← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 49/2016 van 24 maart 2016 Rolnummers : 6179 en 6180 In zake
: de prejudiciële vragen betreffende artikel 171, 5°, c), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen
1992, zoals van toepassing op de aanslagjaren 2003 en Het
Grondwettelijk Hof, samengesteld uit rechter A. Alen, waarnemend voorzitter, voorzitter J. S(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 49/2016 van 24 maart 2016 Rolnummers : 6179 en 6180 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 171, 5°, c), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing op de aanslagjaren 2003 en Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit rechter A. Alen, waarnemend voorzitter, voorzitter J. S(...) | Uittreksel uit arrest nr. 49/2016 van 24 maart 2016 Rolnummers : 6179 en 6180 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 171, 5°, c), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing op de aanslagjaren 2003 en Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit rechter A. Alen, waarnemend voorzitter, voorzitter J. S(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 49/2016 van 24 maart 2016 | Uittreksel uit arrest nr. 49/2016 van 24 maart 2016 |
| Rolnummers : 6179 en 6180 | Rolnummers : 6179 en 6180 |
| In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 171, 5°, c), van | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 171, 5°, c), van |
| het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing op | het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing op |
| de aanslagjaren 2003 en 2004, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. | de aanslagjaren 2003 en 2004, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. |
| Het Grondwettelijk Hof, | Het Grondwettelijk Hof, |
| samengesteld uit rechter A. Alen, waarnemend voorzitter, voorzitter J. | samengesteld uit rechter A. Alen, waarnemend voorzitter, voorzitter J. |
| Spreutels, en de rechters J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van | Spreutels, en de rechters J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van |
| Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. | Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. |
| Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, | Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
| Bij twee arresten van 24 maart 2015 in zake Roland Thienpont tegen de | Bij twee arresten van 24 maart 2015 in zake Roland Thienpont tegen de |
| Belgische Staat, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn | Belgische Staat, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn |
| ingekomen op 3 april 2015, heeft het Hof van Beroep te Gent de | ingekomen op 3 april 2015, heeft het Hof van Beroep te Gent de |
| volgende prejudiciële vraag gesteld : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Schendt art. 171, 5°, c) WIB 92 de artikelen 10 en 11 van de | « Schendt art. 171, 5°, c) WIB 92 de artikelen 10 en 11 van de |
| Grondwet, doordat er geen objectieve en redelijke verantwoording | Grondwet, doordat er geen objectieve en redelijke verantwoording |
| bestaat voor het gemaakte onderscheid tussen enerzijds | bestaat voor het gemaakte onderscheid tussen enerzijds |
| compensatievergoedingen die na de stopzetting werden bekomen (art. 28 | compensatievergoedingen die na de stopzetting werden bekomen (art. 28 |
| eerste lid, 3° a WIB 92) afzonderlijk belastbaar tegen het gemiddelde | eerste lid, 3° a WIB 92) afzonderlijk belastbaar tegen het gemiddelde |
| tarief dat van toepassing is op de belastbare inkomsten van het | tarief dat van toepassing is op de belastbare inkomsten van het |
| laatste vorige jaar waarin de belastingplichtige een normale | laatste vorige jaar waarin de belastingplichtige een normale |
| beroepsactiviteit heeft uitgeoefend en anderzijds | beroepsactiviteit heeft uitgeoefend en anderzijds |
| compensatievergoedingen die tijdens de exploitatie werden genoten | compensatievergoedingen die tijdens de exploitatie werden genoten |
| (art. 27, tweede lid, 4° a WIB 92) afzonderlijk belastbaar aan 16,5 of | (art. 27, tweede lid, 4° a WIB 92) afzonderlijk belastbaar aan 16,5 of |
| 33 procent (art. 171, 1°, c) en 171, 4°, b) WIB 1992) ? ». | 33 procent (art. 171, 1°, c) en 171, 4°, b) WIB 1992) ? ». |
| Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6179 en 6180 van de rol van | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6179 en 6180 van de rol van |
| het Hof, werden samengevoegd. | het Hof, werden samengevoegd. |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 171 van het | B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 171 van het |
| Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 1992), zoals | Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 1992), zoals |
| het van toepassing was op de aanslagjaren 2003 en 2004. | het van toepassing was op de aanslagjaren 2003 en 2004. |
| Dat artikel bepaalde : | Dat artikel bepaalde : |
| « In afwijking van de artikelen 130 tot 168, zijn afzonderlijk | « In afwijking van de artikelen 130 tot 168, zijn afzonderlijk |
| belastbaar, behalve wanneer de aldus berekende belasting, vermeerderd | belastbaar, behalve wanneer de aldus berekende belasting, vermeerderd |
| met de belasting betreffende de andere inkomsten, meer bedraagt dan | met de belasting betreffende de andere inkomsten, meer bedraagt dan |
| die welke zou voortvloeien uit de toepassing van de evenvermelde | die welke zou voortvloeien uit de toepassing van de evenvermelde |
| artikelen op het geheel van de belastbare inkomsten : | artikelen op het geheel van de belastbare inkomsten : |
| 1° tegen een aanslagvoet van 33 pct. : | 1° tegen een aanslagvoet van 33 pct. : |
| [...] | [...] |
| c) onverminderd de toepassing van 4°, b, stopzettingsmeerwaarden op | c) onverminderd de toepassing van 4°, b, stopzettingsmeerwaarden op |
| immateriële vaste activa als vermeld in artikel 28, eerste lid, 1°, en | immateriële vaste activa als vermeld in artikel 28, eerste lid, 1°, en |
| de in de artikelen 25, 6°, a en 27, tweede lid, 4°, a, vermelde | de in de artikelen 25, 6°, a en 27, tweede lid, 4°, a, vermelde |
| vergoedingen verkregen als compensatie van een vermindering van de | vergoedingen verkregen als compensatie van een vermindering van de |
| werkzaamheid, in zover zij niet meer bedragen dan de belastbare | werkzaamheid, in zover zij niet meer bedragen dan de belastbare |
| netto-winst of -baten die in de vier jaren voorafgaand aan het jaar | netto-winst of -baten die in de vier jaren voorafgaand aan het jaar |
| van de stopzetting of de vermindering van de werkzaamheid uit de niet | van de stopzetting of de vermindering van de werkzaamheid uit de niet |
| meer uitgeoefende werkzaamheid zijn verkregen; | meer uitgeoefende werkzaamheid zijn verkregen; |
| Onder belastbare netto-winst of -baten van elk in het vorige lid | Onder belastbare netto-winst of -baten van elk in het vorige lid |
| vermelde jaar wordt verstaan het overeenkomstig artikel 23, § 2, 1°, | vermelde jaar wordt verstaan het overeenkomstig artikel 23, § 2, 1°, |
| vastgestelde inkomen, maar met uitzondering van de ingevolge deze | vastgestelde inkomen, maar met uitzondering van de ingevolge deze |
| onderafdeling afzonderlijk belaste inkomsten; | onderafdeling afzonderlijk belaste inkomsten; |
| [...] | [...] |
| 4° tegen een aanslagvoet van 16,5 pct. : | 4° tegen een aanslagvoet van 16,5 pct. : |
| a) verwezenlijkte meerwaarden op materiële of financiële vaste activa | a) verwezenlijkte meerwaarden op materiële of financiële vaste activa |
| die op het ogenblik van hun vervreemding sedert meer dan 5 jaar voor | die op het ogenblik van hun vervreemding sedert meer dan 5 jaar voor |
| het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt en waarvoor | het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt en waarvoor |
| niet voor de in artikel 47 vermelde gespreide belasting is geopteerd, | niet voor de in artikel 47 vermelde gespreide belasting is geopteerd, |
| en op andere aandelen die sedert meer dan 5 jaar zijn verworven. | en op andere aandelen die sedert meer dan 5 jaar zijn verworven. |
| De in het vorige lid gestelde voorwaarde van de vijfjarige belegging | De in het vorige lid gestelde voorwaarde van de vijfjarige belegging |
| is niet vereist wanneer de meerwaarden worden verwezenlijkt naar | is niet vereist wanneer de meerwaarden worden verwezenlijkt naar |
| aanleiding van de volledige en definitieve stopzetting van de | aanleiding van de volledige en definitieve stopzetting van de |
| beroepswerkzaamheid of van één of meer takken daarvan; | beroepswerkzaamheid of van één of meer takken daarvan; |
| [...] | [...] |
| 5° tegen de gemiddelde aanslagvoet met betrekking tot het geheel van | 5° tegen de gemiddelde aanslagvoet met betrekking tot het geheel van |
| de belastbare inkomsten van het laatste vorige jaar waarin de | de belastbare inkomsten van het laatste vorige jaar waarin de |
| belastingplichtige een normale beroepswerkzaamheid heeft gehad : | belastingplichtige een normale beroepswerkzaamheid heeft gehad : |
| [...] | [...] |
| b) bezoldigingen, pensioenen, renten of toelagen als vermeld in de | b) bezoldigingen, pensioenen, renten of toelagen als vermeld in de |
| artikelen 31 en 34, waarvan de uitbetaling of de toekenning door | artikelen 31 en 34, waarvan de uitbetaling of de toekenning door |
| toedoen van de overheid of wegens het bestaan van een geschil slechts | toedoen van de overheid of wegens het bestaan van een geschil slechts |
| heeft plaatsgehad na het verstrijken van het belastbare tijdperk | heeft plaatsgehad na het verstrijken van het belastbare tijdperk |
| waarop zij in werkelijkheid betrekking hebben; | waarop zij in werkelijkheid betrekking hebben; |
| c) winst en baten van een vorige beroepswerkzaamheid als vermeld in | c) winst en baten van een vorige beroepswerkzaamheid als vermeld in |
| artikel 28, eerste lid, 2° en 3°, a); | artikel 28, eerste lid, 2° en 3°, a); |
| [...] ». | [...] ». |
| B.1.2. Artikel 28, eerste lid, 3°, a), van het WIB 1992 beoogt de | B.1.2. Artikel 28, eerste lid, 3°, a), van het WIB 1992 beoogt de |
| vergoedingen die na de stopzetting van een werkzaamheid zijn verkregen | vergoedingen die na de stopzetting van een werkzaamheid zijn verkregen |
| ter compensatie of naar aanleiding van enige handeling die een | ter compensatie of naar aanleiding van enige handeling die een |
| vermindering van de werkzaamheid, van de winst of van de baten tot | vermindering van de werkzaamheid, van de winst of van de baten tot |
| gevolg heeft of zou kunnen hebben. | gevolg heeft of zou kunnen hebben. |
| Artikel 27, tweede lid, 4°, b), van het WIB 1992 beoogt de | Artikel 27, tweede lid, 4°, b), van het WIB 1992 beoogt de |
| vergoedingen van alle aard die gedurende het uitoefenen van de | vergoedingen van alle aard die gedurende het uitoefenen van de |
| beroepswerkzaamheid zijn verkregen. | beroepswerkzaamheid zijn verkregen. |
| B.2. Artikel 171 van het WIB 1992 wijkt, voor de daarin opgesomde | B.2. Artikel 171 van het WIB 1992 wijkt, voor de daarin opgesomde |
| inkomsten, af van het principe van de globalisatie, krachtens hetwelk | inkomsten, af van het principe van de globalisatie, krachtens hetwelk |
| het in de personenbelasting belastbare inkomen wordt gevormd door het | het in de personenbelasting belastbare inkomen wordt gevormd door het |
| totale netto-inkomen, zijnde de som van de netto-inkomens van de in | totale netto-inkomen, zijnde de som van de netto-inkomens van de in |
| artikel 6 van het WIB 1992 opgesomde categorieën, namelijk het inkomen | artikel 6 van het WIB 1992 opgesomde categorieën, namelijk het inkomen |
| van onroerende goederen, het inkomen van roerende goederen en | van onroerende goederen, het inkomen van roerende goederen en |
| kapitalen, het beroepsinkomen en de diverse inkomsten, verminderd met | kapitalen, het beroepsinkomen en de diverse inkomsten, verminderd met |
| de in de artikelen 104 tot 116 van het WIB 1992 vermelde aftrekbare | de in de artikelen 104 tot 116 van het WIB 1992 vermelde aftrekbare |
| bestedingen. Op die som wordt de belasting berekend volgens de regels | bestedingen. Op die som wordt de belasting berekend volgens de regels |
| bepaald in de artikelen 130 en volgende. | bepaald in de artikelen 130 en volgende. |
| Artikel 171 van het WIB 1992 stelt een bijzondere berekeningswijze | Artikel 171 van het WIB 1992 stelt een bijzondere berekeningswijze |
| voor de belasting en speciale aanslagvoeten voor bepaalde inkomsten | voor de belasting en speciale aanslagvoeten voor bepaalde inkomsten |
| vast, op voorwaarde evenwel dat het stelsel van de volledige | vast, op voorwaarde evenwel dat het stelsel van de volledige |
| samentelling van alle belastbare inkomsten, met inbegrip van diegene | samentelling van alle belastbare inkomsten, met inbegrip van diegene |
| die afzonderlijk kunnen worden belast, niet voordeliger uitvalt voor | die afzonderlijk kunnen worden belast, niet voordeliger uitvalt voor |
| de belastingplichtige. | de belastingplichtige. |
| B.3. Met die bijzondere berekeningswijze en met de speciale | B.3. Met die bijzondere berekeningswijze en met de speciale |
| aanslagvoeten, wilde de wetgever de strenge gevolgen vermijden die de | aanslagvoeten, wilde de wetgever de strenge gevolgen vermijden die de |
| strikte toepassing van de progressiviteit van de personenbelasting zou | strikte toepassing van de progressiviteit van de personenbelasting zou |
| meebrengen voor belastingplichtigen die sommige inkomsten met een | meebrengen voor belastingplichtigen die sommige inkomsten met een |
| veeleer uitzonderlijk karakter verkrijgen. Overeenkomstig de | veeleer uitzonderlijk karakter verkrijgen. Overeenkomstig de |
| parlementaire voorbereiding van artikel 23 van de wet van 20 november | parlementaire voorbereiding van artikel 23 van de wet van 20 november |
| 1962 houdende hervorming van de inkomstenbelastingen, dat later | 1962 houdende hervorming van de inkomstenbelastingen, dat later |
| artikel 171 van het WIB 1992 is geworden, dat afzonderlijke aanslagen | artikel 171 van het WIB 1992 is geworden, dat afzonderlijke aanslagen |
| heeft ingesteld, beoogde de wetgever « de progressiviteit van de | heeft ingesteld, beoogde de wetgever « de progressiviteit van de |
| belasting te remmen wanneer het belastbaar inkomen niet-periodieke | belasting te remmen wanneer het belastbaar inkomen niet-periodieke |
| inkomsten behelst » (Parl. St., Kamer, 1961-1962, nr. 264/1, p. 85; | inkomsten behelst » (Parl. St., Kamer, 1961-1962, nr. 264/1, p. 85; |
| ibid., nr. 264/42, p. 126). | ibid., nr. 264/42, p. 126). |
| B.4. Het Hof wordt verzocht het verschil in behandeling te onderzoeken | B.4. Het Hof wordt verzocht het verschil in behandeling te onderzoeken |
| dat door de in het geding zijnde bepaling wordt ingevoerd tussen | dat door de in het geding zijnde bepaling wordt ingevoerd tussen |
| compensatievergoedingen die na de stopzetting van de | compensatievergoedingen die na de stopzetting van de |
| beroepswerkzaamheid worden verkregen, die worden belast tegen de | beroepswerkzaamheid worden verkregen, die worden belast tegen de |
| gemiddelde aanslagvoet, en compensatievergoedingen die tijdens de | gemiddelde aanslagvoet, en compensatievergoedingen die tijdens de |
| beroepswerkzaamheid worden verkregen, die worden belast tegen de | beroepswerkzaamheid worden verkregen, die worden belast tegen de |
| aanslagvoet van 16,5 pct. of 33 pct. | aanslagvoet van 16,5 pct. of 33 pct. |
| B.5. Uit het verwijzingsarrest blijkt dat het Hof van Beroep heeft | B.5. Uit het verwijzingsarrest blijkt dat het Hof van Beroep heeft |
| geoordeeld dat de uitbetaalde compensatievergoeding onder de | geoordeeld dat de uitbetaalde compensatievergoeding onder de |
| toepassing van artikel 28, eerste lid, 3°, a), van het WIB 1992 juncto | toepassing van artikel 28, eerste lid, 3°, a), van het WIB 1992 juncto |
| artikel 171, 5°, c), van het WIB 1992 valt, en dat zij dient te worden | artikel 171, 5°, c), van het WIB 1992 valt, en dat zij dient te worden |
| belast tegen de gemiddelde aanslagvoet met betrekking tot het geheel | belast tegen de gemiddelde aanslagvoet met betrekking tot het geheel |
| van de belastbare inkomsten van het laatste vorige jaar waarin de | van de belastbare inkomsten van het laatste vorige jaar waarin de |
| belastingplichtige een normale beroepswerkzaamheid heeft gehad, te | belastingplichtige een normale beroepswerkzaamheid heeft gehad, te |
| weten 50,9 pct. voor het aanslagjaar 2003 en 42,8 pct. voor het | weten 50,9 pct. voor het aanslagjaar 2003 en 42,8 pct. voor het |
| aanslagjaar 2004. | aanslagjaar 2004. |
| B.6.1. Oorspronkelijk wou de wetgever de na de stopzetting van de | B.6.1. Oorspronkelijk wou de wetgever de na de stopzetting van de |
| beroepswerkzaamheid verkregen vergoedingen als compensatie of ter | beroepswerkzaamheid verkregen vergoedingen als compensatie of ter |
| gelegenheid van een handeling waaruit een vermindering van de | gelegenheid van een handeling waaruit een vermindering van de |
| activiteit, de winst of de baten kon voortvloeien, belasten tegen een | activiteit, de winst of de baten kon voortvloeien, belasten tegen een |
| aanslagvoet van 15 pct. (artikel 6, § 3, tweede lid, en § 6, tweede | aanslagvoet van 15 pct. (artikel 6, § 3, tweede lid, en § 6, tweede |
| lid, 2°, juncto artikel 23, § 2, 2°, b), van de wet van 20 november | lid, 2°, juncto artikel 23, § 2, 2°, b), van de wet van 20 november |
| 1962 houdende hervorming van de inkomstenbelastingen). | 1962 houdende hervorming van de inkomstenbelastingen). |
| Evenwel werd het gebrek aan een expliciete en duidelijke vermelding | Evenwel werd het gebrek aan een expliciete en duidelijke vermelding |
| van de na de stopzetting van de beroepswerkzaamheid verkregen | van de na de stopzetting van de beroepswerkzaamheid verkregen |
| compensatievergoedingen door bepaalde belastingplichtigen aangegrepen | compensatievergoedingen door bepaalde belastingplichtigen aangegrepen |
| om aan de belasting te ontsnappen (Parl. St., Kamer, 1979-1980, nr. | om aan de belasting te ontsnappen (Parl. St., Kamer, 1979-1980, nr. |
| 323/1, p. 6). | 323/1, p. 6). |
| B.6.2. In navolging daarvan werd door artikel 8 van de wet van 8 | B.6.2. In navolging daarvan werd door artikel 8 van de wet van 8 |
| augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 een | augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 een |
| nieuw 3° ingevoerd in artikel 31 van het WIB 1964 (thans artikel 171, | nieuw 3° ingevoerd in artikel 31 van het WIB 1964 (thans artikel 171, |
| 5°, c), van het WIB 1992), dat bepaalde : | 5°, c), van het WIB 1992), dat bepaalde : |
| « 3° de vergoedingen van alle aard die na die stopzetting zijn | « 3° de vergoedingen van alle aard die na die stopzetting zijn |
| verkregen, ofwel als compensatie of ter gelegenheid van enigerlei | verkregen, ofwel als compensatie of ter gelegenheid van enigerlei |
| handeling die een vermindering van de werkzaamheid, van de winst van | handeling die een vermindering van de werkzaamheid, van de winst van |
| de onderneming of van de baten van de werkzaamheid tot gevolg heeft of | de onderneming of van de baten van de werkzaamheid tot gevolg heeft of |
