Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 28 juni 2002
gepubliceerd op 29 juni 2002

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 december 2001 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002035822
pub.
29/06/2002
prom.
28/06/2002
ELI
eli/besluit/2002/06/28/2002035822/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 JUNI 2002. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 december 2001 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee


De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Gelet op verordening (EG) nr. 2555/2001 van de Raad van 18 december 2001 tot vaststelling voor 2002, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden die in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6, § 1, V, vervangen bij de bijzondere wet van 13 juli 2001;

Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973, 22 april 1999 en 3 mei 1999;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, inzonderheid artikel 18;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;

Gelet op het ministerieel besluit van 21 december 2001 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij ministeriële besluiten van 7 februari 2002, 21 maart 2002, 28 maart 2002, 26 april 2002 en 29 mei 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat met het oog op het goede beheer van het quotum van Noordzeetong, het noodzakelijk is voor de vaartuigen van meer dan 221 kW maximale hoeveelheden tong voor het derde kwartaal toe te kennen;

Overwegende dat voor het jaar 2002 vangstbeperkingen moeten worden vastgesteld om de aanvoer te spreiden, is het bijgevolg nodig zonder uitstel behoudsmaatregelen te nemen om de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden;

Overwegende dat aan de gewesten met ingang van 1 januari 2002 bevoegdheden op het gebied van zeevisserij zijn toegewezen;

Overwegende dat het noodzakelijk is de continuïteit van de opdrachten als overheidsdienst te verzekeren met inachtneming van de verplichtingen die door de Europese en internationale regelgeving op het gebied van de zeevisserij werden opgelegd;

Overwegende dat een betere spreiding van de aanvoer van tong, schol en kabeljauw kan worden bewerkstelligd door het instellen van een gespreide verdeling van de beschikbare quota in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium), alsook door het instellen van maximale vangsten per kalenderdag, per vaartdag of per uur in bepaalde i.c.e.s.-gebieden en door het instellen van een maximumaantal vaartdagen per jaar voor de vissersvaartuigen, Besluit :

Artikel 1.Artikel 3 van het ministerieel besluit van 21 december 2001 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, wordt aangevuld met de volgende leden : « Het totale tongquotum in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium), voorbehouden aan de vissersvaartuigen met een motorvermogen van meer dan 221 kW bedraagt, voor de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2002, 889 ton.

Bij uitputting van dit quotum is het aan die vissersvaartuigen tot en met 31 december 2002 verboden nog tong aan te voeren uit de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium). »

Art. 2.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid : « Onverminderd de bepalingen van vorig lid is het vanaf 1 juli 2002 tot en met 30 september 2002 verboden dat in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) de tongvangst van een vissersvaartuig een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 2 000 kg vermeerderd met een hoeveelheid die gelijk is aan 4 kg vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig uitgedrukt in kW. »

Art. 3.In artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 7 februari 2002 en 26 april 2002 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de §§ 1, 2 en 3 worden de woorden « 31 december 2002 » vervangen door de woorden « 30 juni 2002 ».2° het artikel wordt aangevuld met de §§ 5 en 6 : « § 5.In de periode van 1 juli 2002 tot en met 31 december 2002 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) verboden dat de totale schelvisvangst per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 250 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden; § 6. In de periode van 1 juli 2002 tot en met 31 december 2002 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) verboden dat de totale schelvisvangst per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 500 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. »

Art. 4.Het artikel 17 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 26 april 2002 en 29 mei 2002 wordt aangevuld met volgende leden : « De bepaling van het eerste lid is niet van toepassing gedurende de periode 1 juli 2002 tot dat het makreelquotum in de i.c.e.s.-gebieden II, III, IV voor 110 ton is gebruikt;

In afwijking met vorige leden is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) gedurende de periode van 1 juli 2002 tot en met 31 december 2002 verboden dat de totale wijtingvangsten per zeereis door een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 250 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden;

In afwijking met vorige leden is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) gedurende de periode van 1 juli 2002 tot en met 31 december 2002 verboden dat de totale wijtingvangsten per zeereis door een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 500 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. »

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2002 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2002.

Brussel, 28 juni 2002.

V. DUA

^