Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 28 oktober 2015
gepubliceerd op 10 november 2015

Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de forensische psychiatrie, alsmede van stagemeesters en stagediensten

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2015024254
pub.
10/11/2015
prom.
28/10/2015
ELI
eli/besluit/2015/10/28/2015024254/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 OKTOBER 2015. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de forensische psychiatrie, alsmede van stagemeesters en stagediensten


De Minister van Volksgezondheid, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 88;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1983Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/04/1983 pub. 26/11/2018 numac 2018014763 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie sluiten tot vaststelling van de nadere regelen voor de erkenning van geneesheren-specialisten en huisartsen, artikel 3;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor geneesheren-specialisten en huisartsen, gegeven op 9 oktober 2014;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 6 juli 2015;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 10 september 2015;

Gelet op het advies nr. 58.062/2 van de Raad van State gegeven op 28 september 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van de State, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Onder forensische psychiatrie wordt verstaan de beoordeling en behandeling van personen met een geestesstoornis die in aanraking komen met justitie. De forensische psychiatrie is zowel gericht op het uitvoeren van expertiseonderzoeken die dienen als bewijsmiddel in burgerlijke en strafzaken als op de diagnose en behandeling van personen met een geestesstoornis die in aanraking komen met justitie.

De forensische psychiatrie omvat eveneens het uitvoeren van een deskundigenonderzoek bij slachtoffers van een misdrijf. HOOFDSTUK 2. - Criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepstitel forensische psychiatrie

Art. 2.Wordt erkend als geneesheer-specialist houder van de bijzondere beroepstitel in de forensische psychiatrie, de geneesheer die : 1° erkend is als geneesheer-specialist in de psychiatrie;2° een specifieke opleiding in de forensische psychiatrie heeft gevolgd als bedoeld in de artikelen 3, 4 en 5;3° alle fundamentele klinische vaardigheden en specifieke technieken hanteert betreffende diagnose, behandeling en opvolging van geestesstoornissen specifiek voorkomend binnen een gerechtelijk kader, [met inbegrip van de aanwending van dwangmiddelen];4° kennis en kunde heeft van een systeembrede aanpak van kwaliteit en veiligheid;het gaat in concreto om : - Een systeembrede benadering van diagnostische en therapeutische zorgprocessen in de forensische psychiatrie alsook de opvolging en bewaking ervan; - Het bevorderen van een patiëntveiligheidscultuur; - De registratie, analyse, interpretatie en weergave van gegevens; - Het rapporteren en analyseren van (bijna)incidenten; - Kennis over de wetgeving patiëntenrechten en de concrete toepassingen ervan in de forensische context; - Communicatievaardigheden met het oog op overleg met zorgverleners, patiënten en familie. 5° nauw samenwerkt met andere geneesheren-specialisten en andere gezondheidszorgbeoefenaars, betrokken bij de multidisciplinaire benadering van de forensische psychiatrie;6° nauw samenwerkt met gerechtelijke en penitentiaire instanties.

Art. 3.De specifieke opleiding in de forensische psychiatrie bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte.

Art. 4.§ 1. De theoretische opleiding omvat een universitaire opleiding van minstens 12 studiepunten bestaande uit minstens volgende modules : - Inleiding tot het strafrecht en het procedureel recht; - Inleiding tot het jeugd-en familierecht, met inbegrip van de uithandengeving; - Forensische kaart; - Multidisciplinair werken; - Forensische psychopathologie; - Forensische psychodiagnostiek; - Risicotaxatie; - Behandeling zowel in een buiten-penitentiaire als penitentiaire setting; - Psychofarmacotherapie in forensische context; - Beeldvorming van het centraal zenuwstelsel; - Ethiek en deontologie; - Deskundigenonderzoek bij slachtoffers; - Capita selecta.

Art. 5.§ 1. De praktische opleiding bestaat uit een professionele stage van twee jaar die voltijds wordt uitgeoefend en gecumuleerd kan worden met de theoretische opleiding als bedoeld in artikel 4..

