← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 132/2002 van 18 september 2002 Rolnummer 2218 In zake :
de prejudiciële vraag betreffende artikel 100 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 5 augustus
1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onder Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en
de rechters P. Mart(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 132/2002 van 18 september 2002 Rolnummer 2218 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 100 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onder Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) | Uittreksel uit arrest nr. 132/2002 van 18 september 2002 Rolnummer 2218 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 100 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onder Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 132/2002 van 18 september 2002 | Uittreksel uit arrest nr. 132/2002 van 18 september 2002 |
| Rolnummer 2218 | Rolnummer 2218 |
| In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 100 van het | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 100 van het |
| decreet van de Franse Gemeenschap van 5 augustus 1995 houdende de | decreet van de Franse Gemeenschap van 5 augustus 1995 houdende de |
| algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, gesteld | algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, gesteld |
| door de Raad van State. | door de Raad van State. |
| Het Arbitragehof, | Het Arbitragehof, |
| samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
| P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, L. Lavrysen en E. Derycke, | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, L. Lavrysen en E. Derycke, |
| bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van |
| voorzitter M. Melchior, | voorzitter M. Melchior, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
| Bij arrest nr. 96.783 van 21 juni 2001 in zake G. Périlleux tegen de | Bij arrest nr. 96.783 van 21 juni 2001 in zake G. Périlleux tegen de |
| Franse Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het | Franse Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het |
| Arbitragehof is ingekomen op 5 juli 2001, heeft de Raad van State de | Arbitragehof is ingekomen op 5 juli 2001, heeft de Raad van State de |
| volgende prejudiciële vraag gesteld : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Schendt artikel 100 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de | « Schendt artikel 100 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de |
| algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen de | algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen de |
| artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet, in zoverre het voorziet in | artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet, in zoverre het voorziet in |
| afwijkende voorwaarden voor de benoeming in de functie van categoriale | afwijkende voorwaarden voor de benoeming in de functie van categoriale |
| directeur, die van toepassing zijn bij de oprichting van de | directeur, die van toepassing zijn bij de oprichting van de |
| hogeschool, en in zoverre het een verschil in behandeling invoert | hogeschool, en in zoverre het een verschil in behandeling invoert |
| tussen de personen die vóór die oprichting de functie van directeur, | tussen de personen die vóór die oprichting de functie van directeur, |
| adjunct-directeur of onderdirecteur uitoefenden in de instellingen | adjunct-directeur of onderdirecteur uitoefenden in de instellingen |
| voor hoger onderwijs die de hogeschool vormen, en de andere | voor hoger onderwijs die de hogeschool vormen, en de andere |
| personeelsleden die voldoen aan de voorwaarden die elders worden | personeelsleden die voldoen aan de voorwaarden die elders worden |
| omschreven om tot categoriale directeur te worden benoemd ? » | omschreven om tot categoriale directeur te worden benoemd ? » |
| (...) | (...) |
| IV. In rechte | IV. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 100 van het decreet van | B.1.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 100 van het decreet van |
| de Franse Gemeenschap van 5 augustus 1995 houdende de algemene | de Franse Gemeenschap van 5 augustus 1995 houdende de algemene |
| organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, dat bepaalt : | organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, dat bepaalt : |
| « Bij de oprichting van de hogeschool bestaat het bestuurscollege, in | « Bij de oprichting van de hogeschool bestaat het bestuurscollege, in |
| afwijking van de artikelen 67 en 70, van rechtswege uit de directeurs, | afwijking van de artikelen 67 en 70, van rechtswege uit de directeurs, |
| adjunct-directeurs en onderdirecteurs van de | adjunct-directeurs en onderdirecteurs van de |
| hoger-onderwijsinstellingen die de hogeschool samenstellen. | hoger-onderwijsinstellingen die de hogeschool samenstellen. |
| In het door de Franse Gemeenschap georganiseerd onderwijs zijn de | In het door de Franse Gemeenschap georganiseerd onderwijs zijn de |
| fungerende directeurs, adjunct-directeurs en onderdirecteurs van | fungerende directeurs, adjunct-directeurs en onderdirecteurs van |
| rechtswege lid van het bestuurscollege, voor ten hoogste 5 jaar. | rechtswege lid van het bestuurscollege, voor ten hoogste 5 jaar. |
| Als onder de in het 1e lid bedoelde leden van rechtswege van het | Als onder de in het 1e lid bedoelde leden van rechtswege van het |
| bestuurscollege, de verantwoordelijken voor het hoger onderwijs van | bestuurscollege, de verantwoordelijken voor het hoger onderwijs van |
| het lange of het korte type, zo die 2 types in de hogeschool | het lange of het korte type, zo die 2 types in de hogeschool |
| voorkomen, niet vertegenwoordigd zijn naar rato van ten minste 1/3 van | voorkomen, niet vertegenwoordigd zijn naar rato van ten minste 1/3 van |
| de leden, dan benoemt de inrichtende macht, als overgangsmaatregel, | de leden, dan benoemt de inrichtende macht, als overgangsmaatregel, |
| tot 1 september 2001, bijkomende leden, gekozen uit het onderwijzend | tot 1 september 2001, bijkomende leden, gekozen uit het onderwijzend |
| personeel. Ze worden aan het college toegevoegd om de verhouding van | personeel. Ze worden aan het college toegevoegd om de verhouding van |
| 1/3 te bereiken. | 1/3 te bereiken. |
| De inrichtende macht benoemt de categoriale directeurs onder de leden | De inrichtende macht benoemt de categoriale directeurs onder de leden |
| van rechtswege van het bestuurscollege. De categoriale directeurs, | van rechtswege van het bestuurscollege. De categoriale directeurs, |
| benoemd ingevolge het voorgaande lid, worden overeenkomstig artikel 71 | benoemd ingevolge het voorgaande lid, worden overeenkomstig artikel 71 |
| vervangen. » | vervangen. » |
| B.1.2. De artikelen 67 en 70 van hetzelfde decreet, waarvan die | B.1.2. De artikelen 67 en 70 van hetzelfde decreet, waarvan die |
| bepaling bij wijze van overgangsregeling afwijkt, bepalen dat het | bepaling bij wijze van overgangsregeling afwijkt, bepalen dat het |
| bestuurscollege van elke hogeschool uit categoriale directeurs bestaat | bestuurscollege van elke hogeschool uit categoriale directeurs bestaat |
| en door de directeur-voorzitter wordt voorgezeten. Krachtens artikel | en door de directeur-voorzitter wordt voorgezeten. Krachtens artikel |
| 71 van het decreet worden de categoriale directeurs benoemd, naar | 71 van het decreet worden de categoriale directeurs benoemd, naar |
| gelang van het net waartoe de betrokken hogeschool behoort, door de | gelang van het net waartoe de betrokken hogeschool behoort, door de |
| Regering of door de inrichtende macht, die hen kiest uit een lijst van | Regering of door de inrichtende macht, die hen kiest uit een lijst van |
| drie door heel het onderwijzend personeel van de betrokken | drie door heel het onderwijzend personeel van de betrokken |
| studiecategorie voorgedragen kandidaten. | studiecategorie voorgedragen kandidaten. |
| B.2. De in het geding zijnde bepaling voert op het vlak van de toegang | B.2. De in het geding zijnde bepaling voert op het vlak van de toegang |
| tot de betrekking van directeur van een studiecategorie op het | tot de betrekking van directeur van een studiecategorie op het |
| ogenblik van de oprichting van een hogeschool een verschil in | ogenblik van de oprichting van een hogeschool een verschil in |
| behandeling in tussen de personen die een bestuursfunctie bekleedden | behandeling in tussen de personen die een bestuursfunctie bekleedden |
| in één van de instellingen die de hogeschool vormen, en de andere | in één van de instellingen die de hogeschool vormen, en de andere |
| kandidaten. De eerstgenoemden worden, van rechtswege, lid van het | kandidaten. De eerstgenoemden worden, van rechtswege, lid van het |
| bestuurscollege van de hogeschool. Krachtens het laatste lid van die | bestuurscollege van de hogeschool. Krachtens het laatste lid van die |
| bepaling kunnen zij dus tot categoriaal directeur worden benoemd en | bepaling kunnen zij dus tot categoriaal directeur worden benoemd en |
| die functie tot hun inrustestelling behouden. | die functie tot hun inrustestelling behouden. |
| De andere kandidaten genieten die voorrang niet en moeten dus wachten | De andere kandidaten genieten die voorrang niet en moeten dus wachten |
| totdat een betrekking vacant wordt om eventueel in een hernieuwbaar | totdat een betrekking vacant wordt om eventueel in een hernieuwbaar |
| mandaat van vijf jaar volgens de in artikel 71 van het decreet | mandaat van vijf jaar volgens de in artikel 71 van het decreet |
| vastgelegde procedure te worden benoemd. | vastgelegde procedure te worden benoemd. |
| B.3.1. De betwiste maatregel past in een context van grondige | B.3.1. De betwiste maatregel past in een context van grondige |
| reorganisatie van het hoger onderwijs, die werd gerealiseerd door de | reorganisatie van het hoger onderwijs, die werd gerealiseerd door de |
| oprichting van nieuwe instellingen op basis van één of meer | oprichting van nieuwe instellingen op basis van één of meer |
