Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 68/2012 van 31 mei 2012 Rolnummer 5150 In zake : het beroep tot vernietiging van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 november 2010 tot regeling van de uitbating van een openbaar geautomatis Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 68/2012 van 31 mei 2012 Rolnummer 5150 In zake : het beroep tot vernietiging van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 november 2010 tot regeling van de uitbating van een openbaar geautomatis Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...) Uittreksel uit arrest nr. 68/2012 van 31 mei 2012 Rolnummer 5150 In zake : het beroep tot vernietiging van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 november 2010 tot regeling van de uitbating van een openbaar geautomatis Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...)
GRONDWETTELIJK HOF GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 68/2012 van 31 mei 2012 Uittreksel uit arrest nr. 68/2012 van 31 mei 2012
Rolnummer 5150 Rolnummer 5150
In zake : het beroep tot vernietiging van de ordonnantie van het In zake : het beroep tot vernietiging van de ordonnantie van het
Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 november 2010 tot regeling van Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 november 2010 tot regeling van
de uitbating van een openbaar geautomatiseerd fietsverhuursysteem, de uitbating van een openbaar geautomatiseerd fietsverhuursysteem,
ingesteld door de nv « Clear Channel Belgium ». ingesteld door de nv « Clear Channel Belgium ».
Het Grondwettelijk Hof, Het Grondwettelijk Hof,
samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke en P. rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke en P.
Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder
voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse, voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse,
wijst na beraad het volgende arrest : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 27 mei 2011 Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 27 mei 2011
ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 30 mei ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 30 mei
2011, heeft de nv « Clear Channel Belgium », met maatschappelijke 2011, heeft de nv « Clear Channel Belgium », met maatschappelijke
zetel te 1050 Brussel, Pleinlaan 5, beroep tot vernietiging ingesteld zetel te 1050 Brussel, Pleinlaan 5, beroep tot vernietiging ingesteld
van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25
november 2010 tot regeling van de uitbating van een openbaar november 2010 tot regeling van de uitbating van een openbaar
geautomatiseerd fietsverhuursysteem (bekendgemaakt in het Belgisch geautomatiseerd fietsverhuursysteem (bekendgemaakt in het Belgisch
Staatsblad van 7 december 2010). Staatsblad van 7 december 2010).
(...) (...)
II. In rechte II. In rechte
(...) (...)
Ten aanzien van de bestreden ordonnantie Ten aanzien van de bestreden ordonnantie
B.1.1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van de B.1.1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van de
ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 november ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 november
2010 tot regeling van de uitbating van een openbaar geautomatiseerd 2010 tot regeling van de uitbating van een openbaar geautomatiseerd
fietsverhuursysteem, die bepaalt : fietsverhuursysteem, die bepaalt :
«

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in

«

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in

artikel 39 van de Grondwet. artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Er wordt een openbare dienst opgericht, die belast wordt met

Art. 2.Er wordt een openbare dienst opgericht, die belast wordt met

de organisatie van een geautomatiseerd fietsverhuursysteem ten behoeve de organisatie van een geautomatiseerd fietsverhuursysteem ten behoeve
van het personenvervoer op het volledige grondgebied van het Brussels van het personenvervoer op het volledige grondgebied van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering werd Hoofdstedelijk Gewest. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering werd
gemachtigd de tijdelijke exploitatie van een geautomatiseerd gemachtigd de tijdelijke exploitatie van een geautomatiseerd
fietsverhuursysteem toe te kennen aan een of meerdere, fietsverhuursysteem toe te kennen aan een of meerdere,
privaatrechtelijke of publiekrechtelijke, rechtspersonen, onder de privaatrechtelijke of publiekrechtelijke, rechtspersonen, onder de
vorm van een concessie van openbaar nut. vorm van een concessie van openbaar nut.
Bij de aanwerving van de titularis van de concessie zoals vernoemd in Bij de aanwerving van de titularis van de concessie zoals vernoemd in
het eerste lid, hierna de concessiehouder genaamd, zal de Regering het eerste lid, hierna de concessiehouder genaamd, zal de Regering
rekening moeten houden met de regels van de vrije concurrentie. rekening moeten houden met de regels van de vrije concurrentie.
