Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 29 april 2024
gepubliceerd op 24 mei 2024

Ministerieel besluit betreffende de technische aspecten ten aanzien van de certificatie van een geregistreerd kassasysteem

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2024004476
pub.
24/05/2024
prom.
29/04/2024
ELI
eli/besluit/2024/04/29/2024004476/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 APRIL 2024. - Ministerieel besluit betreffende de technische aspecten ten aanzien van de certificatie van een geregistreerd kassasysteem


De Minister van Financiën,

Gelet op de wet van 30 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2013 pub. 28/08/2013 numac 2013011409 bron federale overheidsdienst financien federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet met betrekking tot de certificatie van een geregistreerd kassasysteem in de horecasector type wet prom. 30/07/2013 pub. 04/02/2014 numac 2014000067 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet met betrekking tot de certificatie van een geregistreerd kassasysteem in de horecasector. - Duitse vertaling type wet prom. 30/07/2013 pub. 01/08/2013 numac 2013204390 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen sluiten met betrekking tot de certificatie van een geregistreerd kassasysteem, gewijzigd bij wet van 28 december 2023, de artikelen 3 tot 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003491 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 24/11/2015 numac 2015000677 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 07/01/2010 numac 2009003484 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk V van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen , inzonderheid de artikelen 30, 32, 40, 41 en 45 sluiten, tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem moet voldoen, gewijzigd bij koninklijk besluit van 24 april 2024;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 oktober 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/10/2013 pub. 08/10/2013 numac 2013003330 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten ten aanzien van de certificatie van een geregistreerd kassasysteem in de horecasector sluiten met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten ten aanzien van de certificatie van een geregistreerd kassasysteem, gewijzigd bij koninklijk besluit van 24 april 2024;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de inwerkingtreding op 1 januari 2024 van de nieuwe certificatieprocedure van een geregistreerd kassasysteem door hogergenoemde wet van 30 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2013 pub. 28/08/2013 numac 2013011409 bron federale overheidsdienst financien federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet met betrekking tot de certificatie van een geregistreerd kassasysteem in de horecasector type wet prom. 30/07/2013 pub. 04/02/2014 numac 2014000067 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet met betrekking tot de certificatie van een geregistreerd kassasysteem in de horecasector. - Duitse vertaling type wet prom. 30/07/2013 pub. 01/08/2013 numac 2013204390 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen sluiten, zoals gewijzigd bij de wet van 28 december 2023;

Overwegende dat het bijgevolg van belang is de technische aspecten ten aanzien van de certificatie van een geregistreerd kassasysteem zo snel mogelijk te verduidelijken;

Overeenkomstig artikel 6, § 2 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is een impactanalyse van de regelgeving niet noodzakelijk;

Overwegende dat de notificatie, zoals voorzien in de Richtlijn (EU) 2015/1535, die de informatie-procedure op het gebied van technische voor-schriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij regelt, werd gedaan (kennisgeving 2022/880/B), Besluit : TITEL I. - ALGEMENE BEPALINGEN EN DEFINITIES

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit gelden de volgende definities: 1° `Kassasysteem': elk geïnformatiseerd systeem dat gebruikt kan worden om verkooptransacties te registreren in een B2C omgeving, ongeacht zijn benaming of de gebruikte technologie;2° `Gecertificeerd kassaysteem': een kassasysteem dat voldoet aan de technische eisen opgenomen in de artikelen 4 tot 57 van dit besluit en waarvoor de bevoegde dienst bij de FOD Financiën een certificaat heeft uitgereikt;3° 'Fiscal Data Module': de controlemodule zoals voorzien in artikel 2, punt 7 van het koninklijk besluit van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003491 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 24/11/2015 numac 2015000677 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 07/01/2010 numac 2009003484 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk V van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen , inzonderheid de artikelen 30, 32, 40, 41 en 45 sluiten en in artikel 2, 3° van de wet van 30 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2013 pub. 28/08/2013 numac 2013011409 bron federale overheidsdienst financien federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet met betrekking tot de certificatie van een geregistreerd kassasysteem in de horecasector type wet prom. 30/07/2013 pub. 04/02/2014 numac 2014000067 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet met betrekking tot de certificatie van een geregistreerd kassasysteem in de horecasector. - Duitse vertaling type wet prom. 30/07/2013 pub. 01/08/2013 numac 2013204390 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen sluiten met betrekking tot de certificatie van een geregistreerd kassasysteem, voorzien van een geldig handtekeningcertificaat;4° `Gecertificeerde Fiscal Data Module': de Fiscale Data module die voldoet aan de technische eisen opgenomen in de artikelen 58 tot 93 van dit besluit en waarvoor de bevoegde dienst bij de FOD Financiën een certificaat heeft uitgereikt;5° `Ingebrachte gegevens': de gegevens vermeld in artikel 2, punten 1 en 2 van het koninklijk besluit van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003491 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 24/11/2015 numac 2015000677 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 07/01/2010 numac 2009003484 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk V van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen , inzonderheid de artikelen 30, 32, 40, 41 en 45 sluiten tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem moet voldoen en betrekking hebben op: - de registraties van leveringen van goederen en diensten (incl. toepasselijk btw-tarief); - de registratie van aanvang en einde van de arbeidsprestatie; - de aanmaak van training events; - de aanmaak van pro forma events; - wijzigingen van prijzen en toepasselijk btw-tarief; - correcties en terugnames; - geregistreerde betalingen, inclusief fooien en afrondingen; - openingen van de geldlade via de eventueel voorziene kassafunctionaliteit (met inbegrip van het startgeld, in-/output in speciën, geldtellingen); - aanmaak van rapporten; - programma -en configuratiewijzigingen hieronder begrepen dataclear, dump, elke vorm van terugzetting (reset), wijziging PLU-instellingen en wijzigingen van systeemparameters; - elke boeking binnen een functionaliteit die een registratie tijdelijk kan onderbreken, pauzeren en hervatten. 6° `Event': elke gebeurtenis die plaatsvindt op het kassasysteem en waarbij data wordt aangemaakt en verzonden tussen het kassasysteem en de fiscal data module. Een kassasysteem kan de volgende events aanmaken: - event Normal (label N); - event Financial (label F); - event Social (label S); - event Report (label R); - event Pro Forma (label P); - event Invoice (label I); - event Training (label T); - event Copy (label C). 7° `Controlegegevens': de data die het kassasysteem zal ontvangen van de fiscal data module en die onderaan het kasticket moeten worden vermeld;8° `btw-kasticket': het kasticket bedoeld in artikel 21bis van het koninklijk besluit nr.1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde en dat hetzij op papier hetzij digitaal hetzij zowel op papier als digitaal aan de klant wordt uitgereikt; 9° `Gebruikers': personen die events in het kassasysteem registreren en worden geïdentificeerd met het rijksregisternummer of het BIS-nummer; Een gebruiker van het kassasysteem, vreemd aan de onderneming, wordt in het kassasysteem steeds geïdentificeerd met het nummer "00000000097".

Voor online- en kioskbestellingen, die onder de volle verantwoordelijkheid van de uitbating vallen, dient het nummer "00000000029" gebruikt te worden. 10° `Openingsperiode': de tijdspanne waarin een uitbating geopend is. Deze tijdspanne kan over meerdere dagen lopen, maar nooit meer dan 24 uur bevatten. De ontvangsten, gerealiseerd tijdens die tijdspanne, worden steeds toegewezen aan één boekingsdatum. Deze boekingsdatum is de begindatum van de betrokken tijdspanne. De tijdspanne kan opgesplitst zijn in diverse boekingsperiodes (shifts), waardoor een boekingsdatum meerdere boekingsperiodes kan bevatten. 11° `Producent': iedere natuurlijk of rechtspersoon, die een eindproduct maakt om in België op de markt te brengen, om te worden gebruikt, hetzij als kassasysteem, hetzij als fiscal data module, binnen het geregistreerd kassasysteem;12° `Invoerder': iedere natuurlijk of rechtspersoon, die een eindproduct, geproduceerd buiten België, in België op de markt brengt, om te worden gebruikt, hetzij als kassasysteem, hetzij als fiscal data module, binnen het geregistreerd kassasysteem;13° `Verdeler': iedere natuurlijk of rechtspersoon, die in België aan een belastingplichtige een gecertificeerd kassasysteem of een gecertificeerde fiscal data module, bestemd om te worden gebruikt in een geregistreerd kassasysteem, verkoopt of verhuurt;14° `Belastingplichtige-uitbater': iedere btw-belastingplichtige, natuurlijke of rechtspersoon, die krachtens het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, gehouden is tot het uitreiken van een kasticket bij middel van een geregistreerd kassasysteem of hiertoe vrijwillig overgaat; 15° `Bevoegde dienst bij de FOD Financiën': de dienst die op basis van dit besluit alle certificatie- en registratieaanvragen zal behandelen, de certificatieprocedure zal uitvoeren en de attesten van certificatie zal uitreiken of intrekken. Op het ogenblijk van verschijnen van dit besluit is dit: Administratie van de Fiscaliteit Nationaal Centrum Opsporingen - Afdeling GKS - team GKS 1 E-mail: secr.gksce@minfin.fed.be

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit worden de volgende afkortingen gebruikt: API - Application Programming Interface B2C - Business-to-Consumer CE - Conformité Européenne CSAM - Control Sequence Access Method DBMS - DataBase Management System EEPROM - Electrically Erasable Programmable Read-Only Memory FDM - Fiscal Data Module GDPR - General Data Protection Regulation GKS - Geregistreerd KassaSysteem GPIO - General Purpose Input/Output GPS - Global Positioning System GraphQL - Graph Query Language HTTP - HyperText Transfer Protocol INSZ - IdentificatieNummer Sociale Zekerheid JSON - JavaScript Object Notation JWT - JSON Web Token KBO - KruispuntBank voor Ondernemingen LAN - Local Area Network LiPo - Lithium-Polymeer LTE - Long Time Evolution mTLS - Mutual Transport Layer Securiy NOP - No Operation PD - Powered Device PLU - Price Look-Up code PoE - Power over Ethernet POS - Point Of Sale QR code - Quick Response code RTC - Real Time Clock SHA - Secure Hash Algorithm URL - Uniform Resource Locator USB - Universal Serial Bus WiFi - Wireless Fidelity TITEL II. - TECHNISCHE EISEN TEN AANZIEN VAN DE ONDERDELEN VAN EEN GEREGISTREERD KASSASYSTEEM

Art. 3.Een geregistreerd kassasysteem zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 30 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2013 pub. 28/08/2013 numac 2013011409 bron federale overheidsdienst financien federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet met betrekking tot de certificatie van een geregistreerd kassasysteem in de horecasector type wet prom. 30/07/2013 pub. 04/02/2014 numac 2014000067 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet met betrekking tot de certificatie van een geregistreerd kassasysteem in de horecasector. - Duitse vertaling type wet prom. 30/07/2013 pub. 01/08/2013 numac 2013204390 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen sluiten met betrekking tot de certificatie van een geregistreerd kassasysteem bestaat uit een gecertificeerd kassasysteem en een gecertificeerde Fiscal Data Module (FDM). Beide onderdelen moeten voldoen aan de technische eisen openomen in Titel II van dit besluit.

HOOFDSTUK 1. - Technische eisen ten aanzien van het gecertificeerd kassasysteem Afdeling 1. - Verplichte functionaliteiten

Onderafdeling 1. - Registratie van events

Art. 4.Het kassasysteem dient minimaal in staat te zijn volgende events te genereren: - Normal (N) - Financial (F) - Social (S) - Report (R) Indien het kassasysteem eveneens voorziet in de events: - Pro Forma (P), - Invoice (I), - Training (T) - Copy (C) moeten hiervoor de technische eisen zoals vermeld in dit besluit worden nageleefd.

Art. 5.Event Normal 1° Een event dat wordt aangemaakt bij het beëindigen van de registratie van een verkooptransactie en altijd resulteert in de aanmaak van een btw-kasticket, zoals bedoeld in artikel 2, punt 4 van het koninklijk besluit van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003491 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 24/11/2015 numac 2015000677 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 07/01/2010 numac 2009003484 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk V van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen , inzonderheid de artikelen 30, 32, 40, 41 en 45 sluiten, tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem moet voldoen en artikel 21bis van het koninklijk besluit nr.1 tot voldoening van de btw. 2° Een boeking als event Normal bevat enkel de geregistreerde productlijnen waarop ze betrekking heeft in chronologische volgorde en met inbegrip van correcties en prijswijzigingen gekoppeld aan de correcte productlijn.3° Wanneer een btw-kasticket enkel negatieve productlijnen bevat wordt de vermelding 'REFUND' aangebracht.Ingeval dit een volledige terugname van een eerder uitgereikt btw-kasticket betreft wordt bijkomend de verwijzing naar het oorspronkelijke btw-kasticket opgenomen.

Art. 6.Event Pro Forma Een event Pro Forma wordt in één van de volgende situaties aangemaakt: a. een registratie waarbij het volledige kassasysteem zich in een pro forma modus bevindt;b. elke boeking binnen een functionaliteit die een registratie tijdelijk kan onderbreken, pauzeren en hervatten;c. het aanmaken van een rekeningoverzicht. Met Pro Forma Modus wordt bedoeld de loutere illustratieve registraties, waarbij het kassasysteem registraties kan uitvoeren, zonder de verkoopresultaten te beïnvloeden.

Bij een onderbroken verkoop worden de betreffende deeltransacties (boekingen) geregistreerd als Event Pro Forma. Deze registraties moeten finaal resulteren in een event Normal.

Een boeking als event Pro Forma gebeurt overeenkomstig de regels van een event Normal, tenzij het event een rekeningoverzicht betreft.

Het rekeningoverzicht dient een overzicht van de geboekte orders en/of het te betalen bedrag weer te geven vooraleer de betaling wordt geregistreerd en vooraleer het event Normal wordt aangemaakt. Met rekeningoverzicht wordt ook bedoeld: het oproepen en tonen van de toestand van een tafel op een tablet, smartphone of enig ander apparaat dat in verbinding staat met of deel uitmaakt van het kassasysteem.

Elke onderbroken verkoopregistratie, behalve het doorboeken van een tafel naar een globale hotelrekening, dient finaal te resulteren in een event Normal.

Afdrukken van onder punt b. hierboven bedoelde boekingen, onder gelijk welke vorm, mogen geen bedragen bevatten.

Art. 7.Event Training Alle registraties die aangemaakt worden terwijl ofwel het kassasysteem ofwel de gebruiker zich in een trainingmodus bevindt.

Art. 8.Event Copy Een kopie van een eerder aangemaakt event. Hierbij wordt steeds de referentie naar het oorspronkelijke event opgegeven. Er mag een kopie aangemaakt worden van volgende events: Normal, Pro Forma, Invoice, Social, Financial en Report.

Art. 9.Event Social De registratie van start- of einduur van de aanwezigheid op de arbeidsplek van een personeelslid.

Art. 10.Event Report Het aanmaken van fiscale rapporten met betrekking tot de omzet of de gebruikers met gegevens afkomstig van het kassasysteem en de FDM zoals beschreven in de artikelen. 21 tot en met 30.

Art. 11.Event Financial De registratie van financiële verrichtingen die niet als omzet inzake btw worden beschouwd en betrekking hebben op één van de volgende situaties: - de input in speciën; - de output in speciën; - de inwisseling van MultiPurpose Vouchers tegen betaling in speciën; - de betaling van eerder uitgereikte btw-kasticket; - de correcties van foutief geregistreerde betaalwijzen na afsluiting.

Art. 12.Event Invoice Het event waarbij een factuur, bedoeld in artikel 53, § 2, eerste lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, van één (of meerdere) eerder uitgereikt(e) btw-kasticket(s) wordt aangemaakt.

Art. 13.Het kassasysteem kent aan elk event een nummer toe. Deze nummering moet doorlopend zijn over alle events heen, per event label, per terminal of een combinatie van voorgaande mogelijkheden.

Art. 14.Het kassasysteem mag events enkel kunnen registreren wanneer de FDM aangesloten en volledig operationeel is.

Een transactie, waarvan de registratie begonnen is, mag niet beëindigd kunnen worden zolang er geen handtekening van de FDM kan ontvangen worden.

Art. 15.Op het kassasysteem mag geen enkel event geregistreerd worden zonder dat een gebruiker is aangemeld.

Onderafdeling 2. - Bewaring gegevens

Art. 16.Het kassasysteem dient de zelf aangemaakte data, de verzonden data naar de FDM en de ontvangen data van de FDM in originele vorm kunnen bewaren, conform de fiscale bewaartermijnen.

Er wordt geen specifiek formaat voorgeschreven. Conform artikel 61, § 1 van het Btw-Wetboek moeten alle door het kassasysteem aangemaakte en bewaarde gegevens kunnen voorgelegd worden in leesbare en verstaanbare vorm. Om kopiename van deze gegevens te vergemakkelijken, dient er tenminste één poort (van een courant type) van het kassasysteem toegankelijk/geactiveerd te zijn voor een externe gegevensdrager.

Art. 17.Een overzicht van alle configuratie-instellingen en de database tabellen moet op eenvoudig verzoek ter beschikking kunnen gesteld worden aan de controlerende ambtenaar.

Onderafdeling 3. - Te gebruiken btw-codes

Art. 18.Het kassasysteem dient volgende btw-codes te voorzien:

BTW-CODE

BTW-TARIEF OMSCHRIJVING

BTW-TARIEF

CODE TVA

DESCRIPTION TAUX DE TVA

TAUX DE TVA

A

Hoog

21 %

A

Haut

21 %

B

Midden

12 %

B

Moyen

12 %

C

Laag

6 %

C

Bas

6 %

D

Nultarief

0 %

D

Taux zéro

0 %

X

Buiten btw- toepassingsgebied

Geen

X

Hors du champ d'application de la TVA

Néant


Onderafdeling 4. - Het btw-kasticket

Art. 19.Het btw-kasticket, zoals voorzien in artikel 21bis van het koninklijk besluit nr. 1 van 21 december 1992, wordt fiscaal beschouwd als een controledocument waardoor het btw-kasticket aan de verkrijger moet uitgereikt worden.

Dit houdt in dat de verkrijger/consument dit document moet uitgereikt krijgen (voor nazicht, als waarborgdocument, als verantwoordingsstuk, enz.). Deze uitreiking kan op papier, digitaal of beide gebeuren.

Wanneer het btw-kasticket digitaal wordt uitgereikt, dient de exploitant uitbater er over te waken dat de consument ook effectief over dit btw-kasticket kan beschikken.

Art. 20.Het btw-kasticket bevat, in uitvoering van artikel 2, 7° van het koninklijk besluit van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003491 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 24/11/2015 numac 2015000677 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 07/01/2010 numac 2009003484 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk V van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen , inzonderheid de artikelen 30, 32, 40, 41 en 45 sluiten tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem moet voldoen, steeds minstens de volgende vermeldingen: a. de volledige benaming "btw-KASTICKET";b. de identificatie van de uitreiker, door vermelding van zijn naam of maatschappelijke benaming, zijn adres en zijn in artikel 50 van het Btw-Wetboek bedoeld identificatienummer;c. de commerciële benaming van de uitbating;d. het nummer van de vestigingseenheid (zoals geregistreerd bij de KBO);e. de identificatie van het kassasysteem met het in artikel 46 vermelde productienummer, samen met de vermelding van het versienummer van de erop geïnstalleerde kassasoftware;f. de identificatie van de terminal;g. identificatie van het input device;hiermee wordt (in volgorde van beschikbaarheid bedoeld: MAC adres, serienummer, IP-adres, ...); h. de identificatie van de gebruiker (op zodanige wijze dat deze binnen de onderneming identificeerbaar is), zoals voorzien in artikel 1, 9° ;i. de datum en het uur van de uitreiking van het btw-kasticket (door het kassasysteem gegenereerd);j. doorlopend ticketnummer uit een ononderbroken reeks (door het kassasysteem gegenereerd conform artikel 13 van dit besluit);k. geregistreerde handelingen of productlijnen;deze bevatten: - aantal, omschrijving, totale lijnprijs, btw-tariefcode; - de toegepaste prijswijzigingen en meldingen; l. het totaal verschuldigde ticketbedrag, inclusief btw;m. maatstaf van heffing per toepasselijk btw-tarief, zoals berekend door de FDM;n. het bedrag van de verschuldigde btw, per toepasselijk btw-tarief, zoals berekend door de FDM; niet in de productlijnen vermelde prijsaanpassing; o. de controlegegevens aangemaakt en doorgestuurd door de FDM.Deze worden leesbaar afgedrukt; p. de toepasselijke betaallijnen met inbegrip van eventuele afrondingen, fooien en andere (terug-)betalingen;q. de QR-code, die de URL bevat zoals meegegeven door de FDM. Onderafdeling 5. - De rapporten

Art. 21.Overeenkomstig artikel 2, punt 5, van het hierboven vermelde koninklijk besluit van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003491 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 24/11/2015 numac 2015000677 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 07/01/2010 numac 2009003484 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk V van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen , inzonderheid de artikelen 30, 32, 40, 41 en 45 sluiten, is de belastingplichtige die gebruik maakt van een geregistreerd kassasysteem, verplicht een dagelijks omzet rapport en een dagelijks gebruikersrapport op te maken (Z-rapporten).

Bovendien moet het mogelijk zijn om, ter uitvoering van artikel 2, punt 3, van het koninklijk besluit van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003491 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 24/11/2015 numac 2015000677 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 07/01/2010 numac 2009003484 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk V van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen , inzonderheid de artikelen 30, 32, 40, 41 en 45 sluiten, zogenaamde tussenrapporten (X-rapporten) te genereren. Deze rapporten zijn een samenvatting van de registraties in het kassasysteem met betrekking tot de omzet en alle andere ingebrachte gegevens voor de huidige openingsperiode, sinds het laatste voorafgaande omzetrapport tot het ogenblik van aanmaak van het tussenrapport.

Deze rapporten bevatten gegevens afkomstig van zowel het kassasysteem als de FDM.

Art. 22.Het kassasysteem mag, bijkomend, voorzien in andere rapporten, ter ondersteuning van het dagelijks beheer van de onderneming. Deze rapporten moeten volledig in overeenstemming zijn met de inhoud van de verplichte Z-rapporten. Hiermee worden onder meer periodieke omzetrapporten per artikel/artikelgroep/uitbating en periodieke gebruikersrapporten bedoeld.

Indien voor een openingsperiode geen of slechts één van beide verplichte Z rapporten werd aangemaakt, dient het kassasysteem bij het aanmaken van het eerstvolgende rapport (ongeacht of het een X of een Z rapport betreft) voor de daaropvolgende openingsperiode eerst alle ontbrekende Z rapporten aan te maken, die de data bevatten met betrekking tot de voorgaande openingsperiode(s).

Het kassasysteem mag voorzien zijn van een functionaliteit voor het automatisch aanmaken van deze rapporten. De Z-rapporten dienen steeds duidelijk te vermelden op welke periode zij betrekking hebben.

Art. 23.Een Z-rapport `omzet' wordt fiscaal gelijkgesteld met een digitaal gehouden dagboek van ontvangsten.

Art. 24.Indien een kassasysteem omwille van veiligheidsredenen of load balancing gebruik maakt van meerdere FDM's, dan dienen de rapporten de gecumuleerde gegevens van alle eraan gekoppelde FDM's te bevatten.

Art. 25.Indien bij een kassasysteem dat bestaat uit meerdere terminals één of meerdere terminals niet kunnen benaderd worden bij het nemen van het Z-rapport, dan dient zo snel mogelijk een bijkomend rapport aangemaakt te worden dat ENKEL de gegevens bevat die ontbraken op het oorspronkelijke rapport.

Art. 26.Z-rapporten `omzet' en `gebruikers' worden na ondertekening door de FDM en met inbegrip van de handtekening in een JSON-bestand bewaard op het kassasysteem en moeten op eenvoudige wijze onmiddellijk kunnen voorgelegd worden op verzoek van de ambtenaren van de FOD Financiën.

Art. 27.Een Z- en X-rapport hebben exact dezelfde inhoud, met dien verstande dat het Z-rapport bijkomend een doorlopende nummering bevat.

Art. 28.Het event Report resulteert ALTIJD in de aanmaak van een bestand, MAAR moet ook op eenvoudige wijze afgedrukt kunnen worden door de uitbater, hetzij op papier, hetzij op digitale wijze.

Art. 29.Het rapport `omzet' moet, naast haar benaming 'X OMZET' of `Z OMZET' bovenaan in hoofdletters, voor de betrokken openingsperiode minstens de volgende gegevens bevatten: a. de naam of maatschappelijke benaming van de belastingplichtige onderneming;b. het in artikel 50 van het Btw-Wetboek bedoelde identificatienummer van de in a.vermelde onderneming (btw-nummer); c. het vestigingsnummer (KBO) van de uitbating waar het GKS staat opgesteld en waarop dit rapport betrekking heeft;d. de datum en tijdstip van aanmaak;e. de identificatie van de kassa('s) waarop het rapport betrekking heeft;f. het productienummer van de FDM en de referenties van het eerste en het laatste event opgenomen in de FDM's waarvan gegevens in het rapport zijn opgenomen;g. de boekingsdatum waarop het rapport betrekking heeft;h. datum en uur van start en einde van de openingsperiode;i. het totaalbedrag gerealiseerde omzet van het eventlabel N (incl. btw); j. het totaalbedrag v gerealiseerde omzet van het eventlabel N (incl. btw) voor de verschillende hoofdgroepen/departementen, indien deze gebruikt worden; k. het totaalbedrag van de maatstaf van heffing, per toepasselijk btw-tarief, voor het eventlabel N;l. het btw-bedrag, per toepasselijk btw-tarief, voor het eventlabel N;m. het totaalbedrag van de gerealiseerde omzet voor het eventlabel N (incl.btw), uitgesplitst per toepasselijk btw-tarief (som van bedragen in k. en l.); n. totaalbedrag van de geregistreerde betalingen, uitgesplitst volgens de gebruikte en geregistreerde betaalmiddelen;o. het totaalbedrag van de afrondingen, zoals geregistreerd bij de betaallijnen;p. het aantal uitgereikte btw-kastickets (eventlabel N);q. het aantal openingen van de geldlade(s) zonder registratie van een handeling;r. het aantal aangemaakte trainingtickets en hun totaalbedrag (incl. btw) (eventlabel T); s. het aantal aangemaakte terugnametickets en hun totaalbedrag (incl. btw); t. het aantal aangemaakte pro forma tickets en hun totaalbedrag (incl. btw) (eventlabel P); u. het aantal toegestane kortingen en toeslagen en hun totaalbedrag (incl.btw), uitgesplitst per soort; v. overzicht van de bedragen (inclusief btw) van functionaliteiten, zoals correcties, terugnames, annuleringen van lijnen, enz., andere dan in punt u, die het totaalbedrag van de omzet hebben doen afnemen, ongeacht het eventlabel waarin ze origineel werden geboekt (eventlabel P of N), uitgesplitst per soort; w. de nummers en bedragen (incl.btw) van de aangemaakte facturen conform artikel 31; x. de vermelding van de referentie van het eerste en laatste erin opgenomen event.y. enkel voor Z-rapport: een doorlopende nummering uit een ononderbroken reeks.

Art. 30.Het rapport 'gebruikers' moet, naast haar benaming 'X GEBRUIKERS' of `Z GEBRUIKERS' bovenaan in hoofdletters, minstens de volgende gegevens bevatten: a. de naam of maatschappelijke benaming van de belastingplichtige onderneming;b. het in artikel 50 van het Btw-Wetboek bedoelde identificatienummer van de in a.vermelde onderneming (btw-nummer); c. het vestigingsnummer (KBO) van de uitbating waar het GKS staat opgesteld en waarop dit rapport betrekking heeft;d. de datum en tijdstip van aanmaak;e. de identificatie van de kassa('s) waarop het rapport betrekking heeft;f. per gebruiker: zijn gebruikersnaam en INSZ-nummer;g. per gebruiker: het totale gerealiseerde omzetbedrag (incl.btw), berekend zoals in i. voor het rapport `omzet'; h. per gebruiker: de toestand van de inhoud van de geldlade op het einde van betrokken periode, indien deze functie wordt gebruikt, uitgesplitst volgens de gebruikte en geregistreerde betaalmiddelen;i. per gebruiker: het tijdstip van aan- en uitloggen op het kassasysteem, zoals via het event Social geregistreerd en doorgegeven aan de FDM, voor zover de uitbater hiervan gebruik wenst te maken;j. per gebruiker: het tijdstip van het eerst aangemaakte event en het tijdstip van het laatst aangemaakte event;k. de vermelding van de referentie van het eerste en laatste erin opgenomen event;l. enkel voor Z-rapport: een doorlopende nummering uit een ononderbroken reeks. Onderafdeling 6. - Facturen aangemaakt met het kassasysteem

Art. 31.Het kassasysteem kan bijkomend voorzien in de mogelijkheid om facturen uit te reiken. Deze factuur dient als event Invoice te worden verzonden naar FDM. Een factuur kan pas aangemaakt worden nadat een btw-kasticket (event N) is aangemaakt.

Indien deze modaliteit is voorzien op het kassasysteem, dan maakt deze integraal deel uit van de certificatieprocedure, ongeacht het formaat of de vorm van deze factuur.

Art. 32.Het event Invoice resulteert ALTIJD in de afdruk (op papier, digitaal of beide).

De uitgereikte factuur moet, naast de vermelding `FACTUUR' in de hoofding, minstens volgende gegevens bevatten: - alle verplichte vermeldingen van artikel 5 van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde te bevatten (waaronder heel specifiek naam, adres en btw-identificatienummer van de klant); - een aparte doorlopende nummering voor alle facturen uitgereikt met het kassasysteem, in combinatie met het doorlopende eventnummer; - een verwijzing naar de nummers van de oorspronkelijke btw-kastickets; - alle productlijnen van de betrokken btw-kastickets; - de controlegegevens van de communicatie met FDM.

Art. 33.Alle gegevens van de aangemaakte facturen moeten als een subboek voor uitgaande facturen uit het geregistreerd kassasysteem kunnen worden geëxporteerd.

Onderafdeling 7. - Consolidatieregels

Art. 34.Om de leesbaarheid van de afdrukken die aan de klant worden bezorgd te optimaliseren worden consolidaties toegelaten.

Bij de afdruk mogen positieve en negatieve productlijnen worden geconsolideerd en zelfs de volgorde ervan mag naar inzicht van de kassasoftware aangepast worden.

Art. 35.Deze consolidaties worden nooit toegepast op de inhoud van de berichten die het kassasysteem naar de FDM stuurt. Deze berichten dienen alle ingebrachte gegevens te bevatten, in chronologische volgorde.

Onderafdeling 8. - Afdrukken

Art. 36.Er dient voor de toepassing van dit besluit steeds een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen de volgende begrippen: EVENT << >> AFDRUK << >> BERICHT naar de FDM. ELK event resulteert ALTIJD in een bericht naar de FDM, maar niet noodzakelijk in een afdruk.

Art. 37.Het kassasysteem voorziet verplicht in de afdruk van het btw-kasticket, zoals voorzien in het artikel 21bis van het koninklijk besluit nr. 1 tot voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde.

Art. 38.Een event Normal geeft ALTIJD aanleiding tot een afdruk.

Wanneer een event Normal van het type REFUND (artikel 5, 3° ) plaatsvindt, dan dient dit duidelijk met de vermelding REFUND op het ticket te worden vermeld.

Wanneer het kassasysteem voorziet in een functie voor het afdrukken of genereren van training- en/of pro forma en/of kopietickets, dan moeten deze tickets duidelijk te onderscheiden zijn van het btw-kasticket.

Hiervoor dient respectievelijk de benaming TRAINING, PRO FORMA of KOPIE duidelijk op het ticket te worden aangebracht.

Een rekeningoverzicht draagt bijkomend duidelijk leesbaar de vermelding "VOORLOPIGE REKENING".

Op alle afdrukken die door het kassasysteem worden geproduceerd, ongeacht hun benaming die geen btw-kasticket zijn, zoals voorzien in artikel 1, 8°, dient onderaan de volgende tekst in hoofdletters afgedrukt te worden: "DIT IS GEEN GELDIG btw KASTICKET".

Onderafdeling 9. - Afronding van betalingen

Art. 39.Het kassasysteem dient te voorzien dat de afrondingsregels worden toegepast van de artikelen VI.7/1 en VI.7/2 van het Wetboek Economisch Recht. Afdeling 2. - Verboden functionaliteiten


Art. 40.Er mag geen hard- of software worden aangesloten op of geïntegreerd zijn in het kassasysteem, die de normale werking van de functies, vermeld in dit ministerieel besluit, beïnvloedt, wijzigt of verstoort. Hiermee wordt ook bedoeld: niet in de handleidingen of andere aan de FOD Financiën voorgelegde documentatie opgenomen kassasoftware of kassaprogramma, dat is geïnstalleerd of functioneert op een kassasysteem.

Art. 41.Wijzigingen aan een reeds ingegeven productlijn, die gebeuren binnen eenzelfde event, moeten steeds duidelijk apart vermeld worden als een extra negatieve of positieve productlijn in de event boodschap naar de FDM, ongeacht of het een event Pro Forma of Normal betreft.

Art. 42.Een event mag niet meer gewijzigd of verwijderd kunnen worden éénmaal de registratie ervan naar de FDM doorgestuurd werd.

Correcties aan een afgesloten event mogen enkel gebeuren mits aanmaak van een nieuw bijkomend event.

Art. 43.Een kassasysteem mag geen mogelijkheid hebben om een btw-kasticket (event Normal) af te drukken vooraleer de handeling gefinaliseerd wordt. Dit betekent dat een afdruk niet mogelijk mag zijn zonder dat het kassasysteem van de FDM een handtekening heeft ontvangen.

Op afdrukken, andere dan een btw-kasticket, wordt de ontvangen digitale handtekening niet vermeld.

Art. 44.Een kassasysteem mag geen functie hebben die het mogelijk maakt om voorgeprogrammeerde instellingen (omschrijving, eenheid, prijs, btw-tarief, ...) van artikelen en diensten tussen de input van de handeling en de finalisatie ervan in het btw-kasticket zodanig te wijzigen dat ook de oorspronkelijke (reeds door de FDM getekende) registraties worden aangepast.

Art. 45.Een kassasysteem mag geen mogelijkheid bieden om de instellingen (parameters), op welke wijze ook, zo aan te passen dat de verboden functionaliteiten toch mogelijk worden. Afdeling 3. - Identificatie van het kassasysteem


Art. 46.Elk kassasysteem moet voorzien zijn van een modelaanduiding en een productienummer. Dit productienummer moet een uniek nummer zijn waarmee zowel het kassasysteem als de producent ervan éénduidig wordt geïdentificeerd. Het productienummer wordt als volgt opgebouwd: CXXXNNNPPPPPP waarbij: - CXXX = identificatienummer producent van een kassasysteem (op aanvraag verstrekt door de administratie); - NNN = volgnummer, door de administratie toegekend aan het model; - PPPPPPP = alfanumeriek uniek productienummer (gebaseerd op serienummer of licentiesleutel).

Dit unieke productienummer moet op elk opgesteld kassasysteem duidelijk zichtbaar zijn of op eenvoudige manier raadpleegbaar zijn (procedure voor te leggen door de producent).

Art. 47.De kassasoftware moet voorzien zijn van een versienummer. Dit versienummer moet een unieke aanduiding zijn van een softwareversie en bij elke wijziging van de software worden aangepast.

Het versienummer van de kassasoftware en de naam van de producent van het programma moeten gemakkelijk kunnen worden afgelezen. De softwareversie dient gemakkelijk opvraagbaar te zijn of minstens duidelijk vermeld te worden op het aanmeldingsscherm. Deze versiegegevens worden bij elke communicatie met de FDM meegestuurd. Afdeling 4. - Communicatie met de Fiscal Data Module


Art. 48.Het kassasysteem moet de ingebrachte gegevens zoals bepaald in artikel 1, 5° van dit ministerieel besluit kunnen verzenden naar FDM. De bedragen die voor de diverse events worden doorgestuurd worden steeds in EURO uitgedrukt; bedragen in vreemde valuta kunnen slechts informatief vermeld worden en moeten voorzien zijn van hun ISO-code ter identificatie.

Art. 49.Deze communicatie omvat verplicht de in artikel 53 opgesomde berichten en volgens het in artikel 54 voorziene communicatieprotocol.

Eventuele andere berichten tussen de twee apparaten moeten gedocumenteerd zijn bij de certificatieaanvraag en bijdragen tot een goede werking van het systeem. Niet gedocumenteerde uitbreidingen zijn strikt verboden.

Art. 50.Het kassasysteem moet in staat zijn om de - door de FDM - berekende maatstaven van heffing en de bijhorende btw-bedragen te ontvangen, op te slaan en af te drukken op het btw-kasticket. Deze informatie wordt enkel op dit soort kasticket vermeld.

Art. 51.Het kassasysteem moet in staat zijn om volgende controlegegevens te ontvangen van de FDM en op te slaan: - de footer zoals geconfigureerd door de FOD Financiën en doorgestuurd via de FDM; - het unieke identificatienummer van de transactie; - de digitale handtekeningen.

Deze controlegegevens worden afgedrukt op het btw-kasticket.

Onderafdeling 1. - Fysieke verbinding met de Fiscal Data Module

Art. 52.Het kassasysteem en de FDM worden met elkaar verbonden met een kabel (LAN) of draadloos (WiFi). De configuratie van de verbinding gebeurt in de backoffice van zowel kassa als FDM. Het kassasysteem en de FDM communiceren met elkaar via berichten over HTTPS. De FDM stelt hiervoor zijn GraphQL service aan de POS beschikbaar.

Voor de beveiliging wordt mTLS gebruikt, gebaseerd op het intermediate certificaat van de FDM producent.

De FDM is via het internet verbonden met de FODFIN cloud API en ontvangt via deze weg ook regelmatig instructies van FODFIN cloud API. In bepaalde gevallen kan dergelijke instructie leiden tot het tonen van een boodschap op het kassasysteem en/of een manuele interventie via het kassasysteem.

Onderafdeling 2. - Berichten van het kassasysteem naar de Fiscal Data Module

Art. 53.De berichten worden door het kassasysteem naar de GraphQL service van de FDM gestuurd.

De verstuurde gegevens omvatten onder andere: - transactiegegevens (events P en N); - financiële gegevens (event F); - sociale gegevens (event S); - kopieën (event C); - training events (event T); - facturen (event I); - rapporten (event R).

Art. 54.Alle events worden naar de FDM gestuurd, om digitaal ondertekend te worden. Hiervoor worden er diverse mutaties beschikbaar gesteld door de GraphQL service van de FDM. Onderafdeling 3. - Antwoord van de Fiscal Data Module

Art. 55.Als antwoord op de berichten ontvangt het kassasysteem controlegegevens de berekende maatstaven van heffing, de berekende btw-bedragen, de handtekeningen en diverse mededelingen. Dit antwoord volgt steeds de structuur, gedefinieerd door de GraphQL service van de FDM, die beschreven staat in de detailbeschrijvingen.

Art. 56.De digitale handtekening, bedoeld in artikel 54, wordt geplaatst op de datavelden, waarvan de inhoud en structuur in de detailbeschrijvingen wordt beschreven. Afdeling 5. - Detailbeschrijvingen


Art. 57.De geactualiseerde volledige technische detailbeschrijvingen (veldbeschrijvingen, data formaten, GraphQL mutaties, inhoud, use cases) van de communicatie tussen het kassasysteem en de FDM, met inbegrip van de errorhandling worden door de FOD Financiën ter beschikking op haar website: www.geregistreerdkassasysteem.be.

HOOFDSTUK 2. - Technische eisen ten aanzien van de fiscal data module

Art. 58.Dit hoofdstuk bevat, verduidelijkt en specificeert de voorschriften waaraan de FDM van het GKS moet voldoen, zoals voorzien in artikel 2, punt 7, van het koninklijk besluit van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003491 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 24/11/2015 numac 2015000677 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 07/01/2010 numac 2009003484 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk V van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen , inzonderheid de artikelen 30, 32, 40, 41 en 45 sluiten.

De FDM moet aangesloten zijn op het kassasysteem en maakt hierdoor integraal deel uit van het geregistreerd kassasysteem.

Art. 59.Gezien zijn aard en functie dient de FDM zich steeds in de onderneming te bevinden en gekoppeld te zijn aan het kassasysteem. Dit kan op het adres van de uitbating (aan te bevelen), maar kan ook op het administratief adres, of het fiscaal domicilie van de onderneming of enige andere plaats binnen de EU. Een FDM mag niet voor meerdere uitbatingen gebruikt worden (dus minimaal één FDM per uitbating). Afdeling 1. - Algemene voorschriften


Art. 60.Elke geïnstalleerde FDM moet voldoen aan de eisen gesteld in dit ministerieel besluit.

Art. 61.De FDM mag enkel de in dit ministerieel besluit beschreven functionaliteiten bevatten.

Eventuele extra functionaliteiten kunnen enkel toegelaten worden indien zij bijdragen aan een goede werking van het geheel. Deze functionaliteiten moeten uitvoerig beschreven worden in de documentatie die wordt overgemaakt bij de certificatieaanvraag.

Art. 62.De werking van de FDM mag niet verstoord worden door het aansluiten van andere hardware op het kassasysteem.

Art. 63.De FDM moet berichten van het kassasysteem kunnen ontvangen, valideren en beantwoorden en tegelijkertijd de transactie-gegevens online kunnen doorsturen naar de servers van FOD Financiën.

Onderafdeling 1. - Tellers

Art. 64.De FDM bevat minimaal volgende tellers, die bij ondertekening van de inhoud van de betreffende events worden geüpdatet: - aantal events Normal; - aantal events Pro Forma; - aantal events Invoice; - aantal events Financial; - aantal events Social; - aantal events Copy; - aantal events Training; - aantal events Report; - doorlopende teller over alle events heen.

Onderafdeling 2. - Berekening maatstaven van heffing en btw-bedragen

Art. 65.De FDM ontvangt van de FOD Financiën bij zijn initialisatie en bij elke wijziging de btw-tarieven die van toepassing zijn op de eerder genoemde btw-labels A, B, C, D en X. Deze laten de FDM toe om voor de events Normal de maatstaven van heffing en btw-bedragen te berekenen.

Deze berekening inzake het btw-bedrag per btw-tarief gebeurt in overeenstemming met de artikelen 26, 28 en 33 van het koninklijk besluit nr. 8 van 12 maart 1970 tot vaststelling van de wijze van afronding van de verschuldigde, de aftrekbare of de voor teruggaaf vatbare belasting over de toegevoegde waarde.

Art. 66.De berekening van de maatstaf van heffing en de verschuldigde btw gebeurt als volgt. 1. De FDM maakt per btw-label de som van alle bedragen over alle productlijnen heen.2. De FDM berekent de btw uit die prijs voor het bepalen van de maatstaf van heffing met volgende formule: P x (t/(100 + t)) waarbij: P = prijs inclusief btw t = het op dat moment geldende btw-tarief, uitgedrukt als een nummer met 2 decimalen. Op het ogenblik van publicatie van dit ministerieel besluit gelden volgende btw-tarieven: - voor btw-label A: 21; - voor btw-label B: 12; - voor btw-label C: 6; - voor btw-label D: 0; - voor btw-label X: 0. 3. btw-bedrag wordt afgerond op de hogere of lagere cent, naargelang de derde decimaal 5 bereikt of niet.4. Het eventueel afgeronde bedrag wordt afgetrokken van het bedrag inclusief btw en het verschil vormt de maatstaf van heffing. Onderafdeling 3. - Buffering

Art. 67.De FDM moet de ontvangen berichten voldoende lang kunnen bufferen in zijn intern geheugen, zodat gegarandeerd kan worden dat deze berichten effectief naar de servers van FOD Financiën werden gestuurd.

Art. 68.In geval van onbereikbaarheid van de servers van de FOD Financiën blijft de FDM de berichten ontvangen van het kassasysteem, antwoorden versturen en deze berichten opslaan binnen de buffercapaciteit van de FDM. Van zodra de servers opnieuw beschikbaar zijn, stuurt de FDM zo snel mogelijk de nog niet verstuurde berichten door. De buffercapaciteit is echter beperkt en eenmaal de limiet is bereikt, weigert de FDM nog berichten te ondertekenen. Elk antwoord van de FDM op een boodschap van de kassa bevat een melding omtrent de reeds opgebruikte buffercapaciteit.

Onderafdeling 4. - Aanpasbaarheid instellingen

Art. 69.De FDM moet in beperkte mate een aanpassing van zijn instellingen door (of voor) de FOD Financiën toelaten, meer bepaald voor: - de klok (verbinding met een externe time server); - de maximale offlinetijd (van de servers van de FOD Financiën); - de hoogte van de btw-tarieven (bij wijziging); - de doorzendfrequentie van de transactie berichten; - het clientcertificaat voor de beveiligde verbinding; - de parameters; - de aan te roepen url's en webservices.

Onderafdeling 5. - Identificatie en product-veiligheid

Art. 70.Elke FDM zal een uniek productienummer dragen, dat als volgt wordt samengesteld: AAABBNNNNNN, waarbij: - AAA = identificatienummer producent (na aanvraag verstrekt door de FOD Financiën); - BB = modelnummer producent (na aanvraag verstrekt door de FOD Financiën); - NNNNNN = serienummer (oplopend, bepaald door de producent).

Art. 71.Elke FDM voldoet aan de toepasselijke EU-richtlijnen inzake productveiligheid. Bij het aanvraagformulier tot certificatie dient het bekomen CE keurmerk voorgelegd te worden.

Art. 72.Elke FDM is zichtbaar voorzien van volgende informatie: - modelaanduiding; - productienummer zoals voorzien in artikel 70; - productiedatum; - CE keurmerk. Afdeling 2. - Hardware eisen

Onderafdeling 1. - Processor (module)

Art. 73.De FDM wordt opgebouwd rond een ARM/CORTEX processor of gelijkwaardig. Deze heeft of ondersteunt minimaal: - het aantal GPIO's nodig om de gevraagde functionaliteit te ondersteunen; - een werktemperatuur tussen 0 ° C en 70° C (commerciële standaard); - een RTC.

Art. 74.De stroomvoorziening van de FDM gebeurt via de usb-c poort (+5V) en/of PoE (PD).

Art. 75.Communicatie met het kassasysteem verloopt minimaal via ethernet LAN en WIFI.

Art. 76.De FDM wordt voorzien van voldoende intern geheugen voor een vlotte werking (opslag besturingssysteem, opslag firmware, opslag tellers, ...), rekening houdend met alle vereisten opgenomen in dit besluit.

Onderafdeling 2. - Beveiliging

Art. 77.De FDM wordt uitgerust met secure element (ATECC608B of gelijkwaardig), met onder andere de volgende kenmerken: - niet-vluchtig geheugen, opslag van minimaal 2 tellers (telkens van minimaal 256 bit), certificaten, en gemengd read/write, read only of secret data; - toegang tot de diverse secties van het geheugen is beschermd; - conform de GDPR regelgeving.

Onderafdeling 3. - Connectiviteit

Art. 78.De FDM is voorzien van een gecertificeerde WiFi module, een LAN-poort en kan optioneel voorzien worden van minimaal een LTE 4/5G module.

Art. 79.De FDM mag bijkomend uitgerust zijn met een GPS-ontvanger, die per communicatie zijn geolokalisatie doorstuurt.

Art. 80.Een FDM mag bijkomende hardwarecomponenten bevatten (zoals bijvoorbeeld een LiPo batterij), op voorwaarde dat zij de gevraagde functionaliteiten beter ondersteunen en/of geen negatieve of beperkende invloed hierop hebben.

Onderafdeling 4. - Fysische opslagcapaciteit

Art. 81.De FDM heeft een minimale opslagcapaciteit van 2 GB beschikbaar voor het opslaan van transactiegegevens.

Onderafdeling 5. - Software

Art. 82.De firmware voldoet minimaal aan de eisen gesteld in dit ministerieel besluit en de eerder vermelde detailbeschrijvingen. De firmware mag meer functionaliteiten bevatten, die evenwel geen invloed mogen hebben op de gestelde technische eisen en die duidelijk moeten beschreven worden in de bijgeleverde documentatie bij de certificatieaanvraag.

Met respect voor de regels beschreven dit ministerieel besluit (in casu voorleggen aan en toelating krijgen van de bevoegde dienst FOD Financiën) kan de firmware een noodzakelijke patch of upgrade krijgen.

Dit kan enkel door de producent of zijn gedelegeerde en op een beveiligde manier. Dit wordt uitvoerig beschreven in de documentatie gevoegd bij de aanvraag van certificatie en vormt een onderdeel van het certificatieproces. Afdeling 3. - User interface - werking

Onderafdeling 1. - Verplicht op het toestel

Art. 83.Volgende minimale gezondheidsindicatoren moeten minimaal worden beschikbaar gesteld voor de gebruiker: - batterijstatus (indien het toestel zonder netstroomadapter kan werken); - communicatiestatus met de aangesloten kassasysteem (`succesvolle' communicatie, `niet-succesvolle' communicatie); - bufferstatus: minimaal `near full buffer' en `buffer full'; - internet network status: `succesvolle communicatie' met FODFIN, `fout communicatie' met FODFIN. Deze indicatoren mogen naar keuze van de producent zichtbaar zijn op een display of via led. De ter beschikking gestelde gebruikershandleiding vermeldt duidelijk alle mogelijke statussen van deze indicatoren.

Onderafdeling 2. - Te voorzien op het toestel

Art. 84.De toegang tot de backoffice van de FDM wordt op een adequate manier beveiligd om de goede werking van het toestel te beschermen. De producent documenteert dit uitvoerig bij zijn certificatieaanvraag.

Art. 85.De user interface van de FDM mag: - hetzij voorzien zijn op het toestel zelf; - hetzij toegankelijk zijn via een geconnecteerd toestel; - hetzij toegankelijk zijn via het aangesloten kassasysteem; - hetzij een combinatie van de hierboven vermelde mogelijkheden.

Onderafdeling 3. - User interface - configuratie

Art. 86.. Hieronder worden zowel de configuratie van de netwerkverbinding met het kassasysteem als deze met de servers van de FOD Financiën bedoeld.

Onderafdeling 4. - Cyberbeveiliging

Art. 87.De fabrikanten van de FDM dienen de voorwaarden van de Richtlijn (EU) 2022/2555 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende maatregelen voor een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging in de Unie, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 910/2014 en Richtlijn (EU) 2018/1972 en tot intrekking van Richtlijn (EU) 2016/1148 (NIS 2-richtlijn) na te leven. Afdeling 4. - Communicatie tussen de Fiscal Data Module en de

cloudservice van de FOD Financiën Onderafdeling 1. - First boot ever

Art. 88.Conform de bepalingen met betrekking tot de registratie van de onderdelen van het geregistreerd kassasysteem opgenomen in dit besluit, worden zowel het kassasysteem als de FDM door de betrokken stakeholders in de diverse fases (productie, levering) geregistreerd in de GKS e-service van de FOD FINANCIEN. Hierbij wordt op ondernemings- en vestigingsniveau bepaald welke FDM aan welk kassasysteem is gekoppeld.

Bij de indienstneming van het GKS worden kassasysteem en FDM aan elkaar gekoppeld. Bij een correcte opstart (unieke verantwoordelijkheid van de onderneming en haar leverancier(s)) zal de FDM contact maken met de cloudservice van de FOD Financiën via een beveiligde internetverbinding.

De FODFIN cloudservice: 1. verifieert het serienummer van de FDM en kassasysteem, kent het unieke en gepersonaliseerde authenticatiecertificaat toe en stuurt het via de beveiligde verbinding naar de FDM die het opslaat op de beveiligde omgeving;2. stuurt gelijktijdig een overzicht van de geldende btw-tarieven door;3. stuurt gelijktijdig de gepersonaliseerde frequentiesettings door;4. stuurt de `footergegevens' die vermeld worden op het btw-kasticket, bij dit eerste contact door. Onderafdeling 2. - Verbinding en beveiliging

Art. 89.De verbinding via het internet wordt geconfigureerd via de backoffice van de FDM. Deze backoffice is producent-eigen, waarbij de gebruikersinterface verschillend kan zijn. De backoffice biedt minstens volgende configuratiemogelijkheden aan: - de URL's van de FODFIN cloudservice; - de URL van de time server.

Art. 90.Elke communicatie wordt beveiligd door het gebruik van: - het authentificatiecertificaat; - het mTLS protocol dat de zendingen encrypteert.

Onderafdeling 3. - Online doorsturen van de transactiegegevens

Art. 91.Afhankelijk van de geconfigureerde zendfrequentie stuurt de FDM pakketten met transactiegegevens van de FDM (JSON-berichten) door naar de FODFIN cloudservice. Dergelijke pakketten bevatten minimaal de inhoud van één volledig event of een NOP. De FODFIN cloudservice bevestigt (of ontkent) de goede ontvangst van de pakketten. De FDM houdt deze pakketten nog 10 dagen bij, waarna deze mogen verwijderd worden uit de buffer.

Deze pakketten worden door de FODFIN cloudservice minimaal 3 jaar bijgehouden.

Deze bewaring doet geen afbreuk aan de wettelijke fiscale bewaar- en voorleggings-verplichtingen van de originele gegevens op het kassasysteem (artikelen 315bis en 315ter van het WIB92 en artikelen 60 en 63 van het Wbtw).