| gehergroepeerde bestaande instellingen. Die reorganisatie stelt onder | gehergroepeerde bestaande instellingen. Die reorganisatie stelt onder |
| meer een mandaatregeling in voor de bestuursbetrekkingen van de nieuwe | meer een mandaatregeling in voor de bestuursbetrekkingen van de nieuwe |
| hogescholen. | hogescholen. |
| B.3.2. Uit de parlementaire voorbereiding van het decreet van 5 | B.3.2. Uit de parlementaire voorbereiding van het decreet van 5 |
| augustus 1995 blijkt dat de door de decreetgever nagestreefde | augustus 1995 blijkt dat de door de decreetgever nagestreefde |
| doelstelling bij het invoeren van de overgangsbepaling van artikel 100 | doelstelling bij het invoeren van de overgangsbepaling van artikel 100 |
| erin bestond het de leden van het directiepersoneel van de in | erin bestond het de leden van het directiepersoneel van de in |
| hogescholen gehergroepeerde instellingen mogelijk te maken hun functie | hogescholen gehergroepeerde instellingen mogelijk te maken hun functie |
| en hun krachtens de vroegere reglementering verkregen rechten te | en hun krachtens de vroegere reglementering verkregen rechten te |
| behouden (Parl. St., Franse Gemeenschapsraad, B.Z. 1995, nr. 26/1, p. | behouden (Parl. St., Franse Gemeenschapsraad, B.Z. 1995, nr. 26/1, p. |
| 8). | 8). |
| B.4. Het door de in het geding zijnde bepaling ingevoerde onderscheid | B.4. Het door de in het geding zijnde bepaling ingevoerde onderscheid |
| tussen de personeelsleden die onderwijsinstellingen leidden die de | tussen de personeelsleden die onderwijsinstellingen leidden die de |
| hogeschool vormen, en de andere personeelsleden berust op een | hogeschool vormen, en de andere personeelsleden berust op een |
| objectief criterium dat in het licht van het nagestreefde doel ter | objectief criterium dat in het licht van het nagestreefde doel ter |
| zake dienend is. | zake dienend is. |
| De decreetgever vermocht terecht zich erom te bekommeren dat de | De decreetgever vermocht terecht zich erom te bekommeren dat de |
| personen die vóór de oprichting van de hogeschool in bestuursmandaten | personen die vóór de oprichting van de hogeschool in bestuursmandaten |
| benoemd waren en die bijgevolg konden verwachten dat zij die functies | benoemd waren en die bijgevolg konden verwachten dat zij die functies |
| tot op het einde van hun loopbaan zouden bekleden, de door hen | tot op het einde van hun loopbaan zouden bekleden, de door hen |
| verkregen rechten zouden kunnen behouden. Overigens verzekerde de | verkregen rechten zouden kunnen behouden. Overigens verzekerde de |
| wetgever op die manier een bepaalde stabiliteit en de continuïteit van | wetgever op die manier een bepaalde stabiliteit en de continuïteit van |
| dat onderwijs in het kader van de reorganisatie die het onderging. | dat onderwijs in het kader van de reorganisatie die het onderging. |
| B.5. De maatregel die erin bestaat - bij wege van overgangsmaatregel - | B.5. De maatregel die erin bestaat - bij wege van overgangsmaatregel - |
| voorrang te verlenen aan de vroegere personeelsleden die inrichtingen | voorrang te verlenen aan de vroegere personeelsleden die inrichtingen |
| leidden die de nieuwe hogeschool vormen, doet niet op onevenredige | leidden die de nieuwe hogeschool vormen, doet niet op onevenredige |
| wijze afbreuk aan de rechten van de personen die vóór de oprichting | wijze afbreuk aan de rechten van de personen die vóór de oprichting |
| van de hogeschool geen bestuursmandaat bekleedden : onder de vroegere | van de hogeschool geen bestuursmandaat bekleedden : onder de vroegere |
| wetgeving die in vaste benoemingen voorzag, konden die personen, in | wetgeving die in vaste benoemingen voorzag, konden die personen, in |
| voorkomend geval, enkel in geval van een openstaande betrekking worden | voorkomend geval, enkel in geval van een openstaande betrekking worden |
| benoemd. | benoemd. |
| B.6. De vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.6. De vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| het Hof | het Hof |
| zegt voor recht : | zegt voor recht : |
| Artikel 100 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 5 augustus | Artikel 100 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 5 augustus |
| 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in | 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in |
| hogescholen schendt de artikelen 10, 11 en 24, § 4, van de Grondwet | hogescholen schendt de artikelen 10, 11 en 24, § 4, van de Grondwet |
| niet, in zoverre het voorziet in afwijkende voorwaarden inzake de | niet, in zoverre het voorziet in afwijkende voorwaarden inzake de |
| benoeming in de functies van categoriaal directeur die bij de | benoeming in de functies van categoriaal directeur die bij de |
| oprichting van de hogeschool van toepassing zijn. | oprichting van de hogeschool van toepassing zijn. |
| Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
| artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 18 september 2002. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 18 september 2002. |
| De griffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| M. Melchior | M. Melchior |