De Regering en de concessiehouder sluiten een contract af, waarin de De Regering en de concessiehouder sluiten een contract af, waarin de
modaliteiten en de voorwaarden beschreven staan die ten grondslag modaliteiten en de voorwaarden beschreven staan die ten grondslag
liggen aan de exploitatie van de openbare dienst waarover sprake is in liggen aan de exploitatie van de openbare dienst waarover sprake is in
het eerste lid. De overeenkomst wordt afgesloten voor een maximale het eerste lid. De overeenkomst wordt afgesloten voor een maximale
duur van 20 jaar. Ze verplicht de concessiehouder minimum tot de duur van 20 jaar. Ze verplicht de concessiehouder minimum tot de
oprichting van een dienst zoals bepaald onder het eerste lid, zo nodig oprichting van een dienst zoals bepaald onder het eerste lid, zo nodig
na een opstartfase, en vraagt eveneens een gewaarborgde opening van 7 na een opstartfase, en vraagt eveneens een gewaarborgde opening van 7
dagen per week en 24 uur per dag op het gehele grondgebied van het dagen per week en 24 uur per dag op het gehele grondgebied van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Tenslotte is het noodzakelijk dat de Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Tenslotte is het noodzakelijk dat de
financiering van deze openbare dienst minstens ten dele afkomstig is financiering van deze openbare dienst minstens ten dele afkomstig is
van een vergoeding die verhaald wordt op de gebruikers van deze van een vergoeding die verhaald wordt op de gebruikers van deze
dienst. dienst.
De Regering evalueert jaarlijks de uitvoering van het contract. Zij De Regering evalueert jaarlijks de uitvoering van het contract. Zij
bezorgt haar evaluatierapport jaarlijks aan het Parlement uiterlijk op bezorgt haar evaluatierapport jaarlijks aan het Parlement uiterlijk op
31 maart. 31 maart.

Art. 3.De bepalingen van deze ordonnantie treden in werking op 1

Art. 3.De bepalingen van deze ordonnantie treden in werking op 1

januari 2008 ». januari 2008 ».
B.1.2. Die ordonnantie « strekt [...] ertoe een openbare dienst op te B.1.2. Die ordonnantie « strekt [...] ertoe een openbare dienst op te
richten die bestaat uit de organisatie van een geautomatiseerd richten die bestaat uit de organisatie van een geautomatiseerd
fietsverhuursysteem voor personen [die zich willen verplaatsen] op het fietsverhuursysteem voor personen [die zich willen verplaatsen] op het
gehele grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ». De gehele grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ». De
Brusselse ordonnantiegever heeft geoordeeld dat, « gelet op de Brusselse ordonnantiegever heeft geoordeeld dat, « gelet op de
specifieke know-how die vereist is voor de uitbouw en de uitbating van specifieke know-how die vereist is voor de uitbouw en de uitbating van
voormelde openbare dienst en rekening houdend met de bekommernis om voormelde openbare dienst en rekening houdend met de bekommernis om
vervoer te organiseren tegen de geringste kostprijs voor de vervoer te organiseren tegen de geringste kostprijs voor de
samenleving, [...] de Regering [diende] gemachtigd te worden om de samenleving, [...] de Regering [diende] gemachtigd te worden om de
exploitatie van de openbare dienst tijdelijk toe te vertrouwen aan een exploitatie van de openbare dienst tijdelijk toe te vertrouwen aan een
of meerdere particulieren (natuurlijke of rechtspersonen, of meerdere particulieren (natuurlijke of rechtspersonen,
concessiehouder(s) genoemd) onder de vorm van een concessie van concessiehouder(s) genoemd) onder de vorm van een concessie van
openbare dienst » (Parl. St., Brussels Hoofdstedelijk Parlement, openbare dienst » (Parl. St., Brussels Hoofdstedelijk Parlement,
2009-2010, A-96/1, p. 2). 2009-2010, A-96/1, p. 2).
B.1.3. Vóór het aannemen van die ordonnantie had de Brusselse B.1.3. Vóór het aannemen van die ordonnantie had de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering in het Publicatieblad van de Europese Unie Hoofdstedelijke Regering in het Publicatieblad van de Europese Unie
een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling
gepubliceerd met het oog op het sluiten van een concessieovereenkomst gepubliceerd met het oog op het sluiten van een concessieovereenkomst
betreffende de exploitatie van een openbaar geautomatiseerd betreffende de exploitatie van een openbaar geautomatiseerd
fietsverhuursysteem. De Regering heeft drie kandidaturen ontvangen, fietsverhuursysteem. De Regering heeft drie kandidaturen ontvangen,
waarvan er twee ontvankelijk werden verklaard, een die uitging van een waarvan er twee ontvankelijk werden verklaard, een die uitging van een
consortium waarin de verzoekende partij was opgenomen en een andere consortium waarin de verzoekende partij was opgenomen en een andere
van de tussenkomende partij voor het Hof. Na de offertes van de van de tussenkomende partij voor het Hof. Na de offertes van de
kandidaten te hebben onderzocht en onderhandelingen te hebben gevoerd, kandidaten te hebben onderzocht en onderhandelingen te hebben gevoerd,
heeft de Regering op 13 november 2008 beslist om de concessie toe te heeft de Regering op 13 november 2008 beslist om de concessie toe te
wijzen aan de tussenkomende partij in de onderhavige procedure (Parl. wijzen aan de tussenkomende partij in de onderhavige procedure (Parl.
St., Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2009-2010, A-96/2, p. 2). Het St., Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2009-2010, A-96/2, p. 2). Het
consortium waartoe de verzoekende partij behoorde, heeft tegen die consortium waartoe de verzoekende partij behoorde, heeft tegen die
beslissing een beroep tot schorsing bij uiterst dringende beslissing een beroep tot schorsing bij uiterst dringende
noodzakelijkheid ingesteld bij de Raad van State, een beroep dat noodzakelijkheid ingesteld bij de Raad van State, een beroep dat
onontvankelijk werd geacht. onontvankelijk werd geacht.
B.1.4. Bovendien is tegen de beslissing van 13 november 2008 door twee B.1.4. Bovendien is tegen de beslissing van 13 november 2008 door twee
gemeenten een verzoekschrift tot nietigverklaring ingediend bij de gemeenten een verzoekschrift tot nietigverklaring ingediend bij de
Raad van State. Een van de middelen die in dat kader is aangevoerd, is Raad van State. Een van de middelen die in dat kader is aangevoerd, is
afgeleid uit het gebrek aan een wettelijke basis voor het sluiten van afgeleid uit het gebrek aan een wettelijke basis voor het sluiten van
de concessieovereenkomst van openbare dienst. de concessieovereenkomst van openbare dienst.
B.1.5. Het is « precies met het oog op de vrijwaring en verdere B.1.5. Het is « precies met het oog op de vrijwaring en verdere
uitbreiding van dat fietsverhuursysteem » dat de Brusselse uitbreiding van dat fietsverhuursysteem » dat de Brusselse
ordonnantiegever de bestreden ordonnantie heeft aangenomen (ibid., p. ordonnantiegever de bestreden ordonnantie heeft aangenomen (ibid., p.
2). 2).
Ten aanzien van de ontvankelijkheid Ten aanzien van de ontvankelijkheid
B.2.1. De verzoekende partij is een handelsvennootschap die actief is B.2.1. De verzoekende partij is een handelsvennootschap die actief is
in de reclamesector, voornamelijk op het gebied van het aanplakken van in de reclamesector, voornamelijk op het gebied van het aanplakken van
buitenreclame. Zij behoort tot een internationale groep die actief is buitenreclame. Zij behoort tot een internationale groep die actief is
op de markt van het leveren en beheren van zelfbedieningsnetwerken van op de markt van het leveren en beheren van zelfbedieningsnetwerken van
fietsen. fietsen.
B.2.2. In zoverre de verzoekende partij doet gelden dat de bestreden B.2.2. In zoverre de verzoekende partij doet gelden dat de bestreden
ordonnantie tot doel of tot gevolg heeft dat met terugwerkende kracht ordonnantie tot doel of tot gevolg heeft dat met terugwerkende kracht
een wettelijke basis wordt verleend aan de concessie van een openbare een wettelijke basis wordt verleend aan de concessie van een openbare
dienst waarvoor zij binnen een consortium interesse had betoond en die dienst waarvoor zij binnen een consortium interesse had betoond en die
is toegewezen aan een vennootschap die haar concurrent is, beschikt is toegewezen aan een vennootschap die haar concurrent is, beschikt
zij over een voldoende belang om de vernietiging ervan te vorderen. zij over een voldoende belang om de vernietiging ervan te vorderen.
In tegenstelling tot wat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de In tegenstelling tot wat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de
tussenkomende partij aanvoeren, vermag het Hof niet vooruit te lopen tussenkomende partij aanvoeren, vermag het Hof niet vooruit te lopen
op de afloop van de procedures die de verzoekende partij zou kunnen op de afloop van de procedures die de verzoekende partij zou kunnen
instellen in het geval waarin de bestreden ordonnantie door het Hof instellen in het geval waarin de bestreden ordonnantie door het Hof
zou worden vernietigd. zou worden vernietigd.
B.2.3. Het beroep is ontvankelijk. B.2.3. Het beroep is ontvankelijk.
Ten gronde Ten gronde
Wat het eerste middel betreft Wat het eerste middel betreft
B.3.1. Het eerste middel is afgeleid uit de schending van de artikelen B.3.1. Het eerste middel is afgeleid uit de schending van de artikelen
10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met, in het 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met, in het
eerste onderdeel van dat middel, artikel 5 van de wet van 24 december eerste onderdeel van dat middel, artikel 5 van de wet van 24 december
1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor
aanneming van werken, leveringen en diensten en artikel 1, lid 2, a) aanneming van werken, leveringen en diensten en artikel 1, lid 2, a)
en d), en lid 4, van de richtlijn 2004/18/EG van het Europees en d), en lid 4, van de richtlijn 2004/18/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van
de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken,
leveringen en diensten en, in het tweede onderdeel van dat middel, leveringen en diensten en, in het tweede onderdeel van dat middel,
artikel 6, § 1, VI, vierde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus artikel 6, § 1, VI, vierde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus
1980 tot hervorming der instellingen en het rechtszekerheidsbeginsel. 1980 tot hervorming der instellingen en het rechtszekerheidsbeginsel.
B.3.2. De verzoekende partij klaagt aan dat de bestreden ordonnantie B.3.2. De verzoekende partij klaagt aan dat de bestreden ordonnantie
een eerder door de Brusselse Regering toegekende opdracht die volgens een eerder door de Brusselse Regering toegekende opdracht die volgens
haar alle kenmerken van een overheidsopdracht voor diensten vertoont, haar alle kenmerken van een overheidsopdracht voor diensten vertoont,
aanmerkt als een concessie van openbare dienst, zodat, enerzijds, de aanmerkt als een concessie van openbare dienst, zodat, enerzijds, de
reglementering betreffende de overheidsopdrachten en, anderzijds, de reglementering betreffende de overheidsopdrachten en, anderzijds, de
bepalingen die aan de federale overheid de bevoegdheid toewijzen om de bepalingen die aan de federale overheid de bevoegdheid toewijzen om de
algemene regels inzake overheidsopdrachten vast te stellen, zouden algemene regels inzake overheidsopdrachten vast te stellen, zouden
zijn geschonden. zijn geschonden.
Het middel berust op het uitgangspunt volgens hetwelk de Brusselse Het middel berust op het uitgangspunt volgens hetwelk de Brusselse
ordonnantiegever, doordat hij de overeenkomst die hij de Regering op ordonnantiegever, doordat hij de overeenkomst die hij de Regering op
retroactieve wijze machtigt te sluiten als een « concessie van retroactieve wijze machtigt te sluiten als een « concessie van
openbare dienst » aanmerkt, de gebreken van een eerder gesloten openbare dienst » aanmerkt, de gebreken van een eerder gesloten
overeenkomst zou hebben gedekt die in werkelijkheid een overeenkomst zou hebben gedekt die in werkelijkheid een
overheidsopdracht voor diensten zou zijn die in strijd met de overheidsopdracht voor diensten zou zijn die in strijd met de
dwingende regels ter zake was geplaatst. dwingende regels ter zake was geplaatst.
B.4. De Europese reglementering betreffende de overheidsopdrachten is B.4. De Europese reglementering betreffende de overheidsopdrachten is
niet van toepassing op de concessieovereenkomsten voor openbare niet van toepassing op de concessieovereenkomsten voor openbare
diensten (artikel 17 van de voormelde richtlijn 2004/18/EG). Zoals de diensten (artikel 17 van de voormelde richtlijn 2004/18/EG). Zoals de
afdeling wetgeving van de Raad van State heeft opgemerkt in het advies afdeling wetgeving van de Raad van State heeft opgemerkt in het advies
dat zij over het voorontwerp van ordonnantie heeft verleend : dat zij over het voorontwerp van ordonnantie heeft verleend :
« [is] de vraag of, in het kader van het gemeenschapsrecht, de « [is] de vraag of, in het kader van het gemeenschapsrecht, de
overeenkomst die de regering bij het voorontwerp gemachtigd zou worden overeenkomst die de regering bij het voorontwerp gemachtigd zou worden
te sluiten een overheidsopdracht is voor aanneming van diensten, dan te sluiten een overheidsopdracht is voor aanneming van diensten, dan
wel een concessie van openbare dienst, [...] evenwel niet afhankelijk wel een concessie van openbare dienst, [...] evenwel niet afhankelijk
van de benaming die de steller van het voorontwerp eraan geeft, maar van de benaming die de steller van het voorontwerp eraan geeft, maar
van de criteria die worden gehanteerd in het gemeenschapsrecht en in van de criteria die worden gehanteerd in het gemeenschapsrecht en in
de eerste plaats van de wijze waarop de dienstverlener wordt bezoldigd de eerste plaats van de wijze waarop de dienstverlener wordt bezoldigd
en waarop hij het financiële risico draagt dat verbonden is aan de en waarop hij het financiële risico draagt dat verbonden is aan de
exploitatie van de dienst die hem wordt toevertrouwd » (Parl. St., exploitatie van de dienst die hem wordt toevertrouwd » (Parl. St.,
Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2009-2010, A-96/1, p. 7). Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2009-2010, A-96/1, p. 7).
B.5.1. Artikel 2, derde lid, van de bestreden ordonnantie bepaalt in B.5.1. Artikel 2, derde lid, van de bestreden ordonnantie bepaalt in
dat verband dat « het noodzakelijk [is] dat de financiering van deze dat verband dat « het noodzakelijk [is] dat de financiering van deze
openbare dienst minstens ten dele afkomstig is van een vergoeding die openbare dienst minstens ten dele afkomstig is van een vergoeding die
verhaald wordt op de gebruikers van deze dienst ». verhaald wordt op de gebruikers van deze dienst ».
Die bepaling waarborgt op zich niet dat de overeenkomst die de Die bepaling waarborgt op zich niet dat de overeenkomst die de
Regering met toepassing van de ordonnantie is gemachtigd te sluiten, Regering met toepassing van de ordonnantie is gemachtigd te sluiten,
alle kenmerken van een concessie van openbare dienst vertoont. alle kenmerken van een concessie van openbare dienst vertoont.
De omstandigheid dat de bestreden ordonnantie weinig elementen bevat De omstandigheid dat de bestreden ordonnantie weinig elementen bevat
die het ten aanzien van de Europese reglementering inzake die het ten aanzien van de Europese reglementering inzake
overheidsopdrachten mogelijk maken om de betrokken overeenkomst als overheidsopdrachten mogelijk maken om de betrokken overeenkomst als
een concessie van openbare dienst aan te merken, heeft niet tot gevolg een concessie van openbare dienst aan te merken, heeft niet tot gevolg
dat de Brusselse ordonnantiegever de Regering ertoe heeft gemachtigd dat de Brusselse ordonnantiegever de Regering ertoe heeft gemachtigd
een overheidsopdracht voor diensten in strijd met die reglementering een overheidsopdracht voor diensten in strijd met die reglementering
te plaatsen. Integendeel, door de overeenkomst als een « concessie van te plaatsen. Integendeel, door de overeenkomst als een « concessie van
openbare dienst » aan te merken, legt de Brusselse ordonnantiegever de openbare dienst » aan te merken, legt de Brusselse ordonnantiegever de
verplichting op de constitutieve voorwaarden van die overeenkomst in verplichting op de constitutieve voorwaarden van die overeenkomst in
acht te nemen. acht te nemen.
B.5.2. Bovendien kan uit het feit dat de overeenkomst met betrekking B.5.2. Bovendien kan uit het feit dat de overeenkomst met betrekking
tot de exploitatie van het geautomatiseerde fietsverhuursysteem reeds tot de exploitatie van het geautomatiseerde fietsverhuursysteem reeds
was gesloten bij het aannemen van de bestreden ordonnantie, niet was gesloten bij het aannemen van de bestreden ordonnantie, niet
worden afgeleid dat de Brusselse ordonnantiegever zich de eventuele worden afgeleid dat de Brusselse ordonnantiegever zich de eventuele
gebreken zou hebben toegeëigend die die overeenkomst aantasten of dat gebreken zou hebben toegeëigend die die overeenkomst aantasten of dat
hij elke jurisdictionele controle op de overeenkomst zelf onmogelijk hij elke jurisdictionele controle op de overeenkomst zelf onmogelijk
zou hebben gemaakt. Onder voorbehoud van het middel dat is afgeleid zou hebben gemaakt. Onder voorbehoud van het middel dat is afgeleid
uit de ontstentenis van een wettelijke basis op het ogenblik van de uit de ontstentenis van een wettelijke basis op het ogenblik van de
beslissing tot toewijzing van de overeenkomst, die hierna wordt beslissing tot toewijzing van de overeenkomst, die hierna wordt
onderzocht, staat de bestreden ordonnantie immers niet eraan in de weg onderzocht, staat de bestreden ordonnantie immers niet eraan in de weg
dat de bevoegde rechter de grieven onderzoekt met betrekking tot de dat de bevoegde rechter de grieven onderzoekt met betrekking tot de
kwalificatie die aan de betrokken overeenkomst moet worden gegeven en kwalificatie die aan de betrokken overeenkomst moet worden gegeven en
dat hij, in voorkomend geval, gevolgen trekt uit een schending van de dat hij, in voorkomend geval, gevolgen trekt uit een schending van de
inzake overheidsopdrachten voor diensten geldende reglementering. inzake overheidsopdrachten voor diensten geldende reglementering.
B.6. Het eerste middel is niet gegrond. B.6. Het eerste middel is niet gegrond.
Wat het tweede middel betreft Wat het tweede middel betreft
B.7.1. Het tweede middel is afgeleid uit de schending van de artikelen B.7.1. Het tweede middel is afgeleid uit de schending van de artikelen
10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel
106 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, zelf 106 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, zelf
in samenhang gelezen met de artikelen 49 en 102 van hetzelfde Verdrag. in samenhang gelezen met de artikelen 49 en 102 van hetzelfde Verdrag.