| zou kunnen hebben, ofwel als volledig of gedeeltelijk herstel van een | zou kunnen hebben, ofwel als volledig of gedeeltelijk herstel van een |
| tijdelijke winst- of baatderving ». | tijdelijke winst- of baatderving ». |
| Artikel 25 van de wet van 8 augustus 1980 onderwierp die vergoedingen | Artikel 25 van de wet van 8 augustus 1980 onderwierp die vergoedingen |
| aan dezelfde aanslagvoet als de in artikel 31, 2°, van het WIB 1964 | aan dezelfde aanslagvoet als de in artikel 31, 2°, van het WIB 1964 |
| vermelde « winsten en baten [...] behaald of vastgesteld na [de] | vermelde « winsten en baten [...] behaald of vastgesteld na [de] |
| stopzetting en [die] voortkomen [uit] de vroegere uitoefening van de | stopzetting en [die] voortkomen [uit] de vroegere uitoefening van de |
| beroepswerkzaamheid », namelijk aan de gemiddelde aanslagvoet | beroepswerkzaamheid », namelijk aan de gemiddelde aanslagvoet |
| overeenstemmend met het geheel van de belastbare inkomsten van het | overeenstemmend met het geheel van de belastbare inkomsten van het |
| laatste vorige jaar tijdens hetwelk de belastingplichtige een normale | laatste vorige jaar tijdens hetwelk de belastingplichtige een normale |
| beroepswerkzaamheid heeft uitgeoefend, tenzij de globalisatie | beroepswerkzaamheid heeft uitgeoefend, tenzij de globalisatie |
| voordeliger is. | voordeliger is. |
| B.7. Zoals blijkt uit het in B.3 vermelde doel, worden de | B.7. Zoals blijkt uit het in B.3 vermelde doel, worden de |
| compensatievergoedingen, verkregen na de beëindiging van de | compensatievergoedingen, verkregen na de beëindiging van de |
| beroepswerkzaamheid, onttrokken aan de globalisatie van de inkomsten | beroepswerkzaamheid, onttrokken aan de globalisatie van de inkomsten |
| en worden zij belast tegen de gemiddelde aanslagvoet, omdat zij | en worden zij belast tegen de gemiddelde aanslagvoet, omdat zij |
| niet-periodieke inkomsten vormen en een uitzonderlijk karakter hebben. | niet-periodieke inkomsten vormen en een uitzonderlijk karakter hebben. |
| De wetgever heeft ervoor geopteerd om, naar analogie van het geldende | De wetgever heeft ervoor geopteerd om, naar analogie van het geldende |
| belastingtarief voor opzeggingsvergoedingen die aan werknemers worden | belastingtarief voor opzeggingsvergoedingen die aan werknemers worden |
| uitbetaald bij de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst (artikel | uitbetaald bij de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst (artikel |
| 171, 5°, a), van het WIB 1992) en voor de bezoldigingen, pensioenen, | 171, 5°, a), van het WIB 1992) en voor de bezoldigingen, pensioenen, |
| renten of toelagen, waarvan de uitbetaling of de toekenning pas heeft | renten of toelagen, waarvan de uitbetaling of de toekenning pas heeft |
| plaatsgehad na het verstrijken van het belastbare tijdperk waarop zij | plaatsgehad na het verstrijken van het belastbare tijdperk waarop zij |
| in werkelijkheid betrekking hebben (artikel 171, 5°, b), van het WIB | in werkelijkheid betrekking hebben (artikel 171, 5°, b), van het WIB |
| 1992), de desbetreffende compensatievergoedingen te belasten tegen de | 1992), de desbetreffende compensatievergoedingen te belasten tegen de |
| gemiddelde aanslagvoet. | gemiddelde aanslagvoet. |
| B.8.1. De compensatievergoedingen die tijdens de beroepswerkzaamheid | B.8.1. De compensatievergoedingen die tijdens de beroepswerkzaamheid |
| worden verworven, zijn net als de compensatievergoedingen die na de | worden verworven, zijn net als de compensatievergoedingen die na de |
| beroepswerkzaamheid worden verworven, niet periodiek en bovendien | beroepswerkzaamheid worden verworven, niet periodiek en bovendien |
| uitzonderlijk. Zij worden eveneens onttrokken aan het principe van de | uitzonderlijk. Zij worden eveneens onttrokken aan het principe van de |
| globalisatie; enkel het toepasbare belastingtarief verschilt. | globalisatie; enkel het toepasbare belastingtarief verschilt. |
| B.8.2. Het komt de wetgever toe de grondslag en het tarief van de | B.8.2. Het komt de wetgever toe de grondslag en het tarief van de |
| belasting vast te stellen. Hij beschikt ter zake over een ruime | belasting vast te stellen. Hij beschikt ter zake over een ruime |
| beoordelingsbevoegdheid. | beoordelingsbevoegdheid. |
| Fiscale maatregelen maken immers een wezenlijk deel uit van het | Fiscale maatregelen maken immers een wezenlijk deel uit van het |
| sociaaleconomisch beleid. Zij zorgen niet alleen voor een substantieel | sociaaleconomisch beleid. Zij zorgen niet alleen voor een substantieel |
| deel van de inkomsten die de verwezenlijking van dat beleid mogelijk | deel van de inkomsten die de verwezenlijking van dat beleid mogelijk |
| moeten maken; zij laten de wetgever ook toe om sturend en corrigerend | moeten maken; zij laten de wetgever ook toe om sturend en corrigerend |
| op te treden en op die manier het sociale en economische beleid vorm | op te treden en op die manier het sociale en economische beleid vorm |
| te geven. | te geven. |
| De maatschappelijke keuzen die bij het inzamelen en het inzetten van | De maatschappelijke keuzen die bij het inzamelen en het inzetten van |
| middelen moeten worden gemaakt, behoren dan ook tot de | middelen moeten worden gemaakt, behoren dan ook tot de |
| beoordelingsbevoegdheid van de wetgever. Dienvolgens komt het de | beoordelingsbevoegdheid van de wetgever. Dienvolgens komt het de |
| wetgever toe te beslissen over het toepasbare belastingtarief. | wetgever toe te beslissen over het toepasbare belastingtarief. |
| B.8.3. Het in B.4 beschreven verschil in behandeling is niet zonder | B.8.3. Het in B.4 beschreven verschil in behandeling is niet zonder |
| redelijke verantwoording, aangezien uit hetgeen in B.2 is vermeld, | redelijke verantwoording, aangezien uit hetgeen in B.2 is vermeld, |
| blijkt dat het bij de in het geding zijnde bepaling (artikel 171, 5°, | blijkt dat het bij de in het geding zijnde bepaling (artikel 171, 5°, |
| c), van het WIB 1992) ingevoerde stelsel van de | c), van het WIB 1992) ingevoerde stelsel van de |
| compensatievergoedingen analoog is aan het stelsel dat voor de | compensatievergoedingen analoog is aan het stelsel dat voor de |
| inkomsten uit de beroepswerkzaamheid is ingevoerd (artikel 171, 5°, | inkomsten uit de beroepswerkzaamheid is ingevoerd (artikel 171, 5°, |
| b), van hetzelfde Wetboek) en aangezien, voor het overige, uit hetgeen | b), van hetzelfde Wetboek) en aangezien, voor het overige, uit hetgeen |
| in B.7 is vermeld, blijkt dat de belastingplichtigen die winst of | in B.7 is vermeld, blijkt dat de belastingplichtigen die winst of |
| baten genieten, worden behandeld op een wijze die analoog is aan die | baten genieten, worden behandeld op een wijze die analoog is aan die |
| waarin is voorzien voor de belastingplichtigen die bezoldigingen | waarin is voorzien voor de belastingplichtigen die bezoldigingen |
| genieten. | genieten. |
| B.9. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.9. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| het Hof | het Hof |
| zegt voor recht : | zegt voor recht : |
| Artikel 171, 5°, c), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, | Artikel 171, 5°, c), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, |
| zoals het van toepassing was op de aanslagjaren 2003 en 2004, schendt | zoals het van toepassing was op de aanslagjaren 2003 en 2004, schendt |
| de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
| Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
| 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
| op 24 maart 2016. | op 24 maart 2016. |
| De griffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
| De wnd. voorzitter, | De wnd. voorzitter, |
| A. Alen | A. Alen |