23 van de Grondwet, in | zijnde bepaling te toetsen aan artikel 23 van de Grondwet, in |
| samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
| B.3.2. Een partij voor het Hof vermag niet de draagwijdte van de door | B.3.2. Een partij voor het Hof vermag niet de draagwijdte van de door |
| het verwijzende rechtscollege gestelde prejudiciële vraag te wijzigen | het verwijzende rechtscollege gestelde prejudiciële vraag te wijzigen |
| of te laten wijzigen. Het komt aan de verwijzende rechter toe te | of te laten wijzigen. Het komt aan de verwijzende rechter toe te |
| oordelen welke prejudiciële vraag hij aan het Hof dient te stellen en | oordelen welke prejudiciële vraag hij aan het Hof dient te stellen en |
| daarbij de omvang van de saisine te bepalen. | daarbij de omvang van de saisine te bepalen. |
| B.3.3. Het verzoek van de eisende partij voor het verwijzende | B.3.3. Het verzoek van de eisende partij voor het verwijzende |
| rechtscollege kan niet worden ingewilligd. | rechtscollege kan niet worden ingewilligd. |
| B.4. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit | B.4. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit |
| dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt | dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt |
| ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust | ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust |
| en het redelijk verantwoord is. | en het redelijk verantwoord is. |
| Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
| rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
| en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
| gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
| er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de | er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de |
| aangewende middelen en het beoogde doel. | aangewende middelen en het beoogde doel. |
| B.5.1. De Ministerraad betoogt dat de gerechtigden op primaire | B.5.1. De Ministerraad betoogt dat de gerechtigden op primaire |
| arbeidsongeschiktheids- of invaliditeitsuitkeringen die hun toegelaten | arbeidsongeschiktheids- of invaliditeitsuitkeringen die hun toegelaten |
| activiteit als zelfstandige dienden te onderbreken ingevolge de | activiteit als zelfstandige dienden te onderbreken ingevolge de |
| COVID-19-pandemie en de andere zelfstandigen die hun activiteit | COVID-19-pandemie en de andere zelfstandigen die hun activiteit |
| moesten onderbreken ingevolge die pandemie, zoals de actieve | moesten onderbreken ingevolge die pandemie, zoals de actieve |
| gepensioneerden, niet vergelijkbaar zijn. De eerste categorie zou | gepensioneerden, niet vergelijkbaar zijn. De eerste categorie zou |
| immers hebben kunnen terugvallen op een volledige | immers hebben kunnen terugvallen op een volledige |
| arbeidsongeschiktheidsuitkering, terwijl de laatstgenoemde categorie | arbeidsongeschiktheidsuitkering, terwijl de laatstgenoemde categorie |
| het bedrag van het vervangingsinkomen niet zag stijgen. | het bedrag van het vervangingsinkomen niet zag stijgen. |
| B.5.2. Verschil en niet-vergelijkbaarheid mogen niet worden verward. | B.5.2. Verschil en niet-vergelijkbaarheid mogen niet worden verward. |
| Het verschil waarnaar de Ministerraad verwijst, kan weliswaar een | Het verschil waarnaar de Ministerraad verwijst, kan weliswaar een |
| element zijn in de beoordeling van een verschil in behandeling, maar | element zijn in de beoordeling van een verschil in behandeling, maar |
| het kan niet volstaan om tot de niet-vergelijkbaarheid te besluiten, | het kan niet volstaan om tot de niet-vergelijkbaarheid te besluiten, |
| anders zou de toetsing aan het beginsel van gelijkheid en | anders zou de toetsing aan het beginsel van gelijkheid en |
| niet-discriminatie van elke inhoud worden ontdaan. | niet-discriminatie van elke inhoud worden ontdaan. |
| B.6.1. Het in het geding zijnde verschil in behandeling berust op een | B.6.1. Het in het geding zijnde verschil in behandeling berust op een |
| objectief criterium, namelijk de aard van het inkomen of | objectief criterium, namelijk de aard van het inkomen of |
| vervangingsinkomen dat de betrokkene geniet. | vervangingsinkomen dat de betrokkene geniet. |
| B.6.2. Uit het in B.1.3 vermelde verslag aan de Koning dat het | B.6.2. Uit het in B.1.3 vermelde verslag aan de Koning dat het |
