Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 134/2012 van 30 oktober 2012 Rolnummer 5262 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 33, 7°, b), 35, 37, 38, 39bis en 41 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 bet Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 134/2012 van 30 oktober 2012 Rolnummer 5262 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 33, 7°, b), 35, 37, 38, 39bis en 41 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 bet Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...) Uittreksel uit arrest nr. 134/2012 van 30 oktober 2012 Rolnummer 5262 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 33, 7°, b), 35, 37, 38, 39bis en 41 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 bet Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...)
GRONDWETTELIJK HOF GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 134/2012 van 30 oktober 2012 Uittreksel uit arrest nr. 134/2012 van 30 oktober 2012
Rolnummer 5262 Rolnummer 5262
In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 33, 7°, b), 35, In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 33, 7°, b), 35,
37, 38, 39bis en 41 van de ordonnantie van het Brusselse 37, 38, 39bis en 41 van de ordonnantie van het Brusselse
Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de
vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake
leefmilieu, ingesteld door de vennootschap naar Duits recht « European leefmilieu, ingesteld door de vennootschap naar Duits recht « European
Air Transport Leipzig GmbH » en de vzw « Belgian Air Transport Air Transport Leipzig GmbH » en de vzw « Belgian Air Transport
Association ». Association ».
Het Grondwettelijk Hof, Het Grondwettelijk Hof,
samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P.
Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en F. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en F.
Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder
voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse, voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse,
wijst na beraad het volgende arrest : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 1 december Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 1 december
2011 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 2 2011 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 2
december 2011, hebben de vennootschap naar Duits recht « European Air december 2011, hebben de vennootschap naar Duits recht « European Air
Transport Leipzig GmbH » en de vzw « Belgian Air Transport Association Transport Leipzig GmbH » en de vzw « Belgian Air Transport Association
», die beiden woonplaats kiezen te 1000 Brussel, Keizerslaan 3, », die beiden woonplaats kiezen te 1000 Brussel, Keizerslaan 3,
ingevolge het arrest van het Hof nr. 44/2011 van 30 maart 2011 ingevolge het arrest van het Hof nr. 44/2011 van 30 maart 2011
(bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 3 juni 2011), beroep tot (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 3 juni 2011), beroep tot
vernietiging ingesteld van de artikelen 33, 7°, b), 35, 37, 38, 39bis vernietiging ingesteld van de artikelen 33, 7°, b), 35, 37, 38, 39bis
en 41 van de ordonnantie het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 en 41 van de ordonnantie het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25
maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en
de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu. de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu.
Op 21 december 2011 hebben de rechters-verslaggevers J.-P. Snappe en Op 21 december 2011 hebben de rechters-verslaggevers J.-P. Snappe en
E. Derycke, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de E. Derycke, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de
bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de
voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden
gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te
stellen een arrest te wijzen waarbij wordt vastgesteld dat het beroep stellen een arrest te wijzen waarbij wordt vastgesteld dat het beroep
klaarblijkelijk niet ontvankelijk is. klaarblijkelijk niet ontvankelijk is.
(...) (...)
II. In rechte II. In rechte
(...) (...)
Ten aanzien van de bestreden bepalingen Ten aanzien van de bestreden bepalingen
B.1. Het in het geding zijnde artikel 33, 7°, b), van de ordonnantie B.1. Het in het geding zijnde artikel 33, 7°, b), van de ordonnantie
van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 betreffende van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 betreffende
de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van
misdrijven inzake leefmilieu, bepaalt : misdrijven inzake leefmilieu, bepaalt :
« De persoon die een van de volgende misdrijven pleegt, is strafbaar « De persoon die een van de volgende misdrijven pleegt, is strafbaar
met een administratieve geldboete van 625 EUR tot 62.500 EUR : met een administratieve geldboete van 625 EUR tot 62.500 EUR :
7° in de zin van de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd 7° in de zin van de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd
tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving, de persoon die : tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving, de persoon die :
[...] [...]
b) rechtstreeks of onrechtstreeks geluidshinder veroorzaakt of laat b) rechtstreeks of onrechtstreeks geluidshinder veroorzaakt of laat
voortduren die de door de Regering gestelde normen overschrijdt; ». voortduren die de door de Regering gestelde normen overschrijdt; ».
Artikel 35 van dezelfde ordonnantie bepaalt : Artikel 35 van dezelfde ordonnantie bepaalt :
« De misdrijven opgesomd in de artikelen 32 en 33 kunnen « De misdrijven opgesomd in de artikelen 32 en 33 kunnen
strafrechtelijk worden vervolgd of met administratieve geldboetes strafrechtelijk worden vervolgd of met administratieve geldboetes
worden bestraft. worden bestraft.
De administratieve geldboete wordt opgelegd door de leidend ambtenaar De administratieve geldboete wordt opgelegd door de leidend ambtenaar
van het Instituut, van het GAN of van het bevoegde bestuur van het van het Instituut, van het GAN of van het bevoegde bestuur van het
Ministerie, of, in geval van diens afwezigheid, verlof of Ministerie, of, in geval van diens afwezigheid, verlof of
verhindering, door de adjunct-leidend ambtenaar. verhindering, door de adjunct-leidend ambtenaar.
De geldboete wordt gestort in het Fonds voor de bescherming van het De geldboete wordt gestort in het Fonds voor de bescherming van het
leefmilieu zoals bedoeld bij artikel 2, 9° van de ordonnantie van 12 leefmilieu zoals bedoeld bij artikel 2, 9° van de ordonnantie van 12
december 1991 houdende oprichting van de begrotingsfondsen ». december 1991 houdende oprichting van de begrotingsfondsen ».
Artikel 37 van dezelfde ordonnantie bepaalt : Artikel 37 van dezelfde ordonnantie bepaalt :
« Binnen zes maanden na de verzendingsdatum van het proces-verbaal « Binnen zes maanden na de verzendingsdatum van het proces-verbaal
brengt de procureur des Konings de leidend ambtenaar van het brengt de procureur des Konings de leidend ambtenaar van het
Instituut, van het GAN of van het bevoegde bestuur van het Ministerie, Instituut, van het GAN of van het bevoegde bestuur van het Ministerie,
naargelang van het geval, op de hoogte van zijn beslissing om de naargelang van het geval, op de hoogte van zijn beslissing om de
vermoedelijke dader van een in de artikelen 32 of 33 bedoeld misdrijf vermoedelijke dader van een in de artikelen 32 of 33 bedoeld misdrijf
al dan niet te vervolgen. al dan niet te vervolgen.
Als de procureur des Konings beslist de dader te vervolgen, kan geen Als de procureur des Konings beslist de dader te vervolgen, kan geen
administratieve geldboete worden opgelegd. administratieve geldboete worden opgelegd.
Als de procureur des Konings beslist de dader niet te vervolgen, of Als de procureur des Konings beslist de dader niet te vervolgen, of
als een beslissing uitblijft binnen de krachtens het eerste lid als een beslissing uitblijft binnen de krachtens het eerste lid
gestelde termijn, kan een administratieve geldboete worden opgelegd ». gestelde termijn, kan een administratieve geldboete worden opgelegd ».
Artikel 38 van dezelfde ordonnantie bepaalt : Artikel 38 van dezelfde ordonnantie bepaalt :
« Nadat de persoon die met een administratieve geldboete strafbaar is, « Nadat de persoon die met een administratieve geldboete strafbaar is,
zich heeft kunnen verdedigen, beslist de leidend ambtenaar van het zich heeft kunnen verdedigen, beslist de leidend ambtenaar van het
Instituut, van het GAN of van het bevoegde bestuur van het Ministerie, Instituut, van het GAN of van het bevoegde bestuur van het Ministerie,
of voor het misdrijf een administratieve geldboete dient te worden of voor het misdrijf een administratieve geldboete dient te worden
opgelegd. opgelegd.
In de beslissing wordt het bedrag van de administratieve geldboete In de beslissing wordt het bedrag van de administratieve geldboete
vastgelegd en wordt de dader aangemaand om de geldboete binnen dertig vastgelegd en wordt de dader aangemaand om de geldboete binnen dertig
dagen na de betekening van de beslissing te storten op het dagen na de betekening van de beslissing te storten op het
rekeningnummer van het Fonds voor de Bescherming van het Leefmilieu rekeningnummer van het Fonds voor de Bescherming van het Leefmilieu
zoals bedoeld in artikel 2, 9°, van de ordonnantie van 12 december zoals bedoeld in artikel 2, 9°, van de ordonnantie van 12 december
1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, welk vermeld staat op 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, welk vermeld staat op
het formulier dat bij de beslissing is gevoegd. het formulier dat bij de beslissing is gevoegd.