B.7.2. De verzoekende partij klaagt aan dat de bestreden ordonnantie B.7.2. De verzoekende partij klaagt aan dat de bestreden ordonnantie
de Regering op retroactieve wijze ertoe machtigt een exclusief recht de Regering op retroactieve wijze ertoe machtigt een exclusief recht
aan de concessiehouder toe te kennen voor een activiteit, namelijk de aan de concessiehouder toe te kennen voor een activiteit, namelijk de
exploitatie van reclame-inrichtingen die de financiering van het exploitatie van reclame-inrichtingen die de financiering van het
geautomatiseerde fietsverhuursysteem mogelijk maakt, en die geen geautomatiseerde fietsverhuursysteem mogelijk maakt, en die geen
enkele band met de in concessie gegeven opdracht van openbare dienst enkele band met de in concessie gegeven opdracht van openbare dienst
vertoont. De ordonnantiegever zou bijgevolg de gelijkheid tussen de vertoont. De ordonnantiegever zou bijgevolg de gelijkheid tussen de
concessiehouder en zijn concurrenten in de reclamesector hebben concessiehouder en zijn concurrenten in de reclamesector hebben
verbroken. verbroken.
B.8.1. In tegenstelling tot wat de verzoekende partij beweert, B.8.1. In tegenstelling tot wat de verzoekende partij beweert,
machtigt de bestreden ordonnantie de Regering niet ertoe een exclusief machtigt de bestreden ordonnantie de Regering niet ertoe een exclusief
recht te verlenen om reclame-inrichtingen op het grondgebied van het recht te verlenen om reclame-inrichtingen op het grondgebied van het
Brusselse Hoofdstedelijke Gewest te installeren en te exploiteren. Brusselse Hoofdstedelijke Gewest te installeren en te exploiteren.
Door zich ertoe te beperken erin te voorzien dat de financiering van Door zich ertoe te beperken erin te voorzien dat de financiering van
het openbaar geautomatiseerd fietsverhuursysteem dat erbij wordt het openbaar geautomatiseerd fietsverhuursysteem dat erbij wordt
opgericht, minstens ten dele afkomstig moet zijn van een vergoeding opgericht, minstens ten dele afkomstig moet zijn van een vergoeding
die door de gebruikers wordt betaald, regelt de ordonnantie niet het die door de gebruikers wordt betaald, regelt de ordonnantie niet het
deel van de financiering van de dienst dat niet door de vergoedingen deel van de financiering van de dienst dat niet door de vergoedingen
van de gebruikers wordt verzekerd. van de gebruikers wordt verzekerd.
B.8.2. Daaruit volgt dat, in het geval waarin de in het middel B.8.2. Daaruit volgt dat, in het geval waarin de in het middel
bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden, die schending niet zou bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden, die schending niet zou
voortvloeien uit de ordonnantie van 25 november 2010 maar, in voortvloeien uit de ordonnantie van 25 november 2010 maar, in
voorkomend geval, wel uit de bewoordingen van de overeenkomst tussen voorkomend geval, wel uit de bewoordingen van de overeenkomst tussen
de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de concessiehouder van het de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de concessiehouder van het
openbaar geautomatiseerd fietsverhuursysteem. openbaar geautomatiseerd fietsverhuursysteem.
B.8.3. Uit het stilzwijgen van de bestreden ordonnantie over de wijze B.8.3. Uit het stilzwijgen van de bestreden ordonnantie over de wijze
van financiering van het deel van de kostprijs van de openbare dienst van financiering van het deel van de kostprijs van de openbare dienst
dat niet door de gebruikers ten laste wordt genomen, kan niet worden dat niet door de gebruikers ten laste wordt genomen, kan niet worden
afgeleid dat de ordonnantiegever de Regering ertoe zou hebben afgeleid dat de ordonnantiegever de Regering ertoe zou hebben
gemachtigd de Europese regelgeving inzake mededinging te schenden. Het gemachtigd de Europese regelgeving inzake mededinging te schenden. Het
komt de rechter die bevoegd is om kennis te nemen van eventuele komt de rechter die bevoegd is om kennis te nemen van eventuele
beroepen met betrekking tot de geldigheid van de concessieovereenkomst beroepen met betrekking tot de geldigheid van de concessieovereenkomst
van openbare dienst toe te onderzoeken of die in strijd is met die van openbare dienst toe te onderzoeken of die in strijd is met die
regelgeving. regelgeving.
B.9. Het tweede middel is niet gegrond. B.9. Het tweede middel is niet gegrond.
Wat het derde middel betreft Wat het derde middel betreft
B.10.1. Het derde middel is afgeleid uit de schending van de artikelen B.10.1. Het derde middel is afgeleid uit de schending van de artikelen
10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het
beginsel van de niet-retroactiviteit van de wetten, met artikel 6 van beginsel van de niet-retroactiviteit van de wetten, met artikel 6 van
het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het beginsel het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het beginsel
van de scheiding der machten en het rechtszekerheidsbeginsel. van de scheiding der machten en het rechtszekerheidsbeginsel.
B.10.2. De verzoekende partij klaagt aan dat de bestreden ordonnantie B.10.2. De verzoekende partij klaagt aan dat de bestreden ordonnantie
met terugwerkende kracht afbreuk doet aan een hangend geschil voor de met terugwerkende kracht afbreuk doet aan een hangend geschil voor de
Raad van State teneinde dat geschil in een bepaalde zin te Raad van State teneinde dat geschil in een bepaalde zin te
beïnvloeden. Zij verwijt die ordonnantie eveneens dat zij een te vage beïnvloeden. Zij verwijt die ordonnantie eveneens dat zij een te vage
en onduidelijke machtiging aan de Regering bevat met betrekking tot de en onduidelijke machtiging aan de Regering bevat met betrekking tot de
modaliteiten betreffende de organisatie en de werking van de dienst modaliteiten betreffende de organisatie en de werking van de dienst
die als een openbare dienst is opgericht. die als een openbare dienst is opgericht.
B.11.1. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de tussenkomende B.11.1. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de tussenkomende
partij werpen een exceptie van onontvankelijkheid van dat middel op. partij werpen een exceptie van onontvankelijkheid van dat middel op.
Zij zijn van oordeel dat de verzoekende partij geen enkel legitiem Zij zijn van oordeel dat de verzoekende partij geen enkel legitiem
belang heeft om het aan te voeren. belang heeft om het aan te voeren.
B.11.2. Daar de verzoekende partij blijk heeft gegeven van het B.11.2. Daar de verzoekende partij blijk heeft gegeven van het
vereiste belang om de vernietiging van de bestreden ordonnantie te vereiste belang om de vernietiging van de bestreden ordonnantie te
vorderen, dient zij daarnaast geen blijk te geven van een belang bij vorderen, dient zij daarnaast geen blijk te geven van een belang bij
dat middel. dat middel.
B.12. In zoverre zij op 1 januari 2008 in werking treedt, heeft de B.12. In zoverre zij op 1 januari 2008 in werking treedt, heeft de
bestreden ordonnantie tot gevolg dat zij de Raad van State verhindert bestreden ordonnantie tot gevolg dat zij de Raad van State verhindert
om zich tijdens het onderzoek van het hangende beroep dat is gericht om zich tijdens het onderzoek van het hangende beroep dat is gericht
tegen de beslissing van 13 november 2008 tot toewijzing van de in het tegen de beslissing van 13 november 2008 tot toewijzing van de in het
geding zijnde concessie, uit te spreken over een middel dat is geding zijnde concessie, uit te spreken over een middel dat is
afgeleid uit de ontstentenis van een wettelijke machtiging op het afgeleid uit de ontstentenis van een wettelijke machtiging op het
ogenblik waarop de Brusselse Regering die beslissing heeft aangenomen. ogenblik waarop de Brusselse Regering die beslissing heeft aangenomen.
De bestreden ordonnantie heeft daarentegen niet tot gevolg dat zij De bestreden ordonnantie heeft daarentegen niet tot gevolg dat zij
afbreuk doet aan de bevoegdheid van de Raad van State om de andere afbreuk doet aan de bevoegdheid van de Raad van State om de andere
grieven te onderzoeken die tegen die beslissing zouden kunnen worden grieven te onderzoeken die tegen die beslissing zouden kunnen worden
geformuleerd. geformuleerd.
B.13. De niet-retroactiviteit van wetten is een waarborg ter B.13. De niet-retroactiviteit van wetten is een waarborg ter
voorkoming van de rechtsonzekerheid. Die waarborg vereist dat de voorkoming van de rechtsonzekerheid. Die waarborg vereist dat de
inhoud van het recht voorzienbaar en toegankelijk is, zodat de inhoud van het recht voorzienbaar en toegankelijk is, zodat de
rechtzoekende in redelijke mate de gevolgen van een bepaalde handeling rechtzoekende in redelijke mate de gevolgen van een bepaalde handeling
kan voorzien op het tijdstip dat die handeling wordt verricht. De kan voorzien op het tijdstip dat die handeling wordt verricht. De
terugwerkende kracht kan enkel worden verantwoord wanneer zij terugwerkende kracht kan enkel worden verantwoord wanneer zij
onontbeerlijk is voor de verwezenlijking van een doelstelling van onontbeerlijk is voor de verwezenlijking van een doelstelling van
algemeen belang. algemeen belang.
Indien bovendien blijkt dat de terugwerkende kracht tot doel heeft dat Indien bovendien blijkt dat de terugwerkende kracht tot doel heeft dat
de afloop van een of meer jurisdictionele procedures in een bepaalde de afloop van een of meer jurisdictionele procedures in een bepaalde
zin wordt beïnvloed of dat rechtscolleges worden verhinderd zich uit zin wordt beïnvloed of dat rechtscolleges worden verhinderd zich uit
te spreken over een welbepaalde rechtsvraag, vereist de aard van het te spreken over een welbepaalde rechtsvraag, vereist de aard van het
in het geding zijnde beginsel dat uitzonderlijke omstandigheden of in het geding zijnde beginsel dat uitzonderlijke omstandigheden of
dwingende motieven van algemeen belang het optreden van de wetgever dwingende motieven van algemeen belang het optreden van de wetgever
verantwoorden, dat ten nadele van een categorie van burgers afbreuk verantwoorden, dat ten nadele van een categorie van burgers afbreuk
doet aan de aan allen geboden jurisdictionele waarborgen. doet aan de aan allen geboden jurisdictionele waarborgen.
