Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 113/2014 van 17 juli 2014 Rolnummer : 5701 In zake : het beroep tot vernietiging van de basisallocaties 03.002.42.01.4510, 03.003.42.01.4510, 10.005.27.08.4322, 10.005.28.03.6321 en 10.006.64.14.6321 en, in zoverre z Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 113/2014 van 17 juli 2014 Rolnummer : 5701 In zake : het beroep tot vernietiging van de basisallocaties 03.002.42.01.4510, 03.003.42.01.4510, 10.005.27.08.4322, 10.005.28.03.6321 en 10.006.64.14.6321 en, in zoverre z Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters (...) Uittreksel uit arrest nr. 113/2014 van 17 juli 2014 Rolnummer : 5701 In zake : het beroep tot vernietiging van de basisallocaties 03.002.42.01.4510, 03.003.42.01.4510, 10.005.27.08.4322, 10.005.28.03.6321 en 10.006.64.14.6321 en, in zoverre z Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters (...)
GRONDWETTELIJK HOF GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 113/2014 van 17 juli 2014 Uittreksel uit arrest nr. 113/2014 van 17 juli 2014
Rolnummer : 5701 Rolnummer : 5701
In zake : het beroep tot vernietiging van de basisallocaties In zake : het beroep tot vernietiging van de basisallocaties
03.002.42.01.4510, 03.003.42.01.4510, 10.005.27.08.4322, 03.002.42.01.4510, 03.003.42.01.4510, 10.005.27.08.4322,
10.005.28.03.6321 en 10.006.64.14.6321 en, in zoverre zij op de 10.005.28.03.6321 en 10.006.64.14.6321 en, in zoverre zij op de
voormelde basisallocaties betrekking hebben, van de artikelen 10 en 16 voormelde basisallocaties betrekking hebben, van de artikelen 10 en 16
van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 21 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 21
december 2012 « houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het december 2012 « houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2013 », Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2013 »,
ingesteld door de Vlaamse Regering. ingesteld door de Vlaamse Regering.
Het Grondwettelijk Hof, Het Grondwettelijk Hof,
samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E.
Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R.
Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder
voorzitterschap van voorzitter A. Alen, voorzitterschap van voorzitter A. Alen,
wijst na beraad het volgende arrest : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 23 juli 2013 Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 23 juli 2013
ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 24 juli ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 24 juli
2013, heeft de Vlaamse Regering, bijgestaan en vertegenwoordigd door 2013, heeft de Vlaamse Regering, bijgestaan en vertegenwoordigd door
Mr. P. Van Orshoven advocaat bij de balie te Brussel, beroep tot Mr. P. Van Orshoven advocaat bij de balie te Brussel, beroep tot
vernietiging ingesteld van de basisallocaties 03.002.42.01.4510, vernietiging ingesteld van de basisallocaties 03.002.42.01.4510,
03.003.42.01.4510, 10.005.27.08.4322, 10.005.28.03.6321 en 03.003.42.01.4510, 10.005.27.08.4322, 10.005.28.03.6321 en
10.006.64.14.6321 en, in zoverre zij op de voormelde basisallocaties 10.006.64.14.6321 en, in zoverre zij op de voormelde basisallocaties
betrekking hebben, van de artikelen 10 en 16 van de ordonnantie van betrekking hebben, van de artikelen 10 en 16 van de ordonnantie van
het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 21 december 2012 « houdende het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 21 december 2012 « houdende
de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
voor het begrotingsjaar 2013 » (bekendgemaakt in het Belgisch voor het begrotingsjaar 2013 » (bekendgemaakt in het Belgisch
Staatsblad van 13 februari 2013). Staatsblad van 13 februari 2013).
(...) (...)
II. In rechte II. In rechte
(...) (...)
Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de draagwijdte van het Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de draagwijdte van het
beroep beroep
B.1. De Vlaamse Regering vordert de vernietiging van de B.1. De Vlaamse Regering vordert de vernietiging van de
basisallocaties 03.002.42.01.4510, 03.003.42.01.4510, basisallocaties 03.002.42.01.4510, 03.003.42.01.4510,
10.005.27.08.4322, 10.005.28.03.6321 en 10.006.64.14.6321 en, in 10.005.27.08.4322, 10.005.28.03.6321 en 10.006.64.14.6321 en, in
zoverre zij op de voormelde basisallocaties betrekking hebben, van de zoverre zij op de voormelde basisallocaties betrekking hebben, van de
artikelen 10 en 16 van de ordonnantie van het Brusselse artikelen 10 en 16 van de ordonnantie van het Brusselse
Hoofdstedelijke Gewest van 21 december 2012 « houdende de Algemene Hoofdstedelijke Gewest van 21 december 2012 « houdende de Algemene
Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het
begrotingsjaar 2013 ». begrotingsjaar 2013 ».
Zij bestrijdt in het bijzonder bepalingen met betrekking tot de « Zij bestrijdt in het bijzonder bepalingen met betrekking tot de «
subsidie om het opleidingsaanbod in Brussel in lijn met de subsidie om het opleidingsaanbod in Brussel in lijn met de
prioriteiten en doelstellingen die in de New Deal vastgelegd zijn tot prioriteiten en doelstellingen die in de New Deal vastgelegd zijn tot
ontwikkeling te brengen », alsook de « werkingssubsidies aan gemeenten ontwikkeling te brengen », alsook de « werkingssubsidies aan gemeenten
voor de uitbouw van sportopleidingen » en de « investeringssubsidies voor de uitbouw van sportopleidingen » en de « investeringssubsidies
aan gemeenten voor de uitbouw van sportopleidingen » en met betrekking aan gemeenten voor de uitbouw van sportopleidingen » en met betrekking
tot « subsidies aan de ondergeschikte besturen voor het aankopen van tot « subsidies aan de ondergeschikte besturen voor het aankopen van
gebouwen en voor het bouwen, vergroten en wijzigen van de gebouwen en voor het bouwen, vergroten en wijzigen van de
sportinfrastructuur ». sportinfrastructuur ».
B.2.1. De bestreden basisallocaties zijn opgenomen in de bij de B.2.1. De bestreden basisallocaties zijn opgenomen in de bij de
ordonnantie gevoegde begrotingstabellen. ordonnantie gevoegde begrotingstabellen.
Artikel 2 van de ordonnantie van 21 december 2012 bepaalt : Artikel 2 van de ordonnantie van 21 december 2012 bepaalt :
« Voor de uitgaven van de begroting van de diensten van de Regering « Voor de uitgaven van de begroting van de diensten van de Regering
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2013 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2013
worden kredieten geopend ten bedrage van : worden kredieten geopend ten bedrage van :
[...] [...]
Deze kredieten worden opgesomd in de bij deze ordonnantie gevoegde Deze kredieten worden opgesomd in de bij deze ordonnantie gevoegde
tabellen, sectie I. tabellen, sectie I.
In toepassing van artikel 14 van de organieke ordonnantie van 23 In toepassing van artikel 14 van de organieke ordonnantie van 23
februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de
begroting, de boekhouding en de controle, worden de uitgaven begroting, de boekhouding en de controle, worden de uitgaven
gemachtigd per programma waarvan de krediettotalen opgenomen zijn in gemachtigd per programma waarvan de krediettotalen opgenomen zijn in
de bij deze ordonnantie gevoegde begrotingstabellen, sectie I en de bij deze ordonnantie gevoegde begrotingstabellen, sectie I en
sectie II. sectie II.
De geconsolideerde ontvangsten- en uitgavenbegroting van de De geconsolideerde ontvangsten- en uitgavenbegroting van de
gewestelijke entiteit wordt goedgekeurd en is terug te vinden in de gewestelijke entiteit wordt goedgekeurd en is terug te vinden in de
vorm van een tabel op het einde van het beschikkende gedeelte van deze vorm van een tabel op het einde van het beschikkende gedeelte van deze
ordonnantie ». ordonnantie ».
B.2.2. Artikel 10 van de ordonnantie van 21 december 2012 bepaalt : B.2.2. Artikel 10 van de ordonnantie van 21 december 2012 bepaalt :
« In afwijking van artikel 29 van de organieke ordonnantie van 23 « In afwijking van artikel 29 van de organieke ordonnantie van 23
februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de
begroting, de boekhouding en de controle, kunnen, via een besluit van begroting, de boekhouding en de controle, kunnen, via een besluit van
de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de vastleggingskredieten of de de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de vastleggingskredieten of de
vereffeningskredieten van de basisallocaties [...], vereffeningskredieten van de basisallocaties [...],
03.003.42.01.45.10, [...] naar eender welke basisallocatie van de 03.003.42.01.45.10, [...] naar eender welke basisallocatie van de
begroting van de diensten van de Regering herverdeeld worden. begroting van de diensten van de Regering herverdeeld worden.
[...] ». [...] ».
B.2.3. Artikel 16 van de ordonnantie van 21 december 2012 bepaalt : B.2.3. Artikel 16 van de ordonnantie van 21 december 2012 bepaalt :
« In afwijking van de bepalingen van artikel 13 van deze ordonnantie « In afwijking van de bepalingen van artikel 13 van deze ordonnantie
maken de facultatieve subsidies toegekend op de volgende maken de facultatieve subsidies toegekend op de volgende
basisallocaties noch het voorwerp uit van een besluit, noch van een basisallocaties noch het voorwerp uit van een besluit, noch van een
overeenkomst : overeenkomst :
03.003.42.01.45.10 03.003.42.01.45.10
[...] [...]
10.006.64.14.63.21 10.006.64.14.63.21
[...] [...]
Indien echter andere wettelijke en/of reglementaire bepalingen die Indien echter andere wettelijke en/of reglementaire bepalingen die
betrekking hebben op de uitgaven die op de basisallocaties vermeld in betrekking hebben op de uitgaven die op de basisallocaties vermeld in
dit artikel worden aangerekend, uitdrukkelijk een regerings- of dit artikel worden aangerekend, uitdrukkelijk een regerings- of
ministerieel besluit per begunstigde opleggen, dan dient dit besluit ministerieel besluit per begunstigde opleggen, dan dient dit besluit
te worden opgesteld, behoudens afwijking toegestaan door de Minister te worden opgesteld, behoudens afwijking toegestaan door de Minister
van Begroting op basis van een gemotiveerd dossier ». van Begroting op basis van een gemotiveerd dossier ».
B.3.1. Artikel 4, § 7, van de organieke ordonnantie van 23 februari B.3.1. Artikel 4, § 7, van de organieke ordonnantie van 23 februari
2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting,
de boekhouding en de controle, bepaalt : de boekhouding en de controle, bepaalt :
« De begrotingsspecialiteit beslaat drie niveaus : de wettelijke « De begrotingsspecialiteit beslaat drie niveaus : de wettelijke
specialiteit op het niveau van de programma's, de economische specialiteit op het niveau van de programma's, de economische
specialiteit op het niveau van de hoofdgroepen qua aard en de specialiteit op het niveau van de hoofdgroepen qua aard en de
administratieve specialiteit op het niveau van de basisallocaties ». administratieve specialiteit op het niveau van de basisallocaties ».
Artikel 9 van dezelfde ordonnantie bepaalt : Artikel 9 van dezelfde ordonnantie bepaalt :
« Elk jaar keurt het Parlement de begroting per programma goed ». « Elk jaar keurt het Parlement de begroting per programma goed ».
Artikel 14 van dezelfde ordonnantie bepaalt : Artikel 14 van dezelfde ordonnantie bepaalt :
« De algemene uitgavenbegroting voorziet in en verleent machtiging « De algemene uitgavenbegroting voorziet in en verleent machtiging
voor de uitgaven, per programma. voor de uitgaven, per programma.
De kredieten voor de programma's onderscheiden de begrotingsmiddelen De kredieten voor de programma's onderscheiden de begrotingsmiddelen
per activiteit, volgens hun bestemming, en per hoofdgroep qua aard, per activiteit, volgens hun bestemming, en per hoofdgroep qua aard,
volgens de economische classificatie. De kredieten voor de programma's volgens de economische classificatie. De kredieten voor de programma's
worden uitgesplitst in basisallocaties overeenkomstig de economische worden uitgesplitst in basisallocaties overeenkomstig de economische
classificatie. classificatie.
De basisallocaties worden gecodificeerd volgens de functionele De basisallocaties worden gecodificeerd volgens de functionele
classificatie. classificatie.
De bedragen ingeschreven op de basisallocaties volgens het type van De bedragen ingeschreven op de basisallocaties volgens het type van
krediet worden administratieve kredieten genoemd ». krediet worden administratieve kredieten genoemd ».
Artikel 29 van dezelfde ordonnantie bepaalt : Artikel 29 van dezelfde ordonnantie bepaalt :
« De Regering bepaalt de modaliteiten en de delegaties volgens dewelke « De Regering bepaalt de modaliteiten en de delegaties volgens dewelke
zij tijdens het begrotingsjaar, na akkoord van het Regeringslid zij tijdens het begrotingsjaar, na akkoord van het Regeringslid
bevoegd voor Begroting, de kredieten tussen de basisallocaties kan bevoegd voor Begroting, de kredieten tussen de basisallocaties kan
herverdelen. Deze herverdeling wordt uitgevoerd : herverdelen. Deze herverdeling wordt uitgevoerd :
1° binnen de perken van de vastleggingskredieten van elk van de 1° binnen de perken van de vastleggingskredieten van elk van de
programma's van de algemene uitgavenbegroting; programma's van de algemene uitgavenbegroting;
2° binnen de perken van de vereffeningskredieten van elk van de 2° binnen de perken van de vereffeningskredieten van elk van de
programma's van de algemene uitgavenbegroting. programma's van de algemene uitgavenbegroting.
Deze herverdelingen worden zonder verwijl aan het Parlement en aan het Deze herverdelingen worden zonder verwijl aan het Parlement en aan het
Rekenhof meegedeeld ». Rekenhof meegedeeld ».
Bovendien bepaalt artikel 5, § 2, van het besluit van de Brusselse Bovendien bepaalt artikel 5, § 2, van het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 betreffende de Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 betreffende de
herverdelingen en overschrijdingen van uitgavenkredieten : herverdelingen en overschrijdingen van uitgavenkredieten :
« Nieuwe basisallocaties kunnen gecreëerd worden middels een « Nieuwe basisallocaties kunnen gecreëerd worden middels een
herverdeling van kredieten ». herverdeling van kredieten ».
B.3.2. Uit de voormelde bepalingen blijkt dat de bestreden ordonnantie B.3.2. Uit de voormelde bepalingen blijkt dat de bestreden ordonnantie
van 21 december 2012 tot doel heeft machtiging te verlenen voor van 21 december 2012 tot doel heeft machtiging te verlenen voor
uitgaven per « programma » en aan die programma's zogenaamde « uitgaven per « programma » en aan die programma's zogenaamde «
administratieve » kredieten toe te wijzen, die in basisallocaties administratieve » kredieten toe te wijzen, die in basisallocaties
worden uitgesplitst. Aldus hebben de kredieten die zijn geopend voor worden uitgesplitst. Aldus hebben de kredieten die zijn geopend voor
de uitgaven van de begroting van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering de uitgaven van de begroting van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering
betrekking op programma's waarvoor de ordonnantiegever uitdrukkelijk betrekking op programma's waarvoor de ordonnantiegever uitdrukkelijk
machtiging heeft verleend voor uitgaven. machtiging heeft verleend voor uitgaven.
Het Hof onderzoekt aldus het beroep in zoverre het betrekking heeft op Het Hof onderzoekt aldus het beroep in zoverre het betrekking heeft op
de programma's « 002 : Specifieke initiatieven » en « 003 : ' New Deal de programma's « 002 : Specifieke initiatieven » en « 003 : ' New Deal
' » van « Opdracht 03 : Gemeenschappelijke initiatieven van de ' » van « Opdracht 03 : Gemeenschappelijke initiatieven van de
Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » en op de programma's Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » en op de programma's
« 005 : Financiering van specifieke projecten van de gemeenten » en « « 005 : Financiering van specifieke projecten van de gemeenten » en «
006 : Financiering van de investeringen van openbaar nut » van « 006 : Financiering van de investeringen van openbaar nut » van «
Opdracht 10 : Ondersteuning en begeleiding van de plaatselijke Opdracht 10 : Ondersteuning en begeleiding van de plaatselijke
besturen » en in zoverre die programma's kredieten raken die in de besturen » en in zoverre die programma's kredieten raken die in de
door de verzoekende partij beoogde basisallocaties zijn uitgesplitst. door de verzoekende partij beoogde basisallocaties zijn uitgesplitst.
1. De programma's 002 en 003 van opdracht 03 1. De programma's 002 en 003 van opdracht 03
B.4.1. Basisallocatie 03.002.42.01.4510 valt onder activiteit 42 (« B.4.1. Basisallocatie 03.002.42.01.4510 valt onder activiteit 42 («
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen ») van Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen ») van
programma 002 (« Specifieke initiatieven ») van opdracht 03 (« programma 002 (« Specifieke initiatieven ») van opdracht 03 («
Gemeenschappelijke initiatieven van de Regering van het Brussels Gemeenschappelijke initiatieven van de Regering van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest ») van sectie I (« Uitgaven van de diensten van Hoofdstedelijk Gewest ») van sectie I (« Uitgaven van de diensten van
de Regering ») van de begrotingstabel. de Regering ») van de begrotingstabel.
