Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 142/2007 van 22 november 2007 Rolnummer 4076 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 8, 1° en 2°, van de wet van 1 mei 2006 tot wijziging van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tusse Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit voorzitter M. Melchior, de rechters P. Martens, E. De G(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 142/2007 van 22 november 2007 Rolnummer 4076 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 8, 1° en 2°, van de wet van 1 mei 2006 tot wijziging van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tusse Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit voorzitter M. Melchior, de rechters P. Martens, E. De G(...) Uittreksel uit arrest nr. 142/2007 van 22 november 2007 Rolnummer 4076 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 8, 1° en 2°, van de wet van 1 mei 2006 tot wijziging van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tusse Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit voorzitter M. Melchior, de rechters P. Martens, E. De G(...)
GRONDWETTELIJK HOF GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 142/2007 van 22 november 2007 Uittreksel uit arrest nr. 142/2007 van 22 november 2007
Rolnummer 4076 Rolnummer 4076
In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 8, 1° en 2°, van de In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 8, 1° en 2°, van de
wet van 1 mei 2006 tot wijziging van de wet van 11 juli 1978 tot wet van 1 mei 2006 tot wijziging van de wet van 11 juli 1978 tot
regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakorganisaties regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakorganisaties
van het militair personeel, ingesteld door de Algemene Centrale van van het militair personeel, ingesteld door de Algemene Centrale van
het Militair Personeel en anderen. het Militair Personeel en anderen.
Het Grondwettelijk Hof, Het Grondwettelijk Hof,
samengesteld uit voorzitter M. Melchior, de rechters P. Martens, E. De samengesteld uit voorzitter M. Melchior, de rechters P. Martens, E. De
Groot, L. Lavrysen, A. Alen en J.-P. Moerman, en, overeenkomstig Groot, L. Lavrysen, A. Alen en J.-P. Moerman, en, overeenkomstig
artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989, emeritus artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989, emeritus
voorzitter A. Arts, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitter A. Arts, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder
voorzitterschap van emeritus voorzitter A. Arts, voorzitterschap van emeritus voorzitter A. Arts,
wijst na beraad het volgende arrest : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 27 november Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 27 november
2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 28 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 28
november 2006, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 8, 1° november 2006, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 8, 1°
en 2°, van de wet van 1 mei 2006 tot wijziging van de wet van 11 juli en 2°, van de wet van 1 mei 2006 tot wijziging van de wet van 11 juli
1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de
vakorganisaties van het militair personeel (bekendgemaakt in het vakorganisaties van het militair personeel (bekendgemaakt in het
Belgisch Staatsblad van 29 mei 2006) door de Algemene Centrale van het Belgisch Staatsblad van 29 mei 2006) door de Algemene Centrale van het
Militair Personeel, met zetel te 1030 Brussel, Algemeen Stemrechtlaan Militair Personeel, met zetel te 1030 Brussel, Algemeen Stemrechtlaan
85, Philip Hinderyckx, wonende te 8310 Assebroek, Kriekenstraat 32, en 85, Philip Hinderyckx, wonende te 8310 Assebroek, Kriekenstraat 32, en
Anton Rijnders, wonende te 3930 Hamont-Achel, Mulk 146. Anton Rijnders, wonende te 3930 Hamont-Achel, Mulk 146.
(...) (...)
II. In rechte II. In rechte
(...) (...)
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beroep Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beroep
B.1.1. De eerste verzoekende partij, de Algemene Centrale van het B.1.1. De eerste verzoekende partij, de Algemene Centrale van het
Militair Personeel (ACMP), is een sectorale professionele Militair Personeel (ACMP), is een sectorale professionele
vakorganisatie die zich tot doel stelt de belangen van allerlei aard vakorganisatie die zich tot doel stelt de belangen van allerlei aard
van haar leden te verdedigen en alle nodige acties te voeren ter van haar leden te verdedigen en alle nodige acties te voeren ter
verdediging van de plaats van de militair in de natie. verdediging van de plaats van de militair in de natie.
B.1.2. In beginsel heeft een feitelijke vereniging, te dezen een B.1.2. In beginsel heeft een feitelijke vereniging, te dezen een
vakorganisatie, niet de vereiste bekwaamheid om bij het Hof een beroep vakorganisatie, niet de vereiste bekwaamheid om bij het Hof een beroep
tot vernietiging in te stellen. Anders is het wanneer zij optreedt in tot vernietiging in te stellen. Anders is het wanneer zij optreedt in
aangelegenheden waarvoor zij wettelijk als een afzonderlijke aangelegenheden waarvoor zij wettelijk als een afzonderlijke
juridische entiteit is erkend en wanneer, terwijl zij wettelijk als juridische entiteit is erkend en wanneer, terwijl zij wettelijk als
dusdanig betrokken is bij de werking van overheidsdiensten, de dusdanig betrokken is bij de werking van overheidsdiensten, de
voorwaarden zelf voor haar betrokkenheid bij die werking in het geding voorwaarden zelf voor haar betrokkenheid bij die werking in het geding
zijn. In zoverre zij in rechte treedt ter vernietiging van bepalingen zijn. In zoverre zij in rechte treedt ter vernietiging van bepalingen
die tot gevolg hebben dat aan haar prerogatieven wordt geraakt, moet die tot gevolg hebben dat aan haar prerogatieven wordt geraakt, moet
zulk een organisatie voor de toepassing van artikel 2, 2°, van de zulk een organisatie voor de toepassing van artikel 2, 2°, van de
bijzondere wet van 6 januari 1989 met een persoon worden bijzondere wet van 6 januari 1989 met een persoon worden
gelijkgesteld. gelijkgesteld.
B.1.3. De bestreden bepaling, die de voorwaarden wijzigt waaronder de B.1.3. De bestreden bepaling, die de voorwaarden wijzigt waaronder de
vakorganisaties van militairen door de Koning worden erkend, tast de vakorganisaties van militairen door de Koning worden erkend, tast de
regeling aan betreffende de betrokkenheid van de verzoekende partij regeling aan betreffende de betrokkenheid van de verzoekende partij
bij de werking van overheidsdiensten, zodat zij beschikt over de bij de werking van overheidsdiensten, zodat zij beschikt over de
vereiste bekwaamheid om de vernietiging ervan te vorderen. vereiste bekwaamheid om de vernietiging ervan te vorderen.
B.2.1. Volgens de Ministerraad zou het beroep niet ontvankelijk zijn B.2.1. Volgens de Ministerraad zou het beroep niet ontvankelijk zijn
omdat de verzoekende partijen geen belang zouden hebben bij de omdat de verzoekende partijen geen belang zouden hebben bij de
vernietiging van de door hen bestreden bepaling. vernietiging van de door hen bestreden bepaling.
B.2.2. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 vereisen B.2.2. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 vereisen
dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot
vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste
belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de
bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt. bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt.
B.2.3. Artikel 8, 1° en 2°, van de wet van 1 mei 2006 heeft tot gevolg B.2.3. Artikel 8, 1° en 2°, van de wet van 1 mei 2006 heeft tot gevolg
gehad dat de eerste verzoekende partij ertoe is verplicht een deel van gehad dat de eerste verzoekende partij ertoe is verplicht een deel van
haar leden uit te sluiten teneinde tegemoet te komen aan de nieuwe haar leden uit te sluiten teneinde tegemoet te komen aan de nieuwe
voorwaarden die de wet ten aanzien van de erkenning heeft vastgesteld voorwaarden die de wet ten aanzien van de erkenning heeft vastgesteld
en die laatste te behouden. In geval van vernietiging zal zij haar en die laatste te behouden. In geval van vernietiging zal zij haar
statuten opnieuw kunnen wijzigen teneinde de personen die zij heeft statuten opnieuw kunnen wijzigen teneinde de personen die zij heeft
moeten uitsluiten, opnieuw onder haar leden op te nemen. Bijgevolg moeten uitsluiten, opnieuw onder haar leden op te nemen. Bijgevolg
wordt zij rechtstreeks en ongunstig geraakt door de in het geding wordt zij rechtstreeks en ongunstig geraakt door de in het geding
zijnde bepaling. zijnde bepaling.
