gepubliceerd op 17 juni 2009
Ministerieel besluit betreffende de onteigening voor aanlegwerken van de collector van de « Petite Espierre » - deel 2 - Moeskroen
28 APRIL 2009. - Ministerieel besluit betreffende de onteigening voor aanlegwerken van de collector van de « Petite Espierre » - deel 2 - Moeskroen
De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, Gelet op de wet van 26 april 1962 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen, gewijzigd bij de wet van 7 juli 1978, inzonderheid op artikel 5 houdende de wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte;
Gelet op Boek II van het Milieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt, inzonderheid op artikel D 338, § 2;
Gelet op het decreet van 6 mei 1988 betreffende de onteigeningen wegens openbaar nut, voortgezet of toegelaten door de Waalse Regering;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 augustus 2004 tot regeling van de werking van de Regering, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 16 september 2004, 15 april 2005 en 15 mei 2008, inzonderheid op artikel 22;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 8 januari 2008 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;
Gelet op het beheerscontract gesloten op 16 maart 2006 tussen het Gewest en de « S.P.G.E. » (Openbare Maatschappij voor Waterbeheer);
Gelet op het door de Waalse Regering op 23 december 2004 goedgekeurd investeringsprogramma inzake sanering voor de jaren 2005-2009;
Gelet op de door de Waalse Regering op 5 december goedgekeurde actualisering van het investeringsprogramma 2005-2009;
Gelet op het uittreksel van de beraadslaging van het Sectorcomité « Epuration » van de intercommunale « IPALLE » dat op 26 november 2008 heeft plaatsgevonden;
Gelet op de beslissing genomen op 16 maart 2009 door het Directiecomité van de « S.P.G.E. » om met de percelen die nodig zijn voor de uitvoering van aanlegwerken van de collector van de « Petite Espierre » - deel 2 - Moeskroen verder te onteigenen;
Overwegende dat krachtens artikel 12, § 2, van het decreet van 15 april 1999 betreffende de kringloop van het water en houdende oprichting van een openbare maatschappij voor waterbeheer, opgeheven bij het decreet van 27 mei 2004 betreffende het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, inzonderheid op artikel D 338, § 2, de « Société publique de Gestion de l'Eau », afgekort « S.P.G.E. », vertegenwoordigd door twee bestuurders krachtens artikel 28 van de statuten, na machtiging door de Regering, de onteigening ten algemene nutte van onroerende goederen die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van haar maatschappelijk doel in eigen naam mag voortzetten;
Overwegende dat de onteigeningen ten algemenen nutte uitgevoerd moeten worden op grond van de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte;
Overwegende dat de werkzaamheden tot de verwezenlijking van het maatschappelijke doel van de voornoemde maatschappij bijdragen, namelijk de sanering van het afvalwater, dat ze betrekking op een van de saneringswerken hebben die het door de Waalse Regering op 23 december 2004 goedgekeurd investeringsprogramma 2005-2009 voor de sanering en de bescherming van waterwinningen vormen en kunnen dus van algemeen nut worden verklaard;
Dat die percelen door bijgaand plan worden beoogd, dat door de heer Luc Cordier, landmeter-vastgoedexpert, wordt opgesteld;
Gelet op de vervaltermijnen vastgesteld bij Richtlijn 91/271/EG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater;
Overwegende dat de Belgische Staat door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen bij het arrest van 25 mei 2000 (C-307/98, § 44) is veroordeeld wegens tekortkoming aan zijn verplichtingen, meer bepaald inzake de afvalwaterzuivering en voor de meervoudige opgelopen achterstanden in het beleid van dit afvalwater;dat hij door de Commissie in kennis van een gemotiveerd advies wordt gesteld (doc. C (2000) 2991 laatst); Overwegende dat de Belgische Staat door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen bij het arrest van 8 juli 2004 (C 27/03) wegens tekortkoming aan zijn verplichtingen inzake de behandeling van stedelijk afvalwater opnieuw is veroordeeld;
Gelet op het laatste schrijven van de Europese Commissie van 25 januari 2006 dat ten gevolge van het arrest van 8 juli 2004 gezonden is;
Gelet op het sanitair probleem veroorzaakt door die open waterloop die een volwaardige riool is geworden;
Overwegende dat het hoogst noodzakelijk is overwelvingswerkzaamheden uit te voeren op dit uiterst vervuild wegvak dat aansluit bij het stroomafwaarts reeds tijdens de eerste fase uitgevoerd wegvak, dat rechtstreeks naar het nu in dienst zijnde zuiveringsstation van Moeskroen leidt;
Overwegende dat het noodzakelijk is een beheer van de aangelegde netwerken te verzekeren die de doorgetrokken goederen met een erfdienstbaarheid van doorgang bezwaren om de exploitatie te verzekeren;
Overwegende dat de spoedige inbezitneming van bovenvermelde innemingen onontbeerlijk is om het opgestelde programma i.v.m. de behandeling van stedelijk afvalwater niet te belemmeren, om het milieubederf tegen een redelijke prijs tegen te gaan en, zodoende, zo snel te voldoen aan het voorschrift van zowel het investeringsprogramma inzake sanering dat op 13 juni 2002 principieel is goedgekeurd door de Waalse Regering, als aan Europese Richtlijn 91/271/EEG, aan de arresten van het Hof van Justitie EEG van 25 mei 2000 (C-307/98, § 44) en aan het arrest van 8 juli 2004 (C 27/03), Besluit :
Artikel 1.De naamloze vennootschap « Société publique de Gestion de l'Eau », afgekort « S.P.G.E. », wordt ertoe gemachtigd de onteigening ten algemene nutte van percelen gelegen te Moeskroen en vermeld in de bijgaande tabel in eigen naam voort te zetten. Het plan van de innemingen ligt ter inzage op de zetel van de onteigenende overheid, avenue de Stassart, 14-16, te 5000 Namen of bij de Waalse Overheidsdienst, Operationeel Directoraat-generaal « Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu » (DGO3), Departement « Leefmilieu en Water », avenue Prince de Liège, 15, te 5100 Jambes.
Art. 2.De onmiddellijke inbezitneming van die innemingen wordt onontbeerlijk verklaard ten algemenen nutte.
Art. 3.De in artikel 5 van de wet van 26 juli 1962 bedoelde rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte zal worden toegepast.
Art. 4.Dit besluit wordt meegedeeld aan de voorzitter van de Directiecomité van de « S.P.G.E. ».
Namen, 28 april 2009.
B. LUTGEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld