28 MAART 2002. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 9 juli 2001 houdende de voorwaarden tot toekenning van een extra financiële ondersteuning voor de inclusieve opvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte, aan de opvangvoorzieningen die erkend zijn door of onder toezicht staan van Kind en Gezin

De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke kansen, Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin, gewijzigd bij de decreten van 3 mei 1989, 23 februari 1994, 24 juni 1997, 7 juli 1998 en 9 maart 2001;

Gelet op het ministerieel besluit van 9 juli 2001 houdende de voorwaarden tot toekenning van een extra financiële ondersteuning voor de inclusieve opvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte, aan de opvangvoorzieningen die erkend zijn door of onder toezicht staan van Kind en Gezin;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Kind en Gezin, gegeven op 30 januari 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 maart 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat een besluitwijziging onverwijld moet worden getroffen omdat de begroting 2002 de mogelijkheid biedt meer dan 70 structurele plaatsen voor inclusieve opvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte te organiseren en omdat de extra plaatsen aan een reële behoefte beantwoorden, Besluit :

Artikel 1.In artikel 8 van het ministerieel besluit van 9 juli 2001 houdende de voorwaarden tot toekenning van een extra financiële ondersteuning voor de inclusieve opvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte, aan de opvangvoorzieningen die erkend zijn door of onder toezicht staan van Kind en Gezin wordt § 3 opgeheven.

Art. 2.Aan artikel 9, § 1, van hetzelfde ministerieel besluit wordt de volgende zin toegevoegd : « Voor initiatieven voor buitenschoolse opvang die minder dan 230 dagen per jaar open zijn, wordt het bedrag van deze ondersteuning verminderd in verhouding tot het aantal reële openingsdagen per jaar per vestigingsplaats. »

Art. 3.Artikel 11 van hetzelfde ministerieel besluit wordt vervangen door wat volgt : « Onverminderd het bepaalde in artikel 25 beslist Kind en Gezin, onder meer rekening houdend met het advies van haar medische kwaliteitscoördinator, over het toe te kennen aantal plaatsen. »

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.

Brussel, 28 maart 2002 De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, M. VOGELS