B.2.4. De exceptie van onontvankelijkheid wordt verworpen. B.2.4. De exceptie van onontvankelijkheid wordt verworpen.
B.3. Aangezien de eerste verzoekende partij doet blijken van een B.3. Aangezien de eerste verzoekende partij doet blijken van een
belang bij het beroep, dient niet te worden nagegaan of de andere twee belang bij het beroep, dient niet te worden nagegaan of de andere twee
verzoekers eveneens doen blijken van een belang. verzoekers eveneens doen blijken van een belang.
Ten gronde Ten gronde
B.4.1. Artikel 8, 1° en 2°, van de wet van 1 mei 2006 vervangt, in B.4.1. Artikel 8, 1° en 2°, van de wet van 1 mei 2006 vervangt, in
artikel 12, eerste lid, 1° en 5°, a), van de wet van 11 juli 1978 tot artikel 12, eerste lid, 1° en 5°, a), van de wet van 11 juli 1978 tot
regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakorganisaties regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakorganisaties
van het militair personeel, de woorden « gewezen militairen » door de van het militair personeel, de woorden « gewezen militairen » door de
woorden « gepensioneerde militairen ». woorden « gepensioneerde militairen ».
B.4.2. Het aldus gewijzigde artikel 12 van de voormelde wet van 11 B.4.2. Het aldus gewijzigde artikel 12 van de voormelde wet van 11
juli 1978 bepaalt : juli 1978 bepaalt :
« Door de Koning worden erkend de vakorganisaties : « Door de Koning worden erkend de vakorganisaties :
1° die de belangen behartigen van alle categorieën van militairen, van 1° die de belangen behartigen van alle categorieën van militairen, van
gepensioneerde militairen of van hun rechthebbenden; gepensioneerde militairen of van hun rechthebbenden;
2° die op nationaal vlak werkzaam zijn; 2° die op nationaal vlak werkzaam zijn;
3° waarvan de oogmerken geen belemmering vormen voor de werking van de 3° waarvan de oogmerken geen belemmering vormen voor de werking van de
krijgsmacht; krijgsmacht;
4° die in geen enkele vorm verbonden zijn met een andere 4° die in geen enkele vorm verbonden zijn met een andere
vakorganisatie erkend met toepassing van dit artikel; vakorganisatie erkend met toepassing van dit artikel;
5° die, met uitzondering van de vakorganisaties aangesloten bij een 5° die, met uitzondering van de vakorganisaties aangesloten bij een
vakorganisatie die vertegenwoordigd is in de Nationale Arbeidsraad : vakorganisatie die vertegenwoordigd is in de Nationale Arbeidsraad :
a) uitsluitend de in artikel 1 bedoelde militairen en gepensioneerde a) uitsluitend de in artikel 1 bedoelde militairen en gepensioneerde
militairen als leden tellen; militairen als leden tellen;
b) op geen enkele wijze verbonden zijn met organisaties die andere b) op geen enkele wijze verbonden zijn met organisaties die andere
belangen verdedigen dan die van de militairen of gewezen militairen, belangen verdedigen dan die van de militairen of gewezen militairen,
of van hun rechthebbenden, met uitzondering van de vakorganisaties van of van hun rechthebbenden, met uitzondering van de vakorganisaties van
de Belgische politiediensten en van de openbare hulp- en de Belgische politiediensten en van de openbare hulp- en
veiligheidsdiensten en van de internationale verenigingen van veiligheidsdiensten en van de internationale verenigingen van
vakorganisaties die de belangen verdedigen van de buitenlandse vakorganisaties die de belangen verdedigen van de buitenlandse
militairen of gewezen militairen; de organisaties waarmee een band militairen of gewezen militairen; de organisaties waarmee een band
bestaat mogen door hun statuten, handelingen of programma geen inbreuk bestaat mogen door hun statuten, handelingen of programma geen inbreuk
plegen op de principes van het Europees Verdrag tot bescherming van de plegen op de principes van het Europees Verdrag tot bescherming van de
