Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 147/2021 van 21 oktober 2021 Rolnummer 7380 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 19, 20 en 21 van het decreet van het Waalse Gewest van 19 december 2019 « houdende de algemene ontvangstenbegroting v Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, de rechters J.(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 147/2021 van 21 oktober 2021 Rolnummer 7380 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 19, 20 en 21 van het decreet van het Waalse Gewest van 19 december 2019 « houdende de algemene ontvangstenbegroting v Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, de rechters J.(...) Uittreksel uit arrest nr. 147/2021 van 21 oktober 2021 Rolnummer 7380 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 19, 20 en 21 van het decreet van het Waalse Gewest van 19 december 2019 « houdende de algemene ontvangstenbegroting v Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, de rechters J.(...)
GRONDWETTELIJK HOF GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 147/2021 van 21 oktober 2021 Uittreksel uit arrest nr. 147/2021 van 21 oktober 2021
Rolnummer 7380 Rolnummer 7380
In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 19, 20 en 21 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 19, 20 en 21
van het decreet van het Waalse Gewest van 19 december 2019 « houdende van het decreet van het Waalse Gewest van 19 december 2019 « houdende
de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het
begrotingsjaar 2020 », ingesteld door Gaëtan Huvenne en anderen. begrotingsjaar 2020 », ingesteld door Gaëtan Huvenne en anderen.
Het Grondwettelijk Hof, Het Grondwettelijk Hof,
samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, de rechters samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, de rechters
J.-P. Moerman, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques, Y. J.-P. Moerman, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques, Y.
Kherbache, T. Detienne, D. Pieters en S. de Bethune, en, Kherbache, T. Detienne, D. Pieters en S. de Bethune, en,
overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989
op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter F. Daoût, bijgestaan op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter F. Daoût, bijgestaan
door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van emeritus door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van emeritus
voorzitter F. Daoût, voorzitter F. Daoût,
wijst na beraad het volgende arrest : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging
Bij verzoekschrift dat via elektronische verzending aan het Hof is Bij verzoekschrift dat via elektronische verzending aan het Hof is
toegezonden en ter griffie is ontvangen op 27 maart 2020, is beroep toegezonden en ter griffie is ontvangen op 27 maart 2020, is beroep
tot vernietiging ingesteld van de artikelen 19, 20 en 21 van het tot vernietiging ingesteld van de artikelen 19, 20 en 21 van het
decreet van het Waalse Gewest van 19 december 2019 « houdende de decreet van het Waalse Gewest van 19 december 2019 « houdende de
algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het
begrotingsjaar 2020 » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 begrotingsjaar 2020 » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31
december 2019) door Gaëtan Huvenne, de nv « Envisager », Yvan december 2019) door Gaëtan Huvenne, de nv « Envisager », Yvan
Bellemans en Chantal Lemaire, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. Bellemans en Chantal Lemaire, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr.
M.-P. Donea, advocaat bij de balie van Waals-Brabant. M.-P. Donea, advocaat bij de balie van Waals-Brabant.
(...) (...)
II. In rechte II. In rechte
(...) (...)
Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de context ervan Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de context ervan
B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van de artikelen B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van de artikelen
19, 20 en 21 van het decreet van het Waalse Gewest van 19 december 19, 20 en 21 van het decreet van het Waalse Gewest van 19 december
2019 « houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest 2019 « houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest
voor het begrotingsjaar 2020 » (hierna : het decreet van 19 december voor het begrotingsjaar 2020 » (hierna : het decreet van 19 december
2019). Die bepalingen hebben betrekking op de wijziging van het 2019). Die bepalingen hebben betrekking op de wijziging van het
Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten. Zij beogen Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten. Zij beogen
meer bepaald een einde te maken aan het systeem van registratie tegen meer bepaald een einde te maken aan het systeem van registratie tegen
het verlaagd tarief van 6 %, dat sedert 1 januari 2018 van kracht is, het verlaagd tarief van 6 %, dat sedert 1 januari 2018 van kracht is,
en van toepassing is op de verkopen van onroerende goederen tegen en van toepassing is op de verkopen van onroerende goederen tegen
lijfrente onder bepaalde voorwaarden. lijfrente onder bepaalde voorwaarden.
B.2. Bij artikel 19 van het decreet van 19 december 2019 wordt het B.2. Bij artikel 19 van het decreet van 19 december 2019 wordt het
verlaagde tarief van 6 % opgeheven dat van toepassing is op de verlaagde tarief van 6 % opgeheven dat van toepassing is op de
verkopen van onroerende goederen tegen lijfrente onder bepaalde verkopen van onroerende goederen tegen lijfrente onder bepaalde
voorwaarden. Het bepaalt : voorwaarden. Het bepaalt :
« In artikel 44 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en « In artikel 44 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en
griffierechten wordt het tweede lid, [ingevoerd] bij het decreet van griffierechten wordt het tweede lid, [ingevoerd] bij het decreet van
13 december 2017, opgeheven. 13 december 2017, opgeheven.
Artikel 44, lid 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoerd bij het decreet Artikel 44, lid 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoerd bij het decreet
van 13 december 2017, blijft evenwel van toepassing in [geval] van een van 13 december 2017, blijft evenwel van toepassing in [geval] van een
verkoop vastgesteld bij een onderhandse akte die voor 21 december 2019 verkoop vastgesteld bij een onderhandse akte die voor 21 december 2019
van een vaste datum is voorzien in de zin van artikel 1328 van het van een vaste datum is voorzien in de zin van artikel 1328 van het
Burgerlijk Wetboek. Burgerlijk Wetboek.
Onderworpen aan de teruggave zijn de proportionele rechten, geïnd op Onderworpen aan de teruggave zijn de proportionele rechten, geïnd op
de onderhandse akte waarvan sprake in vorig lid, wanneer de verkoop de onderhandse akte waarvan sprake in vorig lid, wanneer de verkoop
bij authentieke akte wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 44, lid bij authentieke akte wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 44, lid
2, van hetzelfde Wetboek, ingevoerd bij het decreet van 13 december 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoerd bij het decreet van 13 december
2017, ter hoogte van het verschil tussen de geïnde proportionele 2017, ter hoogte van het verschil tussen de geïnde proportionele
rechten en de proportionele rechten berekend op grond van de rechten en de proportionele rechten berekend op grond van de
toepassing van artikel 44, lid 2, van hetzelfde Wetboek ». toepassing van artikel 44, lid 2, van hetzelfde Wetboek ».
B.3. Bij artikel 20 van het decreet van 19 december 2019 wordt de B.3. Bij artikel 20 van het decreet van 19 december 2019 wordt de
minimale belastbare grondslag opgeheven die van toepassing is op de minimale belastbare grondslag opgeheven die van toepassing is op de
verkopen van onroerende goederen tegen lijfrente onder bepaalde verkopen van onroerende goederen tegen lijfrente onder bepaalde
voorwaarden. Het bepaalt : voorwaarden. Het bepaalt :
« In artikel 48 van hetzelfde Wetboek wordt het tweede lid, « In artikel 48 van hetzelfde Wetboek wordt het tweede lid,
[ingevoerd] bij het decreet van 13 december 2017, opgeheven. [ingevoerd] bij het decreet van 13 december 2017, opgeheven.
Artikel 48, lid 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoerd bij het decreet Artikel 48, lid 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoerd bij het decreet
van 13 december 2017, blijft evenwel van toepassing in [geval] van een van 13 december 2017, blijft evenwel van toepassing in [geval] van een
verkoop vastgesteld bij een onderhandse akte die voor 21 december 2019 verkoop vastgesteld bij een onderhandse akte die voor 21 december 2019
van een vaste datum is voorzien in de zin van artikel 1328 van het van een vaste datum is voorzien in de zin van artikel 1328 van het
Burgerlijk Wetboek. Burgerlijk Wetboek.
Onderworpen aan de teruggave zijn de proportionele rechten, geïnd op Onderworpen aan de teruggave zijn de proportionele rechten, geïnd op
de onderhandse akte waarvan sprake in vorig lid, wanneer de verkoop de onderhandse akte waarvan sprake in vorig lid, wanneer de verkoop
bij authentieke akte wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 48, lid bij authentieke akte wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 48, lid
2, van hetzelfde Wetboek, ingevoerd bij het decreet van 13 december 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoerd bij het decreet van 13 december
2017, ter hoogte van het verschil tussen de geïnde proportionele 2017, ter hoogte van het verschil tussen de geïnde proportionele
rechten en de proportionele rechten berekend op grond van de rechten en de proportionele rechten berekend op grond van de
toepassing van artikel 48, lid 2, van hetzelfde Wetboek ». toepassing van artikel 48, lid 2, van hetzelfde Wetboek ».
B.4.1. In de oorspronkelijke ontwerpbegroting was enkel voorzien in B.4.1. In de oorspronkelijke ontwerpbegroting was enkel voorzien in
het eerste lid van elk van de voormelde bepalingen. Op 28 november het eerste lid van elk van de voormelde bepalingen. Op 28 november
2019 worden die opheffingsbepalingen in de parlementaire voorbereiding 2019 worden die opheffingsbepalingen in de parlementaire voorbereiding
dan als volgt verantwoord : dan als volgt verantwoord :
« Die twee artikelen beogen de bijzondere gunstige regeling voor de « Die twee artikelen beogen de bijzondere gunstige regeling voor de
verkopen tegen lijfrente die bij het decreet van 13 december 2017 is verkopen tegen lijfrente die bij het decreet van 13 december 2017 is
ingevoerd, af te schaffen. Uit diverse analyses blijkt dat de ingevoerd, af te schaffen. Uit diverse analyses blijkt dat de
ingevoerde bepalingen technische en juridische lacunes inhouden, en ingevoerde bepalingen technische en juridische lacunes inhouden, en
het risico op misbruiken openen. Het blijkt ingewikkeld om de het risico op misbruiken openen. Het blijkt ingewikkeld om de
noodzakelijke verbeteringen erin aan te brengen en daarbij tevens een noodzakelijke verbeteringen erin aan te brengen en daarbij tevens een
bruikbare en toegankelijke tekst te behouden. bruikbare en toegankelijke tekst te behouden.
De gunstige regeling wordt dus afgeschaft voor alle akten die vanaf 1 De gunstige regeling wordt dus afgeschaft voor alle akten die vanaf 1
januari 2020 zijn verleden » (Parl. St., Waals Parlement, 2019-2020, januari 2020 zijn verleden » (Parl. St., Waals Parlement, 2019-2020,
nrs. 81/1 en 82/1, bijlage 6, p. 10). nrs. 81/1 en 82/1, bijlage 6, p. 10).
Het risico op misbruik dat in die parlementaire voorbereiding wordt Het risico op misbruik dat in die parlementaire voorbereiding wordt
vermeld, werd op 13 december 2019 vervolgens in die zin gepreciseerd vermeld, werd op 13 december 2019 vervolgens in die zin gepreciseerd
dat het hoofdzakelijk betrekking heeft op het minimaliseren van de dat het hoofdzakelijk betrekking heeft op het minimaliseren van de
verkoopprijs, het niet voorzien in enige rente of het minimaliseren verkoopprijs, het niet voorzien in enige rente of het minimaliseren
ervan, of nog het realiseren van de verkoop van de blote eigendom en ervan, of nog het realiseren van de verkoop van de blote eigendom en
vervolgens die van het vruchtgebruik op korte termijn, met als enig vervolgens die van het vruchtgebruik op korte termijn, met als enig
doel het fiscale voordeel te genieten (Parl. St., Waals Parlement, doel het fiscale voordeel te genieten (Parl. St., Waals Parlement,
2019-2020, nrs. 81/5 en 82/3, p. 8). De bevoegde minister voegt in 2019-2020, nrs. 81/5 en 82/3, p. 8). De bevoegde minister voegt in
hetzelfde document eraan toe dat dat zeer recente mechanisme weinig hetzelfde document eraan toe dat dat zeer recente mechanisme weinig
werd gebruikt en dat de afschaffing ervan beantwoordt aan een doel van werd gebruikt en dat de afschaffing ervan beantwoordt aan een doel van
sociale rechtvaardigheid (ibid., p. 29). sociale rechtvaardigheid (ibid., p. 29).
B.4.2. Het tweede lid van de artikelen 19 en 20 van het decreet van 19 B.4.2. Het tweede lid van de artikelen 19 en 20 van het decreet van 19
december 2019, dat een overgangsmaatregel gepaard laat gaan met de december 2019, dat een overgangsmaatregel gepaard laat gaan met de
opheffing bij het eerste lid, werd ingevoerd bij een amendement van 13 opheffing bij het eerste lid, werd ingevoerd bij een amendement van 13
december 2019 met de volgende verantwoording : december 2019 met de volgende verantwoording :
« Bij het beëindigen van de toepassing van een fiscale maatregel moet « Bij het beëindigen van de toepassing van een fiscale maatregel moet
rekening worden gehouden met de voorzienbaarheid ervan ten aanzien van rekening worden gehouden met de voorzienbaarheid ervan ten aanzien van
de Waalse belastingschuldigen die reeds zijn betrokken bij het de Waalse belastingschuldigen die reeds zijn betrokken bij het
toepassingsgebied van de bepalingen. Zulks betreft het beginsel van toepassingsgebied van de bepalingen. Zulks betreft het beginsel van
gewettigd vertrouwen. gewettigd vertrouwen.
In het precieze geval van het einde van de regeling die gunstig is In het precieze geval van het einde van de regeling die gunstig is
voor de verkopen tegen lijfrente, die is ingevoerd bij het decreet van voor de verkopen tegen lijfrente, die is ingevoerd bij het decreet van
13 december 2017, hebben sommigen zich reeds sterk verbonden bij een 13 december 2017, hebben sommigen zich reeds sterk verbonden bij een
verkoop aan dit einde van het jaar 2019, door een voorlopige verkoop aan dit einde van het jaar 2019, door een voorlopige
verkoopovereenkomst (onderhandse akte) te sluiten. verkoopovereenkomst (onderhandse akte) te sluiten.
Die belastingschuldigen beschikken niet over de mogelijkheid om de Die belastingschuldigen beschikken niet over de mogelijkheid om de
verkoop te annuleren wegens een wijziging van de belastingregeling, verkoop te annuleren wegens een wijziging van de belastingregeling,
met als gevolg van de afschaffing van de twee gecombineerde gunstige met als gevolg van de afschaffing van de twee gecombineerde gunstige
maatregelen voor de lijfrente dat zij een sterke stijging van de maatregelen voor de lijfrente dat zij een sterke stijging van de
verschuldigde rechten kunnen vaststellen. verschuldigde rechten kunnen vaststellen.
Bovendien, in geval van een banklening, zijn de aanbiedingen van de Bovendien, in geval van een banklening, zijn de aanbiedingen van de
bank dan vaak reeds gedaan en zal het vaak niet mogelijk zijn om ook bank dan vaak reeds gedaan en zal het vaak niet mogelijk zijn om ook
die niet-geplande verhoging van de fiscaliteit te financieren. die niet-geplande verhoging van de fiscaliteit te financieren.
Om elk financieel risico te vermijden en rechtszekerheid te bieden aan Om elk financieel risico te vermijden en rechtszekerheid te bieden aan
de personen die zich reeds hebben verbonden, wordt tot een specifieke de personen die zich reeds hebben verbonden, wordt tot een specifieke
overgangsmaatregel beslist, door het mogelijk te maken het voordeel overgangsmaatregel beslist, door het mogelijk te maken het voordeel
van de twee gunstige bepalingen over de verkopen tegen lijfrente te van de twee gunstige bepalingen over de verkopen tegen lijfrente te
genieten voor de authentieke akten die zijn verleden na 1 januari genieten voor de authentieke akten die zijn verleden na 1 januari
2020, onder de strikte voorwaarde dat die het voorwerp uitmaken van 2020, onder de strikte voorwaarde dat die het voorwerp uitmaken van
een voorlopige verkoopovereenkomst die is voorzien van een vaste datum een voorlopige verkoopovereenkomst die is voorzien van een vaste datum
tot en met vrijdag 20 december 2019. tot en met vrijdag 20 december 2019.
Een registratie van de voorlopige verkoopovereenkomst volstaat dus. Een registratie van de voorlopige verkoopovereenkomst volstaat dus.
Dit waarborgt de belastingschuldige dat hij de voordelen geniet en Dit waarborgt de belastingschuldige dat hij de voordelen geniet en
waarborgt de overheid dat elke mogelijkheid van misbruik via een vorm waarborgt de overheid dat elke mogelijkheid van misbruik via een vorm
van antidatering is uitgesloten. van antidatering is uitgesloten.
De datum van 20 december 2019 wordt in aanmerking genomen en redelijk De datum van 20 december 2019 wordt in aanmerking genomen en redelijk
geacht gezien de publieke kennisname van de noodzaak van een geacht gezien de publieke kennisname van de noodzaak van een
registratie van de onderhandse akte op vrijdag 13 december 2019 » registratie van de onderhandse akte op vrijdag 13 december 2019 »
(Parl. St., Waals Parlement, 2019-2020, nr. 81/4, p. 2). (Parl. St., Waals Parlement, 2019-2020, nr. 81/4, p. 2).
Tijdens de parlementaire debatten werd eraan toegevoegd dat de Tijdens de parlementaire debatten werd eraan toegevoegd dat de
maatregel bestemd is voor « diegenen die zich geheel te goeder trouw maatregel bestemd is voor « diegenen die zich geheel te goeder trouw
en met volle vertrouwen ten aanzien van de Waalse Regering hebben en met volle vertrouwen ten aanzien van de Waalse Regering hebben
verbonden » en dat de « datum van 20 december het minimum is dat kon verbonden » en dat de « datum van 20 december het minimum is dat kon
worden gedaan » (Parl. St., Waals Parlement, 2019-2020, nrs. 81/5 en worden gedaan » (Parl. St., Waals Parlement, 2019-2020, nrs. 81/5 en
82/3, p. 36). 82/3, p. 36).
B.4.3. Het derde lid van de artikelen 19 en 20 van het decreet van 19 B.4.3. Het derde lid van de artikelen 19 en 20 van het decreet van 19
december 2019, dat strekt tot het preciseren van de voorwaarden voor december 2019, dat strekt tot het preciseren van de voorwaarden voor
teruggave van de reeds geïnde proportionele rechten, werd ingevoerd teruggave van de reeds geïnde proportionele rechten, werd ingevoerd
bij twee amendementen van 19 december 2019 met de volgende bij twee amendementen van 19 december 2019 met de volgende
verantwoording : verantwoording :
« Om elke dubbelzinnigheid weg te nemen die nadelig kan zijn voor de « Om elke dubbelzinnigheid weg te nemen die nadelig kan zijn voor de
belastingschuldigen en met inachtneming van de bedoeling van de belastingschuldigen en met inachtneming van de bedoeling van de
wetgever om behoorlijk bestuur en gewettigd vertrouwen te verzekeren, wetgever om behoorlijk bestuur en gewettigd vertrouwen te verzekeren,
wordt in een specifieke teruggave voorzien wanneer men wordt wordt in een specifieke teruggave voorzien wanneer men wordt
geconfronteerd met de registratie van een onderhandse akte zonder geconfronteerd met de registratie van een onderhandse akte zonder
opschortende voorwaarde [...]. opschortende voorwaarde [...].
[...] Het terug te geven bedrag stemt in dat geval dus overeen met het [...] Het terug te geven bedrag stemt in dat geval dus overeen met het
verschil tussen het recht dat is geïnd op de overeenkomst bij verschil tussen het recht dat is geïnd op de overeenkomst bij
onderhandse akte en het recht dat zou zijn geïnd indien het in artikel onderhandse akte en het recht dat zou zijn geïnd indien het in artikel
44, tweede lid, bedoelde tarief en de belastbare grondslag van artikel 44, tweede lid, bedoelde tarief en de belastbare grondslag van artikel
48, tweede lid, waren toegepast » (Parl. St., Waals Parlement, 48, tweede lid, waren toegepast » (Parl. St., Waals Parlement,
2019-2020, nr. 81/6, pp. 2-3). 2019-2020, nr. 81/6, pp. 2-3).
B.5. Artikel 21 van het decreet van 19 december 2019, bekendgemaakt in B.5. Artikel 21 van het decreet van 19 december 2019, bekendgemaakt in
het Belgisch Staatsblad van 31 december 2019, bepaalt : het Belgisch Staatsblad van 31 december 2019, bepaalt :
« Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2020 ». « Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2020 ».
Ten aanzien van de ontvankelijkheid Ten aanzien van de ontvankelijkheid
B.6. De Waalse Regering is van mening dat het beroep onontvankelijk B.6. De Waalse Regering is van mening dat het beroep onontvankelijk
is, met name om reden dat de tweede verzoekende partij, rechtspersoon, is, met name om reden dat de tweede verzoekende partij, rechtspersoon,
de beslissing om het beroep in te stellen niet heeft voorgelegd en dat de beslissing om het beroep in te stellen niet heeft voorgelegd en dat
zij niet voldoende bewijst dat de bestreden bepalingen haar zij niet voldoende bewijst dat de bestreden bepalingen haar
rechtstreeks en ongunstig raken. rechtstreeks en ongunstig raken.
B.7.1. Artikel 7, derde lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 B.7.1. Artikel 7, derde lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989
op het Grondwettelijk Hof voorziet erin dat het bewijs van de op het Grondwettelijk Hof voorziet erin dat het bewijs van de
beslissing om het beroep in te stellen « op het eerste verzoek » moet beslissing om het beroep in te stellen « op het eerste verzoek » moet
worden voorgelegd. Die formulering laat het Hof toe om af te zien van worden voorgelegd. Die formulering laat het Hof toe om af te zien van
een dergelijk verzoek, met name wanneer de rechtspersoon door een een dergelijk verzoek, met name wanneer de rechtspersoon door een
advocaat wordt vertegenwoordigd, zoals te dezen het geval is. advocaat wordt vertegenwoordigd, zoals te dezen het geval is.
Die interpretatie belet niet dat een partij opwerpt dat de beslissing Die interpretatie belet niet dat een partij opwerpt dat de beslissing
om het beroep in te stellen niet is genomen door de bevoegde organen om het beroep in te stellen niet is genomen door de bevoegde organen
van de rechtspersoon, op voorwaarde dat zij haar opwerping aannemelijk van de rechtspersoon, op voorwaarde dat zij haar opwerping aannemelijk
maakt, wat zij kan doen met alle middelen van recht. Zulks is te dezen maakt, wat zij kan doen met alle middelen van recht. Zulks is te dezen
niet het geval. niet het geval.
B.7.2. In haar memorie van antwoord en op verzoek van de Waalse B.7.2. In haar memorie van antwoord en op verzoek van de Waalse
Regering heeft de tweede verzoekende partij overigens het bewijs Regering heeft de tweede verzoekende partij overigens het bewijs
voorgelegd van de beslissing om het beroep tot vernietiging in te voorgelegd van de beslissing om het beroep tot vernietiging in te
stellen. stellen.
B.8.1. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het B.8.1. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of
rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken
van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de
personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en
ongunstig zou kunnen worden geraakt; bijgevolg is de actio popularis ongunstig zou kunnen worden geraakt; bijgevolg is de actio popularis
niet toelaatbaar. niet toelaatbaar.
B.8.2. De tweede verzoekende partij, in haar hoedanigheid van naamloze B.8.2. De tweede verzoekende partij, in haar hoedanigheid van naamloze
vennootschap wier maatschappelijk doel met name bestaat in het geven vennootschap wier maatschappelijk doel met name bestaat in het geven
van advies bij vastgoedtransacties tegen lijfrente, kan rechtstreeks van advies bij vastgoedtransacties tegen lijfrente, kan rechtstreeks
en ongunstig worden geraakt door de bestreden bepalingen die het en ongunstig worden geraakt door de bestreden bepalingen die het
gunsttarief afschaffen dat tot dusver van toepassing was op de gunsttarief afschaffen dat tot dusver van toepassing was op de
verkopen tegen lijfrente onder bepaalde voorwaarden, hetgeen zodoende verkopen tegen lijfrente onder bepaalde voorwaarden, hetgeen zodoende
het risico van een daling van de activiteit in die sector met zich het risico van een daling van de activiteit in die sector met zich
meebrengt. meebrengt.
B.9.1. De Waalse Regering betwist ook het belang van de eerste en de B.9.1. De Waalse Regering betwist ook het belang van de eerste en de
derde verzoekende partij om in rechte te treden, in zoverre zij niet derde verzoekende partij om in rechte te treden, in zoverre zij niet
zouden aantonen dat hun belang bij de vernietiging actueel is. zouden aantonen dat hun belang bij de vernietiging actueel is.
B.9.2. Aangezien minstens één verzoekende partij doet blijken van een B.9.2. Aangezien minstens één verzoekende partij doet blijken van een
voldoende belang bij het beroep, is het niet nodig te onderzoeken of voldoende belang bij het beroep, is het niet nodig te onderzoeken of
de andere verzoekende partijen ook doen blijken van een belang om de de andere verzoekende partijen ook doen blijken van een belang om de
vernietiging van de bestreden bepaling te vorderen. vernietiging van de bestreden bepaling te vorderen.
B.10. De excepties worden verworpen. B.10. De excepties worden verworpen.
Ten gronde Ten gronde
Wat betreft het eerste middel Wat betreft het eerste middel
B.11. Het eerste middel is afgeleid uit de schending, door de B.11. Het eerste middel is afgeleid uit de schending, door de
artikelen 19, 20 en 21 van het decreet van 19 december 2019, van de artikelen 19, 20 en 21 van het decreet van 19 december 2019, van de
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de
beginselen van rechtszekerheid en niet-retroactiviteit van de wetten. beginselen van rechtszekerheid en niet-retroactiviteit van de wetten.
Volgens de verzoekende partijen verlenen de bestreden bepalingen, Volgens de verzoekende partijen verlenen de bestreden bepalingen,
zonder redelijke verantwoording, terugwerkende kracht aan de zonder redelijke verantwoording, terugwerkende kracht aan de
afschaffing van het verlaagde tarief van 6 % dat van toepassing is op afschaffing van het verlaagde tarief van 6 % dat van toepassing is op
de verkopen tegen lijfrente onder bepaalde voorwaarden, en doen zij de verkopen tegen lijfrente onder bepaalde voorwaarden, en doen zij
afbreuk aan het gewettigd vertrouwen van de partijen bij een afbreuk aan het gewettigd vertrouwen van de partijen bij een
voorlopige verkoopovereenkomst die is gesloten vóór de voorlopige verkoopovereenkomst die is gesloten vóór de
inwerkingtreding van die bepalingen. De verzoekende partijen zijn inwerkingtreding van die bepalingen. De verzoekende partijen zijn
eveneens van mening dat de overgangsbepaling die gepaard gaat met de eveneens van mening dat de overgangsbepaling die gepaard gaat met de
afschaffing van het verlaagde tarief, onbruikbaar is in de feiten en afschaffing van het verlaagde tarief, onbruikbaar is in de feiten en
de betrokken personen, bijgevolg, niet de mogelijkheid heeft kunnen de betrokken personen, bijgevolg, niet de mogelijkheid heeft kunnen
bieden om tijdig te handelen teneinde hun belangen te vrijwaren. bieden om tijdig te handelen teneinde hun belangen te vrijwaren.
B.12.1. De artikelen 44 en 48 van het Wetboek der registratie-, B.12.1. De artikelen 44 en 48 van het Wetboek der registratie-,
hypotheek- en griffierechten bepaalden, vóór de opheffing ervan bij de hypotheek- en griffierechten bepaalden, vóór de opheffing ervan bij de
bestreden bepalingen : bestreden bepalingen :
«

Art. 44.Het recht bedraagt 12,50 ten honderd voor de verkoop, de

«

Art. 44.Het recht bedraagt 12,50 ten honderd voor de verkoop, de

ruiling en iedere overeenkomst tot overdracht onder bezwarende titel ruiling en iedere overeenkomst tot overdracht onder bezwarende titel
van eigendom of vruchtgebruik van onroerende goederen. van eigendom of vruchtgebruik van onroerende goederen.
Dat recht wordt tot 6 % verlaagd voor de bij authentieke akte Dat recht wordt tot 6 % verlaagd voor de bij authentieke akte
vastgestelde verkopen op lijfrente met als doel de verkoop van de vastgestelde verkopen op lijfrente met als doel de verkoop van de
woning die sinds minstens 5 jaar de hoofdverblijfplaats van de woning die sinds minstens 5 jaar de hoofdverblijfplaats van de
verkoper is. Deze vermindering is niet van toepassing op de verkoper is. Deze vermindering is niet van toepassing op de
overeenkomsten bij onderhandse akte die ter registratie worden overeenkomsten bij onderhandse akte die ter registratie worden
aangeboden ». aangeboden ».
«

Art. 48.Gaat de overeenkomst over de blote eigendom van een

«

Art. 48.Gaat de overeenkomst over de blote eigendom van een

onroerend goed waarvan het vruchtgebruik door de vervreemder is onroerend goed waarvan het vruchtgebruik door de vervreemder is
voorbehouden, zo mag de belastbare grondslag niet lager zijn dan de voorbehouden, zo mag de belastbare grondslag niet lager zijn dan de
verkoopwaarde van de volle eigendom. verkoopwaarde van de volle eigendom.
In afwijking van lid 1 mag de belastbare grondslag, voor de In afwijking van lid 1 mag de belastbare grondslag, voor de
lijfrenteverkopen van de blote eigendom van een onroerend goed waarvan lijfrenteverkopen van de blote eigendom van een onroerend goed waarvan
het vruchtgebruik door de vervreemder gereserveerd is, vastgesteld bij het vruchtgebruik door de vervreemder gereserveerd is, vastgesteld bij
authentieke akte en bedoeld in artikel 44, lid 2, niet lager zijn dan authentieke akte en bedoeld in artikel 44, lid 2, niet lager zijn dan
: :
- 50 % van de verkoopwaarde van de volle eigendom indien de maximale - 50 % van de verkoopwaarde van de volle eigendom indien de maximale
duur van de rente kleiner dan of gelijk is aan 20 jaar; duur van de rente kleiner dan of gelijk is aan 20 jaar;
- 40 % van de verkoopwaarde van de volle eigendom indien de maximale - 40 % van de verkoopwaarde van de volle eigendom indien de maximale
duur van de rente hoger dan 20 jaar is ». duur van de rente hoger dan 20 jaar is ».
Onder de gelding van die bepalingen werd het voordeel van het Onder de gelding van die bepalingen werd het voordeel van het
verlaagde tarief en van de belastbare grondslag die specifiek is voor verlaagde tarief en van de belastbare grondslag die specifiek is voor
de verkopen tegen lijfrente onder bepaalde voorwaarden, enkel de verkopen tegen lijfrente onder bepaalde voorwaarden, enkel
toegepast op de authentieke akten, op de datum van de ondertekening toegepast op de authentieke akten, op de datum van de ondertekening
ervan, met uitsluiting van de overeenkomsten bij onderhandse akte die ervan, met uitsluiting van de overeenkomsten bij onderhandse akte die
ter registratie werden aangeboden. ter registratie werden aangeboden.
B.12.2. De artikelen 19, 20 en 21 van het decreet van 19 december B.12.2. De artikelen 19, 20 en 21 van het decreet van 19 december
2019, welke die regeling opheffen, zijn van toepassing op de 2019, welke die regeling opheffen, zijn van toepassing op de
authentieke akten die werden ondertekend vanaf 1 januari 2020, zijnde authentieke akten die werden ondertekend vanaf 1 januari 2020, zijnde
na het aannemen van het decreet. Zij hebben bijgevolg geen na het aannemen van het decreet. Zij hebben bijgevolg geen
terugwerkende kracht. terugwerkende kracht.
B.13. Door de bestreden bepalingen aan te nemen, heeft de decreetgever B.13. Door de bestreden bepalingen aan te nemen, heeft de decreetgever
toepassing gemaakt van zijn ruime beoordelingsbevoegdheid in fiscale toepassing gemaakt van zijn ruime beoordelingsbevoegdheid in fiscale
zaken. Wetskrachtige bepalingen die het tarief en de heffingsgrondslag zaken. Wetskrachtige bepalingen die het tarief en de heffingsgrondslag
van een belasting definiëren, kunnen te allen tijde geheel of van een belasting definiëren, kunnen te allen tijde geheel of
gedeeltelijk worden gewijzigd, zodat de rechtsonderhorigen niet wettig gedeeltelijk worden gewijzigd, zodat de rechtsonderhorigen niet wettig
erop kunnen vertrouwen dat die bepalingen in de toekomst ongewijzigd erop kunnen vertrouwen dat die bepalingen in de toekomst ongewijzigd
behouden blijven. behouden blijven.
B.14.1. Het is juist dat de toepassing van de bestreden bepalingen de B.14.1. Het is juist dat de toepassing van de bestreden bepalingen de
plannen kan doorkruisen van de ondertekenaars van een voorlopige plannen kan doorkruisen van de ondertekenaars van een voorlopige
verkoopovereenkomst. De decreetgever heeft daar evenwel rekening mee verkoopovereenkomst. De decreetgever heeft daar evenwel rekening mee
gehouden door een overgangsmaatregel aan te nemen. Daardoor kunnen gehouden door een overgangsmaatregel aan te nemen. Daardoor kunnen
authentieke akten die na 1 januari 2020 zijn verleden het verlaagde authentieke akten die na 1 januari 2020 zijn verleden het verlaagde
registratietarief genieten dat is opgeheven, op voorwaarde dat zij het registratietarief genieten dat is opgeheven, op voorwaarde dat zij het
voorwerp hebben uitgemaakt van een voorlopige verkoopovereenkomst die voorwerp hebben uitgemaakt van een voorlopige verkoopovereenkomst die
is voorzien van een vaste datum, uiterlijk op 20 december 2019. is voorzien van een vaste datum, uiterlijk op 20 december 2019.
B.14.2. De verzoekende partijen voeren aan dat de datum die in B.14.2. De verzoekende partijen voeren aan dat de datum die in
aanmerking is genomen voor de toepassing van die overgangsmaatregel, aanmerking is genomen voor de toepassing van die overgangsmaatregel,
in de feiten onhaalbaar is omdat hij te beperkt is in de tijd. in de feiten onhaalbaar is omdat hij te beperkt is in de tijd.
Het risico op misbruik, dat in de parlementaire voorbereiding is Het risico op misbruik, dat in de parlementaire voorbereiding is
aangevoerd om de afschaffing van het gunsttarief te verantwoorden, aangevoerd om de afschaffing van het gunsttarief te verantwoorden,
zoals in B.4.1 is vermeld, vermocht ook de beperking van het temporele zoals in B.4.1 is vermeld, vermocht ook de beperking van het temporele
toepassingsgebied van de overgangsmaatregel op wettige wijze te toepassingsgebied van de overgangsmaatregel op wettige wijze te
verantwoorden. De decreetgever heeft bovendien de risico's op « verantwoorden. De decreetgever heeft bovendien de risico's op «
antidatering » willen verminderen (Parl. St., Waals Parlement, antidatering » willen verminderen (Parl. St., Waals Parlement,
2019-2020, nr. 81/4, p. 2). Door de betrokken personen maar enkele 2019-2020, nr. 81/4, p. 2). Door de betrokken personen maar enkele
dagen te laten om de overgangsmaatregel te genieten, heeft de dagen te laten om de overgangsmaatregel te genieten, heeft de
decreetgever het belang dat de ondertekenaars van een voorlopige decreetgever het belang dat de ondertekenaars van een voorlopige
verkoopovereenkomst erbij hebben om de rechtsgevolgen van hun verkoopovereenkomst erbij hebben om de rechtsgevolgen van hun
onroerende verrichting te voorzien, niet op onredelijke wijze onroerende verrichting te voorzien, niet op onredelijke wijze
geschonden. geschonden.
