gepubliceerd op 05 december 2007
Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 29 november 2007 tot uitvoering van artikel 427 van de programmawet van 27 december 2004 betreffende gasolie voor de weg
29 NOVEMBER 2007. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 29 november 2007 tot uitvoering van artikel 427 van de programmawet van 27 december 2004 betreffende gasolie voor de weg
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Gelet op de programmawet van 27 december 2004 (1), inzonderheid artikel 427;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 november 2007 tot wijziging van bepaalde accijnstarieven van gasolie voor de weg (2);
Gelet op het koninklijk besluit van 29 november 2007 tot uitvoering van artikel 427 van de programmawet van 27 december 2004 betreffende gasolie voor de weg (3), inzonderheid artikel 4;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, uitgebracht op 27 november 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van onze Minister van Begroting, gegeven op 28 november 2007;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, overwegende het feit dat dit besluit de toepassingsmodaliteiten regelt van het koninklijk besluit van 29 november 2007 tot uitvoering van artikel 427 van de programmawet van 27 december 2004 betreffende gasolie voor de weg, inzonderheid wat de verlaging van de bijzondere accijns op de reeds in verbruik gestelde voorraden energieproducten betreft; dat deze uitvoeringsmaatregelen noodzakelijkerwijze op dezelfde dag als het betrokken koninklijk besluit in werking moeten treden; dat in die omstandigheden dit besluit zonder uitstel moet worden genomen, Besluit :
Artikel 1.§ 1. Voor elke plaats waar zij energieproducten voorhanden hebben die recht geven op de verlaging van de bijzondere accijns krachtens artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 29 november 2007 tot uitvoering van artikel 427 van de programmawet van 27 december 2004 betreffende gasolie voor de weg, moeten de fabrikanten, de grossiers, de half-grossiers en andere handelaars, de depothouders en de houders van een pompstation, zoals gedefinieerd in artikel 1, § 2, van hetzelfde koninklijk besluit, uiterlijk de dag die volgt op de dag waarop de verlaging van het tarief van de bijzondere accijns in werking treedt, een gedateerde en ondertekende voorraadaangifte in tweevoud opmaken waarop per soort de hoeveelheden energieproducten zijn vermeld bedoeld in artikel 1, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit, die hier te lande in verbruik werden gesteld : 1° die zij voorhanden hadden te 0 uur op de dag van de tariefverlaging;2° die hen werden toegezonden vóór de dag van de tariefverlaging maar pas tussen de datum van verlaging van het tarief en de datum van indiening van de overeenkomstige voorraadaangifte zijn toegekomen. § 2. Geen voorraadaangifte mag worden gedaan wanneer voor elke soort in aanmerking komende energieproducten, het totaal van de in § 1, 1° en 2° bedoelde hoeveelheden energieproducten, per soort product, 1.000 liter niet overtreft. § 3. De in de voorraadaangifte te vermelden hoeveelheden moeten in principe worden opgegeven bij de temperatuur van 15 °C. Indien aan deze eis niet kan worden voldaan mogen de hoeveelheden worden opgegeven bij omgevingstemperatuur met vermelding ervan.
Art. 2.Een exemplaar van de voorraadaangifte moet uiterlijk de donderdag van de week die volgt op de week van de tariefverlaging in het bezit zijn van de ontvanger der accijnzen of der douane en accijnzen waarvan de inrichting afhangt; het tweede exemplaar van deze aangifte moet ter beschikking zijn van de accijnsambtenaren op de plaats waar de in aanmerking komende energieproducten voorhanden zijn.
De aangevers schrijven op het tweede exemplaar, in voorkomend geval, de hier te lande in verbruik gestelde hoeveelheden energieproducten bij die hen werden toegezonden vóór de dag van de tariefverlaging doch die pas na het indienen van hun aangifte zijn toegekomen.
Art. 3.De personen die, overeenkomstig de artikelen 1 en 2, een voorraadaangifte hebben ingediend, moeten bij deze voorraadaangifte de volmacht voegen, zoals omschreven in artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 29 november 2007 tot uitvoering van artikel 427 van de programmawet van 27 december 2004 betreffende gasolie voor de weg. Tevens dienen zij, desgevraagd, alle documenten, bescheiden en andere stukken over te leggen waaruit de juistheid van hun aangifte kan blijken.
Art. 4.De ontvanger der accijnzen of der douane en accijnzen waarvan de inrichting afhangt, voert de in het koninklijk besluit van 29 november 2007 tot uitvoering van artikel 427 van de programmawet van 27 december 2004 betreffende gasolie voor de weg bedoelde gedeeltelijke terugbetaling van de bijzondere accijns uit.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 29 november 2007.
D. REYNDERS _______ Nota's (1) Belgisch Staatsblad van 31 december 2004.(2) Belgisch Staatsblad van 5 december 2007. (3) Belgisch Staatsblad van 5 december 2007.