gepubliceerd op 14 oktober 2016
Ministerieel besluit houdende aanduiding inzake tuchtzaken
30 SEPTEMBER 2016. - Ministerieel besluit houdende aanduiding inzake tuchtzaken
De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van de rijksambtenaren, de artikelen 78, § 6, 84, § 5, 89, eerste lid, en 94, gewijzigd door het koninklijk besluit van 3 augustus 2016 tot wijziging van diverse tuchtrechtelijke bepalingen betreffende het Rijkspersoneel;
Gelet op het ministerieel besluit van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 07/12/2007 pub. 18/12/2007 numac 2007001049 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheid en ondertekening alsook houdende aanduiding inzake sommige personeelsaangelegenheden sluiten houdende delegatie van bevoegdheid en ondertekening alsook houdende aanduiding inzake sommige personeelsaangelegenheden, de artikelen 1, § 1, 6°, en 3, Besluit :
Artikel 1.Als bevoegde hiërarchische meerdere voor de toepassing van artikel 78 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, en inzonderheid om de ambtenaar te horen over de feiten die hem ten laste worden gelegd, in voorkomend geval, over te gaan tot het horen van getuigen, alsook het dossier naar het directiecomité te sturen, wordt aangeduid de houder van de management- of staffunctie of de hoogste ambtenaar binnen elke directie of dienst.
Indien de in het eerste lid bedoelde hiërarchische meerdere en de ambtenaar waartegen een tuchtprocedure wordt opgestart, niet van dezelfde taalrol zijn, wordt de volgende ambtenaar in de hiërarchische structuur en rangschikking binnen elke directie of dienst aangeduid.
Er wordt in de hiërarchische structuur en rangschikking binnen elke directie of dienst afgedaald tot de in het eerste lid bedoelde hiërarchische meerdere en de ambtenaar waartegen een tuchtprocedure wordt opgestart, van dezelfde taalrol zijn.
Indien door de toepassing van het eerste en tweede lid de bevoegde hiërarchische meerdere lager is in de hiërarchische structuur en rangschikking binnen elke directie of dienst dan de ambtenaar waartegen een tuchtprocedure wordt opgestart, wordt de functionele directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie als bevoegde hiërarchische meerdere aangeduid. Indien deze en de ambtenaar waartegen een tuchtprocedure wordt opgestart niet van dezelfde taalrol zijn, wordt de jongste houder van een management- of staffunctie van dezelfde taalrol als bevoegde hiërarchische meerdere aangeduid.
Art. 2.De artikelen 1, § 1, 6°, en 3 van het ministerieel besluit van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 07/12/2007 pub. 18/12/2007 numac 2007001049 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheid en ondertekening alsook houdende aanduiding inzake sommige personeelsaangelegenheden sluiten houdende delegatie van bevoegdheid en ondertekening alsook houdende aanduiding inzake sommige personeelsaangelegenheden worden opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2016.
Brussel, 30 september 2016.
De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON