Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 30 november 2016
gepubliceerd op 02 december 2016

Ministerieel besluit tot aanwijzing, bij de Federale Overheidsdienst Financiën, van de bevoegde hiërarchische meerderen voor de toepassing van artikel 78 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2016003366
pub.
02/12/2016
prom.
30/11/2016
ELI
eli/besluit/2016/11/30/2016003366/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 NOVEMBER 2016. - Ministerieel besluit tot aanwijzing, bij de Federale Overheidsdienst Financiën, van de bevoegde hiërarchische meerderen voor de toepassing van artikel 78 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel


De Minister van Financiën, Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, artikel 78, § 6, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus 2016;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2013Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2013 pub. 31/10/2013 numac 2013003344 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit tot aanwijzing, bij de Federale Overheidsdienst Financiën, van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om een voorlopig voorstel van tuchtstraf te formuleren sluiten tot aanwijzing, bij de Federale Overheidsdienst Financiën, van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om een voorlopig voorstel van tuchtstraf te formuleren;

Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. D.I. 337/D/100.5/I van het Sectorcomité II - Financiën, gesloten op 29 september 2016;

Gelet op het advies 60.334/4 van de Raad van State, gegeven op 22 november 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder: 1° organiek reglement: het koninklijk besluit van 19 juli 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2013 pub. 02/08/2013 numac 2013003216 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de bijzondere bepalingen die van toepassing zijn op het statutair personeel sluiten tot vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de bijzondere bepalingen die van toepassing zijn op het statutair personeel;2° entiteit: de diensten vermeld in de artikelen 3, 10, 12 en 13/1 van het organiek reglement en de dienst Fedorest, administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie;3° geaffecteerd: hetzij benoemd, hetzij aangewezen voor een dienst of gemuteerd in de zin van artikel 49 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel;4° bevoegde hiërarchische meerdere: de bevoegde hiërarchische meerdere zoals bedoeld in artikel 78, § 6, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel.

Art. 2.Voor de tuchtprocedure tegen de houders van een managementfunctie en de houders van een staffunctie vermeld in kolom 1 van de hiernavolgende tabel, wordt de houder van de functie vermeld in kolom 2 aangewezen als bevoegde hiërarchische meerdere:

Kolom 1/Colonne 1

Kolom 2/Colonne 2

De houders van een managementfunctie - 1 of -2 Les titulaires d'une fonction de management - 1 ou -2

De Voorzitter van het directiecomité Le Président du comité de direction

De houders van een staffunctie -1 of -2 Les titulaires d'une fonction d'encadrement - 1 ou -2

De Voorzitter van het directiecomité Le Président du comité de direction


Art. 3.Voor de tuchtprocedure tegen: 1° de ambtenaren van de operationele diensten vermeld in artikel 3 van het organiek reglement;2° de ambtenaren van de diensten andere dan operationele vermeld in de artikelen 10, 12 en 13/1 van het organiek reglement;3° de ambtenaren van Fedorest, vermeld in kolom 1 van de hiernavolgende tabel, wordt het personeelslid vermeld in kolom 2 aangewezen als bevoegde hiërarchische meerdere:

Kolom 1/Colonne 1

Kolom 2/Colonne 2

Ambtenaren behorend tot de klasse A4 of A5 Les agents appartenant à la classe A4 ou A5

De houder van de managementfunctie of de staffunctie die zich in de structuur van de entiteit waar de betrokken ambtenaar is geaffecteerd, hiërarchisch de plaats bekleedt welke het dichtst bij die van de betrokken ambtenaar staat, in voorkomend geval de Voorzitter van het directiecomité Le titulaire de la fonction de management ou de la fonction d'encadrement qui, dans la structure de l'entité où l'agent concerné est affecté, occupe hiérarchiquement la place la plus proche de l'agent concerné, le cas échéant le Président du comité de direction

Ambtenaren behorend tot de klasse A3, A2 of A1 of tot het niveau B, C of D Les agents appartenant à la classe A3, A2 ou A1 ou au niveau B, C ou D

De ambtenaar behorend tot de klasse A4 die in de structuur van de entiteit waar de betrokken ambtenaar is geaffecteerd, hiërarchisch de plaats bekleedt welke het dichtst bij die van de betrokken ambtenaar staat L'agent appartenant à la classe A4 qui, dans la structure de l'entité où l'agent concerné est affecté, occupe hiérarchiquement la place la plus proche de l'agent concerné


Art.4. Voor de tuchtprocedure tegen de ambtenaren van de autonome diensten op het niveau van de Voorzitter van het directiecomité bedoeld in artikel 13 van het organiek reglement, vermeld in kolom 1 van de hiernavolgende tabel, wordt het personeelslid vermeld in kolom 2 aangewezen als bevoegde hiërarchische meerdere:

Kolom 1/Colonne 1

Kolom 2/Colonne 2

De Voorzitters van de colleges van de autonome diensten op het niveau van de Voorzitter van het directiecomité Les Présidents des collèges des services autonomes au niveau du Président du comité de direction

De Voorzitter van het directiecomité Le Président du comité de direction

De andere leden van de colleges en de ambtenaren van de autonome diensten op het niveau van de Voorzitter van het directiecomité Les autres membres des collèges et les agents des services autonomes au niveau du Président du comité de direction

De Voorzitter van het college van de autonome dienst waar de betrokkene deel van uitmaakt Le Président du collège du service autonome dans lequel l'intéressé est occupé


Art. 5.Onverminderd artikel 6, wordt bij ontstentenis of afwezigheid van het personeelslid dat krachtens de artikelen 2 tot 4 aangewezen is als bevoegde hiërarchische meerdere en mits er niemand formeel tijdelijk werd aangesteld als leidinggevende van de ambtenaar die het voorwerp uitmaakt van een tuchtprocedure, als bevoegde hiërarchische meerdere aangewezen de houder van een management- of staffunctie of een ambtenaar behorend tot dezelfde of een hogere klasse dan deze bedoeld in kolom 2 van genoemde artikelen, die in de organisatiestructuur in de opklimmende orde van de hiërarchie de plaats bekleedt welke het dichtst staat bij de ambtenaar die het voorwerp uitmaakt van een tuchtprocedure.

Voor de toepassing van het eerste lid heeft een ambtenaar of een mandaathouder de tuchtrechtelijke bevoegdheden die toekomen aan de titularis van de managementfunctie of staffunctie of van de ambtenaar wiens diensten hij tijdelijk leidt.

Art. 6.Indien een hiërarchische meerdere bedoeld in de artikelen 2 tot 5, overeenkomstig de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, niet over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt wordt als bevoegde hiërarchische meerdere aangewezen de houder van een management- of een staffunctie of de ambtenaar behorend tot dezelfde of een hogere klasse dan deze bedoeld in kolom 2 van genoemde artikelen, die over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt en die in de organisatiestructuur in de opklimmende orde van de hiërarchie de plaats bekleedt welke het dichtst staat bij de ambtenaar die het voorwerp uitmaakt van een tuchtprocedure.

Wanneer in de hiërarchische lijn niemand over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt, wordt, bij een individuele ministeriële beslissing, een ambtenaar of een houder van een managementfunctie of een staffunctie die over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt, aangewezen als bevoegde hiërarchische meerdere in de zin van dit besluit.

Art. 7.Het ministerieel besluit van 28 oktober 2013Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2013 pub. 31/10/2013 numac 2013003344 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit tot aanwijzing, bij de Federale Overheidsdienst Financiën, van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om een voorlopig voorstel van tuchtstraf te formuleren sluiten tot aanwijzing, bij de Federale Overheidsdienst Financiën, van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om een voorlopig voorstel van tuchtstraf te formuleren, wordt opgeheven.

Brussel, 30 november 2016.

J. VAN OVERTVELDT

^