gepubliceerd op 06 maart 2001
Besluit van de afgevaardigd bestuurder van SELOR tot vaststelling van het reglement van orde betreffende de vergelijkende selecties, de selecties en de taalexamens
SELOR - SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID
20 FEBRUARI 2001. - Besluit van de afgevaardigd bestuurder van SELOR tot vaststelling van het reglement van orde betreffende de vergelijkende selecties, de selecties en de taalexamens
De afgevaardigd bestuurder, Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966, inzonderheid op artikel 53;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op deel III, titel I, hoofdstukken I en II, en deel IX;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 november 1966 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op artikel 14, Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de selectie en de loopbaan van het rijkspersoneel, Besluit : HOOFDSTUK I. - De vergelijkende selecties, selecties en taalexamens Afdeling I. - Bekendmaking, inschrijvingen, oproepingen
Artikel 1.§ 1. De mededeling waarmede de organisatie van een vergelijkende selectie wordt bekendgemaakt, vermeldt tenminste de uiterste datum van kandidaatstelling, het vereiste diploma of studiegetuigschrift en eventueel de samenstelling van een reserve van geslaagden, de duur en de omvang ervan. § 2. De vergelijkende selecties voor overgang naar het hogere niveau en de selecties voor verhoging in weddeschaal of voor verhoging in graad worden door een dienstnota van het betrokken bestuur aan het personeel medegedeeld.
De dienstnota vermeldt o.m. : - de taal van de selectie; - de deelnemingsvoorwaarden en de datum waarop deze moeten vervuld zijn; - de selectieprocedure; - en de uiterste inschrijvingsdatum.
Art. 2.§ 1. De aanvraag om deelneming aan een vergelijkende selectie vermeld in artikel 1, § 1, wordt ingediend volgens de modaliteiten vastgesteld door de overheid die ze organiseert en rechtstreeks aan die overheid bezorgd. § 2. De aanvraag om deelneming aan een selectie vermeld in artikel 1, § 2, wordt gericht aan de personeelsdienst waarvan de kandidaat afhangt. Deze dienst bevestigt dat de kandidaat de deelnemingsvoorwaarden vervult en o.m., voor de overgang naar niveau 1, dat hij de vijf vereiste brevetten bezit.
De lijst van de kandidaten die aan de gestelde eisen voldoen, wordt volgens de modaliteiten vastgesteld door de afgevaardigd bestuurder toegezonden aan de overheid die de selectie organiseert en ondertekend door het hoofd van het bestuur.
Art. 3.De kandidaten worden minstens acht kalenderdagen vóór de datum van elk selectiegedeelte of taalexamen opgeroepen. De kandidaten die afwezig zijn, worden uitgesloten. Afdeling II. - Werking van de selectiecommissie
Art. 4.De selectiecommissie kan slechts vergaderen wanneer ten minste de helft van haar leden aanwezig is.
Beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen.
Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
Art. 5.Elke selectiecommissie kan worden bijgestaan door een secretaris. HOOFDSTUK II. - Schriftelijke gedeelte
Art. 6.De opgaven worden door de afgevaardigd bestuurder vastgesteld.
Hij kan hierbij de adviezen inwinnen die hij nuttig acht.
De opgaven worden niet meegedeeld aan de leden van de jury vóór de aanvang van de selectie.
Art. 7.Iedere kandidaat vermeldt zijn identiteitsgegevens en plaatst zijn handtekening op het/de daartoe bestemde document(en). De toezichter vergelijkt deze gegevens en de handtekening met de identiteitskaart van de kandidaat.
Art. 8.De toezichters staan in voor de orde. Zij mogen geen uitleg aan de kandidaten geven. Wanneer hen hierom wordt gevraagd, verwittigen zij de voorzitter of de secretaris.
Art. 9.De kandidaat die de orde verstoort, bedrog pleegt op poogt te plegen, wordt uitgesloten.
De kandidaten mogen op straf van onmiddellijke uitsluiting noch met elkaar spreken noch aantekeningen of boeken raadplegen buiten de eventueel toegelaten documentatie. Zij mogen slechts gebruik maken van papier dat hen ter beschikking wordt gesteld.
Art. 10.De kandidaten mogen de zaal slechts verlaten na het verstrijken van de tijd vermeld in de oproepingsbrief. Geen enkele kandidaat mag nog worden toegelaten na het verstrijken van deze tijd.
Indien er gebruik gemaakt wordt van audiovisuele middelen, mag geen enkele kandidaat nog na de opening van de zitting worden toegelaten, tenzij de voorzitter er anders over beslist.
Art. 11.Een kandidaat mag de zaal slechts verlaten na teruggave aan de bevoegde toezichter van al de documenten die werden overhandigd, tenzij dit anders vermeld is.
Bij de verbetering wordt geen rekening gehouden met het kladschrift.
Het werk van de kandidaat en de oproepingsbrief worden afgestempeld.
Art. 12.Wanneer de selectieprocedure bepaalt dat per vak een minimum aantal punten moet behaald worden, wordt het werk niet ter beoordeling voorgelegd indien voor één vak geen enkele vraag werd beantwoord; de beoordeling kan worden stopgezet indien het vereist minimum aantal punten voor één vak niet wordt behaald.
Art. 13.Bij elk werk wordt een fiche gevoegd, waarop elk jurylid zijn opmerkingen, maar geen quotering, vermeldt.
Ieder lid brengt op een afzonderlijke lijst een quotering aan naast het volgnummer van het werk.
De fiche en de quoteringslijst worden bezorgd aan de voorzitter van de selectiecommissie, die beslist of er al dan niet een deliberatie moet plaatshebben. Een definitieve quoteringslijst wordt door alle leden van de selectiecommissie ondertekend.
Art. 14.Na de definitieve deliberatie worden de quoteringen op de werken aangebracht en wordt het proces-verbaal opgesteld. HOOFDSTUK III. - Gestandaardiseerde vragenlijsten
Art. 15.Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk zijn de artikelen 6 tot en met 12 en 14, van toepassing.
Art. 16.Er wordt geen rekening gehouden met de antwoordbladen die niet ingevuld werden overeenkomstig de onderrichtingen.
Art. 17.De antwoordbladen worden volgens geautomatiseerde technieken verwerkt.
Art. 18.De toegekende punten worden opgenomen in het proces-verbaal. HOOFDSTUK IV. - Computergestuurd gedeelte
Art. 19.De kandidaat voert de gevraagde identiteitsgegevens in.
Art. 20.Geen enkele kandidaat wordt nog na de opening van de zitting in de zaal toegelaten, tenzij de voorzitter er anders over beslist.
Art. 21.De antwoorden van de kandidaten worden elektronisch opgeslagen en verwerkt.
Er wordt geen rekening gehouden met de antwoorden die niet volgens de onderrichtingen werden ingevoerd.
Art. 22.De kandidaten mogen de zaal niet verlaten vooraleer hun oproepingsbrief is afgestempeld. Zij moeten bovendien een document ondertekenen waarin zij bevestigen dat zij alle gedeelten hebben afgelegd of dat zij van verdere deelname afzien.
Art. 23.De kandidaten mogen geen psychotechnische of taaltests, noch de erbij horende documenten meenemen. Tevens mogen tijdens deze tests geen aantekeningen worden gemaakt. Daar de tests en documenten beschermd zijn door het auteursrecht, wordt er geen afschrift van afgeleverd. HOOFDSTUK V. - Mondeling gedeelte
Art. 24.Niemand mag als lid van een jury fungeren voor een gedeelte waaraan een bloed- of aanverwant tot de vierde graad inbegrepen, deelneemt.
Art. 25.De kandidaten worden opgeroepen in de volgorde bepaald door de voorzitter.
Art. 26.De selectie wordt steeds afgenomen in aanwezigheid van ten minste twee assessoren. HOOFDSTUK VI. - De afgevaardigden van de representatieve vakbondsorganisaties
Art. 27.De afgevaardigden van de representatieve vakbondsorganisaties worden minstens acht kalenderdagen vóór de datum van elk gedeelte opgeroepen. Zij mogen de zittingen bijwonen tijdens dewelke zij de vragenlijsten mogen inkijken, met uitzondering van de computergestuurde tests. Zij mogen geen contact hebben met de kandidaten.
Zij mogen de zitting pas verlaten na het verstrijken van de tijd vermeld in de uitnodiging of met de instemming van de voorzitter. Zij mogen niet aanwezig zijn tijdens de deliberatie. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 28.Het besluit van de Vaste Wervingssecretaris van 3 november 1994 tot vaststelling van het huishoudelijk reglement betreffende de organisatie van de wervings-, loopbaan- en taalexamens, gewijzigd bij het besluit van de Vaste Wervingssecretaris van 22 januari 1996, wordt opgeheven.
Art. 29.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 20 februari 2001.
H.G. DE WILDE