De beslissing om een administratieve geldboete op te leggen of, in De beslissing om een administratieve geldboete op te leggen of, in
voorkomend geval, de beslissing om geen administratieve geldboete op voorkomend geval, de beslissing om geen administratieve geldboete op
te leggen, wordt binnen tien dagen bij een ter post aangetekende brief te leggen, wordt binnen tien dagen bij een ter post aangetekende brief
betekend aan : betekend aan :
1° de persoon die met een administratieve geldboete strafbaar is; 1° de persoon die met een administratieve geldboete strafbaar is;
2° de procureur des Konings ». 2° de procureur des Konings ».
Artikel 39bis van dezelfde ordonnantie bepaalt : Artikel 39bis van dezelfde ordonnantie bepaalt :
« Iedereen die veroordeeld is tot de betaling van een administratieve « Iedereen die veroordeeld is tot de betaling van een administratieve
geldboete kan een beroep instellen bij het Milieucollege. Het beroep geldboete kan een beroep instellen bij het Milieucollege. Het beroep
wordt, op straffe van verval, ingesteld bij wege van verzoekschrift wordt, op straffe van verval, ingesteld bij wege van verzoekschrift
binnen twee maanden na de kennisgeving van de beslissing. binnen twee maanden na de kennisgeving van de beslissing.
Het Milieucollege hoort de eiser of zijn raadsman op hun verzoek en Het Milieucollege hoort de eiser of zijn raadsman op hun verzoek en
het personeelslid dat de maatregel heeft genomen. het personeelslid dat de maatregel heeft genomen.
Het Milieucollege geeft binnen twee maanden na de datum van verzending Het Milieucollege geeft binnen twee maanden na de datum van verzending
van het verzoekschrift kennis van zijn beslissing. Deze termijn wordt van het verzoekschrift kennis van zijn beslissing. Deze termijn wordt
met een maand verlengd wanneer de partijen vragen om te worden met een maand verlengd wanneer de partijen vragen om te worden
gehoord. gehoord.
Bij gebreke van een beslissing binnen de in het vorige lid gestelde Bij gebreke van een beslissing binnen de in het vorige lid gestelde
termijn wordt de beslissing waartegen een beroep is ingesteld, geacht termijn wordt de beslissing waartegen een beroep is ingesteld, geacht
bevestigd te zijn ». bevestigd te zijn ».
Artikel 41 van dezelfde ordonnantie bepaalt : Artikel 41 van dezelfde ordonnantie bepaalt :
« Ingeval van samenloop van meerdere misdrijven zoals bedoeld in de « Ingeval van samenloop van meerdere misdrijven zoals bedoeld in de
artikelen 32 of 33, worden de bedragen van de administratieve artikelen 32 of 33, worden de bedragen van de administratieve
geldboetes samengevoegd; het gehele bedrag mag evenwel niet meer dan geldboetes samengevoegd; het gehele bedrag mag evenwel niet meer dan
125.000 EUR bedragen ». 125.000 EUR bedragen ».
B.2. Op 7 december 2011 is in het Belgisch Staatsblad de ordonnantie B.2. Op 7 december 2011 is in het Belgisch Staatsblad de ordonnantie
van 24 november 2011 bekendgemaakt tot wijziging van de ordonnantie van 24 november 2011 bekendgemaakt tot wijziging van de ordonnantie
van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de
vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu. Die vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu. Die
ordonnantie maakt niet het voorwerp uit van het onderhavige beroep. ordonnantie maakt niet het voorwerp uit van het onderhavige beroep.
Artikel 2 ervan bepaalt : Artikel 2 ervan bepaalt :
« In de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de « In de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de
vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake
leefmilieu wordt een artikel 40bis ingevoegd, luidend : leefmilieu wordt een artikel 40bis ingevoegd, luidend :
'

Artikel 40bis.- De ambtenaren bedoeld in artikel 35, tweede lid,

 '

Artikel 40bis.- De ambtenaren bedoeld in artikel 35, tweede lid,
die een administratieve geldboete opleggen, kunnen bij aanwezigheid die een administratieve geldboete opleggen, kunnen bij aanwezigheid
van verzachtende omstandigheden deze geldboete verminderen tot onder van verzachtende omstandigheden deze geldboete verminderen tot onder
het wettelijke minimum. het wettelijke minimum.
Bij de behandeling van het beroep bedoeld in artikel 39bis beschikt Bij de behandeling van het beroep bedoeld in artikel 39bis beschikt
het Milieucollege eveneens over de bevoegdheid bedoeld in het eerste het Milieucollege eveneens over de bevoegdheid bedoeld in het eerste
lid. ' ». lid. ' ».
Artikel 3 bepaalt : Artikel 3 bepaalt :
« Deze ordonnantie treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch « Deze ordonnantie treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch
Staatsblad bekendgemaakt wordt ». Staatsblad bekendgemaakt wordt ».
Ten aanzien van de ontvankelijkheid Ten aanzien van de ontvankelijkheid
B.3. Bij zijn arrest nr. 44/2011 van 30 maart 2011 (Belgisch B.3. Bij zijn arrest nr. 44/2011 van 30 maart 2011 (Belgisch
Staatsblad van 3 juni 2011), gewezen op prejudiciële vragen gesteld Staatsblad van 3 juni 2011), gewezen op prejudiciële vragen gesteld
door de Raad van State, heeft het Hof voor recht gezegd : door de Raad van State, heeft het Hof voor recht gezegd :
« Artikel 33, 7°, b), van de ordonnantie van het Brusselse « Artikel 33, 7°, b), van de ordonnantie van het Brusselse
Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de
vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake
leefmilieu, zoals gewijzigd bij artikel 10 van de ordonnantie van 28 leefmilieu, zoals gewijzigd bij artikel 10 van de ordonnantie van 28
juni 2001, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre juni 2001, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre
het niet toelaat rekening te houden met verzachtende omstandigheden het niet toelaat rekening te houden met verzachtende omstandigheden
die het mogelijk maken een geldboete op te leggen die lager is dan het die het mogelijk maken een geldboete op te leggen die lager is dan het
daarin vastgelegde minimumbedrag van de geldboete ». daarin vastgelegde minimumbedrag van de geldboete ».
B.4.1. Artikel 4, laatste lid, van de bijzondere wet van 6 januari B.4.1. Artikel 4, laatste lid, van de bijzondere wet van 6 januari
1989 op het Grondwettelijk Hof bepaalt dat een nieuwe termijn van zes 1989 op het Grondwettelijk Hof bepaalt dat een nieuwe termijn van zes
maanden openstaat voor het instellen van een beroep tot vernietiging maanden openstaat voor het instellen van een beroep tot vernietiging
van een wet, een decreet of een ordonnantie door met name iedere van een wet, een decreet of een ordonnantie door met name iedere
natuurlijke persoon of rechtspersoon die doet blijken van een belang natuurlijke persoon of rechtspersoon die doet blijken van een belang
wanneer het Hof, uitspraak doende op een prejudiciële vraag, heeft wanneer het Hof, uitspraak doende op een prejudiciële vraag, heeft
verklaard dat die wet, dat decreet of die ordonnantie in strijd is met verklaard dat die wet, dat decreet of die ordonnantie in strijd is met
één van de regels of één van de artikelen van de Grondwet bedoeld in één van de regels of één van de artikelen van de Grondwet bedoeld in
artikel 1 van dezelfde bijzondere wet. artikel 1 van dezelfde bijzondere wet.
B.4.2. Het Hof vermag in het prejudicieel contentieux de norm die het B.4.2. Het Hof vermag in het prejudicieel contentieux de norm die het
ongrondwettig verklaart, niet te vernietigen. Artikel 4, tweede lid, ongrondwettig verklaart, niet te vernietigen. Artikel 4, tweede lid,
van de voormelde bijzondere wet van 6 januari 1989 werd daarentegen van de voormelde bijzondere wet van 6 januari 1989 werd daarentegen
ingevoerd om het Hof toe te laten een wetsbepaling te vernietigen die ingevoerd om het Hof toe te laten een wetsbepaling te vernietigen die
het ongrondwettig heeft verklaard in antwoord op een prejudiciële het ongrondwettig heeft verklaard in antwoord op een prejudiciële
vraag, met name op initiatief van iedere persoon die doet blijken van vraag, met name op initiatief van iedere persoon die doet blijken van
een belang. een belang.
Het voormelde artikel 4, tweede lid, kan niet worden toegepast op een Het voormelde artikel 4, tweede lid, kan niet worden toegepast op een
wetsbepaling die niet het voorwerp uitmaakte van de prejudiciële vraag wetsbepaling die niet het voorwerp uitmaakte van de prejudiciële vraag
waarop het Hof uitspraak heeft gedaan bij een arrest waardoor een waarop het Hof uitspraak heeft gedaan bij een arrest waardoor een
nieuwe beroepstermijn van zes maanden is geopend, tenzij die bepaling nieuwe beroepstermijn van zes maanden is geopend, tenzij die bepaling
onlosmakelijk is verbonden met de wetsbepaling die het voorwerp heeft onlosmakelijk is verbonden met de wetsbepaling die het voorwerp heeft
uitgemaakt van de voormelde prejudiciële vraag. Het kan evenmin worden uitgemaakt van de voormelde prejudiciële vraag. Het kan evenmin worden
toegepast op een wetsbepaling die het voorwerp uitmaakte van de toegepast op een wetsbepaling die het voorwerp uitmaakte van de
voormelde prejudiciële vraag wanneer het middel van het beroep tot voormelde prejudiciële vraag wanneer het middel van het beroep tot
vernietiging een ongrondwettigheid aanvoert die het Hof in het op de vernietiging een ongrondwettigheid aanvoert die het Hof in het op de
prejudiciële vraag gewezen arrest niet heeft vastgesteld. prejudiciële vraag gewezen arrest niet heeft vastgesteld.
B.5.1. Bij zijn voormelde arrest nr. 44/2011 heeft het Hof, om de in B.5.1. Bij zijn voormelde arrest nr. 44/2011 heeft het Hof, om de in
B.5 tot B.27 en B.34 tot B.40 uiteengezette motieven, niet besloten B.5 tot B.27 en B.34 tot B.40 uiteengezette motieven, niet besloten
tot de ongrondwettigheden die tegen artikel 33, 7°, b), van de tot de ongrondwettigheden die tegen artikel 33, 7°, b), van de
voormelde ordonnantie van 25 maart 1999 zijn aangevoerd in het tweede, voormelde ordonnantie van 25 maart 1999 zijn aangevoerd in het tweede,
derde, vierde, zesde, zevende en achtste middel in het onderhavige derde, vierde, zesde, zevende en achtste middel in het onderhavige
beroep tot vernietiging, ingesteld op grond van artikel 4, tweede lid, beroep tot vernietiging, ingesteld op grond van artikel 4, tweede lid,
van de bijzondere wet van 6 januari 1989. van de bijzondere wet van 6 januari 1989.
B.5.2. De artikelen 35, 37, 38, 39bis en 41 van de voormelde B.5.2. De artikelen 35, 37, 38, 39bis en 41 van de voormelde
ordonnantie van 25 maart 1999, beoogd in het vierde, vijfde, zesde, ordonnantie van 25 maart 1999, beoogd in het vierde, vijfde, zesde,
zevende, achtste, negende en tiende middel, zijn niet onlosmakelijk zevende, achtste, negende en tiende middel, zijn niet onlosmakelijk
verbonden met artikel 33, 7°, b), van die ordonnantie. verbonden met artikel 33, 7°, b), van die ordonnantie.
Die artikelen hebben immers betrekking op de strafrechtelijke Die artikelen hebben immers betrekking op de strafrechtelijke
procedure en, ondergeschikt, de administratieve procedure (artikel procedure en, ondergeschikt, de administratieve procedure (artikel
35), de beslissing van de procureur des Konings (artikel 37), de 35), de beslissing van de procureur des Konings (artikel 37), de
administratieve procedure (artikel 38), het beroep dat openstaat voor administratieve procedure (artikel 38), het beroep dat openstaat voor
het Milieucollege (artikel 39bis) en de samenloop van misdrijven het Milieucollege (artikel 39bis) en de samenloop van misdrijven
(artikel 41). (artikel 41).
B.6. Het beroep is derhalve alleen ontvankelijk in zoverre het de B.6. Het beroep is derhalve alleen ontvankelijk in zoverre het de
schending aanvoert, door artikel 33, 7°, b), van de voormelde schending aanvoert, door artikel 33, 7°, b), van de voormelde
ordonnantie van 25 maart 1999, van de artikelen 10 en 11 van de ordonnantie van 25 maart 1999, van de artikelen 10 en 11 van de
Grondwet, in zoverre het de administratie niet toelaat rekening te Grondwet, in zoverre het de administratie niet toelaat rekening te
houden met de verzachtende omstandigheden (eerste middel). houden met de verzachtende omstandigheden (eerste middel).
Ten gronde Ten gronde
B.7. In zijn voormeld arrest nr. 44/2011 heeft het Hof voor recht B.7. In zijn voormeld arrest nr. 44/2011 heeft het Hof voor recht
gezegd : gezegd :
« B.28. Het tweede onderdeel van de vierde prejudiciële vraag betreft « B.28. Het tweede onderdeel van de vierde prejudiciële vraag betreft
het feit dat in het kader van de procedure geen toepassing kan worden het feit dat in het kader van de procedure geen toepassing kan worden
gemaakt van artikel 85 van het Strafwetboek en dat met geen enkele gemaakt van artikel 85 van het Strafwetboek en dat met geen enkele
verzachtende omstandigheid rekening kan worden gehouden om een lagere verzachtende omstandigheid rekening kan worden gehouden om een lagere
geldboete op te leggen dan het minimum bepaald bij de ordonnantie. geldboete op te leggen dan het minimum bepaald bij de ordonnantie.
B.29. Wanneer de dader van eenzelfde feit op een alternatieve wijze B.29. Wanneer de dader van eenzelfde feit op een alternatieve wijze
kan worden gestraft, dat wil zeggen wanneer hij, voor dezelfde feiten, kan worden gestraft, dat wil zeggen wanneer hij, voor dezelfde feiten,
ofwel naar de correctionele rechtbank kan worden verwezen ofwel een ofwel naar de correctionele rechtbank kan worden verwezen ofwel een
administratieve geldboete kan worden opgelegd waartegen hem een beroep administratieve geldboete kan worden opgelegd waartegen hem een beroep
wordt geboden voor een andere rechtbank dan een strafrechtbank, dient wordt geboden voor een andere rechtbank dan een strafrechtbank, dient
er een parallellisme te bestaan tussen de maatregelen tot er een parallellisme te bestaan tussen de maatregelen tot
individualisering van de straf. Dat geldt voor de mogelijkheid om een individualisering van de straf. Dat geldt voor de mogelijkheid om een
geldboete op te leggen die minder bedraagt dan het wettelijke minimum geldboete op te leggen die minder bedraagt dan het wettelijke minimum
indien verzachtende omstandigheden aanwezig zijn (arresten nrs. 40/97, indien verzachtende omstandigheden aanwezig zijn (arresten nrs. 40/97,
45/97, 128/99, 86/2007 en 42/2009). 45/97, 128/99, 86/2007 en 42/2009).
B.30. Uit de lezing van artikel 35 van de in het geding zijnde B.30. Uit de lezing van artikel 35 van de in het geding zijnde
ordonnantie blijkt dat de Brusselse ordonnantiegever te dezen heeft ordonnantie blijkt dat de Brusselse ordonnantiegever te dezen heeft
gekozen voor een alternatief systeem. Zo kan de dader, voor eenzelfde gekozen voor een alternatief systeem. Zo kan de dader, voor eenzelfde
feit, naar de correctionele rechtbank worden verwezen of, indien dat feit, naar de correctionele rechtbank worden verwezen of, indien dat
niet het geval is, kan hem een administratieve geldboete worden niet het geval is, kan hem een administratieve geldboete worden
opgelegd. opgelegd.
B.31. Uit de parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde B.31. Uit de parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde
ordonnantie blijkt dat de ordonnantiegever met de aanneming ervan een ordonnantie blijkt dat de ordonnantiegever met de aanneming ervan een
dubbele doelstelling wenste na te streven : enerzijds, de dubbele doelstelling wenste na te streven : enerzijds, de
opsporingsmiddelen en de strafmaatregelen die de controlerende opsporingsmiddelen en de strafmaatregelen die de controlerende
ambtenaren kunnen opleggen, alsook de maatregelen die de strafrechter ambtenaren kunnen opleggen, alsook de maatregelen die de strafrechter
kan uitspreken, coördineren en, anderzijds, ' nieuwe middelen kan uitspreken, coördineren en, anderzijds, ' nieuwe middelen
instellen om de milieumisdrijven beter op te sporen en te bestraffen, instellen om de milieumisdrijven beter op te sporen en te bestraffen,
rekening houdend met de overzadigde strafrechtbanken en de overbelaste rekening houdend met de overzadigde strafrechtbanken en de overbelaste
gemeentepolities ' (Parl. St., Parlement van het Brusselse gemeentepolities ' (Parl. St., Parlement van het Brusselse
Hoofdstedelijke Gewest, 1998-1999, A-312/2, p. 3). Hoofdstedelijke Gewest, 1998-1999, A-312/2, p. 3).
85 pct. van de processen-verbaal die bij het parket terechtkwamen 85 pct. van de processen-verbaal die bij het parket terechtkwamen
bleken te worden geseponeerd. De vastgestelde inbreuken dienden dan bleken te worden geseponeerd. De vastgestelde inbreuken dienden dan
ook effectief te kunnen worden bestraft (ibid., p. 13). ook effectief te kunnen worden bestraft (ibid., p. 13).
Wat de betrekkingen met het parket en het bedrag van de geldboeten Wat de betrekkingen met het parket en het bedrag van de geldboeten
betreft, kan men in de parlementaire voorbereiding van de ordonnantie betreft, kan men in de parlementaire voorbereiding van de ordonnantie
voorts lezen : voorts lezen :
' Al bij al werd bij het instellen van een dergelijk stelsel [er]naar ' Al bij al werd bij het instellen van een dergelijk stelsel [er]naar
gestreefd met het Parket in nauwe samenwerking te kunnen handelen ook gestreefd met het Parket in nauwe samenwerking te kunnen handelen ook
al worden de verdedigingsrechten van de in beschuldiging gestelde al worden de verdedigingsrechten van de in beschuldiging gestelde
persoon gevrijwaard. persoon gevrijwaard.
Voor de betrekkingen met het Parket hebben wij dan ook de wet van 30 Voor de betrekkingen met het Parket hebben wij dan ook de wet van 30
juni 1971 op de administratieve geldboetes overgenomen die van juni 1971 op de administratieve geldboetes overgenomen die van
toepassing zijn op misdrijven tegen bepaalde sociale wetten : ieder toepassing zijn op misdrijven tegen bepaalde sociale wetten : ieder
proces-verbaal van overtreding wordt aan de procureur des Konings proces-verbaal van overtreding wordt aan de procureur des Konings
betekend en hij beschikt over zes maanden om de leidend ambtenaar betekend en hij beschikt over zes maanden om de leidend ambtenaar
kennis te geven van zijn beslissing om al dan niet te vervolgen. kennis te geven van zijn beslissing om al dan niet te vervolgen.
Wanneer hij de beslissing neemt om geen vervolgingen aan te vatten mag Wanneer hij de beslissing neemt om geen vervolgingen aan te vatten mag
de procedure met het oog op een administratieve geldboete worden de procedure met het oog op een administratieve geldboete worden
aangevat. Zodra de boete opgelegd wordt, kan de in beschuldiging aangevat. Zodra de boete opgelegd wordt, kan de in beschuldiging
gestelde persoon natuurlijk niet meer het voorwerp uitmaken van een gestelde persoon natuurlijk niet meer het voorwerp uitmaken van een
strafmaatregel voor hetzelfde feit op initiatief van het Parket of een strafmaatregel voor hetzelfde feit op initiatief van het Parket of een
Gewestelijk bestuur ' (ibid., p. 7). Gewestelijk bestuur ' (ibid., p. 7).
B.32.1. De ordonnantiegever vermocht op rechtmatige wijze van mening B.32.1. De ordonnantiegever vermocht op rechtmatige wijze van mening
te zijn dat, teneinde de werkoverlast van de parketten en de te zijn dat, teneinde de werkoverlast van de parketten en de
strafrechtbanken te verlichten, alsook de doeltreffendheid te strafrechtbanken te verlichten, alsook de doeltreffendheid te
verzekeren van de vervolgingen met betrekking tot de vastgestelde verzekeren van de vervolgingen met betrekking tot de vastgestelde
milieumisdrijven, een regeling van administratieve sancties diende te milieumisdrijven, een regeling van administratieve sancties diende te
worden ingesteld. worden ingesteld.
B.32.2. Het is evenwel niet redelijkerwijs verantwoord om de persoon B.32.2. Het is evenwel niet redelijkerwijs verantwoord om de persoon
aan wie een dergelijke sanctie wordt opgelegd, de maatregel te aan wie een dergelijke sanctie wordt opgelegd, de maatregel te
ontzeggen die het bestuur in staat zou stellen rekening te houden met ontzeggen die het bestuur in staat zou stellen rekening te houden met
de verzachtende omstandigheden, waardoor het bedrag van de geldboete de verzachtende omstandigheden, waardoor het bedrag van de geldboete
kan worden verminderd tot onder het bij de ordonnantie vastgestelde kan worden verminderd tot onder het bij de ordonnantie vastgestelde
minimumbedrag, terwijl die persoon de toepassing van artikel 85 van minimumbedrag, terwijl die persoon de toepassing van artikel 85 van
het Strafwetboek zou kunnen genieten indien hij voor hetzelfde het Strafwetboek zou kunnen genieten indien hij voor hetzelfde
misdrijf voor de correctionele rechtbank zou verschijnen. misdrijf voor de correctionele rechtbank zou verschijnen.
B.33. Het tweede onderdeel van de vierde prejudiciële vraag dient B.33. Het tweede onderdeel van de vierde prejudiciële vraag dient
bevestigend te worden beantwoord ». bevestigend te worden beantwoord ».
B.8. Artikel 2 van de voormelde ordonnantie van 24 november 2011 heeft B.8. Artikel 2 van de voormelde ordonnantie van 24 november 2011 heeft
een nieuw artikel 40bis in de voormelde ordonnantie van 25 maart 1999 een nieuw artikel 40bis in de voormelde ordonnantie van 25 maart 1999
ingevoegd teneinde het de in artikel 35, tweede lid, van de ingevoegd teneinde het de in artikel 35, tweede lid, van de
ordonnantie bedoelde ambtenaren mogelijk te maken rekening te houden ordonnantie bedoelde ambtenaren mogelijk te maken rekening te houden
met verzachtende omstandigheden. met verzachtende omstandigheden.
Daar die bepaling in werking is getreden op 7 december 2011 zonder Daar die bepaling in werking is getreden op 7 december 2011 zonder
terugwerkende kracht, dient artikel 33, 7°, b), van de ordonnantie van terugwerkende kracht, dient artikel 33, 7°, b), van de ordonnantie van
25 maart 1999 evenwel te worden vernietigd in zoverre het, tot 7 25 maart 1999 evenwel te worden vernietigd in zoverre het, tot 7
december 2011, niet toeliet rekening te houden met de verzachtende december 2011, niet toeliet rekening te houden met de verzachtende
omstandigheden die het mogelijk maken een geldboete op te leggen omstandigheden die het mogelijk maken een geldboete op te leggen
waarvan het bedrag lager ligt dan het daarin vastgestelde minimum van waarvan het bedrag lager ligt dan het daarin vastgestelde minimum van
de geldboete. de geldboete.
Ten aanzien van de handhaving van de gevolgen van de vernietigde norm Ten aanzien van de handhaving van de gevolgen van de vernietigde norm
B.9. Teneinde rekening te houden met de administratieve moeilijkheden B.9. Teneinde rekening te houden met de administratieve moeilijkheden
en met het administratieve contentieux die uit het vernietigingsarrest en met het administratieve contentieux die uit het vernietigingsarrest
zouden kunnen voortvloeien, dienen met toepassing van artikel 8, zouden kunnen voortvloeien, dienen met toepassing van artikel 8,
tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 de gevolgen van tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 de gevolgen van
het voormelde artikel 33, 7°, te worden gehandhaafd tot 3 juni 2011, het voormelde artikel 33, 7°, te worden gehandhaafd tot 3 juni 2011,
datum waarop het arrest nr. 44/2011 van het Hof in het Belgisch datum waarop het arrest nr. 44/2011 van het Hof in het Belgisch
Staatsblad is bekendgemaakt, ten aanzien van de geldboeten die Staatsblad is bekendgemaakt, ten aanzien van de geldboeten die
definitief zijn uitgesproken. definitief zijn uitgesproken.
Om die redenen, Om die redenen,
het Hof het Hof
- vernietigt artikel 33, 7°, b), van de ordonnantie van het Brusselse - vernietigt artikel 33, 7°, b), van de ordonnantie van het Brusselse
Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de
vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake
leefmilieu, in zoverre het, tot 7 december 2011, niet toeliet rekening leefmilieu, in zoverre het, tot 7 december 2011, niet toeliet rekening
te houden met de verzachtende omstandigheden die het mogelijk maken te houden met de verzachtende omstandigheden die het mogelijk maken
een geldboete op te leggen waarvan het bedrag lager ligt dan het een geldboete op te leggen waarvan het bedrag lager ligt dan het
daarin vastgestelde minimum van de geldboete; daarin vastgestelde minimum van de geldboete;
- handhaaft de gevolgen van de vernietigde bepaling ten aanzien van de - handhaaft de gevolgen van de vernietigde bepaling ten aanzien van de
geldboeten die definitief zijn uitgesproken tot 3 juni 2011. geldboeten die definitief zijn uitgesproken tot 3 juni 2011.
Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits,
overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op
het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 30 oktober het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 30 oktober
2012, door rechter J.-P. Snappe, waarnemend voorzitter ter vervanging 2012, door rechter J.-P. Snappe, waarnemend voorzitter ter vervanging
van voorzitter R. Henneuse, wettig verhinderd. van voorzitter R. Henneuse, wettig verhinderd.
De griffier, De griffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
De wnd. voorzitter, De wnd. voorzitter,
J.-P. Snappe J.-P. Snappe
^