Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 31 oktober 2001
gepubliceerd op 11 januari 2002

Ministerieel besluit betreffende de aanduiding van een revisor bij de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001022826
pub.
11/01/2002
prom.
31/10/2001
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 OKTOBER 2001. - Ministerieel besluit betreffende de aanduiding van een revisor bij de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie


De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, De Minister van Financiën, Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 13, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 december 1957, de koninklijke besluiten nr. 4 van 18 april 1967, nr. 88 van 11 november 1967, nr. 3 van 24 december 1980 en bij de wet van 17 juni 1991 en op artikel 14;

Gelet op de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet an 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 5 gewijzigd bij de wet van 30 maart 1994, en op artikel 9;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 april 1954 ter regeling van de bevoegdheden van de revisoren bij de instellingen van openbaar nut;

Gelet op de beperkte aanbesteding, uitgeschreven op 17 april 2001 en die in bijlage aan dit besluit is gehecht;

Gelet op de regelmatig ontvangen offertes op de afsluitingsdatum van de aanbesteding;

Gelet op het feit dat als toewijzingscriterium de globale jaarprijs werd weerhouden;

Besluiten :

Artikel 1.De heer H. Van Impe, lid van het Instituut voor Bedrijfsrevisoren, wordt benoemd tot revisor bij de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie, voor een termijn van drie jaar.

Art. 2.De maximale jaarvergoeding voor de beschreven opdracht mag het bedrag van 10.123, 35 EUR (408 375 BEF) (incl. BTW) niet overschrijden.

Art. 3.In afwijking van artikel 2 zal elke aanvullende prestatie die door de voogdijoverheid gevraagd wordt, en die in het onmiddellijke verlengde ligt van de toegewezen opdracht, vergoed worden aan een forfaitair bedrag van 74,99 EUR (3 025 BEF)/uur (incl. BTW).

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 15 augustus 2001.

Brussel, 31 oktober 2001.

De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^