rechten van de mens en de fundamentele vrijheden; voornoemde rechten van de mens en de fundamentele vrijheden; voornoemde
organisaties worden geacht alle noodzakelijke documentatie ter organisaties worden geacht alle noodzakelijke documentatie ter
beschikking te stellen van de Minister van Landsverdediging; beschikking te stellen van de Minister van Landsverdediging;
c) zich bij de minister van Landsverdediging doen kennen door het c) zich bij de minister van Landsverdediging doen kennen door het
toezenden, bij een ter post aangetekend schrijven, van een afschrift toezenden, bij een ter post aangetekend schrijven, van een afschrift
van hun statuten en van de lijst van hun verantwoordelijke leiders. van hun statuten en van de lijst van hun verantwoordelijke leiders.
Zij blijven hun erkenning slechts behouden indien zij aan de minister, Zij blijven hun erkenning slechts behouden indien zij aan de minister,
binnen de drie maanden, de wijzigingen doen kennen die zij in hun binnen de drie maanden, de wijzigingen doen kennen die zij in hun
statuten of in de lijst van hun verantwoordelijke leiders aanbrengen. statuten of in de lijst van hun verantwoordelijke leiders aanbrengen.
De Koning beslist de erkenning van een vakorganisatie in te trekken De Koning beslist de erkenning van een vakorganisatie in te trekken
indien wordt vastgesteld dat zij niet meer voldoet aan één of meer indien wordt vastgesteld dat zij niet meer voldoet aan één of meer
voorwaarden bepaald in het eerste lid. voorwaarden bepaald in het eerste lid.
De Koning stelt de procedure van erkenning en van intrekking van de De Koning stelt de procedure van erkenning en van intrekking van de
erkenning vast ». erkenning vast ».
B.5.1. Met de in het geding zijnde bepaling verplicht de wetgever de B.5.1. Met de in het geding zijnde bepaling verplicht de wetgever de
professionele vakorganisaties van militairen die de erkenning wensen professionele vakorganisaties van militairen die de erkenning wensen
te verkrijgen of te behouden, ertoe alleen de militairen in actieve te verkrijgen of te behouden, ertoe alleen de militairen in actieve
dienst en de gepensioneerde militairen als leden te aanvaarden. Tot de dienst en de gepensioneerde militairen als leden te aanvaarden. Tot de
inwerkingtreding van die bepaling konden zij eveneens de gewezen inwerkingtreding van die bepaling konden zij eveneens de gewezen
militairen, met andere woorden de personen die militair zijn geweest, militairen, met andere woorden de personen die militair zijn geweest,
die het om diverse redenen niet meer zijn, met name omdat zij hun die het om diverse redenen niet meer zijn, met name omdat zij hun
loopbaan buiten de krijgsmacht hebben voortgezet, en die nog niet loopbaan buiten de krijgsmacht hebben voortgezet, en die nog niet
gepensioneerd zijn, onder hun leden tellen. gepensioneerd zijn, onder hun leden tellen.
B.5.2. Door de vermindering van het aantal leden van de erkende B.5.2. Door de vermindering van het aantal leden van de erkende
professionele vakorganisaties van militairen die eruit voortvloeit, professionele vakorganisaties van militairen die eruit voortvloeit,
verzwakt artikel 8, 1° en 2°, van de wet van 1 mei 2006 indirect de verzwakt artikel 8, 1° en 2°, van de wet van 1 mei 2006 indirect de
professionele vakorganisaties van militairen. De interprofessionele professionele vakorganisaties van militairen. De interprofessionele
vakorganisaties die zijn aangesloten bij een in de Nationale vakorganisaties die zijn aangesloten bij een in de Nationale
Arbeidsraad vertegenwoordigde vakorganisatie wordt geen dergelijke Arbeidsraad vertegenwoordigde vakorganisatie wordt geen dergelijke
maatregel opgelegd. maatregel opgelegd.