Andere dan in dit ministerieel besluit opgenomen gegevens kunnen en mogen niet via deze verbinding doorgestuurd worden.

Onderafdeling 4. - API Application programming interface

Art. 92.De FDM communiceert via het hieronder beschreven protocol met de (cloud)servers van de FODFIN. Geen enkele andere dan deze communicatie is toegelaten. Afdeling 5. - Detailbeschrijvingen


Art. 93.De geactualiseerde volledige technische detailbeschrijvingen (hardware, firmware, veldbeschrijvingen, data formaten, API, JSON, protocol) van de communicatie tussen de FDM en de servers van de FOD Financiën ter beschikking op haar website: www.geregistreerdkassasysteem.be.

TITEL III. - VERPLICHTINGEN IN HOOFDE VAN DE DIVERSE BETROKKEN PARTIJEN

HOOFDSTUK 1. - Verplichtingen in hoofde van de producent of invoerder van onderdelen van het geregistreerd kassasysteem Afdeling 1. - Certificatieprocedure

Onderafdeling 1. - Bevoegde dienst

Art. 94.De bevoegde dienst van de FOD Financiën is de enige certificerende overheid in dit proces en beslist éénzijdig omtrent elk dispuut rond certificatie-issues en voert hierover geen correspondentie met derde partijen.

De bevoegde dienst van de FOD Financiën kan ten allen tijde een reeds gecertificeerd toestel/programma onderwerpen aan nieuwe tests.

Onderafdeling 2. - Algemene principes

Art. 95.Alle vaststellingen (of vermoedens) van niet-conformiteit van hetzij een kassasysteem, hetzij een FDM dienen onverwijld gemeld te worden aan deze certificerende overheid, die na een eventuele analyse de gepaste maatregelen zal nemen om de vastgestelde inbreuk te corrigeren.

Deze corrigerende maatregelen kunnen zijn: - het intrekken van het certificaat, ingeval het een inbreuk betreft die de correcte fiscale werking van het GKS compromitteert; - het eisen van een correctie voor toekomstige producties, in combinatie met een eenmalige tolerantie van de vastgestelde non-conformiteit, indien de correcte werking van het GKS niet in het gedrang is en de producent ter goeder trouw handelde; - het eisen van een correctie van de software in reeds in gebruik zijnde toestellen; - de regularisatie van de vaststelling en aanvullende verduidelijking van regelgeving, ingeval de niet-conformiteit het resultaat is van onduidelijkheid binnen de regelgeving.

Art. 96.De certificerende overheid spreekt zich enkel uit over onderwerpen die betrekking hebben op dit ministerieel besluit en de interpretatie ervan (m.a.w. de productconformiteit met de technische bepalingen van de ministerieel besluit).

Art. 97.De certificerende overheid behoudt zich het recht voor om de correcte implementatie van gecertificeerde toestellen te verifiëren, in het kader van het behoud van het certificaat.

Art. 98.Wijzigingen in de technische bepalingen van de werking van de FDM t.o.v. de circulaire Circulaire AAFisc Nr. 33/2016 (nr.

E.T.124.747) van 8 november 2016, zijn enkel van toepassing op toestellen die na datum van inwerkingtreding van dit besluit ter certificatie worden aangeboden.

Onderafdeling 3. - De aanvraag tot certificatie

Art. 99.Voor elke versie of model van een FDM of een kassasysteem dat in België op de markt zal worden gebracht met de bedoeling opgesteld te worden als onderdeel van een geregistreerd kassasysteem, dient conform artikel 3 van voormelde wet met betrekking tot de certificatie van een geregistreerd kassasysteem van 30 juli 2013 een certificatieaanvraag bij de bevoegde dienst van de FOD Financiën te worden ingediend, hetzij door de producent, hetzij door de invoerder.

Art. 100.Elke producent of invoerder dient bij elke certificatieaanvraag een volledig dossier over te maken aan de bevoegde dienst binnen de FOD Financiën, waaruit blijkt dat het product, volgens de producent of invoerder, voldoet aan de technische eisen gesteld in dit ministerieel besluit.

De procedure duurt maximaal 3 maanden, tenzij bijkomende inlichtingen gevraagd worden.

Art. 101.De aanvrager dient bij een certificatieaanvraag een volledig aanvraagdossier over te maken aan de bevoegde dienst bij de FOD Financiën, met daarin minimaal volgende documenten en informatie: - lijst met overzicht van de ingediende documenten en informatie; - volledige identificatie van de producent, o.a. bestaande uit: * maatschappelijke benaming, juridische vorm; * adres; * voor de certificatie gemandateerde contactpersoon, telefoonnummer, e-mailadres; * btw-identificatienummer; in voorkomend geval, de volledige identiteit van de invoerder, o.a. bestaande uit: * maatschappelijke benaming, juridische vorm; * adres; * contactpersoon, telefoonnummer, e-mailadres, website; * btw-identificatienummer; - ingevulde opgave met gegevens omtrent de aanvrager (activiteit, productgamma, productiefaciliteiten, ...) en overzicht van de verdelers; - lijst met verdelers, aan wie een deel van het productieproces wordt gedelegeerd; - alle beschikbare handleidingen (gebruikershandleiding, Configuratiehandleiding, programmeringshandleiding, service handleiding, ...) die, hetzij bestemd zijn voor de eindgebruiker, hetzij voor de verdeler; - de volledige beschrijving van de door de FDM of kassasysteem gebruikte en aangemaakte data; - de wijze waarop de hierboven vermelde data op een GDPR conforme manier worden bewaard op het kassasysteem (door de gebruiker/uitbater); - technische beschrijving van het productieproces; - uitvoerige technische beschrijving van hoe alle technische voorschriften geïncorporeerd werden; - beschrijving van de resultaten van de testen die hij zelf heeft uitgevoerd (of in een geaccrediteerd labo heeft laten uitvoeren) op het product; - voor de FDM: de constructie en zijn conformiteit met de in dit ministerieel besluit opgelegde CE-normen; - voor de FDM: de functionaliteiten, met inbegrip van de technische bepalingen vermeld in de detailbeschrijvingen; - voor de FDM: het functioneren binnen de geschetste werkomgeving, met inbegrip van het naleven van de geëiste performantiecriteria in dit ministerieel besluit.

Art. 102.De producent van het kassasysteem voorziet bij de aanvraag tot certificatie een gedetailleerde beschrijving van de database en meer in het bijzonder van alle tabellen die event-gegevens bevatten of een volledige beschrijving van elke andere manier van bewaring van de in het ministerieel besluit vermelde gegevens.

De producent verklaart bij zijn aanvraag uitdrukkelijk dat: - de belastingplichtige-uitbater hoogstens over leesrechten voor de database beschikt, - de FOD Financiën, zo nodig en op eenvoudig verzoek, toegang heeft tot de relevante gegevens voor kopiename van deze gegevens op de bij de gebruikers geïnstalleerde systemen.

De producent verstrekt bijkomend volgende informatie aan de bevoegde dienst bij de FOD Financiën: - de software (en -versie) van het DBMS; - de toegangsweg tot de database (en voor cloudbased systemen hoe een volledig extract ervan kan worden bekomen); - de gebruikte programmeertaal; - een login en paswoord voor de FOD Financiën.

De producenten van kassasystemen worden er uitdrukkelijk op gewezen dat zij verantwoordelijk zijn voor de manier van beveiligen van de database gegevens met betrekking tot de voormelde events. De producent vermeldt bij zijn aanvraag tot certificatie de beveiligingsmechanismen die werden gebruikt (ongeacht of die in de software zelf zijn ingebouwd of via derden worden voorzien).

Art. 103.Op de website van de FOD Financiën (www.geregistreerdkassasysteem.be) zal een aanvraagformulier elektronisch ter beschikking worden gesteld dat bij elke aanvraag ingevuld moet meegestuurd worden.

De FOD Financiën stelt bijkomend een certificatiehandleiding ter beschikking.

Art. 104.Elke aanvraag die niet alle vereiste documenten en rapporten bevat, wordt door de bevoegde dienst bij de FOD Financiën ter aanvulling teruggestuurd naar de indiener. De certificatieprocedure wordt pas formeel opgestart na ontvangst van alle gevraagde stukken.

Art. 105.Er dient minstens één normaal werkend toestel ter beschikking gesteld te worden van de bevoegde dienst bij de FOD Financiën. Voor de FDM zijn dit minstens drie normaal werkende toestellen.

Deze voorbeeldexemplaren blijven in uitvoering van artikel 2, § 1, laatste lid van het koninklijk besluit van 1 oktober 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/10/2013 pub. 08/10/2013 numac 2013003330 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten ten aanzien van de certificatie van een geregistreerd kassasysteem in de horecasector sluiten met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten ten aanzien van de certificatie van een geregistreerd kassasysteem bewaard bij de bevoegde dienst van de FOD Financiën, als referentiepunt voor het certificaat. Voor elk individueel model zal in onderling overleg beslist worden over wat specifiek bij de FOD Financiën zal bewaard worden en onder welke vorm (hardware, virtualisatie, image, enz.).

FDM-producenten bezorgen de bevoegde dienst van de FOD Financiën dezelfde FDM-simulator als deze die aangeboden wordt aan geïnteresseerde ontwikkelaars van kassasoftware.

Art. 106.De bevoegde dienst bij de FOD Financiën kan na de start van de certificatieprocedure nog bijkomende informatie opvragen, indien de hierboven beschreven documenten en informatie onvolledig blijken te zijn en/of ter verduidelijking van de bekomen informatie. De aanvrager beschikt hiervoor over een termijn van één maand. Bij gebrek aan antwoord binnen deze termijn wordt de certificatieaanvraag beschouwd als ingetrokken. De aanvrager kan steeds een verlenging van de hierboven vermelde termijn vragen, mits een gemotiveerd schrijven dat voor de oorspronkelijke vervaldag bij de bevoegde dienst bij de FOD Financiën dient toe komen.

Onderafdeling 4. - Verloop van de certificatieprocedure

Art. 107.De certificatie van een kassasysteem omvat steeds twee luiken: - nazicht dossier: nakijken of de uitgevoerde testen voldoende de conformiteit van het kassasysteem garanderen; - testen van het kassasysteem: het uitvoeren van functionele testen, met inbegrip van simulaties, het verifiëren van de communicatie met de FDM. De certificatie zal zich in hoofdzaak toespitsen op de functionaliteiten van het kassasysteem en omvat minimaal de analyse van volgende punten, die ook vermeld worden in de certificatiehandleiding die de FOD Financiën ter beschikking zal stellen van de producenten: - de (correcte) werking van de verplichte functionaliteiten; - de onmogelijkheid om verboden functionaliteiten te gebruiken; - nagaan of alle event- en transactietypes mogelijk zijn en correct gelabeld zijn; - nagaan of het kassasysteem correct kan communiceren met om het even welke gecertificeerde FDM; - nagaan of het kassasysteem de events correct omzet naar de JSON en correct reageert op de antwoorden van de FDM; - nagaan of het kassasysteem effectief stopt met functioneren als de buffer van de FDM is volgelopen; - het uittesten van de conformiteit met de technische bepalingen van de ministerieel besluit en de detailbeschrijvingen.

Art. 108.De certificatie van een FDM omvat steeds twee luiken: - nazicht dossier: nakijken of de uitgevoerde testen voldoende de conformiteit van het kassasysteem garanderen; - technische testen van de FDM: de conformiteit met de minimale technische eisen, nakijken van de verplichte en verboden functionaliteiten, nakijken van de performantie, evalueren betrouwbaarheid (technisch concept en geheugenopslag), het uitvoeren van functionele en regressietesten, met inbegrip van simulaties, het geautomatiseerd opvullen van de geheugencapaciteit met transactiegegevens en het onderzoeken van de opgeslagen gegevens (correctheid van de berekeningen, nagaan of de gegevens niet aangetast kunnen worden), het verifiëren van de communicatie tussen het kassasysteem en de FDM (in het bijzonder de behandeling van de mutaties in de GraphQL service) en tussen de FDM en de servers van de FOD Financiën (protocol, JSON, enz.).

De naleving van de normen vervat in het CE-keurmerk wordt door de producent gegarandeerd. De producent verstrekt daarvoor de nodige verklaringen.

In geval van ernstige twijfel behoudt de FOD Financiën zich het recht voor om het toestel te laten testen door een geaccrediteerde certificatie-instelling, op kosten van de aanvrager.

De certificatie door de bevoegde dienst bij de FOD Financiën houdt GEEN garantie in van de naleving van de Europese normen vervat in het globale CE-keurmerk. De naleving hiervan wordt immers door de producent zelf gewaarborgd.

Onderafdeling 5. - Toekenning van certificaat

Art. 109.Indien uit het onderzoek blijkt dat het aangeboden kassasysteem of de aangeboden FDM niet voldoet aan de technische voorwaarden, wordt de producent of invoerder hiervan in kennis gesteld door de bevoegde dienst bij de FOD Financiën. De producent of invoerder kan dan ofwel zijn aanvraag volledig intrekken of het product aanpassen aan de opmerkingen en opnieuw ter certificatie voorleggen.

Indien de aangeboden kassasysteem of de FDM ook na aanpassing niet voldoet aan de voorwaarden, wordt het certificaat geweigerd. De producent kan hetzelfde, aangepaste, product pas na 3 maanden opnieuw ter certificatie aanbieden, wat hem toelaat om het product verder te ontwikkelen en te testen.

Art. 110.1° Indien uit het onderzoek blijkt dat het aangeboden kassasysteem of de aangeboden FDM voldoet aan de technische voorwaarden, wordt de producent of invoerder hiervan in kennis gesteld.

Voor een kassasysteem: de producent of invoerder ontvangt van de bevoegde dienst bij de FOD Financiën een certificaat, met vermelding van het identificatienummer van de producent (CXXX) en het certificaatnummer voor deze producent (NNN). De combinatie van het identificatienummer en het certificaatnummer vormt de basis voor de productienummers.

Voor een FDM: de producent of invoerder ontvangt van de bevoegde dienst bij de FOD Financiën een certificaat, met vermelding van het identificatienummer van de producent of invoerder (AAA) en het certificaatnummer van de producent of invoerder (BB), die o.a. als basis zullen dienen voor de unieke productienummers. 2° De kennisgeving en het certificaat zullen verzonden worden naar het adres van de aanvrager, zoals opgegeven in het aanvraagdossier.Op het certificaat wordt altijd de softwareversie vermeld. 3° Een exemplaar van het testverslag en van de ontvangen documentatie wordt bewaard bij de FOD Financiën, samen met de voorbeeldtoestellen waarop de testen werden uitgevoerd.4° De FOD Financiën zal de product- en certificaatgegevens in de registratiedatabank opladen.5° De toekenning van het certificaat zal eveneens gepubliceerd worden op de website, die de administratie voorziet in het kader van het "geregistreerd kassasysteem" en die toegankelijk is via de globale portaalsite van de FOD Financiën.

Art. 111.De certificatiewerkzaamheden uitsluitend beperken zich tot hetgeen bepaald werd in het koninklijk besluit van 1 oktober 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/10/2013 pub. 08/10/2013 numac 2013003330 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten ten aanzien van de certificatie van een geregistreerd kassasysteem in de horecasector sluiten (Belgisch Staatsblad 8 oktober 2013) ter uitvoering van de wet met betrekking tot de certificatie van een geregistreerd kassasysteem van 30 juli 2013, zoals gewijzigd met artikelen 101 tot en met 103 van de wet houdende diverse fiscale bepalingen van 28 december 2023 en in huidig ministerieel besluit.

Het uitgereikte certificaat door de bevoegde dienst van de FOD Financiën heeft uitdrukkelijk geen betrekking op functionaliteiten van het betreffende onderdeel van het geregistreerd kassasysteem, die niet gedocumenteerd werden in het dossier ingediend door de aanvrager.

Onderafdeling 6. - Verplichtingen na de certificatie

Art. 112.Productgarantie Van zodra een producent een certificaat voor zijn model van kassasysteem of FDM heeft ontvangen, garandeert hij dat elk exemplaar dat geproduceerd wordt om als onderdeel van een geregistreerd kassasysteem te functioneren en om verkocht te worden op de Belgische markt, identiek is aan het exemplaar dat werd aangeboden ter certificatie.

Voor een kassasysteem zal deze garantie onder andere verstrekt worden door het verstrekken van de hash-waarde, berekend op hetzij de volledige source code van de kassasoftware, hetzij de relevante programmabestanden. Voor het berekenen van deze hash-waarde dient minimaal een SHA-1 gehanteerd te worden.

Art. 113.Wijzigingen 1° Indien de producent of invoerder wijzigingen wenst aan te brengen aan een reeds gecertificeerd kassasysteem of gecertificeerde FDM, dient hij een nieuwe certificatieprocedure te starten.De bevoegde dienst bij de FOD Financiën beslist, op basis van de aangegeven wijzigingen, in hoeverre de testprocedure geheel of gedeeltelijk wordt overgedaan. Het vervolg is identiek aan de procedure hierboven beschreven.

De producent of invoerder geeft de wijzigingen aan het product minstens een maand voor het op de markt brengen in België van de nieuwe versie door aan de bevoegde dienst bij de FOD Financiën.

Elke wijziging betreffende de identiteit van de producent of invoerder dient onmiddellijk meegedeeld te worden aan de bevoegde dienst bij de FOD Financiën. 2° Behoudens het wegwerken van kritische bugs dienen updates die betrekking hebben op functionaliteiten zoals bedoeld in dit besluit beperkt/gegroepeerd te worden tot 12 updates per kalenderjaar. Om de bevoegde dienst bij de FOD Financiën toe te laten de hierboven vermelde wijzigingen te beoordelen, verstrekt de producent volgende zaken: - de nieuwe versie van de software (bij voorkeur installatie door de producent); - een releasenota die in detail de wijzigingen/aanpassingen beschrijft; - de informatie omtrent de productgarantie. 3° Behoudens de wijzigingen ter correctie van kritische bugs, die onmiddellijk mogen gebeuren, neemt de bevoegde dienst bij de FOD Financiën binnen de 15 dagen een beslissing omtrent de update, voor zover er geen bijkomende inlichtingen moeten verstrekt worden.In dat geval beschikt de bevoegde dienst over een nieuwe termijn van 15 dagen, die aanvangt bij ontvangst van de gevraagde inlichtingen, om een beslissing te nemen. De update mag pas gecommercialiseerd worden na verloop van deze periode en mits toestemming van de bevoegde dienst. 4° Indien er een nieuw certificaat dient aangevraagd te worden, is het vervolg identiek aan de procedure hierboven beschreven.De praktische modaliteiten worden beschreven in de certificatiehandleiding. 5° Elke wijziging betreffende de identiteit van de producent of invoerder dient onmiddellijk meegedeeld te worden aan de bevoegde dienst bij de FOD Financiën. Onderafdeling 7. - Recuperatie modelexemplaar

Art. 114.Wanneer een certificatieprocedure wordt stopgezet (wegens niet toekennen certificaat of vrijwillige terugtrekking), kan de producent zijn aangeleverde modelexempla(a)r(en) bij de bevoegde dienst van de FOD Financiën terug ophalen. Hij beschikt hiervoor over 6 maanden na de stopzetting van de procedure. Na deze periode wordt de FOD Financiën definitief eigenaar van dit materiaal en kan zij hier vrij over beschikken. Afdeling 2. - Registratieprocedure


Art. 115.Artikel 2bis van het koninklijk besluit van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003491 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 24/11/2015 numac 2015000677 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 07/01/2010 numac 2009003484 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk V van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen , inzonderheid de artikelen 30, 32, 40, 41 en 45 sluiten, artikel 4 van de wet met betrekking tot de certificatie van een geregistreerd kassasysteem van 30 juli 2013 en artikel 5 van het koninklijk besluit met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten ten aanzien van de certificatie van een geregistreerd kassasysteem van 1 oktober 2013 voorzien in de registratie door alle betrokkenen van alle onderdelen van het geregistreerd kassasysteem, namelijk: - het kassasysteem; - de FDM.

Art. 116.Na toekenning van zijn eerste certificaat wordt de producent of invoerder door de bevoegde dienst bij de FOD Financiën in de registratiemodule geregistreerd, waarna deze via de CSAM-procedure toegang krijgt tot deze webapplicatie.

Indien een producent of invoerder zowel kassasystemen als FDM produceert, dan moet deze zich afzonderlijk te registreren voor elk van beide producten.

Wijzigingen van de personen die verantwoordelijk zijn voor de registraties (in het geval het gaat om producenten of invoerders of verdelers) dienen voorafgaandelijk aan de bevoegde dienst van de FOD Financiën kenbaar gemaakt te worden, teneinde tijdig de toegangsrechten te kunnen regelen.

Art. 117.1° Bij de toekenning van het eerste certificaat aan een producent of invoerder ontvangt deze een identificatiecode (AAA voor een FDM, CXXX voor een kassasysteem). Op basis daarvan wordt de prefix van het gecertificeerde model aangemaakt, die als basis dient voor aanmaak van de individuele productienummers van de toestellen. Conform de bepalingen van artikelen 46 en 70 van dit besluit worden die als volgt samengesteld: - voor een kassasysteem: CXXXNNN, gevolgd door 7 karakters; - voor een FDM: AAABB, gevolgd door 6 karakters. 2° Het certificaat en de in punt 1° vermelde prefix worden door de bevoegde dienst bij de FOD Financiën geregistreerd in de webapplicatie.

Art. 118.Van zodra een lot van kassasystemen of FDM is geproduceerd/klaar is voor uitlevering, met bestemming de Belgische markt en om er geleverd te worden als onderdeel van een geregistreerd kassasysteem, zoals bedoeld in dit ministerieel besluit, dient de producent of invoerder de reeks van productienummers via de webapplicatie te registreren.

Art. 119.Van zodra de producent of invoerder de een kassasysteem of een FDM levert aan een verdeler, dient hij onverwijld de FOD Financiën hiervan in kennis te stellen, via de webapplicatie. Hierbij zullen minimaal volgende gegevens worden gevraagd: - identificatie van de verdeler (btw-identificatienummer); - leveringsdatum; - productienummers geleverde toestellen.

De levering van een FDM of een kassasysteem dient geregistreerd te worden op de vroegste datum van de volgende twee momenten: - het moment waarop de verdeler er juridisch eigenaar van wordt; - het moment waarop de verdeler het onderdeel fysisch in zijn bezit heeft.

HOOFDSTUK 2. - Verplichtingen in hoofde van de verdeler van onderdelen van het geregistreerd kassasysteem

Art. 120.Iedere onderneming die een kassasysteem of FDM, bedoeld om te worden gebruikt als in een geregistreerd kassasysteem, wenst te verkopen (leveren en factureren) aan een belastingplichtige exploitant uitbater of verdeler, dient zich voorafgaandelijk bij de FOD Financiën als dusdanig kenbaar te maken.

Deze registratie gebeurt via de voorziene webapplicatie. De te verstrekken informatie bevat minimaal: - volledige identiteit van de verdeler (btw-identificatienummer, maatschappelijke benaming, juridische vorm, adres, contactpersoon, telefoon, email, website); - adresgegevens van verdeel- en verkooppunten; - korte omschrijving van referenties en producten.

De bevoegde dienst bij de FOD Financiën valideert, na een administratief onderzoek, deze aanvraag tot registratie.

De producent of invoerder die rechtstreeks aan eindgebruikers levert, dient zich bijkomend aan zijn hoedanigheid van producent of invoerder ook als verdeler te registreren.

Wijzigingen van de personen die verantwoordelijk zijn voor de registraties (in het geval het gaat om producenten of invoerders of verdelers) dienen voorafgaandelijk aan de bevoegde dienst van de FOD Financiën kenbaar gemaakt te worden, teneinde tijdig de toegangsrechten te kunnen regelen.

Art. 121.Van zodra de verdeler één of meerdere onderdelen van geregistreerde kassasystemen levert aan de eindgebruiker, de belastingplichtige-uitbater, dient hij onverwijld de FOD Financiën hiervan in kennis te stellen, via de webapplicatie. Op deze pagina dienen minimaal volgende gegevens worden ingevuld: - identificatie belastingplichtige uitbater (btw-identificatienummer, naam, adres); - identificatie van de uitbating van opstelling (uithangbord, adres, lokaal opstelling); - leveringsdatum; - productienummer(s) geleverde toestel(len).

In voorkomend geval dat de verdeler één of meerdere onderdelen van geregistreerde kassasystemen levert aan een andere verdeler, dient hij dit eveneens onverwijld te melden aan de FOD Financiën, via de daarvoor voorziene pagina binnen de webapplicatie, waarbij minimaal volgende informatie dient te worden verstrekt: - identificatie andere verdeler (btw-identificatienummer, maatschappelijke benaming, juridische vorm, adres); - leveringsdatum; - productienummers van de doorverkochte toestellen.

HOOFDSTUK 3. - Verplichtingen in hoofde van de gebruiker van het geregistreerd kassasysteem

Art. 122.Elke onderneming die krachtens artikel 21bis van het koninklijk besluit nr. 1 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde gehouden is een geregistreerd kassasysteem te gebruiken voor de registratie van zijn uitgaande handelingen, waarvoor zij niet verplicht zijn een factuur uit te reiken, moet zich als gebruiker van een geregistreerd kassasysteem registreren. Dit gebeurt altijd via de daarvoor voorziene webapplicatie van de FOD Financiën.

Art. 123.Om het geregistreerd kassasysteem operationeel te maken, dient de belastingplichtige-uitbater via de webapplicatie de leveringen van de onderdelen van zijn GKS (kassasysteem en FDM) te valideren. Daarna linkt hij in de toepassing de kassa(`s) aan de correcte FDM(`s). Eens dit voltooid is, kan het GKS operationeel worden gemaakt en zal de FDM proberen verbinding te maken met de servers van de FOD Financiën.

Art. 124.Indien de FDM zich niet in de uitbating bevindt en via een netwerk met de kassa is verbonden (intern netwerk, internet, ...) zal bij het uitvallen van dit netwerk de kassa niet langer kunnen communiceren met de FDM. Dit heeft tot gevolg dat het onmogelijk wordt om nog transacties te registreren op het GKS. Ingeval van een ernstige storing van het GKS dient de belastingplichtige-uitbater de bevoegde dienst van de FOD Financiën hiervan in kennis te stellen via e-mail (bij de start en bij het einde van de storing).

Art. 125.Buitengebruikstelling 1° Een kassasysteem en/of een FDM kan om diverse redenen buitengebruik gesteld worden door een belastingplichtige-uitbater: definitief defect, doorverkoop of overlating aan andere belastingplichtige-uitbater, doorverkoop aan- of overname door een verdeler. De belastingplichtige-uitbater dient dan, onverwijld, via de webapplicatie de nodige vermeldingen te doen. Er wordt uitdrukkelijk gewezen op de fiscale bewaarverplichting met betrekking tot de op het kassasysteem opgeslagen gegevens. 2° In uitzondering op punt 1° mag een FDM onder geen enkel beding overgedragen worden door de belastingplichtige-uitbater aan een andere belastingplichtige-uitbater.De FDM bevat data die onderdeel blijven van de boekhouding.

Art. 126.De belastingplichtige-gebruiker van een geregistreerd kassasysteem is verantwoordelijk voor de bewaring van de gegevens die door het kassasysteem zijn aangemaakt, conform de btw-wetgeving (en bij uitbreiding de boekhoud-wetgeving). Zo is de belastingplichtige-gebruiker met name verantwoordelijk voor de bewaring van de gegevens op het kassasysteem en op de FDM. Gemaakte back-up's van kassadata blijven deel uitmaken van het kassasysteem en zijn bijgevolg aan dezelfde bewaringstermijnen onderhevig.

TITEL IV. - SANCTIES - BEROEPSMOGELIJKHEDEN

HOOFDSTUK 1. - Sancties met betrekking tot de certificatie van onderdelen van het geregistreerd kassasysteem

Art. 127.1° Wanneer de bevoegde dienst van FOD Financiën vaststelt dat de producent of invoerder de verplichtingen opgenomen in de artikelen 97 tot 122 niet respecteert, voor één of meer van deze verplichtingen in gebreke blijft, zal hij hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld worden teneinde zich opnieuw in regel te stellen. Het certificaat wordt twee maanden opgeschort. 2° Wanneer de producent of invoerder daarna nog in gebreke blijft, kan de FOD Financiën het certificaat intrekken.

Art. 128.1° Indien wordt vastgesteld dat toestellen, die niet conform het certificaat zijn en/of die niet voldoen aan de in dit ministerieel besluit gestelde voorwaarden, als onderdeel van een geregistreerd kassasysteem werden opgesteld, wordt de producent of invoerder hiervan schriftelijk in kennis gesteld door de bevoegde dienst. 2° Deze kennisgeving schorst het certificaat twee maanden vanaf datum van ontvangst (artikel 5 van de wet met betrekking tot de certificatie van een geregistreerd kassasysteem van 30 juli 2013 en artikel 6 § 2 van het koninklijk besluit met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten ten aanzien van de certificatie van een geregistreerd kassasysteem).3° Het certificaat kan na onderzoek door de FOD Financiën definitief ingetrokken worden.4° Het intrekken het certificaat heeft als automatisch gevolg dat alle geregistreerde kassasystemen, die gebruik maken van het niet langer gecertificeerd kassasysteem of de niet langer gecertificeerde FDM, niet meer voldoen aan de eisen gesteld in het koninklijk besluit van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003491 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 24/11/2015 numac 2015000677 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 07/01/2010 numac 2009003484 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk V van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen , inzonderheid de artikelen 30, 32, 40, 41 en 45 sluiten tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan het geregistreerd moet voldoen.5° De FOD Financiën stelt de gebruikers van een dergelijk geregistreerd kassasysteem in kennis van het intrekken van het certificaat.Deze gebruikers dienen, conform artikel 7 van het koninklijk besluit met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten ten aanzien van de certificatie van een geregistreerd kassasysteem van 01 oktober 2013, binnen de drie maanden opnieuw over een volledig gecertificeerd systeem te beschikken.

Indien de gebruiker van mening is dat zijn toestel(len) wel degelijk voldoet(n) aan de eisen van het certificaat, dient hij dit binnen de maand te melden aan de bevoegde dienst bij de FOD Financiën, die binnen de maand na ontvangst van deze melding ter plaatse de conformiteit zal gaan beoordelen.

HOOFDSTUK 2. - Beroepsmogelijkheid met betrekking tot het intrekken/weigeren van het certificaat

Art. 129.Wanneer de producent van oordeel is dat de definitieve administratieve beslissing van weigering of intrekken van het certificaat onterecht is gebeurd (en zijn product volledig conform de technische voorschriften is), kan hij conform de bepalingen van artikel 569, 32° Ger.W. bij dagvaarding tegen deze weigering een beroep indienen bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel.

HOOFDSTUK 3. - Sancties met betrekking tot de registratie van onderdelen van het geregistreerd kassasysteem

Art. 130.Indien bij een eindgebruiker een onderdeel van het geregistreerd kassasysteem niet werd geregistreerd volgens bovenstaande procedure, heeft dit tot gevolg dat het aldaar opgestelde kassasysteem met controlemodule NIET voldoet aan de voorwaarden gesteld in het koninklijk besluit van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003491 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 24/11/2015 numac 2015000677 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 07/01/2010 numac 2009003484 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk V van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen , inzonderheid de artikelen 30, 32, 40, 41 en 45 sluiten tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan het geregistreerd kassasysteem moet voldoen. Deze overtreding kan in hoofde van de belastingplichtige-uitbater bestraft worden met een administratieve boete conform Afdeling 2, rubriek II.A van het koninklijk besluit nr. 44 tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde.

Art. 131.Het niet registreren van onderdelen van het geregistreerd kassasysteem door producenten of invoerders en verdelers kan aanleiding geven tot opleggen van een administratieve boete conform Afdeling 6 van het koninklijk besluit nr. 44 tot vaststelling van het

bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde.

TITEL V. - SLOTBEPALINGEN

Art. 132.Dit besluit vervangt Circulaire AAFisc Nr. 33/2016 (E.T. 124.747) van 8 november 2016 (Belgisch Staatsblad 16 januari 2017).

Brussel, 29 april 2024.

V. VAN PETEGHEM


^