Het eerste jaar van de stage kan bovendien gecumuleerd worden met de basisopleiding psychiatrie. § 2. De professionele stage bevat twee componenten, met name de diagnose en behandeling van patiënten in een forensische setting enerzijds en het uitvoeren van forensisch psychiatrische deskundigenonderzoeken anderzijds.

Tijdens zijn eerste stagejaar dient de stagiair gedurende één jaar voltijds patiëntencontacten te verrichten.

Daarnaast voert de stagiair tijdens de stageperiode minstens 40 forensisch psychiatrische deskundigenonderzoeken uit. § 3. Het uitvoeren van forensisch psychiatrische deskundigenonderzoeken door een stagiair forensisch psychiater veronderstelt een door de rechtsmacht bevolen expertise onder supervisie van een erkend stagemeester, als bedoeld in artikel 6. § 4. De stage stelt de stagiair in staat om volgende klinische vaardigheden te verwerven : - Het stellen van een adequate anamnese met respect voor de patiënt, rekening houdend met de toepasselijke reglementaire en deontologische bepalingen; - Het klinisch onderzoek van personen met een geestesstoornis die in aanraking komen met een gerechtelijke instantie/justitie; - De klinische observatie en analyse van forensisch psychiatrische problematieken;

Gebruik van relevante diagnostische metingen om de klinische toestand van de patiënt te interpreteren, conclusies te trekken en een geschikte behandeling op te starten; - Testen van het risico op recidive. § 5. De stagiair komt tijdens zijn volledige stageperiode sequentieel onder toezicht te staan van minstens 2 verschillende stagemeesters. HOOFDSTUK 3. - Criteria voor de erkenning van stagemeesters

Art. 6.§ 1. Wie erkend wenst te worden als stagemeester in de forensische psychiatrie, moet : 1° sedert minstens vijf jaar erkend zijn als geneesheer-specialist in de forensische psychiatrie;2° minstens halftijds de forensische psychiatrie beoefenen; § 2. Per stagemeester wordt één stagiair toegewezen. HOOFDSTUK 4. - Criteria voor de erkenning van stagediensten

Art. 7.§ 1. Om als stagedienst in de forensische psychiatrie te worden erkend, moet de dienst : - Beschikken over een methodologie voor kwaliteitsborging van de opleiding; - Beschikken over een systeembreed kwaliteits-en veiligheidsbeleid voor zorgprocessen; - Voldoende turnover van patiënten genereren; - Een voldoende divers pathologieaanbod bieden. HOOFDSTUK 5. - Overgangsbepalingen

Art. 8.In afwijking van artikel 2, 2°, kan als geneesheer-specialist in de forensische psychiatrie worden erkend iedere geneesheer-specialist in de psychiatrie die algemeen bekend staat als bijzonder bekwaam in de forensische psychiatrie gedurende de laatste 5 jaren, voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Het bewijs dat hij algemeen bekend staat als bijzonder bekwaam, kan onder meer worden geleverd aan de hand van persoonlijke publicaties, zijn actieve deelname aan (inter)nationale congressen, aan wetenschappelijke vergaderingen met betrekking tot de forensische psychiatrie, alsook aan activiteiten die kenmerkend zijn voor deze discipline.

Art. 9.Een termijn van 1 jaar voltijdse professionele stage, die beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 5, wordt gevalideerd als een halve opleidingstermijn met dien verstande dat de theoretische vorming bedoeld in artikel 4 wordt volbracht tijdens het geheel van de opleiding.

Art. 10.De anciënniteit van de stagemeester zoals bedoeld in artikel 6, § 1, 1°, zal slechts worden vereist op een door de Minister bevoegd voor de Volksgezondheid nader te bepalen datum.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2016.

Brussel, 28 oktober 2015.

Mevr. M. DE BLOCK

^