← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
arrest van 16 december 1999 in zake het openbaar ministerie en I. Verleyen tegen P. Peckstadt, waarvan
de expeditie ter griffie van het Arbitr « Schendt artikel 4, § 2, van de wet
van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel (...)"
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 16 december 1999 in zake het openbaar ministerie en I. Verleyen tegen P. Peckstadt, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitr « Schendt artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel (...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 16 december 1999 in zake het openbaar ministerie en I. Verleyen tegen P. Peckstadt, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitr « Schendt artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel (...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof |
| Bij arrest van 16 december 1999 in zake het openbaar ministerie en I. | Bij arrest van 16 december 1999 in zake het openbaar ministerie en I. |
| Verleyen tegen P. Peckstadt, waarvan de expeditie ter griffie van het | Verleyen tegen P. Peckstadt, waarvan de expeditie ter griffie van het |
| Arbitragehof is ingekomen op 24 december 1999, heeft het Hof van | Arbitragehof is ingekomen op 24 december 1999, heeft het Hof van |
| Beroep te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Beroep te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Schendt artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de | « Schendt artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de |
| opschorting, het uitstel en de probatie de artikelen 10 en 11 van de | opschorting, het uitstel en de probatie de artikelen 10 en 11 van de |
| Grondwet in zoverre het aan de verdachte ten aanzien van wie door het | Grondwet in zoverre het aan de verdachte ten aanzien van wie door het |
| onderzoeksgerecht de maatregel van opschorting wordt gelast, als | onderzoeksgerecht de maatregel van opschorting wordt gelast, als |
| rechtsmiddel op strafrechtelijk gebied het verzet voorziet dat binnen | rechtsmiddel op strafrechtelijk gebied het verzet voorziet dat binnen |
| de vierentwintig uur dient te worden ingesteld, terwijl eenzelfde | de vierentwintig uur dient te worden ingesteld, terwijl eenzelfde |
| persoon die de opschorting bekomt voor het vonnisgerecht op | persoon die de opschorting bekomt voor het vonnisgerecht op |
| strafrechtelijk vlak hoger beroep kan instellen gedurende een termijn | strafrechtelijk vlak hoger beroep kan instellen gedurende een termijn |
| van vijftien dagen ? » | van vijftien dagen ? » |
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 1855 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1855 van de rol van het Hof. |
| De griffier, | De griffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |