Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 30 december 2014
gepubliceerd op 31 december 2014

Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 30 december 2014 tot uitvoering van artikel 427 van de programmawet van 27 december 2004

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2014004071
pub.
31/12/2014
prom.
30/12/2014
ELI
eli/besluit/2014/12/30/2014004071/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 DECEMBER 2014. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 30 december 2014 tot uitvoering van artikel 427 van de programmawet van 27 december 2004


De Minister van Financiën, Gelet op de programmawet van 27 december 2004, inzonderheid artikel 427;

Gelet op de programmawet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 19/12/2014 pub. 29/12/2014 numac 2014021137 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 december 2014 tot uitvoering van artikel 427 van de programmawet van 27 december 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, uitgebracht op 22 december 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van onze Minister van Begroting, gegeven op 22 december 2014;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat in overeenstemming met de programmawet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 19/12/2014 pub. 29/12/2014 numac 2014021137 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten de accijnstarieven verhogen op 1 januari 2015; dit besluit tot doel heeft de voorwaarden vast te leggen binnen dewelke een verhoging inzake accijnzen op de voorraden energieproducten die al tot verbruik werden uitgeslagen zal plaatsvinden; dat, in die omstandigheden, dit besluit zonder uitstel dient te worden genomen;

Besluit :

Artikel 1.§ 1. Voor elke plaats waar zij energieproducten voorhanden hebben die belastbaar zijn krachtens artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 30 december 2014 tot uitvoering van artikel 427 van de programmawet van 27 december 2004, moeten de handelaars, de depothouders en de houders van een pompstation, zoals gedefinieerd in artikel 1, § 2, van hetzelfde koninklijk besluit, uiterlijk de dag die volgt op de dag waarop de verhoging van het tarief van de bijzondere accijns in werking treedt, een gedateerde en ondertekende voorraadaangifte in tweevoud opmaken waarop per soort van energieproduct waarvoor een afzonderlijk tarief van de accijnzen van toepassing is, de hoeveelheden zijn vermeld bedoeld in artikel 1, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit, die hier te lande in verbruik werden gesteld : 1° die zij voorhanden hadden te 0 uur op de dag van de tariefverhoging;2° die hen werden toegezonden vóór de dag van de tariefverhoging maar pas tussen de datum van verhoging van het tarief en de datum van indiening van de overeenkomstige voorraadaangifte zijn toegekomen. § 2. Geen voorraadaangifte hoeft te worden gedaan wanneer voor elke soort belastbare energieproducten, het totaal van de in § 1, 1° en 2° bedoelde hoeveelheden energieproducten, per soort product, 1.000 liter niet overtreft. § 3. De in de voorraadaangifte te vermelden hoeveelheden moeten in principe worden opgegeven bij de temperatuur van 15 ° C. Indien aan deze eis niet kan worden voldaan mogen de hoeveelheden worden opgegeven bij omgevingstemperatuur met vermelding ervan.

Art. 2.Eén exemplaar van de voorraadaangifte moet uiterlijk de donderdag van de week die volgt op de week van de tariefverhoging in het bezit zijn van de ambtenaar belast met het beheer van het hulpkantoor der accijnzen of der douane en accijnzen van het gebied van de inrichting; het tweede exemplaar van deze aangifte moet ter beschikking zijn van de accijnsambtenaren op de plaats waar de in aanmerking komende energieproducten voorhanden zijn.

De aangevers schrijven op het tweede exemplaar, in voorkomend geval, de hier te lande in verbruik gestelde hoeveelheden energieproducten bij die hen werden toegezonden vóór de dag van de tariefverlaging doch die pas na het indienen van hun aangifte zijn toegekomen.

Art. 3.Wie overeenkomstig artikel 1 een voorraadaangifte heeft ingediend moet: 1° bij die aangifte een opgave voegen van de personen of firma's aan wie zij sinds één maand vóór de dag waarop de verhoging van de bijzondere accijns werd ingesteld, meer dan 10.000 liter belastbare motorbrandstof hebben geleverd, die hier te lande in verbruik werden gesteld. Die opgave vermeldt de naam en het adres van bedoelde personen of firma's en de hen geleverde hoeveelheden. Indien tijdens de bedoelde periode geen dergelijke leveringen werden verricht wordt een nihilopgave opgemaakt; 2° desgevraagd alle documenten, bescheiden en andere stukken overleggen waaruit de juistheid van die aangifte en van vorenbedoelde opgave kan blijken.

Art. 4.§ 1. De depothouders en houders van een pompstation die bij toepassing van artikel 1 van het koninklijk besluit van 30 december 2014 tot uitvoering van artikel 427 van de programmawet van 27 december 2004 vrijgesteld zijn van de betaling van de aanvullende bijzondere accijns dienen, ten laatste 2 weken na de inwerkingtreding van dit besluit een opgave van hun plaatsen waar de in artikel 1 van hetzelfde koninklijk besluit bedoelde energieproducten voorhanden worden gehouden in te dienen bij de ambtenaar belast met het beheer van het hulpkantoor der accijnzen of der douane en accijnzen van het gebied waar deze plaatsen gevestigd zijn. § 2. Bij deze opgave dient een gedateerde en ondertekende verklaring van de verantwoordelijke persoon te worden gevoegd waarin op erewoord wordt verklaard dat de betrokken producten uitsluitend voor de eigen behoeften worden aangewend.

Art. 5.De verschuldigde sommen van de aanvullende bijzondere accijns dienen, binnen de bij artikel 2, § 2 van het koninklijk besluit van 30 december 2014 tot uitvoering van artikel 427 van de programmawet van 27 december 2004 bepaalde termijn, te worden voldaan op het enig kantoor der douane en accijnzen.

De betaling moet in de betalingsmededeling het volgende vermelden: "betaling aanvullende bijzondere accijns benzine" of "betaling aanvullende bijzondere accijns gasolie".

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.

Brussel, 30 december 2014.

De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

^