gepubliceerd op 03 februari 1998
Ministerieel besluit tot bepaling van de voorwaarden en de nadere regelen volgens welke het individueel aanwezigheidsboekje in sommige ondernemingen uit de tuinbouwsector die onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf ressorteren, moet gewaarmerkt worden
29 DECEMBER 1997. Ministerieel besluit tot bepaling van de voorwaarden en de nadere regelen volgens welke het individueel aanwezigheidsboekje in sommige ondernemingen uit de tuinbouwsector die onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf ressorteren, moet gewaarmerkt worden (1)
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, De Minister van Sociale Zaken, Gelet op het koninklijk besluit van 17 juni 1994 betreffende het bijhouden van een aanwezigheidsregister, inzonderheid op artikel 4, laatste lid;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het noodzakelijk is onverwijld de werkgevers in sommige ondernemingen uit de tuinbouwsector die onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf ressorteren, op de hoogte te brengen van de voorwaarden en de nadere regelen volgens welke het individueel aanwezigheidsboekje in de tuinbouwsector moet gewaarmerkt worden, Besluiten :
Artikel 1.Het individueel aanwezigheidsboekje in de ondernemingen uit de tuinbouwsector die onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf ressorteren, met uitzondering van de ondernemingen voor het aanleggen en/of onderhouden van parken, tuinen, sportterreinen, recreatieparken, groene zones, begraafplaatsen met inbegrip van begraafplaatsen van vreemde militairen in België, wordt gewaarmerkt en afgeleverd door het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf.
Art. 2.Het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf deelt, bij de aflevering, de naam, de voornaam en de woonplaats of de maatschappelijke benaming en de maatschappelijke zetel, het R.S.Z.-nummer van de werkgever, het nummer van het hem toegewezen individueel aanwezigheidsboekje mee aan de Sociale Inspectie van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en aan de Inspectie van de sociale wetten van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1998.
Brussel, 29 december 1997.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld