gepubliceerd op 07 juni 2000
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 maart 1995 houdende de invoering van een steunregeling voor agrarische bedrijfshoofden die zich ertoe verbinden om biologische teeltmethoden in te voeren of verder toe te passen
31 MEI 2000. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 maart 1995 houdende de invoering van een steunregeling voor agrarische bedrijfshoofden die zich ertoe verbinden om biologische teeltmethoden in te voeren of verder toe te passen
De Minister van Landbouw en Middenstand, Gelet op de wet van 29 juli 1955 tot oprichting van een landbouwfonds;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, § 1, 1°, gewijzigd bij de wet van 29 december 1990;
Gelet op de organieke wet van 27 december 1990 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, gewijzigd door de wet van 24 december 1993;
Gelet op de verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen;
Gelet op de verordening (EEG) nr. 2078/92 van de Raad van 30 juni 1992 betreffende landbouwproductiemethoden die verenigbaar zijn met de eisen inzake milieubescherming, en betreffende natuurbeheer;
Gelet op de verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen laatstelijk gewijzigd door de verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad van 21 april 1997;
Gelet op de verordening (EEG) nr. 3887/92 van de Commissie van 23 december 1992 houdende bepalingen voor de toepassing van het geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen laatstelijk gewijzigd door de verordening (EG) 2801/99 van de Commissie van 21 december 1999;
Gelet op de verordening (EG) nr. 746/96 van de Commissie van 24 april 1996 houdende bepalingen ter uitvoering van verordening (EEG) nr. 2078/92 van de Raad van 30 juni 1992, zoals gewijzigd door verordening (EG) nr. 435/97 van de Commissie van 6 maart 1997;
Gelet op de verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europese Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL);
Gelet op de verordening (EG) nr. 1750/1999 van de Commissie van 23 juli 1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999;
Gelet op de beschikking van de Commissie nr. C(94) 2937 van 17 november 1994 tot goedkeuring van het landbouw-milieuprogramma van België overeenkomstig verordening (EEG) nr. 2078/92 van de Raad;
Gelet op de beschikking van de Commissie nr. C(98) 2596 van 26 oktober 1998 tot goedkeuring van vier milieuprogramma's voor de landbouw in België (federaal niveau, Vlaams Gewest, Waals Gewest, Vlaamse Gemeenschap) overeenkomstig verordening (EEG) nr. 2078/92 van de Raad;
Gelet op het akkoord van de Commissie van 23 juli 1999 met de bijkomende nationale steun voor groenteteelt genotifieerd onder nr. N 228/99;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 april 1992 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen gewijzigd door het koninklijk besluit van 10 juli 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1997 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen;
Gelet op het ministerieel besluit van 4 november 1997 houdende uitvoering van het koninklijk besluit van 30 oktober 1997 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouw-gewassen;
Gelet op het ministerieel besluit van 30 maart 1995 houdende de invoering van een steunregeling voor agrarische bedrijfshoofden die zich ertoe verbinden om biologische teeltmethoden in te voeren of verder toe te passen gewijzigd door het ministerieel besluit van 17 april 1997, door het ministerieel besluit van 9 december 1997 en door het ministerieel besluit van 6 augustus 1999;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, van 21 februari 2000;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 25 mei 2000;
Gelet op het overleg met de Gewestregeringen van 1 februari 1999, van 12 april 1999 en van 13 december 1999;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat zonder verwijl de onontbeerlijke maatregelen dienen te worden getroffen voor 1999 en voor 2000 ten voordele van de biologische teeltmethode in uitvoering van verordening (EEG) nr. 2078/92, Besluit :
Artikel 1.Artikel 1, 1ste lid, 8° van het ministerieel besluit van 30 maart 1995 houdende de invoering van een steunregeling voor agrarische bedrijfshoofden die zich ertoe verbinden om biologische teeltmethoden in te voeren of verder toe te passen, wordt door de volgende bepaling vervangen : « 8° duur : de in dit besluit voorziene steunregeling wordt vastgesteld voor zeven jaar, vanaf het oogstjaar 1994 tot en met het oogstjaar 2000. »
Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Artikel. 3. § 1. Voor de producent die een biologisch land- of tuinbouwbedrijf in hoofdberoep uitbaat, die voldoet aan de voorwaarden voorzien in artikel 2 en die een verbintenis is aangegaan ten laatste in 1998, wordt het bedrag van de steun die wordt uitgekeerd in de vorm van een jaarlijkse premie gedurende vijf jaar, als volgt vastgesteld : a) voor eenjarige teelten met EG-premies : 4 500 BEF per ha;b) voor andere eenjarige teelten, weiden en groenteteelt : - 9 000 BEF per ha voor eenjarige teelten zonder EG-premies; - 7 000 BEF per ha voor weiden; - 30 000 BEF per ha voor de groenteteelt. c) voor meerjarige fruitteelt : 30 000 BEF per ha. § 2. De jaarlijkse premie voorzien in § 1 wordt bovendien toegekend voor de producent die een biologisch land- of tuinbouwbedrijf in hoofdberoep uitbaat, die voldoet aan de voorwaarden voorzien in artikel 2 en die een verbintenis is aangegaan vanaf 1999 en ten laatste in 2000. § 3. De jaarlijkse premie voorzien in § 1 wordt bovendien toegekend : - gedurende de jaren 1999 en 2000, voor de producent die voor het eerst voor het jaar 1994 van de steun heeft genoten, op voorwaarde dat hij zich ertoe verbindt de biologische teeltmethode ook toe te passen in de jaren 1999 en 2000; - gedurende het jaar 2000 voor de producent die voor het eerst voor het jaar 1995 van de steun heeft genoten, op voorwaarde dat hij zich ertoe verbindt de biologische teeltmethode ook toe te passen in het jaar 2000. »
Art. 3.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 4.§ 1. Voor de producent die zijn bedrijf omschakelt naar een biologisch land- of tuinbouwbedrijf en dit bedrijf uitbaat in hoofdberoep, die voldoet aan de voorwaarden voorzien in artikel 2 en die een verbintenis is aangegaan ten laatste in 1998, wordt het bedrag van de steun die wordt uitgekeerd voor de percelen in omschakeling onder de vorm van een jaarlijkse premie gedurende de omschakelingsperiode van 2 jaar als volgt vastgesteld : a) 7 282 BEF per ha voor eenjarige teelten met EG-premies;b) 12 137 BEF per ha voor eenjarige teelten zonder EG-premies en voor weiden;c) 40 000 BEF per ha voor het eerste jaar en 35 000 BEF per ha voor het tweede jaar voor de groententeelt;d) 33 985 BEF per ha voor meerjarige fruitteelt. § 2. Voor de producent die zijn bedrijf omschakelt naar een biologisch land- of tuinbouwbedrijf en dit bedrijf uitbaat in hoofdberoep, die voldoet aan de voorwaarden voorzien in artikel 2 en die een verbintenis is aangegaan vanaf 1999 en ten laatste in 2000 wordt het bedrag van de steun die wordt uitgekeerd voor de percelen in omschakeling onder de vorm van een jaarlijkse premie gedurende de omschakelingsperiode van 2 jaar als volgt vastgesteld : a) 7 282 BEF per ha voor éénjarige teelten met EG-premies;b) 12 137 BEF per ha voor éénjarige teelten zonder EG-premies;c) 12 000 BEF per ha voor weiden;d) 40 000 BEF per ha voor het eerste jaar en 35 000 BEF voor het tweede jaar, voor de groenteteelt;e) 33 985 BEF per ha voor meerjarige fruitteelt. § 3. De jaarlijkse premie voorzien in § 2 wordt bovendien toegekend voor nieuwe percelen in omschakeling : - gedurende de jaren 1999 en 2000, voor de producent die voor het eerst voor het jaar 1994 van de steun heeft genoten, op voorwaarde dat hij zich ertoe verbindt de biologische teeltmethode ook toe te passen in de jaren 1999 en 2000; - gedurende het jaar 2000 voor de producent die voor het eerst voor het jaar 1995 van de steun heeft genoten, op voorwaarde dat hij zich ertoe verbindt de biologische teeltmethode ook toe te passen in het jaar 2000. »
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidend als volgt : «
Artikel 4bis.De steun voorzien in artikel 3, § 2 en § 3, en in artikel 4, § 2 en § 3, wordt niet toegekend indien de opbrengst van de betrokken weiden en gewassen wordt verbruikt door vee dat niet voldoet aan de bepalingen van artikel 1bis, § 1, van het koninklijk besluit van 17 april 1992 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 10 juli 1998. De hoogstammige fruitbomen die sedert meer dan 5 jaar werden aangeplant, worden uitgesloten indien de fruitopbrengst niet wordt gecommercialiseerd. »
Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden tussen het tweede en derde lid de twee volgende leden ingevoegd : « In afwijking van het tweede lid, moeten : - de aanvragen voor de steun in 1998 ingediend zijn ten laatste op 15 mei 1998 om 17 uur; - de aanvragen voor de steun in 1999 en in 2000 van de producenten die een verbintenis zijn aangegaan vanaf het jaar 1994 of vanaf het jaar 1999 en de aanvragen voor de steun in 2000 van de producenten die een verbintenis zijn aangegaan vanaf het jaar 1995 of vanaf het jaar 2000, ingediend zijn ten laatste op 31 mei 2000 om 17 uur; de poststempel geldt als bewijs.
Het te laat indienen van een aanvraag leidt tot een verlaging van de steunbedragen waarop de aanvraag betrekking heeft, waarop het bedrijfshoofd recht zou hebben indien hij de aanvraag tijdig had ingediend, met 1% per werkdag. In geval van een vertraging van meer dan 25 dagen wordt de aanvraag niet ontvankelijk en kan deze niet langer tot toekenning van een bedrag leiden. »
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999, met dien verstande dat de bepalingen van artikel 5 ook van toepassing zijn voor de aanvragen die voor het jaar 1998 werden ingediend.
Brussel, 31 mei 2000.
J. GABRIELS