Voor het overige is de toepassing van het verlaagde tarief van 6 % een Voor het overige is de toepassing van het verlaagde tarief van 6 % een
aangelegenheid waarin de decreetgever het optreden van een notaris aangelegenheid waarin de decreetgever het optreden van een notaris
heeft willen opleggen, gelet op de rol van raadgever die heeft willen opleggen, gelet op de rol van raadgever die
laatstgenoemde op zich moet nemen ten aanzien van elk van de partijen, laatstgenoemde op zich moet nemen ten aanzien van elk van de partijen,
alsook op zijn onpartijdigheid. Aangezien de notarissen op 6, 16 en 17 alsook op zijn onpartijdigheid. Aangezien de notarissen op 6, 16 en 17
december 2019 werden ingelicht door de Koninklijke Federatie van het december 2019 werden ingelicht door de Koninklijke Federatie van het
Belgisch Notariaat, is de uiterste datum voor de registratie van een Belgisch Notariaat, is de uiterste datum voor de registratie van een
voorlopige verkoopovereenkomst, vastgesteld bij de bestreden voorlopige verkoopovereenkomst, vastgesteld bij de bestreden
overgangsmaatregel, niet van dien aard dat hij de betrokken personen, overgangsmaatregel, niet van dien aard dat hij de betrokken personen,
geadviseerd door hun notaris, verhindert om te handelen teneinde het geadviseerd door hun notaris, verhindert om te handelen teneinde het
verwachte fiscale voordeel te vrijwaren. verwachte fiscale voordeel te vrijwaren.
B.15. Het eerste middel is niet gegrond. B.15. Het eerste middel is niet gegrond.
Wat betreft het tweede middel Wat betreft het tweede middel
B.16. Het tweede middel is afgeleid uit de schending, door de B.16. Het tweede middel is afgeleid uit de schending, door de
artikelen 19, 20 en 21 van het decreet van 19 december 2019, van artikelen 19, 20 en 21 van het decreet van 19 december 2019, van
artikel 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het artikel 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het
Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten
van de mens en met het beginsel van niet-retroactiviteit van de van de mens en met het beginsel van niet-retroactiviteit van de
wetten. wetten.
B.17.1. Artikel 16 van de Grondwet bepaalt : B.17.1. Artikel 16 van de Grondwet bepaalt :
« Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet dan ten algemenen nutte, « Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet dan ten algemenen nutte,
in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald en tegen billijke en in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald en tegen billijke en
voorafgaande schadeloosstelling ». voorafgaande schadeloosstelling ».
B.17.2. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees B.17.2. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees
Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt : Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt :
« Alle natuurlijke of rechtspersonen hebben recht op het ongestoord « Alle natuurlijke of rechtspersonen hebben recht op het ongestoord
genot van hun eigendom. Niemand zal van zijn eigendom worden beroofd genot van hun eigendom. Niemand zal van zijn eigendom worden beroofd
behalve in het algemeen belang en met inachtneming van de voorwaarden behalve in het algemeen belang en met inachtneming van de voorwaarden
neergelegd in de wet en in de algemene beginselen van het neergelegd in de wet en in de algemene beginselen van het
internationaal recht. internationaal recht.
De voorgaande bepalingen zullen echter op geen enkele wijze het recht De voorgaande bepalingen zullen echter op geen enkele wijze het recht
aantasten dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij aantasten dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij
noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van
eigendom in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling eigendom in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling
van belastingen of andere heffingen en boeten te verzekeren ». van belastingen of andere heffingen en boeten te verzekeren ».
B.17.3. Aangezien artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het B.17.3. Aangezien artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het
Europees Verdrag voor de rechten van de mens een draagwijdte heeft die Europees Verdrag voor de rechten van de mens een draagwijdte heeft die
analoog is met die van artikel 16 van de Grondwet, vormen de erin analoog is met die van artikel 16 van de Grondwet, vormen de erin
vervatte waarborgen een onlosmakelijk geheel met die welke zijn vervatte waarborgen een onlosmakelijk geheel met die welke zijn
opgenomen in artikel 16 van de Grondwet, zodat het Hof, bij zijn opgenomen in artikel 16 van de Grondwet, zodat het Hof, bij zijn
toetsing van de bestreden bepaling, ermee rekening houdt. toetsing van de bestreden bepaling, ermee rekening houdt.
B.18. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees B.18. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees
Verdrag voor de rechten van de mens biedt niet alleen bescherming Verdrag voor de rechten van de mens biedt niet alleen bescherming
tegen een onteigening of een eigendomsberoving (eerste alinea, tweede tegen een onteigening of een eigendomsberoving (eerste alinea, tweede
zin), maar ook tegen elke verstoring van het genot van de eigendom zin), maar ook tegen elke verstoring van het genot van de eigendom
(eerste alinea, eerste zin) en elke regeling van het gebruik van de (eerste alinea, eerste zin) en elke regeling van het gebruik van de
eigendom (tweede alinea). eigendom (tweede alinea).
Volgens artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol tast de Volgens artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol tast de
bescherming van het eigendomsrecht op geen enkele wijze het recht aan bescherming van het eigendomsrecht op geen enkele wijze het recht aan
dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk
oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in
overeenstemming met het algemeen belang. Een billijk evenwicht dient overeenstemming met het algemeen belang. Een billijk evenwicht dient
tot stand te worden gebracht tussen de vereisten van het algemeen tot stand te worden gebracht tussen de vereisten van het algemeen
belang en die van de bescherming van het eigendomsrecht. belang en die van de bescherming van het eigendomsrecht.