B.6. In de parlementaire voorbereiding betreffende de in het geding B.6. In de parlementaire voorbereiding betreffende de in het geding
zijnde bepaling wordt niet uitgelegd om welke redenen de wetgever zijnde bepaling wordt niet uitgelegd om welke redenen de wetgever
heeft beslist de toepassing van het begrip « gewezen militairen » voor heeft beslist de toepassing van het begrip « gewezen militairen » voor
uitsluitend de professionele vakorganisaties te beperken tot alleen de uitsluitend de professionele vakorganisaties te beperken tot alleen de
gepensioneerde militairen. gepensioneerde militairen.
Door het de professionele vakorganisaties niet mogelijk te maken Door het de professionele vakorganisaties niet mogelijk te maken
gewezen militairen die geen gepensioneerde militairen zijn onder hun gewezen militairen die geen gepensioneerde militairen zijn onder hun
leden te tellen, op straffe van verlies van hun erkenning, terwijl de leden te tellen, op straffe van verlies van hun erkenning, terwijl de
interprofessionele vakorganisaties de gewezen militairen zonder enige interprofessionele vakorganisaties de gewezen militairen zonder enige
beperking onder hun leden kunnen tellen, voert de in het geding zijnde beperking onder hun leden kunnen tellen, voert de in het geding zijnde
bepaling een verschil in behandeling in tussen vakorganisaties en bepaling een verschil in behandeling in tussen vakorganisaties en
tussen gewezen militairen, naargelang zij zich willen aansluiten bij tussen gewezen militairen, naargelang zij zich willen aansluiten bij
een professionele vakorganisatie dan wel bij een interprofessionele een professionele vakorganisatie dan wel bij een interprofessionele
vakorganisatie. vakorganisatie.
B.7. Zoals het Hof in zijn arrest nr. 148/2003 heeft vastgesteld, B.7. Zoals het Hof in zijn arrest nr. 148/2003 heeft vastgesteld,
dragen de specifieke aan het leger toevertrouwde opdrachten bij tot de dragen de specifieke aan het leger toevertrouwde opdrachten bij tot de
verwezenlijking van doelstellingen van algemeen belang en bijgevolg verwezenlijking van doelstellingen van algemeen belang en bijgevolg
kunnen bepaalde verplichtingen worden opgelegd aan diegenen die voor kunnen bepaalde verplichtingen worden opgelegd aan diegenen die voor
een militaire loopbaan hebben gekozen. Het professionele karakter van een militaire loopbaan hebben gekozen. Het professionele karakter van
een vakorganisatie van militairen verantwoordt dat aan die een vakorganisatie van militairen verantwoordt dat aan die
vakorganisatie voorwaarden inzake de hoedanigheid van de leden ervan vakorganisatie voorwaarden inzake de hoedanigheid van de leden ervan
worden opgelegd. Die specificiteit is evenwel niet pertinent om te worden opgelegd. Die specificiteit is evenwel niet pertinent om te
verantwoorden dat de professionele vakorganisaties van militairen, verantwoorden dat de professionele vakorganisaties van militairen,
indien zij hun erkenning willen behouden, ertoe worden verplicht een indien zij hun erkenning willen behouden, ertoe worden verplicht een
deel van de leden uit te sluiten wier belangen zij tot op heden deel van de leden uit te sluiten wier belangen zij tot op heden
verdedigden, terwijl geen enkele vergelijkbare voorwaarde wordt verdedigden, terwijl geen enkele vergelijkbare voorwaarde wordt
opgelegd aan de organisaties die zijn aangesloten bij een in de opgelegd aan de organisaties die zijn aangesloten bij een in de
Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigde vakorganisatie. Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigde vakorganisatie.
De gewezen militairen verliezen immers niet noodzakelijk elk contact De gewezen militairen verliezen immers niet noodzakelijk elk contact
met het leger, vermits sommige aspecten van hun statuut, sommige met het leger, vermits sommige aspecten van hun statuut, sommige
sociale voordelen, met name de vergoedingspensioenen, alsook de sociale voordelen, met name de vergoedingspensioenen, alsook de
rustpensioenen die zij in de toekomst zullen kunnen genieten, zijn rustpensioenen die zij in de toekomst zullen kunnen genieten, zijn
geregeld door de bepalingen die zijn aangenomen na onderhandeling geregeld door de bepalingen die zijn aangenomen na onderhandeling
tussen de overheid en de vakorganisaties die het personeel van de tussen de overheid en de vakorganisaties die het personeel van de
krijgsmacht vertegenwoordigen. Hoewel zij niet langer militairen in krijgsmacht vertegenwoordigen. Hoewel zij niet langer militairen in
actieve dienst zijn, zijn de gewezen militairen bijgevolg niet minder actieve dienst zijn, zijn de gewezen militairen bijgevolg niet minder
betrokken bij de acties van de professionele vakorganisaties van betrokken bij de acties van de professionele vakorganisaties van
militairen. militairen.
De gepensioneerde militairen kunnen overigens aangesloten zijn bij de De gepensioneerde militairen kunnen overigens aangesloten zijn bij de
professionele vakorganisatie van militairen van hun keuze. De meeste professionele vakorganisatie van militairen van hun keuze. De meeste
gewezen militairen zijn ertoe geroepen gepensioneerde militairen te gewezen militairen zijn ertoe geroepen gepensioneerde militairen te
worden wanneer zij de pensioengerechtigde leeftijd bereiken en zullen worden wanneer zij de pensioengerechtigde leeftijd bereiken en zullen
zich bijgevolg op dat ogenblik opnieuw kunnen aansluiten bij de zich bijgevolg op dat ogenblik opnieuw kunnen aansluiten bij de
professionele vakorganisatie van militairen van hun keuze. Er kan niet professionele vakorganisatie van militairen van hun keuze. Er kan niet
worden ingezien om welke reden zij niet aangesloten zouden kunnen worden ingezien om welke reden zij niet aangesloten zouden kunnen
blijven tussen het ogenblik dat zij het leger verlaten om hun loopbaan blijven tussen het ogenblik dat zij het leger verlaten om hun loopbaan
daarbuiten voort te zetten en het ogenblik dat zij met pensioen gaan. daarbuiten voort te zetten en het ogenblik dat zij met pensioen gaan.
B.8. Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat het door de bepaling B.8. Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat het door de bepaling
ingevoerde verschil in behandeling niet bestaanbaar is met de ingevoerde verschil in behandeling niet bestaanbaar is met de
artikelen 10 en 11 van de Grondwet. artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Om die redenen, Om die redenen,
het Hof het Hof
vernietigt artikel 8, 1° en 2°, van de wet van 1 mei 2006 tot vernietigt artikel 8, 1° en 2°, van de wet van 1 mei 2006 tot
wijziging van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen wijziging van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen
tussen de overheid en de vakorganisaties van het militair personeel. tussen de overheid en de vakorganisaties van het militair personeel.
Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits,
overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op
de openbare terechtzitting van 22 november 2007, door voorzitter M. de openbare terechtzitting van 22 november 2007, door voorzitter M.
Bossuyt ter vervanging van emeritus voorzitter A. Arts, wettig Bossuyt ter vervanging van emeritus voorzitter A. Arts, wettig
verhinderd. verhinderd.
De griffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, De voorzitter,
M. Bossuyt. M. Bossuyt.
^