gepubliceerd op 12 oktober 2020
Ministerieel besluit betreffende de gelijkwaardigheden aan vaarbevoegdheidsbewijzen voor pleziervaartuigen
28 SEPTEMBER 2020. - Ministerieel besluit betreffende de gelijkwaardigheden aan vaarbevoegdheidsbewijzen voor pleziervaartuigen
DE MINISTER VAN MOBILITEIT EN DE MINISTER VOOR NOORDZEE, Gelet op de
wet van 5 juli 2018Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
05/07/2018
pub.
17/07/2018
numac
2018031463
bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
Wet betreffende de pleziervaart
sluiten betreffende de pleziervaart, artikel 12;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 juni 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 04/07/2019 numac 2019041207 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de pleziervaart sluiten betreffende de pleziervaart, artikel 8.8;
Gelet op het advies van de Commissie voor de Pleziervaart dd 24 september 2020, Besluiten :
Artikel 1.Enkel de getuigschriften en opleidingen die limitatief in dit besluit worden opgesomd, leiden tot de gelijkwaardigheden zoals uiteengezet in en volgens dit besluit.
Voor de toepassing van dit besluit moeten de getuigschriften, diploma's of bewijzen waarvoor gelijkwaardigheid wordt gegeven, zijn afgeleverd overeenkomstig het koninklijk besluit van 22 augustus 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/08/2020 pub. 31/08/2020 numac 2020042375 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende zeevarenden sluiten betreffende zeevarenden, het koninklijk besluit van 24 mei 2006 inzake vaarbevoegdheidsbewijzen voor zeevarenden of het koninklijk besluit van 21 mei 1958 betreffende de toekenning van brevetten, diploma's, certificaten en vergunningen in de koopvaardij, de zeevisserij en de pleziervaart, of zijn afgeleverd door een andere federale overheid.
Voor de toepassing van dit besluit vallen onder de verwijzingen naar opleidingsinstellingen, ook de voorgangers van de overeenkomstige opleidingsinstelling.
Indien voor de toepassing van dit besluit een vaarbevoegdheidsbewijs II/1, II/3 of II/2 wordt vereist, volstaat het dat betrokkene over het betreffende vaarbevoegdheidsbewijs heeft beschikt.
Art. 2.§ 1. Geeft gelijkwaardigheid aan een algemeen stuurbrevet, brevet yachtman en brevet yachtnavigator: 1° het Bachelor diploma Nautische Wetenschappen gecombineerd met het getuigschrift STCW A II/1, uitgegeven door de Hogere Zeevaartschool;2° het Master diploma Nautische Wetenschappen gecombineerd met het getuigschrift STCW A II/2, uitgegeven door de Hogere Zeevaartschool;3° het diploma van aspirant-officier ter lange omvaart, uitgegeven door de Hogere Zeevaartschool, gecombineerd met het brevet van tweede luitenant ter lange omvaart;4° het getuigschrift van slagen voor het examen brevet 1e luitenant, uitgegeven door de Hogere Zeevaartschool, gecombineerd met het brevet van eerste luitenant ter lange omvaart of brevet van kapitein ter lange omvaart. § 2. Geeft gelijkwaardigheid aan een algemeen stuurbrevet, brevet yachtman (onder de voorwaarde van het behalen van hetzij een bewijs van slagen in de praktijktest voor het brevet yachtman, hetzij een vaarbevoegdheidsbewijs II/1 of II/3 of II/2) en brevet yachtnavigator (onder de voorwaarde van het behalen van een vaarbevoegdheidsbewijs II/1 of II/2): 1° het getuigschrift STCW A II/2, uitgegeven door de Hogere Zeevaartschool;2° het getuigschrift secundair onderwijs gecombineerd met het getuigschrift afgelegde modules STCW A II/2, uitgegeven door de Scheepvaartschool (Cenflumarin);3° het getuigschrift secundair onderwijs gecombineerd met het getuigschrift afgelegde modules STCW A II/2, uitgegeven door Maritiem Instituut Mercator;4° het getuigschrift van gevolgde opleiding volgens voorschrift II/2, uitgegeven door VDAB Zeebrugge. § 3. Geeft gelijkwaardigheid aan een algemeen stuurbrevet, brevet yachtman (onder de voorwaarde van het behalen van hetzij een bewijs van slagen in de praktijktest voor het brevet yachtman, hetzij een vaarbevoegdheidsbewijs II/1 of II/3) en brevet yachtnavigator (onder de voorwaarde van het behalen van een vaarbevoegdheidsbewijs II/1 of II/2): 1° het getuigschrift STCW A II/1, uitgegeven door de Hogere Zeevaartschool;2° het getuigschrift voor de afgelegde modules STCW A II/1, uitgegeven door CVO Oostende;3° het getuigschrift van gevolgde opleiding volgens voorschrift II/1, uitgegeven door VDAB Zeebrugge. § 4. Geeft gelijkwaardigheid aan een algemeen stuurbrevet, brevet yachtman (onder de voorwaarde van het behalen van hetzij een bewijs van slagen in de praktijktest voor het brevet yachtman, hetzij een vaarbevoegdheidsbewijs II/1 of II/3, hetzij een bewijs van zee-ervaring marine 12 maanden) en brevet yachtnavigator (onder de voorwaarde van het behalen van hetzij een vaarbevoegdheidsbewijs II/1 of II/2, hetzij een bewijs van zee-ervaring marine 12 maanden): 1° het getuigschrift II/1 uitgegeven door VDAB Zeebrugge in het kader van de samenwerking met de nautische school van de Belgische marine;2° het getuigschrift II/1 uitgegeven door de nautische school van de Belgische marine;3° het getuigschrift van het opleidingsprogramma voor navigatie officier aan de nautische school van de Belgische marine. § 5. Geeft gelijkwaardigheid aan een algemeen stuurbrevet en brevet yachtman (onder de voorwaarde van het behalen van hetzij een bewijs van slagen in de praktijktest voor het brevet yachtman, hetzij een vaarbevoegdheidsbewijs II/1 of II/3): het diploma van aspirant-officier ter lange omvaart, uitgegeven door de Hogere Zeevaartschool. § 6. De gelijkwaardigheden in dit artikel geven de houder enkel de bevoegdheid om te varen met motorboten. Voor het besturen van een zeilboot met het vaarbevoegdheidsbewijs waarvoor een gelijkwaardigheid is toegekend, is het noodzakelijk dat de houder slaagt in het overeenkomstige praktisch examen zeil verplicht in uitvoering van artikel 4.14 van het koninklijk besluit van 28 juni 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 04/07/2019 numac 2019041207 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de pleziervaart sluiten betreffende de pleziervaart.
Brussel, 28 september 2020.
De Minister van Mobiliteit, Fr. BELLOT De Minister van Noordzee, Ph. DE BACKER