De inmenging in het recht op het ongestoord genot van de eigendom is De inmenging in het recht op het ongestoord genot van de eigendom is
enkel verenigbaar met dat recht indien ze een redelijk verband van enkel verenigbaar met dat recht indien ze een redelijk verband van
evenredigheid heeft tot het nagestreefde doel, dit wil zeggen indien evenredigheid heeft tot het nagestreefde doel, dit wil zeggen indien
ze het billijke evenwicht tussen de vereisten van het algemeen belang ze het billijke evenwicht tussen de vereisten van het algemeen belang
en die van de bescherming van dat recht niet verbreekt. Het Europees en die van de bescherming van dat recht niet verbreekt. Het Europees
Hof voor de Rechten van de Mens is eveneens van oordeel dat de Hof voor de Rechten van de Mens is eveneens van oordeel dat de
lidstaten ter zake over een grote appreciatiemarge beschikken (EHRM, 2 lidstaten ter zake over een grote appreciatiemarge beschikken (EHRM, 2
juli 2013, R.Sz. t. Hongarije, § 38). juli 2013, R.Sz. t. Hongarije, § 38).
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft geoordeeld dat « Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft geoordeeld dat «
een wetswijziging die een legitieme verwachting ongedaan maakt op zich een wetswijziging die een legitieme verwachting ongedaan maakt op zich
een inmenging in het eigendomsrecht kan uitmaken (zie, mutatis een inmenging in het eigendomsrecht kan uitmaken (zie, mutatis
mutandis, Maurice t. Frankrijk [GC], nr. 11810/03, § § 67-71 en 79, mutandis, Maurice t. Frankrijk [GC], nr. 11810/03, § § 67-71 en 79,
EHRM 2005-IX; Draon t. Frankrijk [GC], nr. 1513/03, § § 70-72, 6 EHRM 2005-IX; Draon t. Frankrijk [GC], nr. 1513/03, § § 70-72, 6
oktober 2005; en Hasani t. Kroatië (besl.), nr. 20844/09, 30 september oktober 2005; en Hasani t. Kroatië (besl.), nr. 20844/09, 30 september
2010) » (EHRM, 2 juli 2013, R.Sz. t. Hongarije, § 33). 2010) » (EHRM, 2 juli 2013, R.Sz. t. Hongarije, § 33).
B.19. Te dezen voeren de verzoekende partijen aan dat het op het B.19. Te dezen voeren de verzoekende partijen aan dat het op het
ogenblik van de voorlopige verkoopovereenkomst is dat de voorwaarden ogenblik van de voorlopige verkoopovereenkomst is dat de voorwaarden
voor belastingheffing worden bepaald. Uitgaande van dat postulaat, voor belastingheffing worden bepaald. Uitgaande van dat postulaat,
zouden het verlaagde tarief van 6 % en de specifieke belastbare zouden het verlaagde tarief van 6 % en de specifieke belastbare
grondslag die de kopers verwachten te betalen, een legitieme grondslag die de kopers verwachten te betalen, een legitieme
verwachting in de zin van artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol verwachting in de zin van artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol
bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens uitmaken. Die bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens uitmaken. Die
bewering is evenwel onjuist met betrekking tot het in de vroegere bewering is evenwel onjuist met betrekking tot het in de vroegere
artikelen 44 en 48 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en artikelen 44 en 48 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en
griffierechten bedoelde registratierecht. Luidens die artikelen geldt griffierechten bedoelde registratierecht. Luidens die artikelen geldt
de vermindering enkel voor de bij authentieke akte vastgestelde de vermindering enkel voor de bij authentieke akte vastgestelde
overeenkomsten en is zij niet van toepassing op de overeenkomsten bij overeenkomsten en is zij niet van toepassing op de overeenkomsten bij
onderhandse akte die ter registratie worden aangeboden. onderhandse akte die ter registratie worden aangeboden.
Zoals in B.13 is vermeld, kunnen wetskrachtige bepalingen die het Zoals in B.13 is vermeld, kunnen wetskrachtige bepalingen die het
tarief en de heffingsgrondslag van een belasting definiëren, te allen tarief en de heffingsgrondslag van een belasting definiëren, te allen
tijde geheel of gedeeltelijk worden gewijzigd, zodat de tijde geheel of gedeeltelijk worden gewijzigd, zodat de
rechtsonderhorigen niet wettig erop kunnen vertrouwen dat die rechtsonderhorigen niet wettig erop kunnen vertrouwen dat die
bepalingen in de toekomst ongewijzigd behouden blijven. De kopers van bepalingen in de toekomst ongewijzigd behouden blijven. De kopers van
een onroerend goed tegen lijfrente konden dus enkel op het ogenblik een onroerend goed tegen lijfrente konden dus enkel op het ogenblik
van de ondertekening van de authentieke akte, zijnde na de van de ondertekening van de authentieke akte, zijnde na de
ondertekening van de voorlopige verkoopovereenkomst, op wettige wijze ondertekening van de voorlopige verkoopovereenkomst, op wettige wijze
verwachten het verlaagde registratietarief te genieten. De legitieme verwachten het verlaagde registratietarief te genieten. De legitieme
verwachting in de zin van artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol verwachting in de zin van artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol
bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens kan enkel op dat bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens kan enkel op dat
moment worden verkregen. moment worden verkregen.
B.20. Het tweede middel is niet gegrond. B.20. Het tweede middel is niet gegrond.
Om die redenen, Om die redenen,
het Hof het Hof
verwerpt het beroep. verwerpt het beroep.
Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits,
overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op
het Grondwettelijk Hof, op 21 oktober 2021. het Grondwettelijk Hof, op 21 oktober 2021.
De griffier, De griffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
De voorzitter, De voorzitter,
F. Daoût F. Daoût
^