Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 28 mei 2019
gepubliceerd op 16 september 2019

Ministerieel besluit houdende bepaling van de inhoud van het milieueffectenverslag met betrekking tot de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- of grondwaterwinningen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2019204083
pub.
16/09/2019
prom.
28/05/2019
ELI
eli/besluit/2019/05/28/2019204083/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

WAALSE OVERHEIDSDIENST


28 MEI 2019. - Ministerieel besluit houdende bepaling van de inhoud van het milieueffectenverslag met betrekking tot de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- of grondwaterwinningen


De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, Gelet op Boek I van het Milieuwetboek, artikelen D.56 en D.61;

Gelet op Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, het reglementair deel, artikel R.157;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 16 mei 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 16/05/2019 pub. 11/09/2019 numac 2019014388 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het Wetboek van Leefmilieu, dat het Waterwetboek inhoudt, met het oog op een betere bescherming van de oppervlaktewaterwinningen voor tot drinkwater verwerkbaar water en de grondwaterwinningen en verscheidene bepalingen terzake sluiten tot wijziging van Boek II van het Wetboek van Leefmilieu, dat het Waterwetboek inhoudt, met het oog op een betere bescherming van de oppervlaktewaterwinningen voor tot drinkwater verwerkbaar water en de grondwaterwinningen en verscheidene bepalingen terzake;

Gelet op de raadpleging van de gemeenten, de Beleidsgroep Leefmilieu en Aquawal, gehouden van 12 april tot 13 mei 2019;

Overwegende dat 70 gemeenten aan de raadpleging deelgenomen hebben;

Gelet op het gunstige advies van 49 gemeenten;

Overwegende dat 12 gemeenten aangegeven hebben geen opmerkingen te hebben;

Overwegende dat 5 gemeenten besloten hebben geen advies uit te brengen;

Gelet op het omstandig advies van vier gemeenten en de Beleidsgroep Leefmilieu en de wijzigingen aangebracht in de ontwerp-inhoud van het milieueffectenverslag, Besluit : Enig artikel. Het milieueffectenverslag bedoeld in artikel R.157, § 1, 7°, van Boek II van het Milieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt, wordt opgesteld overeenkomstig de inhoudsopgave bedoeld in bijlage 1 van dit besluit.

Namen, 28 mei 2019.

C. DI ANTONIO

Bijlage 1 - Inhoud van het milieueffectenverslag 1. Samenvatting van de inhoud, omschrijving van de belangrijkste doelstellingen van het project van afbakening van de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- en grondwaterwinningen en de verbanden met andere relevante plannen en programma's. Dit hoofdstuk legt het volgende voor : 1.1. Een samenvatting van de inhoud van het project van afbakening van de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- of grondwaterwinningen; 1.2. Een omschrijving van de belangrijkste uitdagingen en van de doelstellingen van het project van afbakening van de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- en grondwaterwinningen, alsmede de hiërarchisering ervan; 1.3. De verbanden tussen de doelstellingen van het project van afbakening van de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- en grondwaterwinningen en de doelstellingen van andere relevante plannen en programma's, zoals : a) De beheersplannen per stroomgebiedsdistrict ("PGDH"), met inbegrip van het gewestelijk schema voor de waterrijkdommen ("SRRE") en de winningsovereenkomsten van toepassing op de betrokken waterwinning, alsmede andere relevante maatregelen opgenomen in die "PGDH";b) De plannen voor het beheer van de overstromingsrisico's ("PGRI");c) Het programma voor het duurzaam beheer van stikstof ("PGDA");d) Het Nationaal Actie Plan (NAPAN), inclusief het Waalse deel : het Waalse reductieprogramma inzake pesticiden ("PWRP");e) De gemeentelijke plannen voor natuurontwikkeling ("PCDN");f) De gemeentelijke ontwikkelingsplannen;g) De actieprogramma's op de rivieren door een geïntegreerde en sectorgerichte aanpak ("PARIS");h) De gewestplannen; In dit punt moet worden aangegeven hoe de doelstellingen van deze relevante plannen en programma's het project kunnen beïnvloeden, verzwakken of versterken, met name via de organisatie van concrete acties en implicaties op het terrein. 2. Relevante aspecten van de leefmilieutoestand alsook de evolutie ervan indien het project van afbakening van de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- en grondwaterwinningen niet uitgevoerd wordt. Dit hoofdstuk legt het volgende voor : 2.1. De leefmilieukenmerken van het gebied betrokken door de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- en grondwaterwinningen; 2.2. De voornaamste actoren binnen het project van afbakening van de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- of grondwaterwinningen; 2.3. De externe effecten van het project van afbakening van de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- of grondwaterwinningen en de impact van buitenaf op de door het project afgebakende zone; 2.4. De evolutie van de leefmilieutoestand indien de voorkomings- en toezichtsgebieden niet afgebakend zijn. 3. Leefmilieukenmerken van de zones die mogelijk zwaar geraakt zullen zijn door het project van afbakening van de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- of grondwaterwinningen. In dit hoofdstuk wordt er voorgelegd wat de leefmilieukenmerken zijn van de zones die mogelijk zwaar (positief of negatief) geraakt zullen zijn door het project van afbakening van de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- of grondwaterwinningen, met name de Natura 2000-gebieden.

Milieuproblemen met betrekking tot het project van afbakening van de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- of grondwaterwinningen, met name de milieuproblemen die betrekking hebben op gebieden die vanuit milieuoogpunt van bijzonder belang zijn, zoals de gebieden die overeenkomstig Richtlijnen 79/409/EG en 92/43/EEG aangeduid zijn.

In dit hoofdstuk wordt er een onderzoek voorgelegd over de waarschijnlijk aanzienlijke effecten (neveneffecten, cumulatieve, synergetische effecten, korte-, middellange- en langetermijneffecten, permanente en tijdelijke effecten, zowel positief als negatief) van de uitvoering van het project van afbakening van de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- of grondwaterwinningen. 4. Relevante doelstellingen van de milieubescherming en de wijze waarop met deze doelstellingen en de milieuoverwegingen rekening is gehouden bij de uitwerking van het project van afbakening van de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- of grondwaterwinningen. In dit hoofdstuk wordt er het volgende voorgelegd : 4.1. De relevante doelstellingen van de milieubescherming (onder andere Richtlijn 2000/60/EG); 4.2. De evaluatie van de maatregelen uitgevoerd in het kader van het project van afbakening van de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- of grondwaterwinningen die zouden bijdragen tot of in tegenspraak zijn met de in punt 5.1 genoemde beschermingsdoelstellingen; 4.3. De presentatie van resultatenindicatoren en streefwaarden die verband houden met de specifieke doelstellingen en de maatregelen uitgevoerd in het kader van het project van afbakening van de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- of grondwaterwinningen. 5. Vermoedelijke significante effecten op het leefmilieu, namelijk secundaire, cumulatieve, synergetische, korte-, middellange- en langetermijneffecten, permanente en tijdelijke, zowel positieve als negatieve, effecten op het leefmilieu, met inbegrip van thema's als biologische diversiteit, bevolking, gezondheid van de mens, fauna, flora, bodems, water alsook waterkwaliteit van karstbronnen, maar ook op natuurlijke milieus langs waterlopen, lucht, klimaatfactoren, materiële goederen, cultureel erfgoed met inbegrip van architectonisch en archeologisch erfgoed, landschappen en de interacties tussen die factoren. In dit hoofdstuk wordt er het volgende voorgelegd : 5.1. De methodiek van de evaluatie en de methoden om de effecten te definiëren; 5.2. Een tabel met de effecten van het project op het leefmilieu.

Deze tabel vermeldt de positieve en negatieve effecten (neveneffecten, secundaire, cumulatieve, synergetische, korte-, middellange- en langetermijneffecten, permanente en tijdelijke effecten) van de maatregelen uitgevoerd in het kader van het project van afbakening van de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- of grondwaterwinningen op de verschillende milieuthematieken : biologische diversiteit, bevolking, gezondheid van de mens, fauna, flora, bodems, water alsook waterkwaliteit van karstbronnen, maar ook op natuurlijke milieus langs waterlopen, lucht, klimaatfactoren, materiële goederen, cultureel erfgoed met inbegrip van architectonisch en archeologisch erfgoed, landschappen, en de interacties tussen die factoren; 5.3. Een analyse van de veranderingen in de beheerspraktijken van de groengebieden en teelten dat het project van afbakening van het waterwingebied met zich meebrengt. 5.4. De verschillen tussen de huidige toestand en de toestand na de uitvoering van het project van afbakening van de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- of grondwaterwinningen. 6. Maatregelen die overwogen worden om elk belangrijk negatief effect op het leefmilieu van de uitvoering van het project van afbakening van de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- of grondwaterwinningen te voorkomen, te beperken en, in de mate van het mogelijke, te compenseren. Naast de (correctie)maatregelen of versterkende maatregelen die overwogen worden om elk belangrijk negatief effect op het leefmilieu van de uitvoering van het project van afbakening van de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- of grondwaterwinningen te voorkomen, te beperken en, in de mate van het mogelijke, te compenseren, houdt dit hoofdstuk rekening met de problematiek van de infiltratie van het gezuiverd water in het voorkomingsgebied wanneer de te kleine percelen de inrichting van een strooisysteem niet toelaten. 7. Verklaring waarin de redenen voor de keuze van de overwogen oplossingen samengevat worden en een beschrijving van de wijze waarop de evaluatie uitgevoerd is, met inbegrip van eventuele ondervonden moeilijkheden, zoals technische tekortkomingen of een gebrek aan knowhow bij het verzamelen van de vereiste informatie. Dit hoofdstuk bevat een methodologische nota met een beschrijving van de wijze waarop het milieueffectenrapport verricht is en de beschrijving van de methode, met inbegrip van eventuele ondervonden moeilijkheden, zoals technische tekortkomingen of een gebrek aan knowhow bij het verzamelen van de vereiste informatie. De verklaring vat de redenen samen waarom de overwogen oplossingen uitgekozen zijn. 8. Beschrijving van de overwogen opvolgingsmaatregelen Dit hoofdstuk bevat een beschrijving van de opvolgingsmaatregelen die overeenkomstig artikel D.59 van Boek I van het Milieuwetboek overwogen worden.

In dit hoofdstuk wordt er het volgende voorgelegd : 8.1. Bepaling van de indicatoren/opvolgingsmaatregelen die het mogelijk maken na te gaan of het actieprogramma in acht wordt genomen; 8.2. Globale maar ook in voorkomend geval specifieke indicatoren/opvolgingsmaatregelen; 8.3. Gemakkelijk te implementeren opvolgingsmaatregelen worden aanbevolen. 9. Niet-technische samenvatting van de hierboven bedoelde informatie. Dit hoofdstuk bevat een niet-technische samenvatting van de informatie vermeld in de voorgaande 9 punten. Aangezien het voor een breed publiek bedoeld is, moet bijzondere aandacht worden besteed aan de leesbaarheid ervan.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 28 mei 2019 houdende bepaling van de inhoud van het milieueffectenverslag met betrekking tot de voorkomings- en toezichtsgebieden van de oppervlakte- of grondwaterwinningen.

Namen, 28 mei 2019.

De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, C. DI ANTONIO

^