gepubliceerd op 05 september 2024
Ministerieel besluit tot vaststelling van de maximale referentierentevoet voor levensverzekeringsverrichtingen van lange duur
30 AUGUSTUS 2024. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de maximale referentierentevoet voor levensverzekeringsverrichtingen van lange duur
De Minister van Economie,
Gelet op de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, artikel 216, § 1, vijfde lid;
Gelet op het advies dat de FSMA op 4 juli 2024 heeft overgemaakt aan de Nationale Bank van België;
Gelet op het voorstel van de Nationale Bank van België van 16 juli 2024, om met toepassing van de criteria opgenomen in artikel 216, § 1, tweede en derde lid, van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de maximale rentevoet voor levensverzekeringsovereenkomsten vast te stellen op 2,5 %;
Overwegende dat het voorstel van de Nationale Bank van België getoetst dient te worden aan verschillende principes, waaronder de regels inzake mededinging;
Overwegende het advies van de Belgische Mededingingsautoriteit van 1 juni 2015 waaruit blijkt dat de Nationale Bank van België op basis van prudentiële redenen kan overgaan tot het beperken van de mededingingsregels voor zover er geen andere minder concurrentieverstorende maatregelen zijn die tot eenzelfde resultaat kunnen komen;
Overwegende dat deze andere maatregelen zich de facto beperken tot het opleggen van herstelmaatregelen in geval van solvabiliteitstekorten, waarbij de uitkomst van deze maatregelen zeer onzeker is;
Overwegende, daarnaast, de impact die de maximale rentevoet heeft op de aanvullende pensioenen;
Overwegende dat artikel 24 van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid voorziet in een berekening voor het bepalen van de minimale rentevoet waartegen de bijdragen voorzien in de pensioentoezegging gekapitaliseerd moeten worden;
Overwegende dat bij de aanvullende pensioenen, die via een groepsverzekering bij een verzekeringsonderneming worden afgesloten, de bijdragen voor een groot aantal worden belegd in tak 21-levensverzekeringen; dat er hierdoor sprake is van een duidelijke band tussen de rentevoet voor de berekening van de minimale rendementsgarantie voorzien voor de aanvullende pensioenen en de maximale rentevoet voorzien voor tak 21-levensverzekeringen;
Overwegende dat de Raad van State in zijn advies 58.564/1 bij de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen gewezen heeft op dit probleem en stelt dat « de vork waarbinnen de minimaal gewaarborgde rentevoet op grond van de ontworpen regeling zich dient te bevinden (tussen 1,75 en 3,75 %) niet overeenstemt met de vork waarbinnen de maximale rentevoet op grond van de ontworpen prudentiële reglementering zich dient te bevinden (tussen 0,75 en 3,75 %). Dit kan ertoe leiden dat voor eenzelfde overeenkomst de gewaarborgde minimale rentevoet hoger ligt dan de op grond van de prudentiële wetgeving toegelaten maximale gewaarborgde rentevoet.";
Overwegende dat met toepassing van artikel 24, § 3, van voormelde wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten, de FSMA vanaf het jaar 2016 jaarlijks de rentevoet voor de berekening van de minimale rendementsgarantie berekent en publiceert;
Overwegende dat de rentevoet voor de berekening van de minimale rendementsgarantie voorzien voor de aanvullende pensioenen sedert 2016 onafgebroken 1,75 % bedroeg;
Overwegende dat de rentevoet voor de berekening van de minimale rendementsgarantie voorzien voor de aanvullende pensioenen vanaf 1 januari 2025 zal stijgen tot 2,5 %;
Overwegende dat door het vaststellen van de maximale technische rentevoet vanaf 1 januari 2025 op 2,5 % voor levensverzekeringsovereenkomsten bedoeld in artikel 216, § 1, van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, deze rentevoet zal overeenstemmen met de rentevoet voor de berekening van de minimale rendementsgarantie voorzien voor de aanvullende pensioenen;
Overwegende dat een te lage maximale rentevoet het risico inhoudt dat werkgevers niet langer gemotiveerd zullen zijn om voor hun werknemers een aanvullende pensioenregeling uit te werken via het systeem van de groepsverzekeringen;
Overwegende dat een te lage intrestvoet het risico inhoudt dat werkgevers onmogelijk nog een bijkomende collectieve pensioensverzekering zullen kunnen aanbieden die hun wettelijke verbintenissen met betrekking tot rendementsgarantie dekt;
Overwegende dat een dergelijke situatie impact heeft op de koopkracht van de werknemers alsook op het precaire evenwicht waarop de akkoorden tussen de sociale partners steunen;
Overwegende dat de vast te stellen referentierentevoet een maximum betreft en de betrokken ondernemingen vrij zijn om voor levensverzekeringsverrichtingen van lange duur een lagere rentevoet te hanteren dan de maximale referentierentevoet, Besluit : Enig artikel. De maximale technische rentevoet voor levensverzekeringsovereenkomsten bedoeld in artikel 216, § 1, van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, wordt gebracht op 2,5 %.
Brussel, 30 augustus 2024.
P.-Y. DERMAGNE