FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

3 AUGUSTUS 2012. - Beslissing van de Minister van Binnenlandse Zaken

Gelet op de artikelen IV.I.30, § 2, IV.I.33, VI.II.3, tweede en derde lid, VI.II.10, tweede lid, 1° en 2° en VI.II.12 RPPol;

Overwegende dat operationele dienstnoodwendigheden vereisen dat de aanwerving voor de operationele diensten van de federale politie wordt aangescherpt;

Beslis ik dat 100 kandidaten-inspecteur van politie die er, in het raam van hun rekrutering door de directie van de rekrutering en van de selectie van de federale politie, voor geopteerd hebben om binnen de operationele diensten van het commissariaat-generaal, de algemene directie bestuurlijke politie of, in voorkomend geval, aanvullend op de versterking van de gerechtelijke politiediensten via de mobiliteit, de algemene directie van de gerechtelijke politie in plaats te worden gesteld, met voorrang op de andere kandidaten zullen worden toegelaten om hun basisopleiding aan te vangen.

In afwijking van artikel VI.II.10, tweede lid, 1° en 2°, RPPol komen de personeelsleden die aldus binnen voormelde diensten in plaats worden gesteld, slechts in aanmerking voor de mobiliteit naar een andere betrekking dan die binnen het commissariaat-generaal of de algemene directie bestuurlijke politie of gerechtelijke politie, na het volbrengen van een aanwezigheidstermijn van vijf jaar te rekenen vanaf hun benoeming in de graad van inspecteur.

Deze beslissing treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 3 augustus 2012.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET