gepubliceerd op 17 december 1999
Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 2, laatste lid, van het koninklijk besluit van 23 april 1997 tot uitvoering van artikel 18 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels
29 OKTOBER 1999. - Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 2, laatste lid, van het koninklijk besluit van 23 april 1997 tot uitvoering van artikel 18 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, inzonderheid op de artikelen 18 en 49;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 april 1997 tot uitvoering van artikel 18 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, inzonderheid op artikel 2, laatste lid;
Gelet op de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat de Rijksdienst voor pensioenen op 1 oktober 1999 de rechten en verplichtingen, de activa en passiva van de "Eerste Gemeenschappelijke Verzekeringskas" overneemt omvattende o.m. onroerende goederen; dat daarvoor onverwijld ook de nodige schikkingen moeten worden getroffen om deze overdracht tegenstelbaar te maken aan derden, Besluit :
Artikel 1.In uitvoering van artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 april 1997 tot uitvoering van artikel 18 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels neemt de Rijksdienst voor pensioenen op 1 oktober 1999 de volgende onroerende goederen in volle eigendom over van de "Eerste Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen de gevolgen van ouderdom en vroegtijdige dood der bedienden", gevestigd te Antwerpen, Arenbergstraat 24, aangenomen bij koninklijk besluit van 12 december 1931 voor uitvoering van de wet van 18 juni 1930 betreffende de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en vroegtijdige dood der bedienden : 1° een gebouw gelegen te Berchem, Grote Steenweg 192, gekadastreerd, afdeling sectie B, perceelnummer 114 R, voor een oppervlakte van 1 are 33 centiaren. Het bodemattest afgeleverd door de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest (verder OVAM) op 14 september 1999 luidt als volgt : "Voor dit kadastraal perceel zijn geen gegevens beschikbaar in het register van verontreinigde gronden omdat er geen gegevens beschikbaar zijn bij de OVAM. Opmerking : Gronden waarop een inrichting gevestigd is of was of een activiteit wordt of werd uitgeoefend die opgenomen is in de lijst bedoeld in artikel 3, § 1, van het bodemsaneringsdecreet kunnen vanaf 1 oktober 1996 slechts overgedragen worden als er vooraf een oriënterend onderzoek aan de OVAM is bezorgd met melding van de overdracht.
Dit attest vervangt alle vorige attesten." De overdrager verklaarde dat er op de gronden die het voorwerp zijn van onderhavige overdracht bij zijn weten geen inrichting gevestigd is of was of geen activiteit wordt of werd uitgevoerd die opgenomen is in de lijst van inrichtingen en activiteiten die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken, zoals bedoeld in artikel 3, § 1, van het bodemsaneringsdecreet; 2° een kantoorgebouw gelegen te Antwerpen, Graanmarkt 7, gekadastreerd C 1143 E, afdeling sectie C, voor een oppervlakte van 2 aren 78 centiaren. Het bodemattest afgeleverd door OVAM op 14 september 1999 luidt als volgt : "Voor dit kadastraal perceel zijn geen gegevens beschikbaar in het register van verontreinigde gronden omdat er geen gegevens beschikbaar zijn bij de OVAM. Opmerking : Gronden waarop een inrichting gevestigd is of was of een activiteit wordt of werd uitgeoefend die opgenomen is in de lijst bedoeld in artikel 3, § 1, van het bodemsaneringsdecreet kunnen vanaf 1 oktober 1996 slechts overgedragen worden als er vooraf een oriënterend onderzoek aan de OVAM is bezorgd met melding van de overdracht.
Dit attest vervangt alle vorige attesten." De overdrager verklaarde dat er op de gronden die het voorwerp zijn van onderhavige overdracht bij zijn weten geen inrichting gevestigd is of was of geen activiteit wordt of werd uitgevoerd die opgenomen is in de lijst van inrichtingen en activiteiten die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken, zoals bedoeld in artikel 3, § 1, van het bodemsaneringsdecreet.
Art. 2.De onroerende goederen worden overgedragen op basis van hun boekhoudkundige waarde op datum van 30 september 1999.
Art. 3.Onderhavig besluit zal bij uittreksel genotificeerd worden aan de bevoegde hypotheekbewaarders met als oogmerk de overschrijving van de goederen vermeld in artikel 1.
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 1999.
Brussel, 29 oktober 1999.
F. VANDENBROUCKE