gepubliceerd op 08 februari 2000
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 16 december 1999 in zake het openbaar ministerie en I. Verleyen tegen P. Peckstadt, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitr « Schendt artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel (...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 16 december 1999 in zake het openbaar ministerie en I. Verleyen tegen P. Peckstadt, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 24 december 1999, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het aan de verdachte ten aanzien van wie door het onderzoeksgerecht de maatregel van opschorting wordt gelast, als rechtsmiddel op strafrechtelijk gebied het verzet voorziet dat binnen de vierentwintig uur dient te worden ingesteld, terwijl eenzelfde persoon die de opschorting bekomt voor het vonnisgerecht op strafrechtelijk vlak hoger beroep kan instellen gedurende een termijn van vijftien dagen ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1855 van de rol van het Hof.
De griffier, L. Potoms.