Besluit van de afgevaardigd bestuurder van SELOR tot vaststelling van het reglement van orde betreffende de vergelijkende selecties, de selecties en de taalexamens | Besluit van de afgevaardigd bestuurder van SELOR tot vaststelling van het reglement van orde betreffende de vergelijkende selecties, de selecties en de taalexamens |
---|---|
SELOR - SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID | SELOR - SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID |
20 FEBRUARI 2001. - Besluit van de afgevaardigd bestuurder van SELOR | 20 FEBRUARI 2001. - Besluit van de afgevaardigd bestuurder van SELOR |
tot vaststelling van het reglement van orde betreffende de | tot vaststelling van het reglement van orde betreffende de |
vergelijkende selecties, de selecties en de taalexamens | vergelijkende selecties, de selecties en de taalexamens |
De afgevaardigd bestuurder, | De afgevaardigd bestuurder, |
Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken | Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken |
samengevat op 18 juli 1966, inzonderheid op artikel 53; | samengevat op 18 juli 1966, inzonderheid op artikel 53; |
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het | Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het |
statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op deel III, titel I, | statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op deel III, titel I, |
hoofdstukken I en II, en deel IX; | hoofdstukken I en II, en deel IX; |
Gelet op het koninklijk besluit van 30 november 1966 tot vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 30 november 1966 tot vaststelling |
van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de | van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de |
taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik | taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik |
van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966, inzonderheid | van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966, inzonderheid |
op artikel 2; | op artikel 2; |
Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering | Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering |
van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen | van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen |
tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op | tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op |
artikel 14, | artikel 14, |
Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de |
selectie en de loopbaan van het rijkspersoneel, | selectie en de loopbaan van het rijkspersoneel, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK I. - De vergelijkende selecties, selecties en taalexamens | HOOFDSTUK I. - De vergelijkende selecties, selecties en taalexamens |
Afdeling I. - Bekendmaking, inschrijvingen, oproepingen | Afdeling I. - Bekendmaking, inschrijvingen, oproepingen |
Artikel 1.§ 1. De mededeling waarmede de organisatie van een |
Artikel 1.§ 1. De mededeling waarmede de organisatie van een |
vergelijkende selectie wordt bekendgemaakt, vermeldt tenminste de | vergelijkende selectie wordt bekendgemaakt, vermeldt tenminste de |
uiterste datum van kandidaatstelling, het vereiste diploma of | uiterste datum van kandidaatstelling, het vereiste diploma of |
studiegetuigschrift en eventueel de samenstelling van een reserve van | studiegetuigschrift en eventueel de samenstelling van een reserve van |
geslaagden, de duur en de omvang ervan. | geslaagden, de duur en de omvang ervan. |
§ 2. De vergelijkende selecties voor overgang naar het hogere niveau | § 2. De vergelijkende selecties voor overgang naar het hogere niveau |
en de selecties voor verhoging in weddeschaal of voor verhoging in | en de selecties voor verhoging in weddeschaal of voor verhoging in |
graad worden door een dienstnota van het betrokken bestuur aan het | graad worden door een dienstnota van het betrokken bestuur aan het |
personeel medegedeeld. | personeel medegedeeld. |
De dienstnota vermeldt o.m. : | De dienstnota vermeldt o.m. : |
- de taal van de selectie; | - de taal van de selectie; |
- de deelnemingsvoorwaarden en de datum waarop deze moeten vervuld | - de deelnemingsvoorwaarden en de datum waarop deze moeten vervuld |
zijn; | zijn; |
- de selectieprocedure; | - de selectieprocedure; |
- en de uiterste inschrijvingsdatum. | - en de uiterste inschrijvingsdatum. |
Art. 2.§ 1. De aanvraag om deelneming aan een vergelijkende selectie |
Art. 2.§ 1. De aanvraag om deelneming aan een vergelijkende selectie |
vermeld in artikel 1, § 1, wordt ingediend volgens de modaliteiten | vermeld in artikel 1, § 1, wordt ingediend volgens de modaliteiten |
vastgesteld door de overheid die ze organiseert en rechtstreeks aan | vastgesteld door de overheid die ze organiseert en rechtstreeks aan |
die overheid bezorgd. | die overheid bezorgd. |
§ 2. De aanvraag om deelneming aan een selectie vermeld in artikel 1, | § 2. De aanvraag om deelneming aan een selectie vermeld in artikel 1, |
§ 2, wordt gericht aan de personeelsdienst waarvan de kandidaat | § 2, wordt gericht aan de personeelsdienst waarvan de kandidaat |
afhangt. Deze dienst bevestigt dat de kandidaat de | afhangt. Deze dienst bevestigt dat de kandidaat de |
deelnemingsvoorwaarden vervult en o.m., voor de overgang naar niveau | deelnemingsvoorwaarden vervult en o.m., voor de overgang naar niveau |
1, dat hij de vijf vereiste brevetten bezit. | 1, dat hij de vijf vereiste brevetten bezit. |
De lijst van de kandidaten die aan de gestelde eisen voldoen, wordt | De lijst van de kandidaten die aan de gestelde eisen voldoen, wordt |
volgens de modaliteiten vastgesteld door de afgevaardigd bestuurder | volgens de modaliteiten vastgesteld door de afgevaardigd bestuurder |
toegezonden aan de overheid die de selectie organiseert en ondertekend | toegezonden aan de overheid die de selectie organiseert en ondertekend |
door het hoofd van het bestuur. | door het hoofd van het bestuur. |
Art. 3.De kandidaten worden minstens acht kalenderdagen vóór de datum |
Art. 3.De kandidaten worden minstens acht kalenderdagen vóór de datum |
van elk selectiegedeelte of taalexamen opgeroepen. De kandidaten die | van elk selectiegedeelte of taalexamen opgeroepen. De kandidaten die |
afwezig zijn, worden uitgesloten. | afwezig zijn, worden uitgesloten. |
Afdeling II. - Werking van de selectiecommissie | Afdeling II. - Werking van de selectiecommissie |
Art. 4.De selectiecommissie kan slechts vergaderen wanneer ten minste |
Art. 4.De selectiecommissie kan slechts vergaderen wanneer ten minste |
de helft van haar leden aanwezig is. | de helft van haar leden aanwezig is. |
Beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen. | Beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen. |
Bij staking van stemmen beslist de voorzitter. | Bij staking van stemmen beslist de voorzitter. |
Art. 5.Elke selectiecommissie kan worden bijgestaan door een |
Art. 5.Elke selectiecommissie kan worden bijgestaan door een |
secretaris. | secretaris. |
HOOFDSTUK II. - Schriftelijke gedeelte | HOOFDSTUK II. - Schriftelijke gedeelte |
Art. 6.De opgaven worden door de afgevaardigd bestuurder vastgesteld. |
Art. 6.De opgaven worden door de afgevaardigd bestuurder vastgesteld. |
Hij kan hierbij de adviezen inwinnen die hij nuttig acht. | Hij kan hierbij de adviezen inwinnen die hij nuttig acht. |
De opgaven worden niet meegedeeld aan de leden van de jury vóór de | De opgaven worden niet meegedeeld aan de leden van de jury vóór de |
aanvang van de selectie. | aanvang van de selectie. |
Art. 7.Iedere kandidaat vermeldt zijn identiteitsgegevens en plaatst |
Art. 7.Iedere kandidaat vermeldt zijn identiteitsgegevens en plaatst |
zijn handtekening op het/de daartoe bestemde document(en). De | zijn handtekening op het/de daartoe bestemde document(en). De |
toezichter vergelijkt deze gegevens en de handtekening met de | toezichter vergelijkt deze gegevens en de handtekening met de |
identiteitskaart van de kandidaat. | identiteitskaart van de kandidaat. |
Art. 8.De toezichters staan in voor de orde. Zij mogen geen uitleg |
Art. 8.De toezichters staan in voor de orde. Zij mogen geen uitleg |
aan de kandidaten geven. Wanneer hen hierom wordt gevraagd, | aan de kandidaten geven. Wanneer hen hierom wordt gevraagd, |
verwittigen zij de voorzitter of de secretaris. | verwittigen zij de voorzitter of de secretaris. |
Art. 9.De kandidaat die de orde verstoort, bedrog pleegt op poogt te |
Art. 9.De kandidaat die de orde verstoort, bedrog pleegt op poogt te |
plegen, wordt uitgesloten. | plegen, wordt uitgesloten. |
De kandidaten mogen op straf van onmiddellijke uitsluiting noch met | De kandidaten mogen op straf van onmiddellijke uitsluiting noch met |
elkaar spreken noch aantekeningen of boeken raadplegen buiten de | elkaar spreken noch aantekeningen of boeken raadplegen buiten de |
eventueel toegelaten documentatie. Zij mogen slechts gebruik maken van | eventueel toegelaten documentatie. Zij mogen slechts gebruik maken van |
papier dat hen ter beschikking wordt gesteld. | papier dat hen ter beschikking wordt gesteld. |
Art. 10.De kandidaten mogen de zaal slechts verlaten na het |
Art. 10.De kandidaten mogen de zaal slechts verlaten na het |
verstrijken van de tijd vermeld in de oproepingsbrief. Geen enkele | verstrijken van de tijd vermeld in de oproepingsbrief. Geen enkele |
kandidaat mag nog worden toegelaten na het verstrijken van deze tijd. | kandidaat mag nog worden toegelaten na het verstrijken van deze tijd. |
Indien er gebruik gemaakt wordt van audiovisuele middelen, mag geen | Indien er gebruik gemaakt wordt van audiovisuele middelen, mag geen |
enkele kandidaat nog na de opening van de zitting worden toegelaten, | enkele kandidaat nog na de opening van de zitting worden toegelaten, |
tenzij de voorzitter er anders over beslist. | tenzij de voorzitter er anders over beslist. |
Art. 11.Een kandidaat mag de zaal slechts verlaten na teruggave aan |
Art. 11.Een kandidaat mag de zaal slechts verlaten na teruggave aan |
de bevoegde toezichter van al de documenten die werden overhandigd, | de bevoegde toezichter van al de documenten die werden overhandigd, |
tenzij dit anders vermeld is. | tenzij dit anders vermeld is. |
Bij de verbetering wordt geen rekening gehouden met het kladschrift. | Bij de verbetering wordt geen rekening gehouden met het kladschrift. |
Het werk van de kandidaat en de oproepingsbrief worden afgestempeld. | Het werk van de kandidaat en de oproepingsbrief worden afgestempeld. |
Art. 12.Wanneer de selectieprocedure bepaalt dat per vak een minimum |
Art. 12.Wanneer de selectieprocedure bepaalt dat per vak een minimum |
aantal punten moet behaald worden, wordt het werk niet ter beoordeling | aantal punten moet behaald worden, wordt het werk niet ter beoordeling |
voorgelegd indien voor één vak geen enkele vraag werd beantwoord; de | voorgelegd indien voor één vak geen enkele vraag werd beantwoord; de |
beoordeling kan worden stopgezet indien het vereist minimum aantal | beoordeling kan worden stopgezet indien het vereist minimum aantal |
punten voor één vak niet wordt behaald. | punten voor één vak niet wordt behaald. |
Art. 13.Bij elk werk wordt een fiche gevoegd, waarop elk jurylid zijn |
Art. 13.Bij elk werk wordt een fiche gevoegd, waarop elk jurylid zijn |
opmerkingen, maar geen quotering, vermeldt. | opmerkingen, maar geen quotering, vermeldt. |
Ieder lid brengt op een afzonderlijke lijst een quotering aan naast | Ieder lid brengt op een afzonderlijke lijst een quotering aan naast |
het volgnummer van het werk. | het volgnummer van het werk. |
De fiche en de quoteringslijst worden bezorgd aan de voorzitter van de | De fiche en de quoteringslijst worden bezorgd aan de voorzitter van de |
selectiecommissie, die beslist of er al dan niet een deliberatie moet | selectiecommissie, die beslist of er al dan niet een deliberatie moet |
plaatshebben. Een definitieve quoteringslijst wordt door alle leden | plaatshebben. Een definitieve quoteringslijst wordt door alle leden |
van de selectiecommissie ondertekend. | van de selectiecommissie ondertekend. |
Art. 14.Na de definitieve deliberatie worden de quoteringen op de |
Art. 14.Na de definitieve deliberatie worden de quoteringen op de |
werken aangebracht en wordt het proces-verbaal opgesteld. | werken aangebracht en wordt het proces-verbaal opgesteld. |
HOOFDSTUK III. - Gestandaardiseerde vragenlijsten | HOOFDSTUK III. - Gestandaardiseerde vragenlijsten |
Art. 15.Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk zijn de |
Art. 15.Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk zijn de |
artikelen 6 tot en met 12 en 14, van toepassing. | artikelen 6 tot en met 12 en 14, van toepassing. |
Art. 16.Er wordt geen rekening gehouden met de antwoordbladen die |
Art. 16.Er wordt geen rekening gehouden met de antwoordbladen die |
niet ingevuld werden overeenkomstig de onderrichtingen. | niet ingevuld werden overeenkomstig de onderrichtingen. |
Art. 17.De antwoordbladen worden volgens geautomatiseerde technieken |
Art. 17.De antwoordbladen worden volgens geautomatiseerde technieken |
verwerkt. | verwerkt. |
Art. 18.De toegekende punten worden opgenomen in het proces-verbaal. |
Art. 18.De toegekende punten worden opgenomen in het proces-verbaal. |
HOOFDSTUK IV. - Computergestuurd gedeelte | HOOFDSTUK IV. - Computergestuurd gedeelte |
Art. 19.De kandidaat voert de gevraagde identiteitsgegevens in. |
Art. 19.De kandidaat voert de gevraagde identiteitsgegevens in. |
Art. 20.Geen enkele kandidaat wordt nog na de opening van de zitting |