B.14.1. Zoals blijkt uit de in B.1 aangehaalde parlementaire B.14.1. Zoals blijkt uit de in B.1 aangehaalde parlementaire
voorbereiding, heeft de Brusselse ordonnantiegever geoordeeld dat het voorbereiding, heeft de Brusselse ordonnantiegever geoordeeld dat het
noodzakelijk was de exploitatie van het geautomatiseerde fietsverhuur, noodzakelijk was de exploitatie van het geautomatiseerde fietsverhuur,
die hij onontbeerlijk achtte voor de uitvoering van zijn die hij onontbeerlijk achtte voor de uitvoering van zijn
mobiliteitsbeleid in het Gewest, te vrijwaren en te consolideren. mobiliteitsbeleid in het Gewest, te vrijwaren en te consolideren.
Aangezien de geldigheid van de toewijzing van de concessie in het Aangezien de geldigheid van de toewijzing van de concessie in het
geding wordt gebracht wegens het gebrek aan een wettelijke grondslag geding wordt gebracht wegens het gebrek aan een wettelijke grondslag
voor de concessie van openbare dienst, verantwoordt een dwingende voor de concessie van openbare dienst, verantwoordt een dwingende
reden van algemeen belang, namelijk de noodzaak om de aldus gecreëerde reden van algemeen belang, namelijk de noodzaak om de aldus gecreëerde
rechtsonzekerheid te verhelpen, het retroactieve optreden van de rechtsonzekerheid te verhelpen, het retroactieve optreden van de
ordonnantiegever. ordonnantiegever.
B.14.2. De ontstentenis van een wettelijke grondslag voor de B.14.2. De ontstentenis van een wettelijke grondslag voor de
beslissing van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 november beslissing van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 november
2008, die aan het licht is gekomen naar aanleiding van een beroep tot 2008, die aan het licht is gekomen naar aanleiding van een beroep tot
nietigverklaring dat bij de Raad van State is ingesteld, kan immers nietigverklaring dat bij de Raad van State is ingesteld, kan immers
niet tot gevolg hebben dat de Brusselse ordonnantiegever zich in de niet tot gevolg hebben dat de Brusselse ordonnantiegever zich in de
onmogelijkheid bevindt om de rechtsonzekerheid te verhelpen die uit onmogelijkheid bevindt om de rechtsonzekerheid te verhelpen die uit
die ontstentenis is ontstaan. die ontstentenis is ontstaan.
Bovendien is de bestreden ordonnantie, ondanks het retroactieve Bovendien is de bestreden ordonnantie, ondanks het retroactieve
karakter ervan, geen bron van rechtsonzekerheid voor de adressaten karakter ervan, geen bron van rechtsonzekerheid voor de adressaten
ervan. Het loutere bestaan van een beroep bij de Raad van State kan de ervan. Het loutere bestaan van een beroep bij de Raad van State kan de
wetgever niet verhinderen om de ongrondwettigheden te verhelpen die wetgever niet verhinderen om de ongrondwettigheden te verhelpen die
hij zou vaststellen nog vooraleer uitspraak over dat beroep wordt hij zou vaststellen nog vooraleer uitspraak over dat beroep wordt
gedaan. gedaan.
B.15. Ten slotte, wat het zogenaamd te vage of onduidelijke karakter B.15. Ten slotte, wat het zogenaamd te vage of onduidelijke karakter
van de door de ordonnantiegever aan de Regering verleende machtiging van de door de ordonnantiegever aan de Regering verleende machtiging
betreft, legt geen enkele bepaling aan de wetgever de verplichting op betreft, legt geen enkele bepaling aan de wetgever de verplichting op
om de modaliteiten betreffende de organisatie en de werking van die om de modaliteiten betreffende de organisatie en de werking van die
dienst nauwkeurig te regelen wanneer hij de uitvoerende macht ertoe dienst nauwkeurig te regelen wanneer hij de uitvoerende macht ertoe
machtigt de exploitatie ervan in concessie te geven. machtigt de exploitatie ervan in concessie te geven.
B.16. Het derde middel is niet gegrond. B.16. Het derde middel is niet gegrond.
Om die redenen, Om die redenen,
het Hof het Hof
verwerpt het beroep. verwerpt het beroep.
Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits,
overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op
het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 31 mei 2012. het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 31 mei 2012.
De griffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, De voorzitter,
R. Henneuse. R. Henneuse.
^