gepubliceerd op 05 februari 2004
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 15 februari 2000 houdende bepalingen wat betreft satellietvolgapparatuur voor Belgische vissersvaartuigen
30 JANUARI 2004. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 15 februari 2000 houdende bepalingen wat betreft satellietvolgapparatuur voor Belgische vissersvaartuigen
De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973, 22 april 1999 en 3 mei 1999;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 december 1994, 4 mei 1995, 4 augustus 1996, 2 december 1996, 13 september 1998, 3 februari 1999, 13 mei 1999, 20 december 1999 en 20 augustus 2000, inzonderheid op artikel 18;
Gelet op het ministerieel besluit van 15 februari 2000 houdende bepalingen wat betreft satellietvolgapparatuur voor Belgische vissersvaartuigen;
Gelet op verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid, inzonderheid op artikel 22;
Gelet op verordening (EG) nr. 2243/2003 van de Commissie van 18 december 2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake satellietvolgsystemen (VMS);
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de noodzaak om onverwijld maatregelen te nemen voortvloeit uit de verplichting voorzien in artikel 22 van de verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 waarbij communautaire vissersvaartuigen van meer dan 18 meter lengte over alles vanaf 1 januari 2004 en communautaire vissersvaartuigen van meer dan 15 meter over alles vanaf 1 januari 2005 binnen de voorgeschreven termijn dienen te zijn uitgerust met satellietvolgapparatuur voor de automatische positiebepaling en identificatie;
Overwegende dat de communautaire uitvoeringsbepalingen vastgelegd in verordening van de Commissie 2244/2003 stringente bepalingen inhouden om een doeltreffende controle mogelijk te maken en dat derhalve de nationale uitvoeringsbepalingen vastgelegd bij het ministerieel besluit van 15 februari 2000 dienen te worden gewijzigd, Besluit :
Artikel 1.Artikel 1 van het ministerieel besluit van 15 februari 2000 houdende bepalingen wat betreft satellietvolgapparatuur voor Belgische vissersvaartuigen wordt vervangen door volgende bepaling : «
Artikel 1.De Belgische vissersvaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter dienen uitgerust te zijn met een werkende specifieke satellietvolgapparatuur voor de monitoring, de controle en de bewaking van de visserijactiviteiten.
Onverminderd de bepalingen in vorig lid dient het Belgische visserijcontrolecentrum uiterlijk op 1 januari 2005 de gegevens zoals beschreven onder volgend artikel, te ontvangen van de vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter en minder dan 18 meter. »
Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, tweede streepje worden de woorden « uitgedrukt in breedte- en lengtegraden en minuten » geschrapt;2° in § 1, derde streepje wordt het woord « tijdstip » vervangen door de woorden « tijdstip (uitgedrukt in UTC) »;3° de § 1 wordt aangevuld met volgend lid : « - ten laatste met ingang van 1 januari 2006, de snelheid en de koers van het vissersvaartuig.» 4° de § 2, wordt vervangen door volgende bepaling : « § 2.Wanneer het visservaartuig in een haven ligt, mag de satellietvolgapparatuur voor de duur van het aan wal blijven worden afgezet na melding vooraf aan het visserijcontrolecentrum en op voorwaarde dat de eerstvolgende melding vanaf dezelfde positie geschiedt als die waar de laatste melding geschiedde. » 5° een § 3, wordt toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3.In afwijking met de bepalingen van § 1, wordt de frequentie van doorseinen vastgelegd op tenminste om het uur voor satellietvolgapparatuur die niet op afstand kan worden ondervraagd. »
Art. 3.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « 24 uur » worden vervangen door de woorden « vier uur »;2° de woorden « of meegedeeld » worden ingevoegd na de woorden « is ontdekt »;3° het woord « e-mail » wordt ingevoegd voor het woord « telex ».
Art. 4.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door volgende bepaling : « Na technisch defect of het niet functioneren van het aan boord van een vissersvaartuig geïnstalleerde satellietvolgapparatuur mag dat vissersvaartuig de haven niet verlaten voordat de satellietvolgapparatuur aan boord functioneert tot tevredenheid van de bevoegde autoriteiten of voordat de bevoegde autoriteiten toestemming gegeven hebben de haven te verlaten. »
Art. 5.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : «
Art. 7.§ 1. De kapitein van het vissersvaartuig zorgt ervoor dat de satellietvolgapparatuur te allen tijde volledig bedrijfsklaar is en dat de in artikel 2, § 1, bedoelde gegevens worden doorgegeven. § 2. De kapitein van het vissersvaartuig dient er met name voor te zorgen dat : - de in artikel 2, § 1, bedoelde gegevens op geen enkele wijze worden gewijzigd; - de bij de satellietvolgapparatuur horende antenne of antennes op geen enkele wijze worden gehinderd; - de elektrische stroomvoorziening van de satellietvolgapparatuur op geen enkele wijze wordt onderbroken, en - de satellietvolgapparatuur niet uit het vissersvaartuig wordt verwijderd. § 3. De satellietvolgapparatuur mag niet worden vernietigd, beschadigd, buiten werking gesteld of op enige wijze onklaar gemaakt. »
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 30 januari 2004.
L. SANNEN