B.4.2. Basisallocatie 03.003.42.01.4510 valt onder activiteit 42 (« B.4.2. Basisallocatie 03.003.42.01.4510 valt onder activiteit 42 («
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen ») van Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen ») van
programma 003 (« New Deal ») van opdracht 03(« Gemeenschappelijke programma 003 (« New Deal ») van opdracht 03(« Gemeenschappelijke
initiatieven van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ») initiatieven van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest »)
van sectie I (« Uitgaven van de diensten van de Regering ») van de van sectie I (« Uitgaven van de diensten van de Regering ») van de
begrotingstabel. begrotingstabel.
B.4.3. De benaming van die allocaties is « Subsidie om het B.4.3. De benaming van die allocaties is « Subsidie om het
opleidingsaanbod in Brussel in lijn met de prioriteiten en opleidingsaanbod in Brussel in lijn met de prioriteiten en
doelstellingen die in de New Deal vastgelegd zijn tot ontwikkeling te doelstellingen die in de New Deal vastgelegd zijn tot ontwikkeling te
brengen ». Zij betreffen de toekenning van facultatieve subsidies brengen ». Zij betreffen de toekenning van facultatieve subsidies
(artikel 12 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke (artikel 12 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke
Gewest van 21 december 2012). Gewest van 21 december 2012).
Programma 003 van opdracht 03 is in de begroting 2012 in het leven Programma 003 van opdracht 03 is in de begroting 2012 in het leven
geroepen. Het neemt alle aan de « New Deal » gewijde acties over die geroepen. Het neemt alle aan de « New Deal » gewijde acties over die
voordien voorkwamen in programma 002 van opdracht 03. Programma 002 voordien voorkwamen in programma 002 van opdracht 03. Programma 002
van opdracht 03 omvat echter nog basisallocaties die gedeeltelijk aan van opdracht 03 omvat echter nog basisallocaties die gedeeltelijk aan
de « New Deal » zijn gewijd, om het uitstaande bedrag van de de « New Deal » zijn gewijd, om het uitstaande bedrag van de
voorgaande jaren te verzekeren. Aangezien de beroepen betrekking voorgaande jaren te verzekeren. Aangezien de beroepen betrekking
hebben op dezelfde actie - « Subsidie om het opleidingsaanbod in hebben op dezelfde actie - « Subsidie om het opleidingsaanbod in
Brussel in lijn met de prioriteiten en doelstellingen die in de New Brussel in lijn met de prioriteiten en doelstellingen die in de New
Deal zijn vastgelegd tot ontwikkeling te brengen » - die in die beide Deal zijn vastgelegd tot ontwikkeling te brengen » - die in die beide
programma's voorkomt, kunnen deze samen worden onderzocht. programma's voorkomt, kunnen deze samen worden onderzocht.
2. De programma's 005 en 006 van opdracht 10 2. De programma's 005 en 006 van opdracht 10
B.5.1. Basisallocatie 10.005.27.08.4322 valt onder activiteit 27 (« B.5.1. Basisallocatie 10.005.27.08.4322 valt onder activiteit 27 («
Werkingssubsidies en andere inkomensoverdrachten aan gemeenten en Werkingssubsidies en andere inkomensoverdrachten aan gemeenten en
OCMW's ») van programma 005 (« Financiering van specifieke projecten OCMW's ») van programma 005 (« Financiering van specifieke projecten
van de gemeenten ») van opdracht 10 (« Ondersteuning en begeleiding van de gemeenten ») van opdracht 10 (« Ondersteuning en begeleiding
van de plaatselijke besturen ») van sectie I (« Uitgaven van de van de plaatselijke besturen ») van sectie I (« Uitgaven van de
diensten van de Regering ») van de begrotingstabel. diensten van de Regering ») van de begrotingstabel.
De benaming van die allocatie is « Werkingssubsidies aan gemeenten De benaming van die allocatie is « Werkingssubsidies aan gemeenten
voor de uitbouw van sportopleidingen ». Zij betreft de toekenning van voor de uitbouw van sportopleidingen ». Zij betreft de toekenning van
facultatieve subsidies (artikel 12 van de voormelde ordonnantie van 21 facultatieve subsidies (artikel 12 van de voormelde ordonnantie van 21
december 2012) aan de gemeenten. december 2012) aan de gemeenten.
B.5.2. Basisallocatie 10.005.28.03.6321 valt onder activiteit 28 (« B.5.2. Basisallocatie 10.005.28.03.6321 valt onder activiteit 28 («
Investeringssubsidies en andere kapitaalsoverdrachten aan gemeenten en Investeringssubsidies en andere kapitaalsoverdrachten aan gemeenten en
OCMW's ») van programma 005 (« Financiering van specifieke projecten OCMW's ») van programma 005 (« Financiering van specifieke projecten
van de gemeenten ») van opdracht 10 (« Ondersteuning en begeleiding van de gemeenten ») van opdracht 10 (« Ondersteuning en begeleiding
van de plaatselijke besturen ») van sectie I (« Uitgaven van de van de plaatselijke besturen ») van sectie I (« Uitgaven van de
diensten van de Regering ») van de begrotingstabel. diensten van de Regering ») van de begrotingstabel.
De benaming van die allocatie is « Investeringssubsidies aan gemeenten De benaming van die allocatie is « Investeringssubsidies aan gemeenten
voor de uitbouw van sportopleidingen ». Zij betreft de toekenning van voor de uitbouw van sportopleidingen ». Zij betreft de toekenning van
facultatieve subsidies aan de gemeenten. facultatieve subsidies aan de gemeenten.
B.5.3. Basisallocatie 10.006.64.14.6321 valt onder activiteit 64 (« B.5.3. Basisallocatie 10.006.64.14.6321 valt onder activiteit 64 («
Investeringssubsidies en andere kapitaalsoverdrachten aan gemeenten en Investeringssubsidies en andere kapitaalsoverdrachten aan gemeenten en
openbare instellingen in het kader van de investeringen van openbaar openbare instellingen in het kader van de investeringen van openbaar
nut ») van programma 006 (« Financiering van de investeringen van nut ») van programma 006 (« Financiering van de investeringen van
openbaar nut ») van opdracht 10 (« Ondersteuning en begeleiding van de openbaar nut ») van opdracht 10 (« Ondersteuning en begeleiding van de
plaatselijke besturen ») van sectie I (« Uitgaven van de diensten van plaatselijke besturen ») van sectie I (« Uitgaven van de diensten van
de Regering ») van de begrotingstabel. de Regering ») van de begrotingstabel.
De benaming van die allocatie is « Subsidies aan de ondergeschikte De benaming van die allocatie is « Subsidies aan de ondergeschikte
besturen voor het aankopen van gebouwen en voor het bouwen, vergroten besturen voor het aankopen van gebouwen en voor het bouwen, vergroten
en wijzigen van de sportinfrastructuur ». Zij betreft de toekenning en wijzigen van de sportinfrastructuur ». Zij betreft de toekenning
van facultatieve subsidies aan de ondergeschikte besturen. van facultatieve subsidies aan de ondergeschikte besturen.
B.5.4. Aangezien de Vlaamse Regering één enkel middel tegen die beide B.5.4. Aangezien de Vlaamse Regering één enkel middel tegen die beide
programma's uiteenzet, worden deze samen onderzocht. programma's uiteenzet, worden deze samen onderzocht.
Ten gronde Ten gronde
1. De programma's 002 en 003 van opdracht 03 (« New Deal ») 1. De programma's 002 en 003 van opdracht 03 (« New Deal »)
B.6. De Vlaamse Regering voert aan dat de programma's 002 en 003 van B.6. De Vlaamse Regering voert aan dat de programma's 002 en 003 van
opdracht 03 niet bestaanbaar zijn met de artikelen 127 en 175 van de opdracht 03 niet bestaanbaar zijn met de artikelen 127 en 175 van de
Grondwet en met artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 Grondwet en met artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980
tot hervorming der instellingen, doordat de basisallocaties tot hervorming der instellingen, doordat de basisallocaties
03.002.42.01.4510 en 03.003.42.01.4510 betrekking zouden hebben op 03.002.42.01.4510 en 03.003.42.01.4510 betrekking zouden hebben op
culturele aangelegenheden, die tot de gemeenschapsbevoegdheden culturele aangelegenheden, die tot de gemeenschapsbevoegdheden
behoren. behoren.
B.7.1. Artikel 127 van de Grondwet bepaalt : B.7.1. Artikel 127 van de Grondwet bepaalt :
« § 1. De Parlementen van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap regelen, « § 1. De Parlementen van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap regelen,
elk voor zich, bij decreet : elk voor zich, bij decreet :
1° de culturele aangelegenheden; 1° de culturele aangelegenheden;
[...] [...]
3° de samenwerking tussen de gemeenschappen, alsook de internationale 3° de samenwerking tussen de gemeenschappen, alsook de internationale
samenwerking, met inbegrip van het sluiten van verdragen, voor de samenwerking, met inbegrip van het sluiten van verdragen, voor de
aangelegenheden bedoeld in 1° en 2°. aangelegenheden bedoeld in 1° en 2°.
Een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde Een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde
meerderheid, stelt de in 1° vermelde culturele aangelegenheden, de in meerderheid, stelt de in 1° vermelde culturele aangelegenheden, de in
3° vermelde vormen van samenwerking, alsook de nadere regelen voor het 3° vermelde vormen van samenwerking, alsook de nadere regelen voor het
in 3° vermelde sluiten van verdragen vast. in 3° vermelde sluiten van verdragen vast.
§ 2. Deze decreten hebben kracht van wet respectievelijk in het § 2. Deze decreten hebben kracht van wet respectievelijk in het
Nederlandse taalgebied en in het Franse taalgebied, alsmede ten Nederlandse taalgebied en in het Franse taalgebied, alsmede ten
aanzien van de instellingen gevestigd in het tweetalige gebied aanzien van de instellingen gevestigd in het tweetalige gebied
Brussel-Hoofdstad die, wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd Brussel-Hoofdstad die, wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd
uitsluitend te behoren tot de ene of de andere gemeenschap ». uitsluitend te behoren tot de ene of de andere gemeenschap ».
B.7.2. Artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot B.7.2. Artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot
hervorming der instellingen, zoals van toepassing ten tijde van de hervorming der instellingen, zoals van toepassing ten tijde van de
aanneming van de bestreden ordonnantie, bepaalde : aanneming van de bestreden ordonnantie, bepaalde :
« De culturele aangelegenheden bedoeld in artikel 59bis, § 2, 1° « De culturele aangelegenheden bedoeld in artikel 59bis, § 2, 1°
[thans artikel 127, § 1, eerste lid, 1°], van de Grondwet zijn : [thans artikel 127, § 1, eerste lid, 1°], van de Grondwet zijn :
[...] [...]
12° De post- en parascolaire vorming; 12° De post- en parascolaire vorming;
13° De artistieke vorming; 13° De artistieke vorming;
14° De intellectuele, morele en sociale vorming; 14° De intellectuele, morele en sociale vorming;
15° De sociale promotie; 15° De sociale promotie;
16° De beroepsomscholing en -bijscholing, met uitzondering van de 16° De beroepsomscholing en -bijscholing, met uitzondering van de
regeling van de tegemoetkoming in de uitgaven inherent aan de regeling van de tegemoetkoming in de uitgaven inherent aan de
selectie, de beroepsopleiding en de nieuwe installatie van het selectie, de beroepsopleiding en de nieuwe installatie van het
personeel door een werkgever in dienst genomen met het oog op de personeel door een werkgever in dienst genomen met het oog op de
oprichting van een onderneming, de uitbreiding of de overschakeling oprichting van een onderneming, de uitbreiding of de overschakeling
van zijn onderneming ». van zijn onderneming ».
Op grond van artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 zijn Op grond van artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 zijn
de gemeenschappen exclusief bevoegd voor de culturele aangelegenheden. de gemeenschappen exclusief bevoegd voor de culturele aangelegenheden.
Voor zover zij niet anders erover hebben beschikt, hebben de Voor zover zij niet anders erover hebben beschikt, hebben de
Grondwetgever en de bijzondere wetgever aan de gemeenschappen en de Grondwetgever en de bijzondere wetgever aan de gemeenschappen en de
gewesten volledige bevoegdheid toegekend tot het uitvaardigen van gewesten volledige bevoegdheid toegekend tot het uitvaardigen van
regels die eigen zijn aan de hun toegewezen aangelegenheden, en zulks regels die eigen zijn aan de hun toegewezen aangelegenheden, en zulks
onverminderd de mogelijkheid om desnoods een beroep te doen op artikel onverminderd de mogelijkheid om desnoods een beroep te doen op artikel
10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980. Behoudens andersluidende 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980. Behoudens andersluidende
bepalingen heeft de bijzondere wetgever het gehele beleid inzake de bepalingen heeft de bijzondere wetgever het gehele beleid inzake de
door hem toegewezen bevoegdheden aan de gemeenschappen en de gewesten door hem toegewezen bevoegdheden aan de gemeenschappen en de gewesten
overgedragen. overgedragen.
Daaruit volgt dat het beleid inzake beroepsopleiding aan de Daaruit volgt dat het beleid inzake beroepsopleiding aan de
gemeenschappen is toegewezen, met uitzondering van de regeling van de gemeenschappen is toegewezen, met uitzondering van de regeling van de
tegemoetkoming in de uitgaven inherent aan de selectie, de tegemoetkoming in de uitgaven inherent aan de selectie, de
beroepsopleiding en de nieuwe installatie van het personeel door een beroepsopleiding en de nieuwe installatie van het personeel door een
werkgever in dienst genomen met het oog op de oprichting van een werkgever in dienst genomen met het oog op de oprichting van een
onderneming, de uitbreiding of de overschakeling van zijn onderneming. onderneming, de uitbreiding of de overschakeling van zijn onderneming.
De aan de gewestwetgever toegewezen aangelegenheden dienen strikt te De aan de gewestwetgever toegewezen aangelegenheden dienen strikt te
worden geïnterpreteerd. worden geïnterpreteerd.
B.7.3. Artikel 175 van de Grondwet bepaalt : B.7.3. Artikel 175 van de Grondwet bepaalt :
« Een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde « Een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde
meerderheid stelt het financieringsstelsel voor de Vlaamse en de meerderheid stelt het financieringsstelsel voor de Vlaamse en de
Franse Gemeenschap vast. Franse Gemeenschap vast.
De Parlementen van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap regelen, elk De Parlementen van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap regelen, elk
voor zich, de bestemming van hun ontvangsten bij decreet ». voor zich, de bestemming van hun ontvangsten bij decreet ».
B.7.4. In het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad worden de culturele B.7.4. In het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad worden de culturele
aangelegenheden door verschillende wetgevers geregeld. aangelegenheden door verschillende wetgevers geregeld.
Op grond van artikel 127, § 2, van de Grondwet hebben de decreten die Op grond van artikel 127, § 2, van de Grondwet hebben de decreten die
de culturele aangelegenheden regelen, kracht van wet respectievelijk de culturele aangelegenheden regelen, kracht van wet respectievelijk
in het Nederlandse taalgebied en in het Franse taalgebied, alsmede ten in het Nederlandse taalgebied en in het Franse taalgebied, alsmede ten
aanzien van de instellingen gevestigd in het tweetalige gebied aanzien van de instellingen gevestigd in het tweetalige gebied
Brussel-Hoofdstad die wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd Brussel-Hoofdstad die wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd
uitsluitend te behoren tot de ene of de andere gemeenschap. uitsluitend te behoren tot de ene of de andere gemeenschap.
Op het ogenblik van de aanneming van de bestreden bepaling was enkel Op het ogenblik van de aanneming van de bestreden bepaling was enkel
de federale overheid bevoegd om, in het tweetalige gebied de federale overheid bevoegd om, in het tweetalige gebied
Brussel-Hoofdstad, de culturele aangelegenheden te regelen die niet Brussel-Hoofdstad, de culturele aangelegenheden te regelen die niet
zijn geregeld door instellingen die tot de uitsluitende bevoegdheid zijn geregeld door instellingen die tot de uitsluitende bevoegdheid
van de ene of andere gemeenschap behoren. van de ene of andere gemeenschap behoren.
B.7.5. In tegenstelling tot wat het geval is voor wat de bijstand aan B.7.5. In tegenstelling tot wat het geval is voor wat de bijstand aan
personen betreft, heeft de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie personen betreft, heeft de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
geen ordonnantiegevende bevoegdheden op het grondgebied van het geen ordonnantiegevende bevoegdheden op het grondgebied van het
Brusselse Hoofdstedelijke Gewest wat de beroepsopleiding betreft. Brusselse Hoofdstedelijke Gewest wat de beroepsopleiding betreft.
Ter uitvoering van artikel 138 van de Grondwet, bepaalt artikel 3, 3° Ter uitvoering van artikel 138 van de Grondwet, bepaalt artikel 3, 3°
en 4°, van het decreet II van de Franse Gemeenschap van 19 juli 1993 en 4°, van het decreet II van de Franse Gemeenschap van 19 juli 1993
tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de
Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse
Gemeenschapscommissie : Gemeenschapscommissie :
« [...] de Commissie [oefent,] op het grondgebied van het tweetalig « [...] de Commissie [oefent,] op het grondgebied van het tweetalig
gebied Brussel-Hoofdstad, [...] de bevoegdheden van de Gemeenschap in gebied Brussel-Hoofdstad, [...] de bevoegdheden van de Gemeenschap in
de volgende aangelegenheden uit : de volgende aangelegenheden uit :
[...] [...]
3° de sociale promotie, bedoeld in artikel 4, 15°, van de bijzondere 3° de sociale promotie, bedoeld in artikel 4, 15°, van de bijzondere
wet [van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen]; wet [van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen];
4° de beroepsomscholing en -bijscholing, bedoeld in artikel 4, 16°, 4° de beroepsomscholing en -bijscholing, bedoeld in artikel 4, 16°,
van [dezelfde] bijzondere wet ». van [dezelfde] bijzondere wet ».
Artikel 3, 3° en 4°, van het decreet II van het Waalse Gewest van 22 Artikel 3, 3° en 4°, van het decreet II van het Waalse Gewest van 22
juli 1993 betreffende de overheveling van sommige bevoegdheden van de juli 1993 betreffende de overheveling van sommige bevoegdheden van de
Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse
Gemeenschapscommissie en artikel 3, 3° en 4°, van het decreet III van Gemeenschapscommissie en artikel 3, 3° en 4°, van het decreet III van
de Franse Gemeenschapscommissie van 22 juli 1993 tot toekenning van de de Franse Gemeenschapscommissie van 22 juli 1993 tot toekenning van de
uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het
Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie hebben dezelfde Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie hebben dezelfde
inhoud. inhoud.
Derhalve beschikt de Franse Gemeenschapscommissie thans, op het Derhalve beschikt de Franse Gemeenschapscommissie thans, op het
grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, ten aanzien van grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, ten aanzien van
de instellingen die wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd de instellingen die wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd
uitsluitend te behoren tot de Franse Gemeenschap, over een uitsluitend te behoren tot de Franse Gemeenschap, over een
decreetgevende bevoegdheid betreffende « de sociale promotie » en « de decreetgevende bevoegdheid betreffende « de sociale promotie » en « de
beroepsomscholing en -bijscholing ». beroepsomscholing en -bijscholing ».
B.8.1. In de parlementaire voorbereiding van de bestreden ordonnantie B.8.1. In de parlementaire voorbereiding van de bestreden ordonnantie
wordt de New Deal als volgt voorgesteld : wordt de New Deal als volgt voorgesteld :
« Ook al kwamen er in Brussel sinds 2005 ruim 60.000 nieuwe « Ook al kwamen er in Brussel sinds 2005 ruim 60.000 nieuwe
arbeidsplaatsen bij, toch is het Gewest als gevolg van de sterke arbeidsplaatsen bij, toch is het Gewest als gevolg van de sterke
bevolkingsaangroei de entiteit met het grootste aantal nieuwkomers op bevolkingsaangroei de entiteit met het grootste aantal nieuwkomers op
de arbeidsmarkt per jaar. de arbeidsmarkt per jaar.
Jonge werkzoekenden jonger dan [...] 29 jaar maken vrijwel 30 % uit Jonge werkzoekenden jonger dan [...] 29 jaar maken vrijwel 30 % uit
van het totale aantal werkzoekenden. Bij de schoolverlaters (secundair van het totale aantal werkzoekenden. Bij de schoolverlaters (secundair
en hoger) is één jongere op drie na een jaar nog steeds werkloos. en hoger) is één jongere op drie na een jaar nog steeds werkloos.
De middelen die ingeschreven worden op de begroting 2013 moeten dus De middelen die ingeschreven worden op de begroting 2013 moeten dus
dienen om nieuwe initiatieven op te starten in lijn met de eerste dienen om nieuwe initiatieven op te starten in lijn met de eerste
doelstelling van de New Deal, namelijk de Brusselaars aan werk te doelstelling van de New Deal, namelijk de Brusselaars aan werk te
helpen, waarbij de voorkeur uitgaat naar jonge werkzoekenden. helpen, waarbij de voorkeur uitgaat naar jonge werkzoekenden.
Daartoe plant men in 2013 onder meer : Daartoe plant men in 2013 onder meer :
- de middelen te versterken om de tewerkstelling van jongeren in - de middelen te versterken om de tewerkstelling van jongeren in
structuren van algemeen belang zoals crèches te bevorderen; structuren van algemeen belang zoals crèches te bevorderen;
- in het kader van de New Deal zijn middelen rechtstreeks aan de - in het kader van de New Deal zijn middelen rechtstreeks aan de
werkingsdotatie van Actiris toegevoegd met het oog op de verbetering werkingsdotatie van Actiris toegevoegd met het oog op de verbetering
van de werklozenbegeleiding; van de werklozenbegeleiding;
- de middelen te blijven versterken voor de sociale economie in de - de middelen te blijven versterken voor de sociale economie in de
actieterreinen die in de New Deal vastgesteld zijn; actieterreinen die in de New Deal vastgesteld zijn;
- de middelen te blijven versterken voor de referentiecentra, met - de middelen te blijven versterken voor de referentiecentra, met
inbegrip van het referentiecentrum voor de stadsberoepen; inbegrip van het referentiecentrum voor de stadsberoepen;
- specifieke middelen toe te wijzen voor initiatieven die de - specifieke middelen toe te wijzen voor initiatieven die de
tewerkstelling van de Brusselaars bevorderen in de beroepen die tewerkstelling van de Brusselaars bevorderen in de beroepen die
verband houden met het behoud van het patrimonium » (Parl. St., verband houden met het behoud van het patrimonium » (Parl. St.,
Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2012-2013, A-327/1 (vervolg 1), p. Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2012-2013, A-327/1 (vervolg 1), p.
20). 20).
B.8.2. De basisallocatie 03.002.42.01.4510 bevatte voor 2012 geen B.8.2. De basisallocatie 03.002.42.01.4510 bevatte voor 2012 geen
kredieten en bevat ook voor 2013 geen kredieten. De basisallocatie kredieten en bevat ook voor 2013 geen kredieten. De basisallocatie
03.003.42.01.4510, die voor 2012 nog 2 900 000 euro aan 03.003.42.01.4510, die voor 2012 nog 2 900 000 euro aan
vastleggingskredieten en 2 900 000 euro aan vereffeningskredieten vastleggingskredieten en 2 900 000 euro aan vereffeningskredieten
bevatte, bevat voor 2013 geen vastleggingskredieten, maar wel 780 000 bevatte, bevat voor 2013 geen vastleggingskredieten, maar wel 780 000
euro aan vereffeningskredieten. euro aan vereffeningskredieten.
Die wijziging wordt verantwoord als « overdracht van de middelen naar Die wijziging wordt verantwoord als « overdracht van de middelen naar
opdracht 30. De vereffeningskredieten zijn bestemd om de uitstaande opdracht 30. De vereffeningskredieten zijn bestemd om de uitstaande
bedragen aan te zuiveren ». De resterende vereffeningskredieten worden bedragen aan te zuiveren ». De resterende vereffeningskredieten worden
verantwoord als een krediet om een uitstaand bedrag aan te zuiveren verantwoord als een krediet om een uitstaand bedrag aan te zuiveren
(Parl. St., Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2012/2013, A-327/3 p. (Parl. St., Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2012/2013, A-327/3 p.
25). 25).
B.8.3. Uit artikel 5, 2°, b), van de organieke ordonnantie van 23 B.8.3. Uit artikel 5, 2°, b), van de organieke ordonnantie van 23
februari 2006 blijkt dat de vereffeningskredieten kredieten zijn ten februari 2006 blijkt dat de vereffeningskredieten kredieten zijn ten
belope waarvan tijdens het begrotingsjaar bedragen kunnen worden belope waarvan tijdens het begrotingsjaar bedragen kunnen worden
vereffend uit hoofde van vastgestelde rechten voortvloeiend uit vereffend uit hoofde van vastgestelde rechten voortvloeiend uit
voorafgaandelijk of gelijktijdig vastgelegde verbintenissen. voorafgaandelijk of gelijktijdig vastgelegde verbintenissen.
Uit het beginsel van de annualiteit van de begroting en de techniek Uit het beginsel van de annualiteit van de begroting en de techniek
van de gesplitste kredieten vloeit voort dat een vereffeningskrediet van de gesplitste kredieten vloeit voort dat een vereffeningskrediet
de prognose kan zijn van een uitgave waarmee een verbintenis wordt de prognose kan zijn van een uitgave waarmee een verbintenis wordt
nagekomen die is gedekt door een vastleggingskrediet van een voorgaand nagekomen die is gedekt door een vastleggingskrediet van een voorgaand
begrotingsjaar. begrotingsjaar.
B.9.1. Bij zijn arrest nr. 13/2014 van 29 januari 2014 heeft het Hof B.9.1. Bij zijn arrest nr. 13/2014 van 29 januari 2014 heeft het Hof
de beroepen tot vernietiging, in zoverre zij waren gericht tegen de de beroepen tot vernietiging, in zoverre zij waren gericht tegen de
basisallocaties 03.002.42.01.4510 en 03.003.42.01.4510, verworpen, basisallocaties 03.002.42.01.4510 en 03.003.42.01.4510, verworpen,
aangezien, hoewel de bestreden basisallocaties voorzagen in kredieten aangezien, hoewel de bestreden basisallocaties voorzagen in kredieten
in gemeenschapsmateries, was voldaan aan de voorwaarden bepaald in in gemeenschapsmateries, was voldaan aan de voorwaarden bepaald in
artikel 83bis van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking artikel 83bis van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking
tot de Brusselse instellingen, dat bepaalt : tot de Brusselse instellingen, dat bepaalt :
« Onverminderd de artikelen 83ter en 83quater kan het Brussels « Onverminderd de artikelen 83ter en 83quater kan het Brussels
Hoofdstedelijk Parlement vanaf het begrotingsjaar 1995 middelen Hoofdstedelijk Parlement vanaf het begrotingsjaar 1995 middelen
overdragen aan de Vlaamse en de Franse Gemeenschapscommissies, die overdragen aan de Vlaamse en de Franse Gemeenschapscommissies, die
worden verdeeld volgens de verdeelsleutel van 20 pct. voor de Vlaamse worden verdeeld volgens de verdeelsleutel van 20 pct. voor de Vlaamse
Gemeenschapscommissie en 80 pct. voor de Franse Gemeenschapscommissie Gemeenschapscommissie en 80 pct. voor de Franse Gemeenschapscommissie
». ».
B.9.2. De vereffeningskredieten waarin voor het begrotingsjaar 2013 B.9.2. De vereffeningskredieten waarin voor het begrotingsjaar 2013
wordt voorzien in basisallocatie 03.003.42.01.4510, beogen de wordt voorzien in basisallocatie 03.003.42.01.4510, beogen de
verbintenissen na te komen die zijn gedekt door de overeenkomstige verbintenissen na te komen die zijn gedekt door de overeenkomstige
vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 2012. Bijgevolg worden vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 2012. Bijgevolg worden
ook die vereffeningskredieten gerechtvaardigd door het voormelde ook die vereffeningskredieten gerechtvaardigd door het voormelde
artikel 83bis. artikel 83bis.
B.10. In zoverre het de programma's 002 en 003 van opdracht 03 beoogt, B.10. In zoverre het de programma's 002 en 003 van opdracht 03 beoogt,
is het middel niet gegrond. is het middel niet gegrond.
2. De programma's 005 en 006 van opdracht 10 2. De programma's 005 en 006 van opdracht 10
B.11. De Vlaamse Regering voert aan dat de programma's 005 en 006 van B.11. De Vlaamse Regering voert aan dat de programma's 005 en 006 van
opdracht 10 niet bestaanbaar zijn met de artikelen 127 en 175 van de opdracht 10 niet bestaanbaar zijn met de artikelen 127 en 175 van de
Grondwet en met artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 Grondwet en met artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980
tot hervorming der instellingen, doordat de basisallocaties tot hervorming der instellingen, doordat de basisallocaties
10.005.27.08.4322, 10.005.28.03.6321 en 10.006.64.14.6321 betrekking 10.005.27.08.4322, 10.005.28.03.6321 en 10.006.64.14.6321 betrekking
zouden hebben op culturele aangelegenheden, die tot de zouden hebben op culturele aangelegenheden, die tot de
gemeenschapsbevoegdheden behoren. gemeenschapsbevoegdheden behoren.
B.12.1. Artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, zoals van B.12.1. Artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, zoals van
toepassing ten tijde van de aanneming van de bestreden ordonnantie, toepassing ten tijde van de aanneming van de bestreden ordonnantie,
bepaalde : bepaalde :
« De culturele aangelegenheden bedoeld in artikel 59bis, § 2, 1° « De culturele aangelegenheden bedoeld in artikel 59bis, § 2, 1°
[thans artikel 127, § 1, eerste lid, 1°], van de Grondwet zijn : [thans artikel 127, § 1, eerste lid, 1°], van de Grondwet zijn :
[...] [...]
9° De lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven; 9° De lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven;
[...] ». [...] ».
Daaruit volgt dat het beleid inzake de sportopleidingen en Daaruit volgt dat het beleid inzake de sportopleidingen en
sportinfrastructuren aan de gemeenschappen is toegewezen. sportinfrastructuren aan de gemeenschappen is toegewezen.
B.12.2. Ter uitvoering van artikel 138 van de Grondwet, bepaalt B.12.2. Ter uitvoering van artikel 138 van de Grondwet, bepaalt
artikel 3, 1°, van het decreet II van de Franse Gemeenschap van 19 artikel 3, 1°, van het decreet II van de Franse Gemeenschap van 19
juli 1993 : juli 1993 :
« [...] de Commissie [oefent,] op het grondgebied van het tweetalig « [...] de Commissie [oefent,] op het grondgebied van het tweetalig
gebied Brussel-Hoofdstad, [...] de bevoegdheden van de Gemeenschap in gebied Brussel-Hoofdstad, [...] de bevoegdheden van de Gemeenschap in
de volgende aangelegenheden uit : de volgende aangelegenheden uit :
1° wat de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven, 1° wat de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven,
bedoeld in artikel 4, 9°, van de bijzondere wet [van 8 augustus 1980 bedoeld in artikel 4, 9°, van de bijzondere wet [van 8 augustus 1980
tot hervorming der instellingen] betreft : de gemeentelijke, tot hervorming der instellingen] betreft : de gemeentelijke,
provinciale, intercommunale en privé-infrastructuren ». provinciale, intercommunale en privé-infrastructuren ».
Artikel 3, 1°, van het decreet II van het Waalse Gewest van 22 juli Artikel 3, 1°, van het decreet II van het Waalse Gewest van 22 juli
1993 en artikel 3, 1°, van het decreet III van de Franse 1993 en artikel 3, 1°, van het decreet III van de Franse
Gemeenschapscommissie van 22 juli 1993 hebben dezelfde inhoud. Gemeenschapscommissie van 22 juli 1993 hebben dezelfde inhoud.
Derhalve beschikt de Franse Gemeenschapscommissie thans, op het Derhalve beschikt de Franse Gemeenschapscommissie thans, op het
grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, ten aanzien van grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, ten aanzien van
de instellingen die wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd de instellingen die wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd
uitsluitend te behoren tot de Franse Gemeenschap, over een uitsluitend te behoren tot de Franse Gemeenschap, over een
decreetgevende bevoegdheid betreffende « de gemeentelijke, decreetgevende bevoegdheid betreffende « de gemeentelijke,
provinciale, intercommunale en privé-infrastructuren ». provinciale, intercommunale en privé-infrastructuren ».
De Franse Gemeenschap blijft bevoegd voor de materie van de « De Franse Gemeenschap blijft bevoegd voor de materie van de «
sportopleidingen » op het grondgebied van het Brusselse sportopleidingen » op het grondgebied van het Brusselse
Hoofdstedelijke Gewest. Hoofdstedelijke Gewest.
B.12.3. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is niet bevoegd om het B.12.3. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is niet bevoegd om het
beleid van de sportopleidingen te regelen in het tweetalige gebied beleid van de sportopleidingen te regelen in het tweetalige gebied
Brussel-Hoofdstad. Op het ogenblik van de aanneming van de bestreden Brussel-Hoofdstad. Op het ogenblik van de aanneming van de bestreden
ordonnantie was het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest evenmin bevoegd ordonnantie was het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest evenmin bevoegd
om het beleid inzake gemeentelijke sportinfrastructuren te regelen. om het beleid inzake gemeentelijke sportinfrastructuren te regelen.
B.12.4. De bestreden basisallocaties maken een aanvullende B.12.4. De bestreden basisallocaties maken een aanvullende
financiering van gemeentelijke sportopleidingen en gemeentelijke financiering van gemeentelijke sportopleidingen en gemeentelijke
sportinfrastructuren mogelijk. sportinfrastructuren mogelijk.
De ordonnantie van 21 december 2012 regelt in die mate culturele De ordonnantie van 21 december 2012 regelt in die mate culturele
aangelegenheden in de zin van artikel 127, § 1, eerste lid, 1°, van de aangelegenheden in de zin van artikel 127, § 1, eerste lid, 1°, van de
Grondwet. Grondwet.
B.13.1. Artikel 39 van de Grondwet bepaalt : B.13.1. Artikel 39 van de Grondwet bepaalt :
« De wet draagt aan de gewestelijke organen welke zij opricht en welke « De wet draagt aan de gewestelijke organen welke zij opricht en welke
samengesteld zijn uit verkozen mandatarissen de bevoegdheid op om de samengesteld zijn uit verkozen mandatarissen de bevoegdheid op om de
aangelegenheden te regelen welke zij aanduidt met uitsluiting van die aangelegenheden te regelen welke zij aanduidt met uitsluiting van die
bedoeld in de artikelen 30 en 127 tot 129 en dit binnen het gebied en bedoeld in de artikelen 30 en 127 tot 129 en dit binnen het gebied en
op de wijze die zij bepaalt. Deze wet moet worden aangenomen met de op de wijze die zij bepaalt. Deze wet moet worden aangenomen met de
meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid ». meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid ».
B.13.2. Artikel 6, § 1, VIII, eerste lid, 9° en 10°, van de bijzondere B.13.2. Artikel 6, § 1, VIII, eerste lid, 9° en 10°, van de bijzondere
wet van 8 augustus 1980, vervangen bij artikel 4 van de bijzondere wet wet van 8 augustus 1980, vervangen bij artikel 4 van de bijzondere wet
van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de
gewesten en de gemeenschappen, zoals van toepassing ten tijde van de gewesten en de gemeenschappen, zoals van toepassing ten tijde van de
aanneming van de bestreden ordonnantie, dat de aangelegenheden opsomt aanneming van de bestreden ordonnantie, dat de aangelegenheden opsomt
die tot de bevoegdheid van het Vlaamse en het Waalse Gewest behoren, die tot de bevoegdheid van het Vlaamse en het Waalse Gewest behoren,
bepaalde : bepaalde :
« De aangelegenheden bedoeld in artikel 107quater [thans artikel 39] « De aangelegenheden bedoeld in artikel 107quater [thans artikel 39]
van de Grondwet zijn : van de Grondwet zijn :
[...] [...]
9° de algemene financiering van de gemeenten, de agglomeraties en 9° de algemene financiering van de gemeenten, de agglomeraties en
federaties van gemeenten en de provincies; federaties van gemeenten en de provincies;
[...] [...]
10° de financiering van de opdrachten uit te voeren door de gemeenten, 10° de financiering van de opdrachten uit te voeren door de gemeenten,
de agglomeraties en federaties van gemeenten, de provincies en door de agglomeraties en federaties van gemeenten, de provincies en door
andere publiekrechtelijke rechtspersonen in de tot de bevoegdheid van andere publiekrechtelijke rechtspersonen in de tot de bevoegdheid van
de gewesten behorende aangelegenheden, behalve wanneer die opdrachten de gewesten behorende aangelegenheden, behalve wanneer die opdrachten
betrekking hebben op een aangelegenheid waarvoor de federale overheid betrekking hebben op een aangelegenheid waarvoor de federale overheid
of de gemeenschappen bevoegd zijn ». of de gemeenschappen bevoegd zijn ».
Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is eveneens bevoegd om die Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is eveneens bevoegd om die
aangelegenheden te regelen (artikel 4, eerste lid, van de bijzondere aangelegenheden te regelen (artikel 4, eerste lid, van de bijzondere
wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen). wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen).
De « algemene financiering van de gemeenten » heeft betrekking op de « De « algemene financiering van de gemeenten » heeft betrekking op de «
algemene financieringswijzen door middel waarvan de gemeenten [...] algemene financieringswijzen door middel waarvan de gemeenten [...]
gefinancierd worden, volgens criteria die niet rechtstreeks gebonden gefinancierd worden, volgens criteria die niet rechtstreeks gebonden
zijn aan een specifieke taak of opdracht » (Parl. St., Kamer, 1988, zijn aan een specifieke taak of opdracht » (Parl. St., Kamer, 1988,
nr. 516/1, p. 18). nr. 516/1, p. 18).
B.13.3. Aangezien het gaat om de financiering van specifieke B.13.3. Aangezien het gaat om de financiering van specifieke
gemeentelijke taken, hebben de betwiste basisallocaties niets uit te gemeentelijke taken, hebben de betwiste basisallocaties niets uit te
staan met de aangelegenheid van de algemene financiering van de staan met de aangelegenheid van de algemene financiering van de
gemeenten in de zin van artikel 6, § 1, VIII, eerste lid, 9°, van de gemeenten in de zin van artikel 6, § 1, VIII, eerste lid, 9°, van de
bijzondere wet van 8 augustus 1980. bijzondere wet van 8 augustus 1980.
Zij vallen, zoals aangegeven in B.12.4, onder de Zij vallen, zoals aangegeven in B.12.4, onder de
gemeenschapsbevoegdheden, zodat zij evenmin kunnen worden beschouwd gemeenschapsbevoegdheden, zodat zij evenmin kunnen worden beschouwd
als een maatregel in het kader van de uitoefening, door het Brusselse als een maatregel in het kader van de uitoefening, door het Brusselse
Hoofdstedelijke Gewest, van zijn bevoegdheid inzake financiering van Hoofdstedelijke Gewest, van zijn bevoegdheid inzake financiering van
de opdrachten uit te voeren door de gemeenten, in de zin van artikel de opdrachten uit te voeren door de gemeenten, in de zin van artikel
6, § 1, VIII, eerste lid, 10°, van dezelfde bijzondere wet. 6, § 1, VIII, eerste lid, 10°, van dezelfde bijzondere wet.
B.14.1. Artikel 178 van de Grondwet bepaalt : B.14.1. Artikel 178 van de Grondwet bepaalt :
« Onder de voorwaarden en op de wijze die de wet, aangenomen met de « Onder de voorwaarden en op de wijze die de wet, aangenomen met de
meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid, bepaalt, draagt het meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid, bepaalt, draagt het
Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, bij de in artikel Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, bij de in artikel
134 bedoelde regel, financiële middelen over aan de Gemeenschappelijke 134 bedoelde regel, financiële middelen over aan de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie en aan de Vlaamse en de Franse Gemeenschapscommissie en aan de Vlaamse en de Franse
Gemeenschapscommissies ». Gemeenschapscommissies ».
Die financiële overdracht heeft betrekking op « Die financiële overdracht heeft betrekking op «
gemeenschapsaangelegenheden bedoeld in artikel 108ter, § 3, eerste lid gemeenschapsaangelegenheden bedoeld in artikel 108ter, § 3, eerste lid
[thans artikel 136] van de Grondwet [die de aangelegenheden zijn] [thans artikel 136] van de Grondwet [die de aangelegenheden zijn]
welke opgedragen zijn of zullen worden aan de Vlaamse Gemeenschap en welke opgedragen zijn of zullen worden aan de Vlaamse Gemeenschap en
aan de Franse Gemeenschap » (artikel 61 van de bijzondere wet van 12 aan de Franse Gemeenschap » (artikel 61 van de bijzondere wet van 12
januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, zoals van januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, zoals van
toepassing ten tijde van de aanneming van de bestreden ordonnantie). toepassing ten tijde van de aanneming van de bestreden ordonnantie).
Zij kan dus betrekking hebben op het aanbod van sportopleidingen en op Zij kan dus betrekking hebben op het aanbod van sportopleidingen en op
gemeentelijke sportinfrastructuren in het Brusselse Hoofdstedelijke gemeentelijke sportinfrastructuren in het Brusselse Hoofdstedelijke
Gewest. Gewest.
B.14.2. Ter uitvoering van artikel 178 van de Grondwet bepaalt artikel B.14.2. Ter uitvoering van artikel 178 van de Grondwet bepaalt artikel
83bis van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de 83bis van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de
Brusselse instellingen : Brusselse instellingen :
« Onverminderd de artikelen 83ter en 83quater kan het Brussels « Onverminderd de artikelen 83ter en 83quater kan het Brussels
Hoofdstedelijk Parlement vanaf het begrotingsjaar 1995 middelen Hoofdstedelijk Parlement vanaf het begrotingsjaar 1995 middelen
overdragen aan de Vlaamse en de Franse Gemeenschapscommissies, die overdragen aan de Vlaamse en de Franse Gemeenschapscommissies, die
worden verdeeld volgens de verdeelsleutel van 20 pct. voor de Vlaamse worden verdeeld volgens de verdeelsleutel van 20 pct. voor de Vlaamse
Gemeenschapscommissie en 80 pct. voor de Franse Gemeenschapscommissie Gemeenschapscommissie en 80 pct. voor de Franse Gemeenschapscommissie
». ».
B.14.3. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is dus bevoegd om te B.14.3. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is dus bevoegd om te
voorzien in de financiering van de gemeenschapscommissies. voorzien in de financiering van de gemeenschapscommissies.
B.14.4. De bestreden programma's maken een aanvullende financiering B.14.4. De bestreden programma's maken een aanvullende financiering
van sportopleidingen en gemeentelijke sportinfrastructuren mogelijk. van sportopleidingen en gemeentelijke sportinfrastructuren mogelijk.
De bij die programma's toegekende financieringen worden echter De bij die programma's toegekende financieringen worden echter
overgedragen aan de gemeenten, en niet aan de gemeenschapscommissies, overgedragen aan de gemeenten, en niet aan de gemeenschapscommissies,
onder de voorwaarden neergelegd in artikel 83bis van de bijzondere wet onder de voorwaarden neergelegd in artikel 83bis van de bijzondere wet
van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen. van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen.
B.15. Het middel is gegrond. In zoverre zij vastleggingskredieten B.15. Het middel is gegrond. In zoverre zij vastleggingskredieten
bevatten met betrekking tot « werkingssubsidies aan gemeenten voor de bevatten met betrekking tot « werkingssubsidies aan gemeenten voor de
uitbouw van sportopleidingen », « investeringssubsidies aan gemeenten uitbouw van sportopleidingen », « investeringssubsidies aan gemeenten
voor de uitbouw van sportopleidingen » en « subsidies aan de voor de uitbouw van sportopleidingen » en « subsidies aan de
ondergeschikte besturen voor het aankopen van gebouwen en voor het ondergeschikte besturen voor het aankopen van gebouwen en voor het
bouwen, vergroten en wijzigen van de sportinfrastructuur », moeten de bouwen, vergroten en wijzigen van de sportinfrastructuur », moeten de
programma's 005 en 006 van opdracht 10 van de ordonnantie van 21 programma's 005 en 006 van opdracht 10 van de ordonnantie van 21
december 2012 « houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het december 2012 « houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2013 » worden Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2013 » worden
vernietigd. vernietigd.
In zoverre zij vereffeningskredieten bevatten met betrekking tot In zoverre zij vereffeningskredieten bevatten met betrekking tot
dezelfde activiteiten, beogen zij evenwel de verbintenissen na te dezelfde activiteiten, beogen zij evenwel de verbintenissen na te
komen die zijn gedekt door de overeenkomstige vastleggingskredieten komen die zijn gedekt door de overeenkomstige vastleggingskredieten
van het begrotingsjaar 2012. Bij zijn arrest nr. 13/2014 van 29 van het begrotingsjaar 2012. Bij zijn arrest nr. 13/2014 van 29
januari 2014 heeft het Hof die vastleggingskredieten vernietigd, maar januari 2014 heeft het Hof die vastleggingskredieten vernietigd, maar
heeft het de gevolgen ervan definitief gehandhaafd. Bijgevolg heeft de heeft het de gevolgen ervan definitief gehandhaafd. Bijgevolg heeft de
onderhavige vernietiging geen betrekking op de programma's 005 en 006 onderhavige vernietiging geen betrekking op de programma's 005 en 006
van opdracht 10 van de ordonnantie van 21 december 2012 « houdende de van opdracht 10 van de ordonnantie van 21 december 2012 « houdende de
Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor
het begrotingsjaar 2013 », in zoverre zij vereffeningskredieten het begrotingsjaar 2013 », in zoverre zij vereffeningskredieten
bevatten met betrekking tot « werkingssubsidies aan gemeenten voor de bevatten met betrekking tot « werkingssubsidies aan gemeenten voor de
uitbouw van sportopleidingen », « investeringssubsidies aan gemeenten uitbouw van sportopleidingen », « investeringssubsidies aan gemeenten
voor de uitbouw van sportopleidingen » en « subsidies aan de voor de uitbouw van sportopleidingen » en « subsidies aan de
ondergeschikte besturen voor het aankopen van gebouwen en voor het ondergeschikte besturen voor het aankopen van gebouwen en voor het
bouwen, vergroten en wijzigen van de sportinfrastructuur ». bouwen, vergroten en wijzigen van de sportinfrastructuur ».
B.16. Verscheidene projecten die met die programma's zijn B.16. Verscheidene projecten die met die programma's zijn
gefinancierd, zijn reeds verwezenlijkt, terwijl andere in uitvoering gefinancierd, zijn reeds verwezenlijkt, terwijl andere in uitvoering
zijn. zijn.
Een vernietiging met terugwerkende kracht van die programma's, in Een vernietiging met terugwerkende kracht van die programma's, in
zoverre zij de in B.15 bedoelde vastleggingskredieten bevatten, zou zoverre zij de in B.15 bedoelde vastleggingskredieten bevatten, zou
bijgevolg verscheidene actoren die te goeder trouw een bijgevolg verscheidene actoren die te goeder trouw een
begrotingsbepaling en een op die bepaling gebaseerde beslissing van de begrotingsbepaling en een op die bepaling gebaseerde beslissing van de
overheid hebben kunnen aanvoeren, aan financiële problemen overheid hebben kunnen aanvoeren, aan financiële problemen
blootstellen. blootstellen.
Mede rekening houdend met artikel 4bis, 1°, van de bijzondere wet van Mede rekening houdend met artikel 4bis, 1°, van de bijzondere wet van
12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen,
ingevoegd bij artikel 51 van de bijzondere wet van 6 januari 2014 met ingevoegd bij artikel 51 van de bijzondere wet van 6 januari 2014 met
betrekking tot de Zesde Staatshervorming, dienen de gevolgen van de betrekking tot de Zesde Staatshervorming, dienen de gevolgen van de
vernietigde bepalingen definitief te worden gehandhaafd, met vernietigde bepalingen definitief te worden gehandhaafd, met
toepassing van artikel 8 van de bijzondere wet van 6 januari 1989. toepassing van artikel 8 van de bijzondere wet van 6 januari 1989.
3. De artikelen 10 en 16 van de ordonnantie van 21 december 2012 3. De artikelen 10 en 16 van de ordonnantie van 21 december 2012
B.17.1. Artikel 10 van de ordonnantie van 21 december 2012 maakt het, B.17.1. Artikel 10 van de ordonnantie van 21 december 2012 maakt het,
buiten een ordonnantie tot aanpassing van de begroting, mogelijk om, buiten een ordonnantie tot aanpassing van de begroting, mogelijk om,
via een besluit van de Regering, de kredieten die zijn opgenomen in via een besluit van de Regering, de kredieten die zijn opgenomen in
basisallocatie 03.003.42.01.45.10 geheel of gedeeltelijk te basisallocatie 03.003.42.01.45.10 geheel of gedeeltelijk te
herverdelen naar een basisallocatie van een ander programma. herverdelen naar een basisallocatie van een ander programma.
Artikel 16 van de ordonnantie van 21 december 2012 maakt het mogelijk Artikel 16 van de ordonnantie van 21 december 2012 maakt het mogelijk
dat de facultatieve subsidies toegekend op de basisallocaties dat de facultatieve subsidies toegekend op de basisallocaties
03.003.42.01.45.10, 10.005.28.01.63.21 en 10.006.64.14.63.21 noch het 03.003.42.01.45.10, 10.005.28.01.63.21 en 10.006.64.14.63.21 noch het
voorwerp uitmaken van een besluit, noch van een overeenkomst. voorwerp uitmaken van een besluit, noch van een overeenkomst.
B.17.2. De Vlaamse Regering geeft niet aan in welk opzicht een B.17.2. De Vlaamse Regering geeft niet aan in welk opzicht een
eventuele overdracht die is toegestaan bij artikel 10, noch in welk eventuele overdracht die is toegestaan bij artikel 10, noch in welk
opzicht de ontstentenis van een besluit of van een overeenkomst die is opzicht de ontstentenis van een besluit of van een overeenkomst die is
toegestaan bij artikel 16, de in het middel aangevoerde toegestaan bij artikel 16, de in het middel aangevoerde
bevoegdheidverdelende regels zouden schenden. bevoegdheidverdelende regels zouden schenden.
Het middel is niet gegrond. Het middel is niet gegrond.
Om die redenen, Om die redenen,
het Hof het Hof
- vernietigt, in de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke - vernietigt, in de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke
Gewest van 21 december 2012 « houdende de Algemene Uitgavenbegroting Gewest van 21 december 2012 « houdende de Algemene Uitgavenbegroting
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2013 », van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2013 »,
de programma's 005 en 006 van opdracht 10, in zoverre zij de programma's 005 en 006 van opdracht 10, in zoverre zij
vastleggingskredieten bevatten met betrekking tot « werkingssubsidies vastleggingskredieten bevatten met betrekking tot « werkingssubsidies
aan gemeenten voor de uitbouw van sportopleidingen », « aan gemeenten voor de uitbouw van sportopleidingen », «
investeringssubsidies aan gemeenten voor de uitbouw van investeringssubsidies aan gemeenten voor de uitbouw van
sportopleidingen » en « subsidies aan de ondergeschikte besturen voor sportopleidingen » en « subsidies aan de ondergeschikte besturen voor
het aankopen van gebouwen en voor het bouwen, vergroten en wijzigen het aankopen van gebouwen en voor het bouwen, vergroten en wijzigen
van de sportinfrastructuur »; van de sportinfrastructuur »;
- handhaaft de gevolgen van de vernietigde bepalingen; - handhaaft de gevolgen van de vernietigde bepalingen;
- verwerpt het beroep voor het overige. - verwerpt het beroep voor het overige.
Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits,
overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op
het Grondwettelijk Hof, op 17 juli 2014. het Grondwettelijk Hof, op 17 juli 2014.
De griffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
De voorzitter, De voorzitter,
A. Alen A. Alen
^