← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 83/2001 van 21 juni 2001 Rolnummer 2132 In zake : de prejudiciële
vraag betreffende de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid en meer bepaald « het feit dat een
andere berekeningswijze wordt toegepast voor het Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld
uit emeritus voorzitter G. De Baets, en rechter A(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 83/2001 van 21 juni 2001 Rolnummer 2132 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid en meer bepaald « het feit dat een andere berekeningswijze wordt toegepast voor het Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit emeritus voorzitter G. De Baets, en rechter A(...) | Uittreksel uit arrest nr. 83/2001 van 21 juni 2001 Rolnummer 2132 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid en meer bepaald « het feit dat een andere berekeningswijze wordt toegepast voor het Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit emeritus voorzitter G. De Baets, en rechter A(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
Uittreksel uit arrest nr. 83/2001 van 21 juni 2001 | Uittreksel uit arrest nr. 83/2001 van 21 juni 2001 |
Rolnummer 2132 | Rolnummer 2132 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende de werkgeversbijdragen | In zake : de prejudiciële vraag betreffende de werkgeversbijdragen |
voor de sociale zekerheid en meer bepaald « het feit dat een andere | voor de sociale zekerheid en meer bepaald « het feit dat een andere |
berekeningswijze wordt toegepast voor het stelsel van de | berekeningswijze wordt toegepast voor het stelsel van de |
vijf-dagenweek en het stelsel van de zes-dagenweek », gesteld door de | vijf-dagenweek en het stelsel van de zes-dagenweek », gesteld door de |
Arbeidsrechtbank te Kortrijk. | Arbeidsrechtbank te Kortrijk. |
Het Arbitragehof, beperkte kamer, | Het Arbitragehof, beperkte kamer, |
samengesteld uit emeritus voorzitter G. De Baets, en rechter A. Arts | samengesteld uit emeritus voorzitter G. De Baets, en rechter A. Arts |
en ererechter J. Delruelle, verslaggevers, bijgestaan door de griffier | en ererechter J. Delruelle, verslaggevers, bijgestaan door de griffier |
L. Potoms, | L. Potoms, |
wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Bij vonnis van 13 februari 2001 in zake de b.v.b.a. Verga tegen de | Bij vonnis van 13 februari 2001 in zake de b.v.b.a. Verga tegen de |
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, waarvan de expeditie ter griffie | Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, waarvan de expeditie ter griffie |
van het Arbitragehof is ingekomen op 19 februari 2001, heeft de | van het Arbitragehof is ingekomen op 19 februari 2001, heeft de |
Arbeidsrechtbank te Kortrijk de prejudiciële vraag gesteld : | Arbeidsrechtbank te Kortrijk de prejudiciële vraag gesteld : |
« of het feit dat een andere berekeningswijze wordt toegepast voor het | « of het feit dat een andere berekeningswijze wordt toegepast voor het |
stelsel van de vijf-dagenweek en het stelsel van de zes-dagenweek, met | stelsel van de vijf-dagenweek en het stelsel van de zes-dagenweek, met |
name dat in het vijf-dagenstelsel in de teller van de breuk het loon | name dat in het vijf-dagenstelsel in de teller van de breuk het loon |
wordt vermeld, meer de overbruggingsvergoeding en in de noemer het | wordt vermeld, meer de overbruggingsvergoeding en in de noemer het |
aantal gewerkte dagen, terwijl in het zes-dagenstelsel de teller van | aantal gewerkte dagen, terwijl in het zes-dagenstelsel de teller van |
de breuk eveneens het loon bevat vermeerderd met de | de breuk eveneens het loon bevat vermeerderd met de |
overbruggingsvergoeding, maar in de noemer het aantal gepresteerde | overbruggingsvergoeding, maar in de noemer het aantal gepresteerde |
uren waardoor er meer kans bestaat om in het zes-dagenstelsel | uren waardoor er meer kans bestaat om in het zes-dagenstelsel |
R.S.Z.-vermindering te bekomen, niet strijdig is met het | R.S.Z.-vermindering te bekomen, niet strijdig is met het |