Art. 20.Geen enkele kandidaat wordt nog na de opening van de zitting |
in de zaal toegelaten, tenzij de voorzitter er anders over beslist. | in de zaal toegelaten, tenzij de voorzitter er anders over beslist. |
Art. 21.De antwoorden van de kandidaten worden elektronisch |
Art. 21.De antwoorden van de kandidaten worden elektronisch |
opgeslagen en verwerkt. | opgeslagen en verwerkt. |
Er wordt geen rekening gehouden met de antwoorden die niet volgens de | Er wordt geen rekening gehouden met de antwoorden die niet volgens de |
onderrichtingen werden ingevoerd. | onderrichtingen werden ingevoerd. |
Art. 22.De kandidaten mogen de zaal niet verlaten vooraleer hun |
Art. 22.De kandidaten mogen de zaal niet verlaten vooraleer hun |
oproepingsbrief is afgestempeld. Zij moeten bovendien een document | oproepingsbrief is afgestempeld. Zij moeten bovendien een document |
ondertekenen waarin zij bevestigen dat zij alle gedeelten hebben | ondertekenen waarin zij bevestigen dat zij alle gedeelten hebben |
afgelegd of dat zij van verdere deelname afzien. | afgelegd of dat zij van verdere deelname afzien. |
Art. 23.De kandidaten mogen geen psychotechnische of taaltests, noch |
Art. 23.De kandidaten mogen geen psychotechnische of taaltests, noch |
de erbij horende documenten meenemen. Tevens mogen tijdens deze tests | de erbij horende documenten meenemen. Tevens mogen tijdens deze tests |
geen aantekeningen worden gemaakt. Daar de tests en documenten | geen aantekeningen worden gemaakt. Daar de tests en documenten |
beschermd zijn door het auteursrecht, wordt er geen afschrift van | beschermd zijn door het auteursrecht, wordt er geen afschrift van |
afgeleverd. | afgeleverd. |
HOOFDSTUK V. - Mondeling gedeelte | HOOFDSTUK V. - Mondeling gedeelte |
Art. 24.Niemand mag als lid van een jury fungeren voor een gedeelte |
Art. 24.Niemand mag als lid van een jury fungeren voor een gedeelte |
waaraan een bloed- of aanverwant tot de vierde graad inbegrepen, | waaraan een bloed- of aanverwant tot de vierde graad inbegrepen, |
deelneemt. | deelneemt. |
Art. 25.De kandidaten worden opgeroepen in de volgorde bepaald door |
Art. 25.De kandidaten worden opgeroepen in de volgorde bepaald door |
de voorzitter. | de voorzitter. |
Art. 26.De selectie wordt steeds afgenomen in aanwezigheid van ten |
Art. 26.De selectie wordt steeds afgenomen in aanwezigheid van ten |
minste twee assessoren. | minste twee assessoren. |
HOOFDSTUK VI. - De afgevaardigden van de representatieve | HOOFDSTUK VI. - De afgevaardigden van de representatieve |
vakbondsorganisaties | vakbondsorganisaties |
Art. 27.De afgevaardigden van de representatieve vakbondsorganisaties |
Art. 27.De afgevaardigden van de representatieve vakbondsorganisaties |
worden minstens acht kalenderdagen vóór de datum van elk gedeelte | worden minstens acht kalenderdagen vóór de datum van elk gedeelte |
opgeroepen. Zij mogen de zittingen bijwonen tijdens dewelke zij de | opgeroepen. Zij mogen de zittingen bijwonen tijdens dewelke zij de |
vragenlijsten mogen inkijken, met uitzondering van de | vragenlijsten mogen inkijken, met uitzondering van de |
computergestuurde tests. Zij mogen geen contact hebben met de | computergestuurde tests. Zij mogen geen contact hebben met de |
kandidaten. | kandidaten. |
Zij mogen de zitting pas verlaten na het verstrijken van de tijd | Zij mogen de zitting pas verlaten na het verstrijken van de tijd |
vermeld in de uitnodiging of met de instemming van de voorzitter. Zij | vermeld in de uitnodiging of met de instemming van de voorzitter. Zij |
mogen niet aanwezig zijn tijdens de deliberatie. | mogen niet aanwezig zijn tijdens de deliberatie. |
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen |
Art. 28.Het besluit van de Vaste Wervingssecretaris van 3 november |
Art. 28.Het besluit van de Vaste Wervingssecretaris van 3 november |
1994 tot vaststelling van het huishoudelijk reglement betreffende de | 1994 tot vaststelling van het huishoudelijk reglement betreffende de |
organisatie van de wervings-, loopbaan- en taalexamens, gewijzigd bij | organisatie van de wervings-, loopbaan- en taalexamens, gewijzigd bij |
het besluit van de Vaste Wervingssecretaris van 22 januari 1996, wordt | het besluit van de Vaste Wervingssecretaris van 22 januari 1996, wordt |
opgeheven. | opgeheven. |
Art. 29.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 29.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Brussel, 20 februari 2001. | Brussel, 20 februari 2001. |
H.G. DE WILDE | H.G. DE WILDE |