29 NOVEMBER 1999. - Ministerieel besluit genomen in uitvoering van artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 november 1999 houdende gelijkstelling van de dagen van arbeidsonderbreking ingevolge tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de dioxinecrisis, in het stelsel der jaarlijkse vakantie van de loonarbeiders

De Minister van Sociale Zaken, Gelet op de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, inzonderheid op artikel 10, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1999 houdende gelijkstelling van de dagen van arbeidsonderbreking ingevolge tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de dioxinecrisis, in het stelsel der jaarlijkse vakantie van de loonarbeiders.

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie van 6 oktober 1999;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de betrokken werkgevers dringend dienen geïnformeerd te worden betreffende de specifieke aangifte die zij dienen te doen van de dagen van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de dioxinecrisis aan de bevoegde vakantiekassen en door de omstandigheid dat de bevoegde administratieve instellingen de nodige schikkingen moeten treffen om controles te kunnen uitvoeren op de verklaringen inzake de dagen van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de dioxinecrisis;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 4 november 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.De tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de dioxinecrisis is gelijkstelbaar met effectief gewerkte dagen voor het berekenen van het vakantiegeld van de betrokken werknemers in de volgende sectoren, voorafgegaan door hun algemene systematische bedrijfsindeling in de Europese Gemeenschappen (NACE-code) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.Dit ministerieel besluit treedt in werking op 27 mei 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1999.

Brussel, 29 november 1999.

F. VANDENBROUCKE