gelijkheidsbeginsel vervat in de artikelen 10 en 11 van de grondwet en | gelijkheidsbeginsel vervat in de artikelen 10 en 11 van de grondwet en |
met de artikelen 8, 12 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten | met de artikelen 8, 12 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten |
van de Mens ». | van de Mens ». |
(...) | (...) |
IV. In rechte | IV. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Luidens artikel 26, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 | B.1. Luidens artikel 26, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 |
op het Arbitragehof, aangenomen ter uitvoering van artikel 142 van de | op het Arbitragehof, aangenomen ter uitvoering van artikel 142 van de |
Grondwet, doet het Hof, bij wijze van prejudiciële beslissing, | Grondwet, doet het Hof, bij wijze van prejudiciële beslissing, |
uitspraak bij wege van arrest op vragen omtrent : | uitspraak bij wege van arrest op vragen omtrent : |
« 1° de schending door een wet, een decreet of een in artikel 26bis | « 1° de schending door een wet, een decreet of een in artikel 26bis |
[thans artikel 134] van de Grondwet bedoelde regel van de regels die | [thans artikel 134] van de Grondwet bedoelde regel van de regels die |
door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de | door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de |
onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de Gemeenschappen en de | onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de Gemeenschappen en de |
Gewesten; | Gewesten; |
2° onverminderd 1°, elk conflict tussen decreten of tussen regels | 2° onverminderd 1°, elk conflict tussen decreten of tussen regels |
bedoeld in artikel 26bis [thans artikel 134] van de Grondwet, die | bedoeld in artikel 26bis [thans artikel 134] van de Grondwet, die |
uitgaan van verschillende wetgevers en voor zover het conflict | uitgaan van verschillende wetgevers en voor zover het conflict |
ontstaan is uit hun onderscheiden werkingssfeer; | ontstaan is uit hun onderscheiden werkingssfeer; |
3° de schending door een wet, een decreet of een in artikel 26bis | 3° de schending door een wet, een decreet of een in artikel 26bis |
[thans artikel 134] van de Grondwet bedoelde regel van de artikelen 6, | [thans artikel 134] van de Grondwet bedoelde regel van de artikelen 6, |
6bis en 17 [thans de artikelen 10, 11 en 24] van de Grondwet ». | 6bis en 17 [thans de artikelen 10, 11 en 24] van de Grondwet ». |
B.2. Noch uit de vraag, noch uit de overwegingen van het verwijzende | B.2. Noch uit de vraag, noch uit de overwegingen van het verwijzende |
vonnis kan worden opgemaakt welke de wetskrachtige bepalingen zijn | vonnis kan worden opgemaakt welke de wetskrachtige bepalingen zijn |
waaruit het aangeklaagde onderscheid zou voortspruiten. | waaruit het aangeklaagde onderscheid zou voortspruiten. |
B.3.1. Volgens de eisende partij voor de verwijzende rechter heeft de | B.3.1. Volgens de eisende partij voor de verwijzende rechter heeft de |
prejudiciële vraag betrekking op artikel 47, § 1, eerste en tweede | prejudiciële vraag betrekking op artikel 47, § 1, eerste en tweede |
lid, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering | lid, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering |
van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands | van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands |
concurrentievermogen (bekrachtigd bij wet van 30 maart 1994). In de | concurrentievermogen (bekrachtigd bij wet van 30 maart 1994). In de |
periode waarop de zaak ten gronde betrekking heeft (vóór de | periode waarop de zaak ten gronde betrekking heeft (vóór de |
inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 8 september 1997), | inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 8 september 1997), |
bepaalden die leden : | bepaalden die leden : |
« De werkgevers bedoeld in artikel 46 genieten voor de werknemers | « De werkgevers bedoeld in artikel 46 genieten voor de werknemers |
bedoeld in hetzelfde artikel en die voltijds tewerkgesteld worden een | bedoeld in hetzelfde artikel en die voltijds tewerkgesteld worden een |
vermindering van de werkgeversbijdragen vastgesteld bij artikel 38, § | vermindering van de werkgeversbijdragen vastgesteld bij artikel 38, § |
3, 1° tot 7°, en § 3bis van de voornoemde wet van 29 juni 1981. | 3, 1° tot 7°, en § 3bis van de voornoemde wet van 29 juni 1981. |
Deze vermindering is vastgesteld op : | Deze vermindering is vastgesteld op : |
a) 50 % voor zover de loonsom die per werknemer driemaandelijks wordt | a) 50 % voor zover de loonsom die per werknemer driemaandelijks wordt |
aangegeven (tegen 100 %) gedeeld door het aantal vergoede werkdagen | aangegeven (tegen 100 %) gedeeld door het aantal vergoede werkdagen |
zich situeert tussen de volgende daggrensbedragen : 1.561 frank en | zich situeert tussen de volgende daggrensbedragen : 1.561 frank en |
1.977 frank. | 1.977 frank. |
b) 35 % voor zover de loonsom die per werknemer driemaandelijks wordt | b) 35 % voor zover de loonsom die per werknemer driemaandelijks wordt |
aangegeven (tegen 100 %) gedeeld door het aantal vergoede werkdagen | aangegeven (tegen 100 %) gedeeld door het aantal vergoede werkdagen |
zich situeert tussen de volgende daggrensbedragen : 1.978 frank en | zich situeert tussen de volgende daggrensbedragen : 1.978 frank en |
2.133 frank. | 2.133 frank. |
c) 20 % voor zover de loonsom die per werknemer driemaandelijks wordt | c) 20 % voor zover de loonsom die per werknemer driemaandelijks wordt |
aangegeven (tegen 100 %) gedeeld door het aantal vergoede werkdagen | aangegeven (tegen 100 %) gedeeld door het aantal vergoede werkdagen |
zich situeert tussen de volgende daggrensbedragen : 2.134 frank en | zich situeert tussen de volgende daggrensbedragen : 2.134 frank en |
2.289 frank. | 2.289 frank. |
d) 10 % voor zover de loonsom die per werknemer driemaandelijks wordt | d) 10 % voor zover de loonsom die per werknemer driemaandelijks wordt |
aangegeven (tegen 100 %) gedeeld door het aantal vergoede werkdagen | aangegeven (tegen 100 %) gedeeld door het aantal vergoede werkdagen |
zich situeert tussen de volgende daggrensbedragen : 2.290 frank en | zich situeert tussen de volgende daggrensbedragen : 2.290 frank en |
2.808 frank. » | 2.808 frank. » |
B.3.2. In die bepalingen wordt met betrekking tot het bepalen van de | B.3.2. In die bepalingen wordt met betrekking tot het bepalen van de |
vermindering van de werkgeversbijdrage het in de prejudiciële vraag | vermindering van de werkgeversbijdrage het in de prejudiciële vraag |
aangehaalde onderscheid tussen het stelsel van de vijfdaagse werkweek | aangehaalde onderscheid tussen het stelsel van de vijfdaagse werkweek |
en dat van de zesdaagse werkweek niet gemaakt. | en dat van de zesdaagse werkweek niet gemaakt. |
B.4. Het Hof, dat enkel oordeelt over bepalingen met kracht van wet, | B.4. Het Hof, dat enkel oordeelt over bepalingen met kracht van wet, |
kan geen uitspraak doen over de vraag of « het feit dat een andere | kan geen uitspraak doen over de vraag of « het feit dat een andere |
berekeningswijze wordt toegepast voor het stelsel van de | berekeningswijze wordt toegepast voor het stelsel van de |
vijf-dagenweek en het stelsel van de zes-dagenweek » al dan niet de | vijf-dagenweek en het stelsel van de zes-dagenweek » al dan niet de |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. |
Om die redenen, | Om die redenen, |
het Hof, beperkte kamer, | het Hof, beperkte kamer, |
met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, | met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, |
stelt vast dat de gestelde prejudiciële vraag niet ontvankelijk is. | stelt vast dat de gestelde prejudiciële vraag niet ontvankelijk is. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 juni 2001. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 juni 2001. |
De griffier, | De griffier, |
L. Potoms | L. Potoms |
De voorzitter, | De voorzitter, |
G. De Baets | G. De Baets |