| koninklijk besluit nr. 13 van 27 april 2020 voorafgaat, blijkt dat met | koninklijk besluit nr. 13 van 27 april 2020 voorafgaat, blijkt dat met |
| de uitbreiding van de tijdelijke crisismaatregel in artikel 4, § 3, | de uitbreiding van de tijdelijke crisismaatregel in artikel 4, § 3, |
| van de wet van 23 maart 2020 tot de zelfstandigen in bijberoep en de | van de wet van 23 maart 2020 tot de zelfstandigen in bijberoep en de |
| actieve gepensioneerde zelfstandigen, een driedubbele doelstelling | actieve gepensioneerde zelfstandigen, een driedubbele doelstelling |
| wordt beoogd. Ten eerste beoogt die maatregel zich te richten op de | wordt beoogd. Ten eerste beoogt die maatregel zich te richten op de |
| meest ernstige situaties, namelijk de zelfstandigen in bijberoep of de | meest ernstige situaties, namelijk de zelfstandigen in bijberoep of de |
| actieve gepensioneerde zelfstandigen die gedwongen worden hun | actieve gepensioneerde zelfstandigen die gedwongen worden hun |
| activiteit te onderbreken. Ten tweede beoogt die maatregel zich te | activiteit te onderbreken. Ten tweede beoogt die maatregel zich te |
| richten op zelfstandigen die een aanzienlijke impact ondervinden in | richten op zelfstandigen die een aanzienlijke impact ondervinden in |
| hun koopkracht, zijnde diegenen die voorlopige bijdragen verschuldigd | hun koopkracht, zijnde diegenen die voorlopige bijdragen verschuldigd |
| zijn die minstens berekend worden op de helft van het bedrag van de | zijn die minstens berekend worden op de helft van het bedrag van de |
| drempel voor een zelfstandige in hoofdberoep. Ten slotte beoogt die | drempel voor een zelfstandige in hoofdberoep. Ten slotte beoogt die |
| maatregel het inkomensverlies verbonden aan de zelfstandige activiteit | maatregel het inkomensverlies verbonden aan de zelfstandige activiteit |
| in kwestie te compenseren door die aanvulling van de tijdelijke | in kwestie te compenseren door die aanvulling van de tijdelijke |
| crisismaatregel overbruggingsrecht toe te kennen tot een bedrag gelijk | crisismaatregel overbruggingsrecht toe te kennen tot een bedrag gelijk |
| aan de helft van het bedrag van de financiële uitkering waarop de | aan de helft van het bedrag van de financiële uitkering waarop de |
| zelfstandigen in hoofdberoep aanspraak kunnen maken. | zelfstandigen in hoofdberoep aanspraak kunnen maken. |
| Het dient te worden aangenomen dat de wetgever, met de toekenning van | Het dient te worden aangenomen dat de wetgever, met de toekenning van |
| het dubbele overbruggingsrecht aan de zelfstandigen in bijberoep en de | het dubbele overbruggingsrecht aan de zelfstandigen in bijberoep en de |
| actieve gepensioneerde zelfstandigen bij de wet van 24 november 2020, | actieve gepensioneerde zelfstandigen bij de wet van 24 november 2020, |
| die artikel 4quater heeft ingevoegd in de wet van 23 maart 2020, | die artikel 4quater heeft ingevoegd in de wet van 23 maart 2020, |
| dezelfde doelstelling beoogde. | dezelfde doelstelling beoogde. |
| B.6.3. Ten aanzien van die doelstellingen is het niet pertinent dat de | B.6.3. Ten aanzien van die doelstellingen is het niet pertinent dat de |
| gerechtigden op primaire arbeidsongeschiktheids- of | gerechtigden op primaire arbeidsongeschiktheids- of |
| invaliditeitsuitkeringen die een activiteit als zelfstandige in | invaliditeitsuitkeringen die een activiteit als zelfstandige in |
| hoofdberoep met de toelating van de adviserend arts van hun | hoofdberoep met de toelating van de adviserend arts van hun |
| verzekeringsinstelling uitoefenen en die naar aanleiding van COVID-19 | verzekeringsinstelling uitoefenen en die naar aanleiding van COVID-19 |
| hun toegelaten activiteiten moeten onderbreken, worden uitgesloten van | hun toegelaten activiteiten moeten onderbreken, worden uitgesloten van |
| het overbruggingsrecht. | het overbruggingsrecht. |
| Zij bevinden zich immers in dezelfde ernstige situatie als de actieve | Zij bevinden zich immers in dezelfde ernstige situatie als de actieve |
| gepensioneerde zelfstandigen die naar aanleiding van COVID-19 | gepensioneerde zelfstandigen die naar aanleiding van COVID-19 |
| gedwongen worden hun zelfstandige activiteit te onderbreken. Voorts | gedwongen worden hun zelfstandige activiteit te onderbreken. Voorts |
| ondervinden zij eveneens een aanzienlijke impact in hun koopkracht, in | ondervinden zij eveneens een aanzienlijke impact in hun koopkracht, in |
| zoverre zij - zoals de actieve gepensioneerde zelfstandigen die | zoverre zij - zoals de actieve gepensioneerde zelfstandigen die |
| aanspraak kunnen maken op het dubbele overbruggingsrecht - voorlopige | aanspraak kunnen maken op het dubbele overbruggingsrecht - voorlopige |
| bijdragen verschuldigd zijn die minstens berekend worden op de helft | bijdragen verschuldigd zijn die minstens berekend worden op de helft |
| van het bedrag van de drempel voor een zelfstandige in hoofdberoep en | van het bedrag van de drempel voor een zelfstandige in hoofdberoep en |
| dus een aanzienlijk inkomen uit hun zelfstandige activiteit verwerven. | dus een aanzienlijk inkomen uit hun zelfstandige activiteit verwerven. |
| Er is geen redelijke verantwoording waarom het inkomensverlies van de | Er is geen redelijke verantwoording waarom het inkomensverlies van de |
| actieve gepensioneerde zelfstandigen door de gedwongen onderbreking | actieve gepensioneerde zelfstandigen door de gedwongen onderbreking |
| van hun zelfstandige activiteiten wordt gecompenseerd, doch niet het | van hun zelfstandige activiteiten wordt gecompenseerd, doch niet het |
| soortgelijke inkomensverlies van de gerechtigden op primaire | soortgelijke inkomensverlies van de gerechtigden op primaire |
| arbeidsongeschiktheids- of invaliditeitsuitkeringen door de gedwongen | arbeidsongeschiktheids- of invaliditeitsuitkeringen door de gedwongen |
| onderbreking van hun toegelaten activiteit als zelfstandige in | onderbreking van hun toegelaten activiteit als zelfstandige in |
| hoofdberoep. | hoofdberoep. |
| B.6.4. De Ministerraad voert nog aan dat er in de periode van 1 maart | B.6.4. De Ministerraad voert nog aan dat er in de periode van 1 maart |
| 2020 tot 30 september 2021 krachtens het koninklijk besluit van 15 | 2020 tot 30 september 2021 krachtens het koninklijk besluit van 15 |
| september 2020 « houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, | september 2020 « houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, |
| van een aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt | van een aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt |
| erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten » een aanvullende | erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten » een aanvullende |
| crisisuitkering bestond voor sommige arbeidsongeschikt erkende | crisisuitkering bestond voor sommige arbeidsongeschikt erkende |
| zelfstandigen en meewerkende echtgenoten. | zelfstandigen en meewerkende echtgenoten. |
| Vermits die aanvullende crisisuitkering enkel van toepassing was op | Vermits die aanvullende crisisuitkering enkel van toepassing was op |
| samenwonende zelfstandigen zonder gezinslast, en dus niet op | samenwonende zelfstandigen zonder gezinslast, en dus niet op |
| alleenstaande zelfstandigen en zelfstandigen met gezinslast, volstaat | alleenstaande zelfstandigen en zelfstandigen met gezinslast, volstaat |
| zij in ieder geval niet om het voormelde verschil in behandeling te | zij in ieder geval niet om het voormelde verschil in behandeling te |
| verhelpen. | verhelpen. |
| B.6.5. Artikel 4quater, § 4, van de wet van 23 maart 2020 is niet | B.6.5. Artikel 4quater, § 4, van de wet van 23 maart 2020 is niet |
| bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| het Hof | het Hof |
| zegt voor recht : | zegt voor recht : |
| Artikel 4quater, § 4, van de wet van 23 maart 2020 « tot wijziging van | Artikel 4quater, § 4, van de wet van 23 maart 2020 « tot wijziging van |
| de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een | de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een |
| overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van | overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van |
| tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van | tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van |
| zelfstandigen » schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | zelfstandigen » schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
| Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
| 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
| op 16 maart 2023. | op 16 maart 2023. |
| De griffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| L. Lavrysen | L. Lavrysen |