Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 28 november 2003
gepubliceerd op 23 december 2003

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 3 december 2001 betreffende de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor zoogkoeien

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003036208
pub.
23/12/2003
prom.
28/11/2003
ELI
eli/besluit/2003/11/28/2003036208/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 NOVEMBER 2003. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 3 december 2001 betreffende de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor zoogkoeien


De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, § 1, 1°, vervangen bij de wet van 29 december 1990;

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 495/2001 van 13 maart 2001;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2345/2001 van 30 november 2001;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1258/1999 van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1259/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;

Gelet op Verordening (EG) nr. 2342/1999 van de Commissie van 28 oktober 1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees met betrekking tot de premieregelingen, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 169/2002 van 30 januari 2002;

Gelet op Verordening (EG) nr. 2419/2001 van de Commissie van 11 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van het bij Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad ingestelde geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2550/2001 van 21 dece mber 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 november 2001 betreffende de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor zoogkoeien, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 28 november 2003;

Gelet op het ministerieel besluit van 3 december 2001 betreffende de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor zoogkoeien;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 augustus 2003;

Gelet op het akkoord van 15 juli 2002 van de Interministeriële Conferentie Landbouw inzake de overdracht aan de gewesten van de bevoegdheden van de landbouwpolitiek en specifiek inzake de toepassingsbepalingen voor de speciale premie en het extensiveringsbedrag voor producenten van rundvlees;

Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid op 19 mei 2003, bekrachtigd door de Interministeriële Conferentie Landbouw van 29 september 2003;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 12 september 2003, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen 30 dagen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 7 oktober 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het ministerieel besluit van 3 december 2001 betreffende de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor zoogkoeien worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 5 wordt vervangen door wat volgt : « 5.bevoegde dienst : de dienst van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap die belast is met de uitvoering van de steunmaatregelen inzake het landbouwproductiebeheer; »; 2° punt 6 wordt vervangen door wat volgt : « 6.Sanitel : geautomatiseerd systeem voor de gegevensverwerking in verband met de identificatie en de registratie van runderen. »

Art. 2.§ 1. In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. Met toepassing van artikel 2, § 3, van het koninklijk besluit kan de premie alleen toegekend worden voor premiewaardige zoogkoeien en vaarzen die voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° een zoogkoe is premiewaardig als ze : a) minstens één keer heeft gekalfd vóór de indiening van de premieaanvraag en als moeder van dit kalf werd gemeld aan Sanitel;b) behoort tot een vleesras of verkregen is door kruising met een vleesras en in Sanitel is geregistreerd als zijnde van een vleesrastype of een gemengd rastype;c) nog niet eerder premiegerechtigd werd bevonden in een premieaanvraag van een andere producent voor dezelfde campagne;d) behoort tot een zoogkoeienbeslag dat wordt gebruikt voor het opfokken van kalveren voor de vleesproductie;e) voor het geval dat ze door de premieaanvrager werd aangekocht en behoudens uitzonderlijke gevallen, minstens één keer op zijn bedrijf kalft en als moeder van dit kalf wordt gemeld aan Sanitel;2° een vaars is premiewaardig als ze : a) minstens 8 maanden oud is;b) behoort tot een vleesras of verkregen is door kruising met een vleesras en in Sanitel is geregistreerd als zijnde van een vleesrastype of een gemengd rastype;c) nog niet eerder premiegerechtigd werd bevonden in een premieaanvraag van een andere producent voor dezelfde campagne;d) behoort tot een zoogkoeienbeslag dat wordt gebruikt voor het opfokken op het bedrijf van kalveren voor de vleesproductie;e) voor het geval dat ze door de premieaanvrager werd aangekocht en behoudens uitzonderlijke gevallen, minstens één keer op zijn bedrijf kalft en als moeder van dit kalf wordt gemeld aan Sanitel;3° als een aangekochte zoogkoe of vaars waarvoor de premie werd aangevraagd het bedrijf verlaat, om welke reden dan ook, zonder minstens één keer op dit bedrijf te hebben gekalfd, dient dit door de premieaanvrager, behoudens uitzonderlijke gemotiveerde gevallen, binnen de tien werkdagen die volgen op het vertrek aan de bevoegde dienst te worden gemeld.Desgevallend wordt geen premie toegekend voor het rund in kwestie, maar wordt ook geen sanctie toegepast in de zin van artikel 38 van Verordening (EG) nr. 2419/01; 4° runderen die tijdens de aanhoudingsperiode worden gebruikt als vervanger van de zoogkoeien of vaarzen die in de premieaanvraag werden aangegeven moeten voldoen aan dezelfde voorwaarden als de aangegeven runderen.» § 2. Aan artikel 2, § 1, wordt tevens een punt 5 toegevoegd dat luidt als volgt : « 5° een beslag kan, behoudens uitzonderlijke gevallen, enkel worden beschouwd als een zoogkoeienbeslag dat wordt gebruikt voor het opfokken op het bedrijf van kalveren voor de vleesproductie als tijdens het kalenderjaar waarin de steunaanvraag wordt ingediend : a) een aantal kalveren van het vleesrastype of het gemengd rastype wordt geboren en gemeld aan Sanitel dat ten minste : 1) 70 % bedraagt van het aantal zoogkoeien waarvoor de steun wordt aangevraagd als voor 14 of meer runderen de premie wordt aangevraagd;2) 60 % bedraagt van het aantal zoogkoeien waarvoor de steun wordt aangevraagd als voor minder dan 14 en meer dan 7 runderen de premie wordt aangevraagd;3) 50 % bedraagt van het aantal zoogkoeien waarvoor de steun wordt aangevraagd als voor 7 of minder runderen de premie wordt aangevraagd;b) ten minste 50 % van het in het voorgaande lid bepaalde aantal kalveren gedurende een minimumperiode van minstens 3 maanden die volgen op de geboorte in het beslag wordt aangehouden;».

Art. 3.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 4.§ 1. De premierechten uit de reserve worden uitsluitend toegekend aan de jonge landbouwers die daartoe een aanvraag indienen.

De toekenning gebeurt, op basis van het aantal zoogkoeien en vaarzen aanvaard in hun premieaanvraag, aan de landbouwers die voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° landbouwer in hoofdberoep zijn;2° op 1 januari van de campagne in kwestie jonger zijn dan 40 jaar;3° beschikken over minstens één premierecht voor de campagne in kwestie;4° een aantal zoogkoeien en vaarzen houden dat groter is dan het aantal premierechten waarover hij beschikt aan het begin van de campagne en voor deze runderen alle voorwaarden respecteren;5° zich in de periode van drie jaar die voorafgaat aan de campagne in kwestie voor de eerste maal hebben gevestigd als landbouwer in hoofdberoep;6° geen premierechten hebben overgedragen tijdens de betreffende campagne alsmede tijdens de twee daaraan voorafgaande campagnes;7° een natuurlijke persoon zijn of deel uitmaken van een groepering van natuurlijke personen. § 2. Om de in § 1 bedoelde premierechten uit de reserve te verkrijgen, moet de producent de vakken in kwestie van het premieaanvraagformulier aanvullen en de volgende documenten voorleggen : 1° een uittreksel uit de geboorteakte;2° een kopie van de overnameakte van een eerste bedrijf;3° een kopie van het laatste aanslagbiljet, samen met de berekeningsnota en de landbouwbijlage van de belastingaangifte van de producent. § 3. De premierechten uit de reserve worden toegekend aan de producenten binnen de beperking van hun aanvraag tot verhoging van premierechten, en bij uitputting van de reserve, in evenredigheid met hun aanvraag. »

Art. 4.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 6.§ 1. Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen van artikel 22 en artikel 23 van Verordening (EG) nr. 2342/1999 kan de producent de aan hem toegewezen premierechten overdragen onder de volgende voorwaarden : 1° premierechten kunnen geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan andere producenten;2° de overdracht moet ten minste één premierecht bedragen.Behalve in geval van een volledige overdracht van zijn premierechten moet de overlater minstens één premierecht behouden; 3° in geval van een gedeeltelijke overdracht moet de overlater na overdracht over minstens één premierecht beschikken. § 2. De aanvragen voor overdracht van premierechten moeten met een aangetekende brief worden ingediend bij de buitendienst van de bevoegde dienst of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven door middel van een officieel formulier dat op dit bureau beschikbaar is, tussen 1 februari en 28 februari van het jaar in kwestie. De datum van de poststempel op de zending of de afgiftedatum gelden als indieningsdatum.

Dit formulier moet gezamenlijk door de overlater en de overnemer worden ondertekend. § 3. De producent kan de premierechten, die hij niet voornemens is zelf te gebruiken, niet tijdelijk overdragen aan andere producenten. »

Art. 5.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 en § 3 worden de woorden « het Bestuur » vervangen door de woorden « de bevoegde dienst »;2° aan § 3 wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt : « De datum van de poststempel op de zending of de afgiftedatum gelden als indieningsdatum.»; 3° § 4 wordt opgeheven;4° § 6 wordt vervangen door wat volgt : « § 6.De aanvrager moet tijdens de aanhoudingsperiode, vastgelegd in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 2342/1999, iedere vermindering zonder vervanging van het aangegeven aantal zoogkoeien en vaarzen of iedere afwijking van het in artikel 6, § 2, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 bedoelde minimale en maximale aandeel vaarzen, schriftelijk en binnen 10 werkdagen die volgen op de gebeurtenis, melden aan de buitendienst van de bevoegde dienst.

Elke vermindering of afwijking moet met bewijsstukken gerechtvaardigd kunnen worden. » 5° een § 7 wordt toegevoegd, die luidt als volgt : « § 7.Om de plaatsen van aanhouding aan te geven, zoals bedoeld in artikel 10 van de Verordening (EG) nr. 2419/2001, dient de producent voor ieder rund waarvoor hij de premie aanvraagt te verklaren op welke productie-eenheid het zich gedurende de volledige aanhoudingsperiode zal bevinden. Indien aangegeven runderen zich tijdens de aanhoudingsperiode tevens op gronden zullen bevinden die niet werden aangegeven in het kader van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen van dezelfde campagne, dient hij hiervan voorafgaandelijk melding te doen bij de bevoegde dienst.

Als de producent officieel de toelating heeft gekregen om in uitzondering op artikel 31, 2de lid, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van runderen, de runderen waarvoor hij de premie aanvraagt, te houden in een veebeslag waarbij de identificatiedocumenten van de runderen in kwestie de naam van de betrokken verantwoordelijke en het juiste adres van het veebeslag niet vermelden, dient hij een kopij van deze door de verantwoordelijke inspecteur-dierenarts gedateerde en ondertekende toelating aan zijn aanvraag toe te voegen. Met deze uitzonderingen kan evenwel enkel rekening worden gehouden als de beide productie-eenheden waartussen de verplaatsing van runderen is toegestaan zonder de uitvoering van de aankooponderzoeken, worden uitgebaat door dezelfde producent. »

Art. 6.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 10.Het aantal grootvee-eenheden wordt bepaald door de bevoegde dienst op basis van minstens vijf op willekeurige data gekozen tellingen van de samenstelling van het veebeslag of, in voorkomend geval, van de verschillende veebeslagen van de producent, volgens de gegevens van Sanitel. De producent wordt door de bevoegde dienst periodiek in kennis gesteld van de resultaten van deze tellingen. »

Art. 7.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 12.§ 1. Aan producenten die kunstmatig de voorwaarden hebben gecreëerd om de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag te verkrijgen zal de betaling ervan worden geweigerd. § 2. Als runderen van verschillende producenten behoren tot één gemeenschappelijk Sanitel-veebeslag wordt de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag slechts toegekend als voor elk rund van de producent die de premie aanvraagt en voorafgaand aan het indienen van een premieaanvraag, in Sanitel de relatie tussen rund en productie-eenheid is geregistreerd en als die relatie op permanente en conforme wijze wordt geactualiseerd. »

Art. 8.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden « Het Bestuur » vervangen door de woorden « De bevoegde dienst ».

Art. 9.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 15.§ 1. Als ten onrechte betaalde bedragen die te wijten zijn aan het niet-nakomen van de verbintenissen of aan een onjuiste aangifte door de producent, moeten worden teruggevorderd, worden de onverschuldigde bedragen vermeerderd met een intrest, berekend tegen de wettelijke rentevoet. § 2. Als onterecht betaalde bedragen na de ingebrekestelling door de bevoegde dienst niet tijdig worden terugbetaald, kan de bevoegde dienst overgaan tot verrekening met nog uit te betalen steunbedragen van het lopende kalenderjaar of van de volgende kalenderjaren, ongeacht de steunregeling waarvoor ze verschuldigd zijn. »

Art. 10.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 16.Op straffe van nietigheid moet het bezwaar tegen beslissingen tot uitvoering van het koninklijk besluit en van de uitvoeringsbesluiten ervan per aangetekend schrijven worden ingediend bij de bevoegde dienst binnen de maand die volgt op de mededeling van de beslissing. Het indienen van een bezwaar houdt geen opschorting in van een eventuele vraag tot terugstorting van onterecht uitbetaalde bedragen. »

Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002, met uitzondering van artikel 2, § 2, artikel 3, artikel 4 en artikel 5, punt 3, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2003.

Brussel, 28 november 2003.

De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, L. SANNEN

^