gepubliceerd op 16 juni 2010
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 12 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
31 MEI 2010. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 12 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren
De Minister van Landbouw, Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, artikel 2, § 1, 1°;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren, artikel 5, 1°, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2003;
Gelet op het ministerieel besluit van 12 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren;
Overwegende de Richtlijn 2009/141/EG van de Commissie van 23 november 2009 tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de maximumgehalten aan arseen, theobromine, Datura sp., Ricinus communis L., Croton tiglium L. en Abrus precatorius L. betreft;
Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale Overheid van 10 februari 2010;
Gelet op advies 47.972/3 van de Raad van State, gegeven op 23 maart 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit : Enig artikel. In de tabel der ongewenste stoffen in bijlage I, deel A, van het ministerieel besluit van 12 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren, zoals vervangen bij het ministerieel besluit van 26 juni 2003 en gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 2 februari 2004, 12 december 2005, 7 juni 2006, 23 april 2007, 3 februari 2009, 26 mei 2009 en 1 juli 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de punten 1, 10, 14 en 15 worden respectievelijk vervangen door de punten 1, 10, 14 en 15 van de bijlage bij dit besluit;2° punt 35 « Purgeercroton - Croton tiglium L.», wordt opgeheven.
Brussel, 31 mei 2010.
Mevr. S. LARUELLE
Bijlage bij het ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 12 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren
Ongewenste stoffen
Producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren
Maximumgehalte in mg/kg (ppm) van het dierenvoeder, herleid tot een vochtgehalte van 12 % (tenzij anders vermeld)
(1)
(2)
(3)
« 1. Arseen (7) (8)
Voedermiddelen, met uitzondering van :
2
- gemalen grasmeel, luzernemeel en klavermeel alsmede al dan niet gemelasseerde gedroogde suikerbietenpulp
4
- palmpitschilfers
4 (19)
- fosfaten en koolzure algenkalk
10
- calciumcarbonaat
15
- magnesiumoxide
20
- diervoeders verkregen door verwerking van vis of andere zeedieren, met inbegrip van vis
25 (19)
- gemalen gedroogd zeewier en voedermiddelen op basis van zeewier
40 (19)
Als tracer gebruikte ijzerpartikels
50
Toevoegingsmiddelen behorende tot de functionele groep « Verbindingen van sporenelementen », met uitzondering van :
30
- kopersulfaatpentahydraat en kopercarbonaat
50
- zinkoxide, mangaanoxide en koperoxide
100
Volledige diervoeders, met uitzondering van :
2
- volledig visvoeder en volledige diervoeders voor pelsdieren
10 (19)
Aanvullende diervoeders, met uitzondering van :
4
- mineralenmengsels
12
10. Theobromine
Volledige diervoeders, met uitzondering van :
300
- volledige diervoeders voor varkens
200
- volledige diervoeders voor honden, konijnen, paarden en pelsdieren
50
14.Onkruidzaden en niet gemalen of verpulverde vruchten die alkaloïden, glucosiden of andere giftige stoffen bevatten afzonderlijk of tezamen, waaronder :
Alle dierenvoeders
3 000
Datura sp.
1 000
15. Zaden en doppen van Ricinus communis L., Croton tiglium L. en Abrus precatorius L., alsook de door verwerking ervan verkregen bijproducten (20), afzonderlijk of tezamen
Alle dierenvoeders
10
(7) De maximumniveaus betreffen het totale gehalte aan arseen.(8) De maximumgehalten hebben betrekking op een analytische bepaling van arseen, waarbij de extractie gedurende 30 minuten op kooktemperatuur in salpeterzuur (5 % m/m) wordt uitgevoerd.Er kunnen gelijkwaardige extractieprocedures worden toegepast, waarvoor kan worden aangetoond dat de gebruikte extractieprocedure een gelijke extractie-efficiëntie heeft. (19) Op verzoek van de bevoegde autoriteiten moet de verantwoordelijke exploitant een analyse verrichten om aan te tonen dat het gehalte aan anorganisch arseen lager is dan 2 ppm.Deze analyse is van bijzonder belang voor de zeewiersoort Hizikia fusiforme. (20) Voor zover door analytische microscopie bepaalbaar.» Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 31 mei 2010 tot wijziging van het ministerieel besluit van 12 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren.
De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE